Wenken van de week Het Nieuws van den Dag 4 DE eerste kleine vorstperiode heb ben we weer achter den rug'. Aan het herfstlandwerk is daardoor een eind gemaakt, voorzoover men er nog niet klaar mee was. Dus nu werktuigen en gereedschappen op bergen. Eerst wordt alles goed na gezien. Wat gerepareerd moet wor den, wordt opzij gezet. Wat niet her steld behoeft te worden, moet men grondig schoonmaken en zoonoodig ir.smeren met vet, of met een streek verf weer opknappen. De kleinere reparaties kan men zelf uitvoeren im ae stille dagen, die nu in de eerst volgende maanden wel voorkomen. Voor het grootere reparatiewerk zal men vaak de hulp van den vakman noodig hebben. Maak r-ü met hem een afspraak over het werk, dat hij voor U moet doen. Dan kunnen tij dig onderdeelen en andere reparatie- bcnoodigdheden besteld worden. Hij kan. dan ook zijn werk goed indeelen, zoodat ieder zooveel mogelijk op tijd bediend wordt. Wacht men tot het voorjaar, om de reparaties te laten uitvoeren, dan zijn deze zeker te laat klaar en zit men, als het werk begint, zonder de noodige werk tuigen. Benut de komende maanden goed V zult er plezier van hebben. o Door den uitgebreiden koolzaad-ver bouw neemt de kans op vreterij door insecten toe. Koolzaadaardvloo, koolzaadgalmug, koolzaadsnuitkever en koolzaadglanskever zijn allen be lagers van dit nu zoo belangrijke gewas. Vooral de aardvloo kan ernstige schade doen en zelfs de v( rbouw totaal ónmogelijk maken. Jammer genoeg echter is voor de meeste van deze insecten nog geen o [doende bestrijdingswijze gevonden. Bc koolzaadglanskever kan echter wel met succes bestreden worden. Vroeger deed men da' door spuiten met. Derris. Dit is thans echter niet te krijgen. Daarom moet men nu een ander middel zoeken In Duitsch- land en Denemarken werkt men reeds jaren met vangapparaten waarmede men de kevers uit het ge was vangt. Met de resultaten is men wel tevreden. Dit jaar is men hier te lande met deze apparaten proe- Weiland scheuren in de lente heeft, mits men onmiddellijk daarna voor- gekiemde aardappelen uitpoot het voordeel, dat de ritnaaldenschade be duidend wordt verminderd. Kalk kan de bodemstructuur belang rijk beter maken. De zuurgraad wordt verlaagd, maarhet over tollige water wordt er niet door ver wijderd en dat is juist de voorwaarde voor een goede werking. Het vocht dat uit een mesthoop vloeit mag niet terecht komen op het erf of in de sloot. Tracht het te verzame len in een gierput, waarvan het dek sel de lucht goed afsluit. Landbouwgronden koopen kunnen uitsluitend landgebruikers. Dc voedering van een koe moet zoo danig zijn. dat zij beschikt over een ruimen kalkvoorraad in haar ge raamte, als zij wordt drooggezet. Gedurende den droogstand moet de koe uit hét voedsel voldoende kalk kunnen verzamelen voor de kalfvor- ming. Bij de geit is dit niet anders. Rijk aan kalk zijn o.m klaver- en lu- cernehooi. erwtenstroo en mergkool. Knikarm: bieten, aardappelen, kool rapen. graanstroo en persvoer. Dr. Staring's Landbouwalmanak, waarvan bijna 100 jaargangen reeds verschenen, wil bijna elke boer be zitten Uig. Tjeenk Willink, Zwolle. Prijs f 1.10. Veiligheid voor alles. Controleer daar om of uw schakelbord mogelijk een zekering voorkomt, die om het bedrijf gaande te houden eens met een ko perdraadje werd „hersteld". Weg er meel ven gaan nemen, die ook betrekke lijk gunstig zijn uitgevallen. Daar het vangen echter bij de meeste proeven te laat plaats vond, geven de proeven nog geen beeld van wat werkelijk bereikt kan worden. Zooals men weet, vreet de glanskever de bloemknoppen weg, of vreet ze uit. Daaruit volgt, dat de bestrijding moet plaats vinden, voordat het ge was bloeit. Verder moet men met het vangapparaat werken bij niet te koel, donker en kalm weer. Ket vangapparaat bestaat uit een balk, waar men bakjes onder aan heeft bevestigd. Boven deze bakjes zijn plankjes aangebracht, die aan de voorzijde van het apparaat aan elkaar raken. Beweegt men nu het vangapparaat in de richting van de rijen door het gewas, dan worden ae planten van twee rijen door de schuin staande plankjes naar el kaar toegebogen. De koppen komen dan boven de bakjes en door het tegen elkaar komen van de koppen, vallen de kevers eraf en vallen in het bakje. Daarin zit een insecten- doodende vloeistof, waarin de kevers doodgaan. Zoo'n apparaat kan gemonteerd v/orden op fietswielen. Het kan ook als draagbaar apparaat vervaardigd worden, dat door 2 mannen gedra gen wordt. De Duitsche en