Bodem en bemesting stellen dan thans de officieele telersprijs bedraagt. Wij willen hier nog eens krachtig op een hoogeren telersprijs aan dringen De klaververbouw is een zeer noodzakelijk iets voor de instandhouding van de vruchtbaarheid der gronden. Het moet zoo ver komen, dat zij, die daartoe in de gelegenheid zijn, een stuk klaver voor zaadwinning bestemmen en dat zaad tegen een goeden prijs kunnen in leveren. Zooals de toestand thans is, zou het ons niet verwonderen als velen, die nog" wel klaverzaad geteeld hebben, dit in den zwarten handel verkoopen, om dat men voor den thans geldenden in- leveringaprijs geen zaad kan verbouwen. Prijsverhooging is hard noodig! Hooge ve-eprijzen. Tenslotte nog iets over de gevolgen van de hooge veeprijzen. Wanneer een jonge boer van zijn vader het bedrijf over neemt, dan is het onverantwoordelijk den veestapel te waardeeren tegen de thans geldende abnormale prijzen. Ver leden week hebben we er al op gewezen, dat deze prijzen in geen verhouding staan tot de uitkomsten van het vee- houdersbedrijf. Wanneer de jonge boer, die den veestapel van zijn vader over neemt, dien veestapel tegen marktprijs moet opnemen in zijn balans, dan hangt hij daarmede tegelijkertijd den steen aan zijn hals die hem naar den kelder zal trekken. Bij overname van veeinventaris moet deze dan ook gewaardeerd worden tegen normalen prijs, dus van b.v. 300.tot 500.per koe. Gezien ons betoog van verleden week zal ieder dat met ons eens zijn. Nu vernemen wij echter dat sommige Inspecteurs der belastin gen met een dergelijke waardeering geen genoegen wilden nemen en den huidigen marktprijs voor gebruiksvee aan willen houden. Dat is o.i. een totaal onjuist standpunt. Het is immers ten eenenmale onmogelijk rente en aflossing van den veeinventaris tegen den marktprijs van heden op te brengen uit de inkomsten van het bedrijf. Dan kan men beter gaan rentenieren. Wij vertrouwen dat deze zaak onder de aandacht der bevoegde instanties zal worden gebracht, opdat in haar onjuiste opvatting wijziging komt. Mond- en Klauwzeerbestryding. De Persdienst van het Departement van Landbouw en Visscherij heeft in een be richt mededeeling gedaan over de toe passing van een nieuwe methode ter be strijding van het mond- en klauwzeer. In 1942 en 1943 zijn in Friesland groot opgezette proefnemingen gedaan. In het eerste jaar werden bijna 2000 stuks vee, runderen, schapen, geiten en varkens geënt van 37 veehouders. Na de enting is practisch in geen der geënte beslagen meer mond- en klauwzeer voorgekomen. In 1943 werden ongeveer 4000 stuks vee van 68 bedrijven behandeld. Rondom en tusschen deze bedrijven heerschte de ziekte sterk. De bedrijven zelf waren eilanden van gezonde dieren. Het is te begrijpen, dat de betrokken veehouders zeer met deze nieuwe bestrijding inge nomen zijn. De gebruikte entstof is voor de helft be reid volgens de z.g. Duitsche methode en voor de andere helft volgens voorschrift van den Italiaanschen professor Via- nello. Ook in het buitenland zijn reeds schit terende resultaten bereikt. De onvat baarheid na de enting duurt 8 9 maanden. Zooals men wellicht weet. gaat men deze entstof winnen aan het HET stroo, dat men niet als strooi sel gebruikt en ook niet kan ver koopen, laat zich nog tot een waardevol le meststof verwerken door het te composteeren. Maar ook op bedrijven met weinig vee en veel verbouw van granen zal het zijn waarde hebben om stroo tot compost te laten verwerken om op die manier een humusmest te verkrijgen in plaats van den stalmest, welken men op zoo'n bedrijf tekort komt. Eerder hebben wij reeds gezien, dat het niet mogelijk is om het stroo direct als meststof te gebruiken. Het moet eerst gehumificeerd worden. De factoren, die deze omzettingen be- heerschen, zijn: organisch materiaal als voedsel voor de bacteriën (het stroo), opneembare stikstof ook voor de bao teriën, water, alkalische reactie, warmte, eerst aërobe en later anaërobe omstan digheden (aërobe omstandigheden zrjn toestanden, waarbij lucht kan toetreden, zoodat de aërobe bacteriën zuurstof minnende bacteriën er kunnen aar den anaëroob noemt men de omstandig heden, waarbij de lucht wordt afgeslo ten, zoodat de zuurstof schuwende mi croben anaërobe bacteriën een kans