Het snoeien van vruchtboomen fruitgewassen
De regeling voor
zelfverzorgers in
den tuinbouw
Woimaniseeren van
hout
Paardenaf richting
Voor onze 'ruitkweekers Virusziekten bij
HET snoeien van vruchtboomen is een
telkens terugkomende bezigheid wel
ke in den winter of vroege voorjaar
gebeuren moet. Zooals een tuinder in den
zomer zijn akker wiedt en zuivert van het
overtollige onkruid, zoo gaat de i'ruitkwee-
ker eiken winter z\jn boomen langs ge
wapend met schaar, mes en zaag. om ook
hier de overtollige en ongewenschte takken
te verwijderen. Nu komt echter voor velen
de vraag: hoe moet er gesnoeid worden?
En is het elk jaar nooclig?
Wat de laatste vraag betreft kunnen we
kort zijn. In den regel zal het noodig zijn
de boomen ieder jaar te snoeien, uitgezon
derd misschien welke het afgeloopen jaar
weinig of niets gegroeid zijn. Voor bessen
is het zeker noodzakelijk.
Hoe er gesnoeid moet worden hangt veel
af van de omstandigheden waarin de
vruchtboomen verkeeren en welke vormen
zij hebben. In het algemeen gaan wij uit
van enkele hoofdregels en wel, dat de boo
men flink ruim moeten zijn opdat licht en
lucht vrij toegang hebben. Daarnevens is
een behoorlijke vorm gewenscht, een goede
verdeeling van de gesteltakken naar alle
zijden om een maximale opbrengst van
góed fruit mogelijk te maken. Ziedaar de
voornaamste regels waaraan een vrucht
boom moet voldoen.
Dit resultaat kan echter op verschillende
manieren bereikt worden, d w z. men kan
verschillende vormen van vruchtboomen
kweeken, bijv. met midden tak en zonder
middentak, terwijl toch bij beide vormen
aan bovengenoemde eischen van licht, lucht
en regelmatigheid wordt voldaan. Welke
vorm is nu echter de meest gewenschte?
Wij prefereeren hierbij geen van beide,
doch kiezen den gulden middenweg n.l. den
vrijen struikvorm met een systematische
verdeeling van de gesteltakken over ten
minste twee etages Dus op den duur geen
middentak in den boom houden, maar hem
er ook niet direct na de eerste etage uit
halen Men krijgt dan een boom met te
weinig 'esteltakken, n.l. ten hoogste 4 5
en soms nog minder. Breekt er later door
omstandigheden eens een tak uit. wat bij
flinke dracht heel goed mogelijk is, dan
heeft men direct een onevenwichtigen boom
en groote schade omdat wel een vierde of
vijfde deel is weggebroken. Heeft men
daarentegen meerdere gesteltakken in ver
schillende etages boven elkaar, dan is dat
gevaar niet zoo groot en kan de openge
vallen ruimte gemakkelijk worden op
gevuld.
Ziehier de eischen waarmee men met het
snoeien van een jongen boom rekening kan
houden. Een uitzondering moet echter hier
gemaakt, worden voor den Legipont. Deze
soort toch vertoont zoo'n sterke neiging
tot het maken van een harttak, dat deze
DE zellverzorgingstegeiing voor tuin
bouwers is blijkens het aantal inge
komen vragen, velen nog niet duide
lijk Wy meenen daarom goed te doen
een uitgebreide mededeeling over te ne
men uit het orgaan Groenteteelt", welke
op dit punt opheldering verschaft.
In de zcli'verzorgmgsregelmg 1943-1944 is
een gunstige wijziging voor den tuinbouw
{jekomen. In de praktyk komt deze ver-
>e tering hierop neer. dat men zelfver-
zorger kan zyn voor aardappelen en-of
melk, terwijl men dan ook nog in aan
merking kan komen voor den toeslag voor
zwaren of zeer zwaren arbeid.
Tengevolge van diverse besprekingen, die
door vertegenwoordigers van den Nederl.
Landstand met de Afdeeling Voedings-
vraagstuken van het Rijksbureau voor de
Voedselvoorziening in Oorlogstijd werden
gehouden, zijn wy in staat een overzicht
te geven van de zelfverzorgingsregeling
1943-1944. zooals deze thans is vastgesteld.
