De week in weinig woorden
Lekkernijen voor
St. Nicolaasavond
N,
De Landstand in
Zeeland
De boerin en haar tuin
Het begin van alle wijsheid
DEN vorigen keer besloot Achter den
ploeg" met de opmerking, dat we
weer zullen moeten komen tot een
kuituur, waarin het eigen huis gewaar
deerd wordt en de eigen hoeve het begin
punt van het maaschappelyk bestel kan
rijn.
Dat wil zeggen, dat een gezond luilselyk
en familieleven eerste voorwaarde is voor
een gezond volksbestaan en dat het tegen
den draad ingaat, als men zich bemoeit
met allerlei aangelegenheden van buiten
de deur, zoolang binnenshuis niet alles
gaat, zooals het gaan moet. En met be
trekking tot boer eu maatschappij betee-
kent het, dat de volkshuishouding moet
kunnen steunen op een vrijen en onaf-
nankelijk werkenden boerenstand, die het
recht heeft, te voorzien in de behoeften
van het volksgeheel en die dat recht zelf
gevoelt als ïon plicht, waaraan het leven
zijn waarde ontleent.
liet ligt voor de hand, dat een familie
leven, zooals wij dat bedoelen, niet wel
mogelijk is, als de sociale omstandigheden
niet de middelen verschaffen om in rede
lijke mate het noodigo te verschaffen en
een genoegelijke sfeer in huis te scheppen.
Evenzeer spreekt het vanzelf, dat met
hart en ziel boer dat wil* zeggen: volks
verzorger zijn, pas daar verwacht mag
worden, waar het volk de noodige waar-
deering heeft voor hetgeen er van de
hoeve komt.
Deze waarheden zyn in den loop van de
laatste jaren uit ten treure verkondigd
vanaf allerlei tribunes en gestoelten, in
allerlei bladen en tijdschriften en verhan
delingen.
Kn maar al te vaak werd daarbij dit eene
vergeten, dat het beginsel van alle wijsheid
ten deze is: DE LEVENSHOUDING VAN
I)E BETKOKKEN MENSCHEEN.
Waar vader en moeder den kuiselijken
haard ontwijken, daar mag het geld bij
karrevracliten binnen gereden worden,
huiselijk en gezellig zal het nooit zyn en
als middelpunt van geestelijk^ volkskracht
zal zulk een gezin geen waarde hebben.
Prijsregeling en productie- en afzetvoor-
vvaarden mogen voor den boer zoo gunstig
mogelijk bepaald worden door een volks
leiding, die precies weet, wat de boer
waard is, als de boeren zelf voor alles
meer belangstelling hebben dan voor hun
eigen roeping dan zal er nooit een ge
zonde boerenstand kunnen zyn en ver
liest alle theorie over het hoerendom als
fundament der gemeenschap haar waarde.
Als er iets is, dat in den komenden tyd
in geesten en harten gehamerd moet wor
den, dan Is het deze eenvoudige waar
heid, dat een wezenlijke orde begint by
liet ordebesef van iederen mensch zelf.
Voor den boer komt dat in de praktijk
hierop neer, dat hij geen recht zal hebben
eenjge klacht te uiten tegen volk en over
heid, zoolang hij niet naar eer en ge
weten overtuigd kan zyn, zelf alles te
hebben gedaan, wat in zijn vermogen lag
om een redelijk bestaan te winnen mot
de hem van nature ter beschikking staan
de middelen. En ook zal hy niet mogen
klagen, zoolang hij als boer naar zijn
aard leven kan en de zijnen van het noo
dige voorzien. Een boerenstand, die in
alles stedelijke levensnormen wil kunnen
nadoen en niet genoeg wil hebben aan
een eigen stijlvol maar eenvoudig leven,
mist het recht, van de volksgemeenschap,
te eischen, dat deze aan alle, ook onna
tuurlijke, eischen voldoet.
Hier ligt- een niet gemakkelijke opgave
voor de toekomst: den levensstijl op onze
hoeven en in onze dorpen zoodanig tot
ontwikkeling te brengen, dat hoofd, hart
en geest van het landvolk op gelukkig
stemmende wyze bevredigd worden, zonder
dat daartoe ai die kunstmatige kostbaar
heden noodig zyn, welke de stad, van
natuurlyke middelen verstoken, nu eenmaal
noodig heeft.