Deensche gegevens vermelden, dat ongeveer 70 PEN vorige maal hebben we over -Lj deze zaak reeds onze meening uiteengezet. Het lijkt ons echter wenschelijk, nog eens wat dieper op de kwestie in te gaan. Zij is van zoo groot belang en brengt zooveel com mentaar te weeg, dat we hierover niet duidelijk genoeg kunnen zijn. De porzaken van de hooge veeprijzen. Zeker, de prijzen voor het gebruiks- vee zijn sterk gestegen. Dat feit is er. Wanneer men nu de oorzaken van die prijsstijging kent, dan kan men aan de hand daarvan maatregelen beramen, om de uitwassen van deze prijsstijging weg te nemen. Welke zijn nu die oorzaken? Allereerst schept de in vele gevallen zeer gunstige ruwvoederpositie op de bedrijven een sterke vraag naar ge- bruiksvee. Ieder wil zooveel mogelijk het beschikbare voer rendabel maken, en tracht zooveel vee aan te schaffen als onder de huidige regeling moge lijk is. Verder is er in dezen oorlogstijd, in het midden latend of dit noodig is of niet, een vlucht uit het geld in de goederen, in dit geval het vee. Dit ver sterkte de vraag naar vee eveneens. Dan is er tenslotte nog het feit. dat bij de zuivere consumptiemelkbedrij- ven, die zelf niet fokken een steeds durende vraag bestaat naar versche koeien. Dat velen van die bedrijven niet op geld kijken, doch het koste wat het kost, versche koeien willen hebben, daaraan zal de „zwarte" ver koop van melk rond de groote steden wel niet vreemd zijn. Door deze oorzaken is de vraag sterk toegenomen, terwijl daartegenover geen groot aanbod staat. Resultaat: prijsstijging. Reeds eerder hebben wij betoogd, dat deze hooge prijzen voor de gemeen schap niet schadelijk zijn. In feite veroorzaken zij slechts een versterkte geldcirculatie binnen de bedrijfsge- meenschap. Deze meening handhaven wij ten volle. Slechts zij, die pas een bedrijf gaan beginnen en zij. die door bijzondere oorzaken vee verloren hebben, dat niet uit eigen aanfok vervangen kan worden, ondervinden nadeel van de hooge prijzen van thans. Daar moet in voorzien worden. Alleen ten behoeve van die groepen van boeren een algeheele prijsregeling in te voeren, met taxatie enz., is on- noodig en o.l. ook een experiment, dat tot de grootste wanorde en on billijkheden aanleiding zal geven. k 75 pet. van de kevers op die ma nier gevangen kan worden. Deze methode is zeker beproevens- v.aard. Heeft men schade van den glanskever te wachten, dan zal men goed doen, zich nu reeds tot den Ift'ndbouwconsulent te wenden, om inlichtingen over deze apparaten te krijgen. Zoodoende kan men dan tijdig voor de vervaardiging of aan koop van zoo'n toestel zorgen. In dezen tijd de melkproductie van het vee te verhoogen lijkt onuit voerbaar. Toch is het een feit, dat op bedrijven, waar de veeverzorgin^ en -voeding tot nu toe niet geheel in orde was, door verbeteringen, nog heel wat te bereiken is. Een eerste eisch voor het bereiken van een hooge productie, is vakkun dig melken. Wanneer de melker zijn werk niet goed verricht, b.v. niet voldoénde krachtig en uit de volle hand melkt, wordt de uier niet tot een goede melkvorming geprikkeld. Ook het slecht uitmelken heeft een zeer nadeeligen invloed op de melk productie. Voor het op hoog peil brengen en houden van de melkgift moet men dus prima melkers heb ben. De goede veeboer weet dat wel. Daarom is het echter zoo eigenaar dig, dat velen nog zoo weinig waar ds hechten aan het melkersdiploma. Zeker, er zijn streken, waar de melk- curussen vlot ingang gevonden heb ben, en steeds flink wat leerlingen trekken, en dat zijn dan vaak juist de speciale melkgebieden. Maar Nog eens de hooge veeprijzen!!! De nadeelen van een algeheele prijsregeling. Een regeling als bij den paardenhan del is naar onze meening iets, wat op onoverkomelijke bezwaren zal stuiten. Vooreerst zijn er veel meer koeien dan paarden, zoodat het geheele ap paraat van taxatiecommissies, hande laren enz. veel uitgebreider zou moe ten worden. Daarbij komt nog. dat voor het instandhouden van een goede melkproductie aringend noodig is, dat vee uit de fokgebieden kan worden afgezet in de con^umptie- melkgebieden. Er zal steeds een om vangrijke verplaatsing van vee noo dig blijven. Dit houdt in, dat er een overmaat van werk voor de taxatie commissies zou ontstaan. De prac- tische uitvoering zal zoodoende heel wat te wenschen overlaten en veel te stroef blijken te werken. Dan mag men zich wel bedenken, dat een koe geen paard is. en de waarde bepaling van een koe niet zoo een voudig is. Bij de gebruikspaarden gaat het om de waarde als trekdier. Voor de be paling van de waarde heeft men slechts met weinig factoren te maken, zooals bijv. het exterieur, de ouder dom en het meer of minder geschikt zijn voor het werk. Stel echter, dat men aan een melk koe, waarvan geen verdere gegevens bekend zijn, als dat zij melk geeft, en hoe oud zij is, en dat zij een middel matig exterieur heeft, een waarde toekent van f 600 a f 700. Welke waar de moet dan daartegenover een dier hebben, dat t.b.c.