In den tuinbouw kan men zelfverzorger
zijn voor de artikelen aardappelen en/of
melk. Allereerst rijst nu de vraag: wanneer
wordt men als zelfverzorger beschouwd?
Het antwoord luidt: bij een beteelde opper
vlakte van meer dan 5 are aardappelen
op kleigrond of meer dan 10 are op zand-
5rond wordt men door den dishributie-
ienst als verplicht zelfverzorger voor
aardappelen beschouwd.
Beteelde opeprvlakten beneden 5, resp. 10
are zijn vry en in dit geval heeft men dus
recht op de distributiebonnen voor aardap
pelen. Wanneer men één melkgevende koe
of twee melkgevende geiten heeft, wordt,
men door den distributiedienst als verplicht
zelfverzorger voor melk beschouwd. Ge
durende de periode, dat deze dieren droog
staan, worden echter op de gewone wijze
distributiebonnen voor melk uitgereikt.
De zelfverzorging werd nu voor 1943-1944
als volgt vastgesteld: Wanneer men zelf
verzorger is voor één product, dus voor
aardappelen of voor melk en in aanmer
king komt voor toeslag voor zwaren of
zeer zwaren arbeid, dan heeft men in de
periode van Februari t.m. October boven
dien i-echt op 50 procent extra rantsoen
brood. vleescn, boter en aardappelen Is
men echter zelfverzorger voor meer dan
één product, bijboorbeeld voor aardappe
len en melk, dan vervalt het recht op de
50 procent extra rantsoen voor zwaren of
zeer zwaren arbeid.
Deze regeling is dus aanmerkelijk gunsti
ger en eenvoudiger geworden Dit resul
taat is het gevolg van de in Juni j.l. door
de Afdeeling Tuinbouw van den Ned.
Landstand gevoerde bespreking, waarbij
er de nadruk op werd gelegd, dat de be
staande regeling voor zelfverzorgers in
den tuinbouw ongunstig afstak tegen de
regeling voor personen, werkzaam in den
landbouw, omdat men in den tuinbouw in
den regel slechts zelfverzorger is voor één
product.
neiging niet te onderdrukken is. Wil ra
den hier dan ook aan om den middentak
er in te laten, doch dezen door flink te
snoeien niet de overhand te laten krij
gen op de gesteltakken, d.w.z. deze moe
ten naar evenredigheid zoo groot zijn, dat
de geheele boom den vorm krjjgt van
een regelmatige pyramide. Met dezen vorm
zal men ook r>ij den Legipont het meeste
succes oogsten Want, neemt men toch
den kop (middentak) er uit, dan vormt
hij weer andere koppen en blijft het er
vaak niet. bij één, doch worden het er
twee, drie of soms nog meer, hetgeen
vorm, belichting, enz. zeer nadeelig be-
invloedt. Men neme dan nog liever één
middentak, dien men door snoei zooveel
mogelijk in den goeden vorm houdt en laat
vertakken. Bij oudere boomen welke slecht
gevormd zijn in hun jeugd, is het vanzelf
een onmogelijkheid om de plaatsing van
de reeds bestaande gesteltakken te veran
deren. Men zal zich hierbij moeten be
perken met het streven naar een zoo goed
mogelijke verdeeling, door het wegnemen
van eventueel te veel staande takken. Hier
mede zijn ook zeer goede resultaten te
bereiken, al zijn deze niet te vergelijken
met de boomen, welke men van jongsaf
volgens bepaalde regels heeft gesnoeid. En
dit is zeer belangrijk, omdat de eenmaal
gevormde gesteltakken van appels, peren
en pruimen jaren moeten kunnen blijven
bestaan. Met bessen is dit anders, de
hierbij gevormde gesteltakken kunnen naar
behoefte gemakkelijk door jongere scheu
ten worden vervangen. Is de vorm van
deze dus niet zoo ideaal, dan is dat maar
een kwestie van enkele jaren, waarna de
afgedragen gesteltak door een jongeren
wordt vervangen. Vooral bij zwarten bes is
dit het geval. Deze draagt n.l. de meeste
en beste bessen aan het eenjarige hout.
Door steeds krachtig te snoeien kan men
bereiken, dat de boom steeds weer nieuwe
jonge scheuten voortbrengt met als gevolg
ook veel prima bessen. Roode bessen dra
gen meer op het oude hout, de bovenste
sterke scheut houdt men dus voor verderen
opbouw van den boom, terwijl de andere
op kroonsnede worden weggesnoeid. De
kleine vruchttakjes laat men zitten,of
dunt zfe alle even uit, daar hier trossen
bessen aan kunnen komen.