O zeker, als de boer maar met gerust
gemoed enkel boer wezen kan, omdat de
maatschappij gezond ingericht is en hij
niet in verzet behoeft te komen tegen
allerlei boerenvreemde en bocrenvyandige
stroomingen, welke hem den adem als het
ware ontzeggen willen, dan zal het met
dien boeren-levensstyl wel terecht komen.
Want dan kan de geest zicli daarop ge
heel instellen, dan hoeft er niet gepiekerd
en gepraat te worden over allerlei buiten
het eigenlijke boer-zyn omgaande dingen
en dap. kan er jonge energie vryblijven
om zich aan den levensSTI.JL te wijden,
energie, die eerder verloren ging aan strijd
om het levensBROOD.
Maar zoover is het nog niet en zoover
zal het niet kunnen zyn, zoolang de geest
van belangcnzucht, welke het volksleven
gekenmerkt heeft en die van bovenaf aan
gewakkerd werd in het partyentydperk,
nog zoo krachtig leeft.
Zoover is het nog niet en tochwie zyn
oor goed te luisteren legt, die speurt een
sterk toenemen van den wil om enkel boer
te kunnen zyn te midden van andere boe
ren. Deze wil uit zich ook in een stijgend
verlangen naar één organisatie van enkel
boeren, dat wil zeggen: één organisatie,
waarin men als boere n-zonder-meer eik
kaar kan ontmoeten, om er de dingen, die
des boers zyn, samen te beleven.
Deze organisatie zal het verlengstuk zyn
van de eigen hoeve en daar organisch by
behooren. De vrije boeren bouwen deze
organisatie en deze organisatie beschermt
de boeren, want zy garandeert de stoffe
lijke bestaansvoorwaarden in verhouding
tot die van andere volksgroepen.
Maar het zal goed zijn, te weten, dat ten
slotte ook deze organisatie geen garantie
op zich kan nemen voor hen, die niet
met iiart en ziel zóó boer zyn, dat
zy zieh met alle middelen zelf een redelijk
bestaan verzekeren en met de hunnen
streven naar een dekking hunner behoef
ten uit de hoeve zelve.
Laten we het daar In de volgende week
nogeens even over hebben.
D. v. d. B.
UITERAARD zullen alle vraagstukken,
die wij hier bespreken, niet direct
voor iedereen van belang zijn.. Zoo
doende moeten we dan trachten door een
verscheidenheid van onderwerpen toch voor
elkeen iets te brengen, dat zijn belangstel
ling trekt.
Om nu zeker te zijn, dat „De Week in Wei
nig Woorden" beantwoordt aan wat men
wenscht, zullen wy het op prijs stellen,
wanneer de lezers ons schrijven als zij
eens met een kwestie zitten, die zij graag
in deze rubriek behandeld zouden zien.
Natuurlijk zullen we misschien elk, door
de lezers opgegeven punt niet kunnen be
spreken. Doch die punten, die va^n vol
doende algemeen belang zijn, komen zeker
aan de beurt.
Wij vertrouwen door de medewerking van
i.nze lezers, deze rubriek nog meer dan
tot nog toe, te doen beantwoorden, aan
wat men er van verwacht.
VOOR zoover er thans nog vee bui
ten loopt, moet dit nu toch wel naar
«tal. Zeker, het jongvee, dat goed in het
laar zit, kan wel een stootje hebben, maar
vanneer het toch werkelijk gaat vriezen,
is het mooi ook voor die dieren er af.
Voor het melkvee geldt dit natuurlyk in
u>g veel stérkere-ysiiate. f
'oodoende komt nu al het vee weer in de
interverbüjfplaats. Thans is voor den
•e hou «Ier het winterseizoen dus met recht
•gunnen. De overgang van gras op win-
•rvoeding kan. wanneer men niet voor-
vhtig is. aanleiding geven tot storingen
11 de spijsvertering. Zorg dus. dat die
vergang geleidelijk aan gaat. Niet in eens
veel Kuilvoer. knolgroen of voerbieten gaan
voeren, maar ook voldoende ruwvoeder.