-vrij is, of Abortus- vrij, of waarvan de melklijsten van vorige jaren bekend zijn, of dat een bepaald vetgehalte heeft, enz. enz. Er zijn bij het vee zooveel verschillende factoren, die invloed op de waarde uitoefenen, dat het ondoenlijk is, daar een uniforme legeling voor te ontwerpen. Bij zoo'n algeheele prijsregeling zou dan nog moeten komen een gedwon gen inname van gebruiksvee, anders krijgt men geen één koe. Zou men dat echter allemaal voor elkaar heb ben, dan is men er nog niet, want de toewijzing van dieren, aan hen, die zee moeten hebben, zou nog een on oplosbare puzzle zijn. Een boer, die een koe zoekt, kan maar niet elk wil lekeurig dier nemen. De koe. die hij wil hebben moet ook nog in zijn be drijf passen. Men kan bijv. niet zoo maar een koe uit een bedrijf op zwa- ren kleigrond, toewijzen aan een zandboer, want dat dier is daar niet op zijn plaats.» Men ziet dus, de moeilijkheden zijn juist in de gebieden, waar de melk- winning niet zoo'n vooraanstaand^ plaats inneemt, kan door goed mel ken zeker nog wel eenige productie- verhooging. bereikt worden. Een tweede zaak, waaraan geen aandacht genoeg besteed kan wor den, is de gezondheid van het veew De Overheid bewijst door het ver plicht stellen van T.B C.-bestrijding, dat zij overtuigd is van de groote waarde van gezond ree voor de melkproductie. Koeden, die lijden aan t.b.c. kun nen geen volwaardige productie ge ven en hoeveel schade doet daar naast niet de aantasting door Abortus Bang, en bovenal wat heeft het mond- en klauwzeer al aan schade, door verminderde! productie, en uitvallen van hoog waardige dieren veroorzaakt! Zorgt, dat U zoo spoedig mogelijk een t.b.c.-vrij veebeslag krijgt. Als derde punt noemen we een goede verzorging en een juiste voedering» Eiken dag borstelen er. de staart-"! pluim geregeld wasschen, zorgen daffr de huid zijn functie goed kan ver richten. Dat heeft zijn goede uit werking- op de productie. Zorg verder voor een goede ligging, voor een frisschen atmosfeer in den stal, niet te warm en bedompt. Vanzelfspre kend moet tocht vermeden worden. Daar kan een mensch niet tegen, maar een koe ook niet Steeds op vaste tijden voederen, en wel vol gens een goed opgesteld rantsoen, komt naar wel vanzelf spreekt, do productie ten goede. geweldig groot. Vooral de stamboek- bedrijven zouden zeer ernstig ge schaad worden. „Laat deze er dan buiten vallen", zal men misschien zeggen. Doch dat zou tot gevolg heb- ben, een enorm prijsverschil, tusscherï stamboekvee en ongeregistreerd vee. I De stamboekfokker zou zijn eigen vee voor veel geld kunnen verkoopen en zou zijn aanslag voldoen met die ren, die hij tegen een lagen prijs op de taxatiemarkt- zou koopen. Een on billijke bevoordeeling van de stam boekfokkers dus. Ook die consumptie-melkers, die melk „zwart" verkoopen zouden' nog eens een extra voordeelte hebben, als zij hun veestapel tegen lage prijzen konden aanvullen. Zou men ook de pinken en de kalve ren in de prijsregeling betrekken, dan ontstaat daardoor een nieuw ge vaar. Stelt men de prijzen daarvan te laag, dan zou de aanfok sterk terug- loopen. Worden die prijzen echter te hoog gesteld, dan zal de aanfok dus danig stijgen, dat men weer spoedig met een te veel zit. Daarom nog eens: een algeheele prijs regeling voor het gebruiksvee is o.i« een onmogelijkheid. Dat wordt een fiasco op groote schaal. Laat men daar toch niet aan beginnen. Een soepeler regeling? Acht men het inderdaad noodig, dat de prijs van het gebruiksvee op wat lager peil komt te liggen, dan zal toch, zonder een diep ingrijpen als door taxaties en wat daaraan vast zit, op andere wijze nog wel wat ver kregen kunnen worden. We hebben gezien, dat de oorzaak van de stijging was een groote vraag naar vee bij een klein aanbod. Zorg dus, dat het aanbod grooter wordt, dan komt men weer waar men zijn wil. Men kan dat doen, door den aanfok INGEZONDEN MEDEDEELING. DE(OURANT

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1943 | | pagina 4