Het insnoeien van jonge vruchtboomen,
peer, appel, pruim, enz. zal de eerste ja
ren na planting noodzakelijk zijn om een
goeden vorm te kweeken. Op lateren leeftijd
zal deze insnoel der gesteltakken niet meer
noodig zijn en vormt de boom zich verder
zelf. Behalve bij enkele soorten is liet aan
te raden met de^en insnoei door te gaan,
en wel bij zeer vruchtbare om er nog
eenigszins den groei in te houden, daar an
ders de vruchten te klein zouden blijven.
W. V.
In de week van 28 Nov.4 Dec.
Zondag 28 November. Om 8.00 uur is het
weer tyd voor den zin van het boer-zijn.
Men hoort gedachten van Dirk van de
Bospoort.
M mm dag 29 November. Om 13.00 uur brengt
Land en Volk een reportage over fruit
en fruitteelt op de boerderij.
Dinsdag 30 November. Zal van 13.0013.06
uur over Hilversum I een jonge Friesche
boer, die juist met verlof ls, iets ver
tellen over het boerenleven In Litauen.
Woensdag 1 December. Hoe men cichorei
verbouwt is velen nog onduidelijk. Daar
om heeft de verslaggever D. Hlddinga
eens een bezoek gebracht aan een cicho-
reiverbouwer ergers in Friesland. Wan-
TOT een van de moeilijk te bestrijden
ziekten bij onze cultuurgewassen mo
gen zeker de virusziekten gerekend
worden. Moeilijk te bestrijden, omdat de
levenssappen der plant ziek zijn door de
smetstof, het virus. Heeft men hiermee
al te kampen in aardappel-, tabak-, kom
kommer- en andere cultures (zelfs onkrui
den kunnen er mee behept zijn) ook in de
fruitteelt'en de fruitteelt onder glas vallen
gewassen ten offer aan verschillende viren.
We kennen de virusziekten der aardbeien,
het .mozaiek der framboos, het peterselie-
of "brandnetelblad der zwarte bes, het lepel
blad der roode bessen, terwijl misschien
ook de smalbladigheid bij pruimen en de
bontbladigheid bij appels hiertoe gerekend
kunnen worden. Zien we bij de framboos
het gewas en de opbrengst verminderen
wanneer zij door het virus of de ziekma
kende stof a.h.w. wordt vergiftigd, bij de
zwarte bes is bij aantasting de vrucht
baarheid vrijwel tot nul gereduceerd. Al
leen bij de roode bes hebben we bij de
aantasting door lepelblad niet over de op
brengst te klagen, tenminste wanneer we
te doen hebben met oude struiken. Wordt
echter het stekhout of de jonge struiken
aangetast, dan beteekent ook by die de
opbrengs weinig, terwijl we daarbij van
het aangetaste materiaal nimmer behoor
lijke struiken kunnen verwachten.
We dienen dus met de ons ten dienste
staande middelen de virusziekte te bestrij
den. Hoe doen we dat?
Ten eerste bij framboos en bes alles op
ruimen wat aangetast is. Is het grootste
gedeelte van een frambozenhoek ziek door
mozaiek, dan plante men daar niet direct
andere frambozen, maar liever besvruch
ten. Brandnetelbladige en lepelbladzieke
bessenstruiken vervangen we bij voorkeur
door kruisbessen. Want vooral ook bij
roode bessen zien we vaak, dat een jonge,
gezonde struik weer ziek wordt wanneer
deze op de plaats is gezet van een ziek
exemplaar. Een nieuwe, echter nog niet
in de handel zijnde roode bes, geeft hoop
resistent te zijn Hieromtrent moet nog
even worden afgewacht.
Besmetting kan dus door den grond plaats
vinden (voorheen achtte men dit uitgeslo
ten) maar ook luizen en wantsen kunnen
neer men nu van 13-00 tot 13.10 uur gaat
luisteren over Hilversum I, kan men
hierover meer vernemen.
Donderdag 3 December. Van 13.0013.05
uur vraagt de heer A. J. Herwig de
aandacht van de luisteraars voor een
praatje over een mooien winterbloeier
aan den gevel.