De bouw boer, die zijn aardappelen in den
'tuil heeft liggen, heeft nu natuurlyk het
winterdek al aangebracht. De vroeg be-
'onnen vorst kan wel doorzetten, hoewel
•iet ook best mogelijk is, dat er weer een
zachte periode op volgt.. In ieder geval
dient men nu toch voorbereid te zyn op
den winter. De tyd is er, dat het koud
kan worden.
Ook de kuilen met voerbieten moeten nu
flink gedekt worden. Deze broeien in den
regel wel meer dan de aardappelkuilen,
naar tegen de vorst moeten de voerbie-
en toch ook beschermd worden.
Voor wie een poot bewaarplaats heeft,
wordt het nu ook oppassen. Tot nu toe
leeft men steeds goed gelucht, zoodat het
n de bewaarplaats niet te warm kan
worden Nu de winter voor de deur staat
'•ti oogst te wachten ls, moet men er voor
zorgen, dat de temperatuur niet. te laag
kan worden Liefst moet die steeds een
oaar graden Celsius boven nul zijn. Vroe
ger beschikte men over petroleum, om met
oen petroleumkacheltje by strenge vorst
de bewaarplaats op temperatuur te hou
den Nu heeft men daar niet de beschik
king over en zal men dus moeten probee-
ren. om zonder verwarming te sterke
afkoeling te voorkomen. Wanneer dus
een vorstperiode te wachten staat, zal
men goed doen, het ventileeren met open
ur te staken, zoodat de temperatuur
•t te hard kan dalen. Door de onder-
mdsche ventilatiekokers komt toch vol
gende versche lucht binnen. Houdt steeds
n thermometer in de gaten, zoodat U
niet voor de onaangename verrassing
staat, dat het in korten tyd ineens te koud
wordt in de bewaarplaats.
Verwarming door kolen, hout of turf in
een kachel in de bewaarplaats te stoken
is meestal niet uitvoerbaar, omdat er geen
rookafvoer is aangebracht. Overigens
stookt men daarmee ook weer gauw te
bard. Met wat overleg en oplettendheid
is meestal de temperatuur in de poterbe
waarplaats wel op peil te houden.
ZOOALS men weet, was in Neder-
landsch Indië, en dan speciaal op
Java, de rietsuikerindustrie van groote
beteekenis. Tijdens de economische crisis
van de dertiger jaren moest de aanplant
van suikerriet op Java sterk worden inge
krompen. In latere jaren kon weer tot
eenige uitbreiding worden overgegaan.
Na de bezetting van Java door Japan,
zyn er wel berichten in de pers versche
nen. volgens welke de suikerindustrie op
Java zeer sterk beperkt zou moeten wor
den, daar Japan van meening was. dat de
suiker in voldoende mate in andere ge
bieden van zijn invloedssfeer te winnen
was. Dezer dagen lazen wy officieele ge
gevens. waaruit blijkt, dat de Japansche
overheid heeft besloten, de suikerindustrie
op Java in haar geheel in stand te laten.
Blijkbaar is men tot het inzicht geko
men, dat de prima ingerichte suikerriet
kuituur en suikerindustrie juist door hun
goede inrichting en organisatie zoo eco
nomisch werken, dat men ze beter kan
behouden. Dit is dus wel een bewijs voor
het goede werk. dat in de Java-suiker-
industrie is gedaan, en waardoor deze aan
de spits staat, wat betreft kuituur en ver
werking Men mag deze erkenning van
de waarde der Ned Indische suikerindus
trie beschouwen als een compliment voor
wat daarginds door Nederlanders is tot
stand gebracht.
\A/ ANNEER men toestemming wil krjj-
v v gen, om voor 1944 huisbrandturf voor
eigen gebruik te produceeren, dan moet
men als volgt handelen:
Haal by den distributiedienst een aan
vraagformulier. Dit is vanaf 15 Nov.
j.1. verkrijgbaar. Dit formulier moet men
voor 6 Januari 1944 ingevuld weer by den
distributiedienst inleveren. Veenarbeiders
moeten het formulier uiterlyk op 31 Mei
1944 ingeleverd hebben.