krijgen). Als stikstofbrcui kan men kalkstikstof of ureum nemen, terwijl ook gier heel goed is. Soms wordt ook een kleine hoe veelheid kalk en phosphorzuur toege voegd Het is moeilijk om het stroo voldoende nat te houden. Het stroo. dat met een daarvoor ingerichte instituut te Rotter dam. De bereiding geschiedt verder aan het Mond- en Klauwzeer-instituut te Amsterdam. De practisebe toepassing stelt men zich aldus voor: dreigt een mond- en klauwzeer-uitbraak, dan zal men in een kort tijdsbestek al het vee in een strook van enkele kilometers breed gaan enten. Deze onvatbaar ge maakte strook kan dan als beschermen de wal dienen voor het er achter zich bevindende vee. Men mag de hoop koesteren, dat door de toepassing van deze entstof aan de groote schade door mond- en klauwzeer veroorzaakt, paal en perk kan worden gesteld. Voor de productie van melk. zuivelproducten en vleesch is dit van enorme beteekenis G MAAS wasiaagje is overdekt, neemt het water slecht op. Op 100 kg stroo rekent men 300 kg water. Bij het goed natgemaakte stroo wordt de stikstofmeststof gevoegd en dan stapelt men het stroo op. Op 100 kg stroo heeft men 3.5 kg kalkstikstof noodig. Men trapt de massa direct flink aan, maar in deze losse massa blijft nog wel zooveel lucht zitten, dat men een flinke anaërobe omzetting krijgt. De tem peratuur stijgt geleidelijk tot 60 gr. C. Wordt de hoop dan nog warmer dan moet men beter instampen. Na twee of drie maanden moet de stroo-compost- hoop worden omgezet om op die manier een gelijkmatig product te verkrijg' n. Wat aan den buitenkant lag moet naar binnen en wat binnen lag kan aan den buitenkant gebracht worden. Het vocht gehalte moet op ongeveer 75 procent worden gehouden Nog zes maanden later is de compost klaar Soms is het moeilijk om de omzettingen op gang te krijgen. Dat is dan meestal te wijten aan te weinig vocht of te los opstapelen. Makkelijker wordt het. wan neer men in de gelegenheid is er la sen stalmest doorheen te leggen Deze me thode geeft een verlies van organische stof van ongeveer 50 procent Maar daartegenover staat dat hetgeen over blijft een belangrijk hoogere waarde vertegenwoordigt dan het uitgangsmate riaal. Deze stroo-compost kan men nu gebrui ken als stalmest of als gewone compost, maar ook in plaats van paardenmest in warme bakken in den tuinbouw. Meer dere onderzoekers vonden, dat de waai de van stroocompost, wat warmte en koolzuurpioductie aahging, gelijk was aan dien van paardenmest Compost is met minder waardevol dan stalmest Eerder is het andersom. In sommige streken wordt de stalmest met aarde gemengd tot een compostaehtig product. Daartoe zet men eerst de aarde in dak vorm ige hoopen naast elkaar en werpt den mest daar tusschenin Dan wordt de aarde op den mest geschept en alles dooreen gemengd en latei op gestapeld. K. ^Compost van stroo j Bij de struiken vooral niet te diep spitten. Men bedenke, dat de roode bes kali- minnend is. Men geve de kali in den vorm van patentkali of zwavelzure kali, zelfs een kalizout met weinig chloor als het kalizout 40 pCt., is af te raden. "De roode bes is zeer gevoelig voor chloor. Stikstof kan men geven in den vorm van kalkammonsalpeter en fosfor in den vorm van superfosfaat. De roode bes is zeer gevoelig voor een bemesting met stalmest. De korrel van de bes wordt daardoor grooter. Als stal mest licht wordt ondergewerkt, ontleedt hij langzaam. De vrijkomende, plantvoe- dende stoffen komen langzaam en regel matig ter beschikking. Bovendien wordt de structuur van den grond door een stalmestbemesting verbeterd. D© snoei van de roode bes. Den snoei van de roode bes kan men dan alleen goed toepassen, als men het hout van een roode bes kent. Zooals reeds is gezegd, moet de bes in struikvorm gekweekt worden en voldoen de diep worden geplant. Dan krijgen wij niet alleen een flinken wortelpruik, maar er ontstaan ook voortdurend grond- scheuten op dat deel der gesteltakken, dat onder de aarde zit. Deze grond- scheuten kan men gebruiken om een nieuwen gesteltak op te bouwen. Wanneet- een gesteltak physiologisch is uitgeput en vervangen moet worden, kan men zoo'n grondscheut best gebmiken. De zwakke grondscheuten worden verwij derd, alleen de sterke houden wij hier voor. Wanneer de omvang van