Vrijdag 3 December vraagt Land en Volk
vijf minuten de aandacht voor de wen
ken van boer en tuinder. Dus om 13.00
uur opgelet
In de'serie van de Directie van den Land
bouw brengen wij van 18.4518.55 uur
over Hilversum I een bezoek aan het
nieuwe Virusbereidingsinstlrtiut te Rot
terdam. Dr. Houthuis zal ons rondleiden.
Zaterdag 4 December. Velen zal het be
kend zy'n, dat er op Ameland een Sinter
klaasfeest gevierd wordt, dat nogal af
wijkt van de gewone St. Nlcolaasvierlng.
Men kent daar een Groot- en een Klein-
Sinterklaas. Om 13.00 uur kunnen we
over deze soort van Sinterklaasviering
iets meer hooren.
Om 13.30 uur vangen wij een radio-wan
deltocht aan door een stukje Brabant.
(Ingezonden mededeeling).
van zieke planten de smetstof op gezonde
overbrengen. Een krachtige bestryding van
deze insecten is dus noodig.
Overigens is het zaak bij appels tegen
bontbladigheid en by pruimen tegen smal
bladigheid op te treden door zijn entmate
riaal te nemen van gekeurde boomen. Ook
bjj bessen en frambozen kiezen we onze
te vermenigvuldigen planten van goedge
keurde moerplanten. Op deze wijze en
vooral door het zoeken en kweeken van
voor virusziekte onvatbare soorten en va
riëteiten kunnen we de schade tot de klein
ste proporties terugbrengen.
Verheugend is daarom, dat de N.A.K.B,
weldra alle kweekers van vruchtboomen,
bessen en aardbeien zal omvatten. Een der
voornaamste opdrachten van dezen keu
ringsdienst zal zijn geen viruszieke boom-
kweekeryproducten vry te geven voor den
handel.
J. MAARSE.
HET verplicht woimaniseeren van alle
hout dat in land- en tuinbouw ge
bruikt wordt, is een punt dat reeds
vorig jaar door my ter sprake is gebracht.
Hoe urgent dit is, blijkt mede uit het arti
kel van den Boerenleider van Overijssel,
den heer J. B. v. d. Sluis, die dit punt
nog juist ter sprake bracht in zyn artikel
over „Boomen vielen", de taak van den
Boschbouwer, in ,,De Landstand" van 2
Juli 1943.
Vooral op het oogenblik met de schaarsch-
te aan hout die er bestaat, is het m.i.
dringend noodzakelijk, dat er op zeer korten
termijn een verordening afkomt, waarin
het gebruik van al het hout dat niet ge
prepareerd is met Wolmanzout, verboden
wordt. Niet alleen het hout dat gebruikt
wordt van eigen teelt, zooala een boer
de hekpalen van zijn wilgenboomen ge
bruikt, doch alle hout dat gebruikt wordt
in land- en tuinbouw, zelfs ook dat wat ge
bruikt wordt voor huizenbouwSpeciaal
het vloer- en dakhout.
En dit is niet alleen van geweldig gropt
belang voor het oogenblik, doch ook in
fewone tijden, omdat het houtverbruik in
e geheele wereld grooter is da*n de totale
productie, zoodat er tot nog toe steeds
weer nieuwe reserves aangesproken moes
ten worden. Hier is dus sprake van roof
bouw; en er resten nog slechts twee uit
wegen, n 1. ten le het houtverbruik zoo
veel mogelijk te beperken, en ten 2e er op
toe te zien. dat het hout, dat noodzakelijk
moet worden gebruikt, zóó geprepareerd
wordt, dat tiet veel langer mee kan gaan.
En dat gaat, ais men dit wolmaniseert.
Ik sta er borg voor, dat als elke boer
of tuinder er van doordrongen was, welke
geweldige voordeelen deze methode op
levert, zij geen enkelen paal, geen enkelen
klaverruiter, geen enkelen zaadstok noch.
broeiraam. noch balk in hun bedryf zouden
willen gebruiken welke niet van te voren
gewolmaniseerd was. Wat is er niet veel
hout dat spoedig aan bederf onderhevig
is! Ga byv. eens kijken in de bloemistery
of plantenkweekery met haar houten bak
jes, enz., welke steeds in vochtige om-
Jfeving verkeeren en zeker binnen enkele
aren totaal verrot zijn. Bij een tuinder
met zjjn platglas ls het al niet minder,
en hoeveel nieuwe hekpalen moet de boer
steeds weer niet b(j zijn hekken slaan?