Verder verzoekt men aan de brandstoffen-
commissie, waaronder men thuishoort in
geschreven te worden als elgenbrandturf-
producent. De brandstolfencommissie
schrijft den aanvrager pas in, wanneer
deze tevens het. aanvraagformulier bij den
Distributiedienst heeft ingeleverd.
Deze regeling geldt voor allen, die eigen-
brandturf willen produceeren, dus: le voor
hen, die uitsluitend voor eigen gebruik turf
produceeren, 2e de verveners en 3e de
veenarbeiders.
Laat ieder die er voor in aanmerking komt,
tijdig het aanvraagformulier indienen.
Tevens late iedere eigenbrandturfproducent
zich inschryven bij de brandstoffencommis-
sie. Dit geldt ook wanneer men voor 1943
reeds ingeschreven was.
MAAS.
Dikke speculaaspop.
Kg. tarwebloem of regeeringsbloem,
1 theelepeltje bakpoeder (indien niet te
krijgen, een mespunt dubbelkoolzure
soda), 200 gram boter, 250 gram bruine
basterdsuiker, 1 eetlepel speculaaskrui
den of surrogaatkruiden, die onder den
naam van speculaaskruiden bij den dro
gist te verkrijgen zijn. 5 a 6 eetlepels
melk, iets zout.
Zeef alle droge ingrediënten in een kom,
zoodot zrj goed vermengd zijn. Doe er
dan de boter in, verdeel ze met twee
messen in kleine stukjes door de bloem
en kneed er dan met een weinig melk
een stevig soepel deeg van. Rol dit op
een met wat bloem bestoven aanrecht
of plank uit, ter dikte van 1 c.M.
Leg het deeg op een ingevet bakblik.
Teeken twee poppen op papier, knip
deze uit en leg deze modellen op het
deeg. Snijd ze langs het papier uit,
teeken met een dikke breinaald de klee
ding en het gezicht op het deeg en
bak de poppen in een matigen oven
langzaam bruin en gaar. Van het over
gebleven deel bakt men kleine specu
laasjes. Voor den electrischen oven
plaatst men het blik op de middelste
richel en schakelt 30 minuten onder
en boven vol, 15 minuten stroomloos.
Roggejanhagel.
100 Gram zelfrijzende bloem of gewone
bloem met een theelepeltje bakpoeder
of mespunt dubbelkoolzure solda; 100
Redactie-adres: Zeestraat 69,
Den Haag, Tel. 115754.
Uitgave: Uitgeverij „Volk en
Bodem", Postbus 281, Den
Haag.
Advertenties: Losse plaatsing 25
ct. per m.m., in alle edities
75 ct. per m.m.
Abonnementen: Voor niet-leden
van den Nederlandschen Land
stand 5.— per jaar of f 1.25
per 3 maanden.
Alle briefwisseling betreffende
exploitatie, advertenties en
abonnementen, aan postbus 281,
Den Haag, Telefoon 11.65.88
gram roggemeel; 75 gram boter; 50
gram basterdsuiker; iets kaneelsurro-
gaat; een paar lepels melk; 30 gram
kristalsuiker om het deeg te bestrooien.
Kneed van alle ingrediënten, behalve
de kristalsuiker, een soepel deeg, op
dezelfde manier als het speculaasdeeg.
Rol dit uit op een met bloem bestoven
tafel of plank, zóó dun, dat een bak
plaat er geheel mee bedekt kan worden.
Dit vereischt eenige routine, doch wan
neer men zorgt, dat het deeg steeds los
ligt, door er voortdurend een panne-
koeksmes onder door te halen, laat het
zich zeer dun uitrollen. Vet het bak
blik in en leg hierop het uitgerolde deeg.
Strijk met een in heet water gedompel-
den lepel eventueele oneffenheden glad
en bestrooi daarna de geheele opper
vlakte dun met kristalsuiker. Bak het
deeg in een matig warmen oven
20 minuten goudbruin en snijd er direct
langwerpige koekjes van.
Electrische oven. Inschuiven op de mid
delste richel. Baktijd: 20 minuten,
onder en boven vol.
Caramels van gepofte gort of pof ma.ïs.
150 Gram suiker; 30 gram gepofte gort
of gepofte maïs; 30 gram boter; iets
zout.