den struik grooter moet worden, laat men de ge steltakken vergaffelen. Men moet er echter voor zorgdragen, dat de struik niet te dicht wordt, want het licht moet ook binnen in den struik kunnen door dringen. Te hol snoeien is echter ook weer niet. goed. want dan plukt men te weinig kilo's. De bessen worden in het voorjaar gesnoeid. Om den snoei van de roode bes goed te kunnen verrichten, moet men weten, waar zich de vruchtdragende organen bevinden Hierin is een groot verschil waar te nemen. De roode bes bezit bloem knoppen en gemengde knoppen aan de 1-jarige twijgen of langloten. De bloem knoppen zijn spits en bevinden zich aan den voet van de 1-jarige twijg. De ge mengde knoppen staan langs het on derste deel van het langlot. Voorts staan langs de gesteltakken tuiltjes. Deze zijn kort en zeer rijk voorzien van bloem knoppen. Ook daar, waar een eenjarige twijg op de kroonsnede is weggesnoeid, vindt, men veel van zulke tuiltjes. Ten slotte vindt men bloemknoppen (ge mengde knoppen) aan kortloten of korte langloten Een goede methode van snoeien is: 1. Verlengenissen tot de helft weg nemen 2. Eenjarige twijgen binnen in den struik op kroonsnede wegnemen, doch als er een gesteltak uit gekweekt moet wor den, dan het onrijpe topeinde weg nemen 3. Tuiltjes ongesnoeid laten; 4. Kortloten en lange kortloten onge snoeid laten. Men oogst dan een flinke hoeveelheid bessen van goede kwa liteit. Wil men zich echter toeleggen op het kweeken van de consumptiebes, dan moet men zorgen voor een groote korrel. Dit bereikt men door sterker te snoeien. Men laat dan de gesteltakken niet of zeet weinig vertakken. De langloten langs de gesteltakken worden op kroonsnede ge snoeid De verlengenissen worden tot op 10 cm. ingesnoeid. De tuiltjes en kortloten laat men zitten. De lange kortloten worden tot op 5 cm ingenomen. De kilo opbrengst is dan niet zoo groot als bij de eerste snoeimethode. De kwa liteit en de prijs van de bes moeten het hier goed maken. De korrel is echter in het algemeen veel grooter. Fay's Prolofic is een tafelbes, van zeer goéde kwaliteit. Hij bloeit vroeg en heeft daardoor nog al eens last van vorstschade. Het verdient aanbeveling hem achter schuttingen te planten. Het. is niet gemakkelijk om van deze variëteit een grooten struik te kweeken. Men geve hem een plantafstand van 1.75 meter in het vierkant. Hij heeft de laatste jaren nog al eens last van windschade. Duit sche zure of Prince Albert is zeer ge schikt voor de fabriekhet is een goede drager. Hy bloeit en is daardoor minder gevaarlijk voor vorstschade. Moet ge plant worden op 2 bij 2 meter in het vierkant. Dit zijn wel de beste variëteiten, die wij kennen Ziekten in de roode bes. Het roode vuur (Nectria cinnabarina). Is eigenlijk een sapróphyt, doch onder gunstige omstandigheden is het mycelium in staat het gezonde weefsel binnen Ie dringen Vestigt zich dikwijls op kap stokken (dus kort snoeien!). Op het doode hout ziet men karmozijn roode zwamkussentjes. Afgestorven deelen ver branden Bij gloeosporium (bladvalziektej ziet men op de bladeren kleine, ronde, gele vlakjes, die later bruin worden. Dikwijls vlot ion zij samen en krijgen een onregelmatigen vorm. Reeds in Augustus east dikwijls het blad vallen Een''vochtige standplaats is gunstig voor deze ziekte. Bestrijden met een 7 pCt vruchtboomcarbolineum-bespuiting in den winter. Zoodra de bessen er af zijn spuiten met 1 pCt Bordeausche pap. Jammei dat deze middelen maar zeer moeilijk meer te krijgen zijn, De bessenbladluis (Myzus ribis) geelt op zeer jonge bladeren roode bobbels en doet 'een groote hoeveelheid koningdauw ontstaan, dat de struiken eerst glan zend doet worden. Later worden zij zwart door roetdauwzwammen, waarin zich stof afzet De bessen worden eveneens zwart en zijn dientengevolge onooglijk en minderwaardig. Bestrijden met 7 pCt. vruchtboomearbolineum in den winter. Bovenstaande ziekten zijn wel de voor naamste Het virus komt in de foode bes niet zoo veel voor. Het verdient echter wel aanbeveling alleen stek te houden van bessen. die virusvrij zijn. Belangrijke centra van bessenteelt zijn: Oud-Beyerland. Zwaag, Eist, Lopper- sum. Goes. Kapelle-Biezelinge en Duinen. C van SANTEN.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 5