Vooral als men een modern omweidings-
systeem heeft?
Woimaniseeren is niet te vergeleken met
het gewone bestrijken met carbolineum.
Ten eerste is deze methode onbruikbaar
voor de tuinders met hun plantenkistjes en
platglas, en ten tweede helpt deze bescher
ming slechts zoolang tot de stank ver
dwenen is.
Bij woimaniseeren is dit anders. Hier wordt
niet alleen de buitenste laag geprepareerd,
doch ook het hout inwendig. Het geeft
geen schadelijke dampen af. zoodat het
voor plantenbakjes zoowel als broeiramen
gebruikt kan worden. Ja, men kan het
zelfs na deze behandeling zonder bezwaar
over schilderen, waardoor de levensduur,
welke normaal zeker met 3 4 maal wordt
verlengd (en zeker niet minder!) nóg weer
grooter wordt.
Daar komt nog iets anders bij. Gewolmani
seerd hout wordt niet aangetast door hout
worm en zwammen. Niet alleen de ge
wone huiszwam. waardoor de vloeren zoo
spoedig verrot zijn, doch ook de loodglans-
zwam neeft er geen vat op. Ja, het is zelfs
zóó sterk, dat het hout, bijv. hekpalen van
door loodglanszwam aangetaste wilgen e.a.
boomen na deugdelijk wolmaniseer en ge
rust gebruikt kunnen worden, terwijl ze
anders waardeloos zijn en alleen voor
brandhout gebruikt kunnen worden, omdat
dergelijke palen en hout anders een zeer
ernstige besmettingsbron voor de boom
gaarden der fruïtkweeekers zyn, door de
zich ontwikkelde zwam aan het gebruikte
hout. W. V.
Dezer dagen hadden wy
het genoegen de Land
stand Rij- en Menschool
te Hoofddorp, midden in
den welvarenden Haar
lemmermeerpolder, te be
zoeken.
Wij troffen het, want juist
was men bezig een dek
hengst aan te rijden in
het tuig. Deskundige han
den voerden de leidsels
en in alles ook later
toen de hengst onder den
zadel ging zag je, dat
men met vakmenschen te
doen had. Er ging voor
ons een nieuwe wereld
open. De school te Hoofd
dorp was toch méér be
kend door de aldaar plaats
vindende menschen- dan
paardenaf rich ting. Reeds
vele Oostlandboeren geno
ten daar hun militaire op
leiding. Vandaar dat wij
als paardenliefhebber ex
tra verrast opkeken, toen
wij zagen, dat aan de Rij
en Menschoool de boer
wordt geholpen bij de af
richting van zijn kostbaar
paardenmateriaal.
Hier heeft de Landstand
in een werkelijke behoefte
voorzien, want niet iedere
hengsten houder en ook
niet iedere paardeneige-
naar is in de gelegenheid
zijn eigen paarden af te
richten, zooals hij het wel
zou wenschen of zooals
het behoort. Vroeger keek
men niet zoo nauw en
het kon er ook niet af
bij de lage dekgelden en
geringe waarde der paar
den nog geld uit te geven
aan derden. Nu is dat
anders, want de paarden
zijn zeer kostbaar en ver
tegenwoordigen een heele
waarde voor den geluk
kigen bezitter. Hoe beter
de paarden worden afge
richt en hoe minder on
deugden des te kostbaar
der zijn ze.
Wanneer men dan een
geroutineerden koetsier
als stalmeester Oskam
is aan het werk ziet,
dan weet men, dat hij ook
„concourspaarden" kan
maken. Een rijpaard ma
ken doet Instructeur
Mühlenbruch, eveneens
veteraan op dit gebied.
We zyn er dan ook van
overtuigd, dat vele paar-
deneigenaren dezen winter
een paard ter africhting
naar de school te Hoofd
dorp zullen zenden.
Een „luxe" is de Land
stand-Rijschool dus geens
zins. Zij wil echter ook
geen winst maken en te
gen zeer billijke voor
waarden wil zij de pa ar
deneigenaren bij hun moei
lijkheden ter zijde staan.