Smelt de suiker en 't zout in een ijzeren
pannetje, doe er de boter bij en laat
alles tot mooie bruine caramel branden.
Het juiste moment om de pan van het
vuur te nemen is meestal, wanneer de
suiker over de geheele oppervlakte
schuimt. Roer er dan van het vuur af,
de gepofte gort of maïs doorheen. Giet
de massa uit op een stukje aanrecht,
dat met water bevochtigd is. Met een
warm mes lijnen trekken over de ca
ramels en daarna, wanneer ze bekoeld
zijn, in stukken breken.
Vlinderbroodjes met appel (±12 stuks).
y2 Kg. bloem; 35 gram gist; 4 dL.
lauw vocht (y2 melk, y2 water); 1 af
gestreken eetlepel zout; 3 zure appelen;
een weinig suiker en kaneel.
Doe de bloem in een kom, maak in het
midden een kuiltje, brokkel hierin de
gist en maak deze aan met wat van
het lauwe vocht en kneed, langzaam
meer vocht toevoegende, een soepel
brooddeeg hiervan. Het laatst voegt men
het zout toe. Laat dit deeg op een
warm plaatsje, een half uur rijzen en
rol het dan uit tot een vierkante lap
van 1 c.M. dikte. Leg hierop de ge
snipperde appels en bestrooi deze met
wat sidder en kaneel. Aan één kant
laat nren een strook van 2 c.M. vrij.
Rol dan de deeglap op, bestrijk de
blanco strook met water en plak zoo de
rol dicht. Snijd dan plakken van
2*2 c.M. dikte. (Het beste gaat dit met
een mes, wat steeds in bloem gestoken
wordt). Leg deze plakken op een in
gevet bakblik en laat ze eerst weer 20
minuten rijzen. Bak de vlinders dan in
een heeten oven snel bruin en gaar in
20 minuten. De electrische oven
wordt eerst 15 minuten voorverwarmd,
op onder en boven vol, dan schuift men
het bakblik op de middelste richel en
bakt 15 a 20 minuten onder en boven
voL
DE bloementuin ligt de
Nederlandsche boerin
over het algemeen na
aan 't hart en ze zorgt dan
ook meestal wel, dat die er
goed uit ziet. In den hooi
bouw mag het gras eens
wat hoog zijn, maar na den
hooibouw moet Vader eerst
den bloementuin in orde ma
ken. Maar den groentetuin?
Maakt ze zieh daar ook zoo
druk over? Als de boer maar
zorgt, dat er wat boonen
zijn om in te maken en er
in het voorjaar wat sla en
spinazie in groeien en mis
schien nog wat aardbeien,
dan is het allang mooi.
Op onze Duitsche reis heb
ik groentetuinen gezien, die
keurig in orde waren en
heelemaal door de boerinnen
onderhouden werden. Er
stond van alles in; allerlei
froenten, tomaten, aard-
eien, bessen, frambozen en
niet te vergeten keukenkrui
den. In „De Landstand" is
al verschillende malen over
kruiden geschreven en wij
beginnen er dan ook steeds
meer aandachtvaan te be
steden.
Toen ik van de reis terug
kwam, ben ik dadelijk aan
het tuinieren gegaan en het
is me zeer goed bevallen. Ik
was natuurlyk te laat be
gonnen om nog veel bizon-
ders te zaaien of te poten.
Maar dat «het mooi werk
is en ons vrouwen veel vol
doening geeft, is zeker. U
zult zien, hoe trotsch U erop
bent. als U zelf een bed
wortels schoon gewied hebt
en er later pracht wortels
van kunt inmaken.
In ons land doen sommige
vrouwen reeds veel in den
tuin, maar die het nog niet
doen en dat zyn er velen,
raad ik aanHoud zelf
Uw groentetuin in orde, U
zult er zeker plezier in krij
gen. Begin van den winter al
Zoek zelf Uw zaai- en poot-
goed uit. Met behulp van
Uw man? Goed, maar be
moei U er mee en probeer
ook eens een kruiaentuin-
tje aan te leggen. Met
onzen besten bodem kun
nen we onzen groententuin
toch zeker zoo goed in
orde hebben als de Duit
sche boerin. A. H. R.