Een woord vooraf Sluit de gelederen Officieel orgaan van den Nederlandschen Landstand Indrukken en gedachten XLI li Ben maar een mensch 8rai>a- G O g ^a,: Vrgdag 36 Nov, 1948 3de Jaargang No. 4 I andstand OMSTANDIGHEDEN, waarop wij hier niet in kun nen gaan, waren oorzaak dat deze rubriek sedert Juni van dit jaar uit „De Landstand" verdween. Nu ■de schrijver thans opnieuw is opgeroepen mede leiding te geven aan het zeer belangrijke werk dat de Neder- landsche Landstand voor volk en boerenstand te ver vullen heeft, aarzelt hij niet onder denzelfden titel als voorheen in contact te treden met de lezers en lezeres sen van dit orgaan. Het vertrouwen, dat hem in de eerste periode in ruime mate werd geschonken (hetgeen hem vooral na zijn heengaan is gebleken) geeft schrijver dezer regelen vooral de kracht op den in den aanvang ingeslagen, doch door anderen onderbroken weg verder te gaan. Het kan niet ontkend worden, dat de Nederlandsche Landstand in een kritiek stadium heeft verkeerd. Wij moeten het openlijk constateeren. Het heeft echter geen zin na te kaarten, het heeft evenmin zin stil te staan bij de oorzaken, die het Landstandschip bijna op de rotsen te pletter deden slaan. Met het constateeren, dat de nieuwe kapitein en een loods aan boord, alle pogingen in het werk stellen om schip en lading weer vlot te krijgen, willen we volstaan. Alle heus dienen aan dek te komen. Verschillen moeten over het hoofd worden gezien. De tijd dringt en morren helpt niet. Of om het met andere woorden te zeggen: Als een bijzonder strenge winter het in den herfst aan den schoot der aarde toevertrouwde zaad, zoodanig doet uitsterven, dat in het voorjaar de akker opnieuw bewerkt en beze ïid moet worden, helpt het klagen niet, maar moet er aangepakt \s«'rj»;n om toch een uiteindelijken oogst te verkrijgen. Zoo is het immers! Daarom moeten we niet stil staan bij de oorzaken, doch aanpakken De Friesche boer, die thans den Landstandploeg be stuurt, heeft recht op onze volle medewerking, opdat de akker van den boerenstand spoedig besteld worde. Daarbij wordt thans ten volle doorgevoerd, dat de boer zelf de leiding moet hebben. Wij zijn er van overtuigd, dat er NU rechte voren zullen worden getrokken, dat er geen gaten in den akker worden geduld en dat alleen goedgekeurd zaaizaad, vooraf ontsmet en op rijen ge zaaid, ter kieming aan de aarde zal worden toe vertrouwd. Uit vroegere artikels, zult U, lezer en lezeres, zich herinneren dat we van beeldspraak houden. Moge men intusschen begrijpen, wat we bedoelen. Boeren, tuinders en visschers zijn het die zelf den Land stand groot moeten maken. Boeren en boerinnen, boe renzonen en dochters, mitsgaders al degenen, die by en tot hen gerekend kunnen worden, moeten ernstig en vastberaden, eerlijk en trouw de handen krachtiger dan ooit te voren ineenslaan. Laten we het onomwonden mogen zeggen. Ook voor onzen boerenstand is het vijf minuten voor twaalf. Ongetwijfeld zjjn er personen en groepen in ons volk, die groote pret hebben over het feit dat de Landstand nog niet de innerlijke kracht heeft bezeten, die dit publiekrechtelijk lichaam ter uitoefening van zijn taak uoodig heeft. Weliswaar hebben vele der bedoelde per sonen meewarig het hoofd geschud, toen het Land standschip bijna stuurloos in de branding dreef, maar onder elkaar daarvan zijn we overtuigd hebben ze in de handen gewreven. Niets komt dezen lieden immers beter te pas dan een in zichzelf verdeelde boerenstand, dan een krachtelöoze Landstand. Van gansclier harte hopen wy, dat ook al degenen, die wel de caowc»tei*-ee bezigen om on te bouwen ifi de eenige boerenorganisatie, maar dit om de tijds omstandigheden tot nog toe verwaarloosden, thans meer en meer tot het inzicht komen, dat ze hun passi viteit (van tegenwerking willen we nog niet eens spreken) dienen te laten varen. Zij mogen goed beseffen, dat in de diverse vakgroepen door niemand rekening wordt gehouden met de huidige tijdsomstandigheden als er in nieuw-organisatorischen vorm gebouwd moet worden AAN DE VERSTERKING DER EIGEN BELANGEN. DAAR VINDEN DE HEEREN ELKAAR OP ZAKELIJKE GRONDEN OVER DE POLITIEKE VERSCHILLEN HEEN. Waar om kan dit niet op den akker, in den tuin, in weide en stal of op de visschersschuit Vooral ook, nu anderen het wagen gebruik te maken van de vermeende zwakheid onzer eenige organisatie, mogen de oogen open gaan van degenen uit onze rijen, die niets meenen te kunnen doorslikken, dat bitter is. Het sluit de gelederen dient in de plaats te komen van de verdeeldheid, die er nog heerscht op onze dorpen en in de gehuchten. Samen moeten we optrekken. Vernietigen moeten we daarbij de parasieten die op den weg die voert van producent naar consument, him slag probee- ren te slaan. Zij zijn het, deze parasieten, die de ver houding: stedelingplattelander doen verslechteren, die daardoor een gevaar zyn voor de hechte volksgemeen schap, waarvan de boerenstand de basis vormt. Die basis moet in de eerste plaats hecht zijn. Het is ons een vreugde opnieuw naar vermogen iets te kunnen bijdragen tot. versterking van deze basis en daardoor van onze volksgemeenschap. Boeren, die van meening zyn, dat ze in dezen tijd niet mee kunnen doen, vergeten dikwijls dat de wereld verder draait. Hun afzijdig blyven van den Landstand is mede oorzaak van het grasduinen van anderen op het terrein van den landman. Nu weten we wel, dat er velen zijn in onze gelederen, die nooit iets voor hun organisatie hebben gedaan. Waren ze al geen klap- loopers, dan meenden zij met een klein bedrag aan contributie te kunnen volstaan om anderen de kastanjes uit het vuur te laten halen. De Nederlandsche Landstand is in de plaats gekomen van al de organisaties die vroeger als standsorganisatie van boer en tuinder konden worden aangemerkt. Daarbij zyn de bevoegdheden grooter geworden, maar het komt er op aan dat wy samen de organisatie zoo sterk maken, dat de bevoegdheden indrrdaa-d door eigen innerlijke kracht gebruikt kunnen worden. Daarvoor is in de eerste plaats noodig, dat aHen zich scharen rond huü buuitboerenleider, die het contact vormt met zijn provincialen P.oerenleider en diens eerste medewerkers. Zoo zal de Landstand zuiver organisch opgebouwd wor den, het zwaartepunt inderdaad in de buurten van ons vaderland, als een pyramide hecht en sterk in elkaar komen te zitten en zich, zoo het moet, kunnen ver weren tegen aanvallen op de bestaanszekerheid en de eer van allen, die tot dit publiekrechtelijk lichaam be- hooren. Ons weekblad dient we schreven het voorheen meerdere keeren het bindmiddel te zyn tusschen de leden van de Landstandhuishouding. Het is ons streven, dit weekblad zoo goed mogelyk aan zijn doel te doen beantwoorden. Wy hebben daarbij uw medewerking noodig. Helaas is de papiersituatie niet zoodanig, dat we in ons blad kunnen geven, W3t we gaarne zouden willen. Echter kan ook op het beperkte aantal bladzijden voor elk wat wils gegeven worden. Wenschen dienaangaande vinden bij ons een gewillig oor. Zoo moge dan met vereende krachten onder deels nieuwe leiding gestevend worden naar ons aller doel: Een hoog ontwikkelde, levenskrachtige boeren-, tuin ders- en vissehersstand te raidden van een bloeiend Nederlandsch volk, deel Van een schooner dan ooit t« voren, herrezen Europa. Ter Haar. Het ware te wenschen, dat de mensch- heid de roepstem die spreekt uit onder staand gedicht, meer ging navolgen in zyn uiterste consequentie. mensch-zijn is de eerste, de hoogste der gaven. (Estalla Hertzveld). O zeg dat nieto zeg dat nooit: ,/fc Ben maar een mensch!" Daar is geen hooger titel toch Dien ik TJ wensch. Wees mensch! dat is: span kloek uw brein Tot denken in, Stel naast dat denkend hoofd een hart Vol menschenmin. Houd, wat er buig' of kruip', TJ zelf Van laagheid vrij; Dat steeds uw hartstocht mindre blijf, De meerdre gij! Betreed uit vrijen igil den weg Naar 't goede heen, Zoo 't kan met vriend, met kind.. Zoo t moet alleen! Met open oog, met gul gemoed, Dan zijt ge mensch: Daar is geen hooger titel toch Dien ik TJ wensch. W. G. van Nouhuys.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 1