ze 0 De Landstand in Zeeland Ziekenfondsenbesluit 2 Wie dan leeft Het is meer leerzaam dan pleizierig, in dezen tjjd te moeten reizen. Nergens meer dan in den trein komen menschen van hier en ginder bij elkaar voor eenige toe vallige oogenblikken en nergens meer dan in den trein praat men als het ware on persoonlijk. Nietwaar, de menschen ken nen je toch niet van nabij en wat je thuis, in den eigen vrienden- en kennis senkring zoo niet zegt, dat doe je in dat hokje vol praters met een lieve lust en het komt er daar niet op aan, of alles wat je beweert, wel heelemaal waar is. Daarom wordt er in zoo'n trein ook zoo veel kwaad gerucht dik en vetgemest, daarom groeien er daar zooveel sterke verhalen en daarom was het waarschijn lijk voor het inademen van den modder stroom van haat en nijd nuttiger als er niet gereisd werd dan dat men niet naar radio luistert. Maar aan den anderen kant, het is soms zoo vermakelijk, wat men in allen ernst hoort beweren, dat wij er graag naar luis teren. Zoo maakten we het dezer dagen mee, dat er gepraat werd over het eten en vervolgens over het geld, dat er aan dat eten tegenwoordig verdiend wordt. We stellen ons voor, dat er weinig lezers zijn, die daarover niet hebben hooren praten. Nietwaar? Waar zal men anders over praten als Nederlander zijnde, dan over eten en geldVooral, nu het met den oorlog zóó gaat, dat „men" zijn zekerheid verloren heeft aan den Rus. Er zou dan ook geen reden zijn om hiei van dat gesprek gewag te maken, ware het niet, dat het uitdraaide op de schat ten, welke onze boeren bezig zijn, bijeen te vergaderen. De dames en hceren, die in hoofdzaak het gesprek voerden, waren het erover eens, dat de burgerman tegenwoordig ge dwongen is om, wat hij heeft, den boer op te brengen. Een mensch wil nu een maal te eten hebben en als een ei een gulden of meer kost en een pond vleesch zooveel guldens als vroeger dubbeltjes, dan moet een mensch zich uitkleeden e'n die boeren stapelen al die centen maar op. We hadden het geklets een poosje aan zitten hooren, maar op een oogenblik deden we toch ook een duit in 't zakje en we merkten zoo droogweg op: Ja, wat dat na den oorlog worden moet Na den oorlog, wat bedoelt U?, vroeg er een. Nou, dacht U soms, dat al die boeren, die nu millionnair worden, dan nog een hand uitsteken? Ik ben bang, dat ze alle maal, zoo gauw als het weer kan, een villa laten bouwen en gaan rentenieren. Wat zoudt U doen, als U rijk was? Toch ook zeker niet in den mest gaan wroeten en achter den ploeg loopen? Ik denk het niet, maar ja, na den oorlog, wie dan leeft, wie dan zorgt De overbuurman in den trein scheen te vermoeden, dat het gesprek een andere richting aangenomen had. En wij knoopten aan bjj zyn laatste woorden. Ja, zeiden v/e, U zegt dat nu zoo: wie dan leeft, wie dan zorgt. U hebt samen het een en ander weggegeven aan het adres van de boeren. Maar weet U er wel iets van, wat er eigenlijk in dezen tyd op den boer gebeurt? Hebt U er begrip van, wat het beteekent, als de bodemreserves uitgeput worden omdat er geen mest ge noeg is, als de veestapels verminderen en Redactie-adres: Zeestr. 69, Den Haag, Telef. 115754. Uitgave: Uitgeverij „Volk Bodem", Postbus 281, Den Haag. Advertenties: Losse plaat sing 25 ct. per m.m., in alle edities 75 ct. p. m.m. Abonnementen: Voor niet- leden van den Ned. Land stand f 5.per jaar of f 1.25 per 3 maanden. Alle briefwisseling betref fende exploitatie, adv. en abonn., aan postbus 281 Den Haag, Tel. 11.65.88. het bedrijfsgereedschap niet het onder houd kan hebben, dat het noodig heeft? U praat over rijk wordende boeren, om dat II afgaat op eenige ongeoorloofde pryzen, die voor een groot deel bij aller lei sjacheraars terechtkomen en U maakt vergelijkingen met vroeger, toen de boeren geen prijzen voor hun producten, maar fooien om in het leven te biyvcn ontvin gen. En U hebt er geen begrip van, wat er zou gebeuren, als aan het eind van dezen strijd de boeren geen kapitaal reserve zouden hebben om de ontstane tekorten weer aan te vullen. Laten wij U dan mogen zeggen, dat dit de grootste ramp wezen zou, welke ons volk kon tref fen. Een arm geworden bodem, een te ge ring veebestand en dat in een land, dat zijn nationale bezit heeft zien verloren gaan, als U even tracht gezond na te denken, 'dan zult U toch moeten inzien, dat dit ons zou veroordeelen tot een al- gemeene verpaupering zonder weerga! Als de boer zou leven naar Uw regel: wie dan zorgt, gaat mij niet aan, we konden wel ophouden met hopen op een nieuwen bloei van ons volksbestaan. Gelukkig zorgt de boer over het algemeen wel. Hij zorgt voor het behoud van wat er met alle zorg en moeite te behouden valt en hij pro beert om althans straks over eenige mid delen te beschikken om den ontstane te korten snel weer aan te vullen. En heeft hij dat gedaan, dan zal gauw genoeg blij ken, hoe bitter weinig er waar is van den rijkdom, welke gij zegt, dat er opgespaard wordt. Het was in onze treinafdeeling gauw uit met de mooie verhalen. En we hebben een ernstig gesprek ge voerd, waaruit wij nog eens weer leerden, hoe bitter weinig begrip men nog altyd heeft van de waarden, welke in een gees telijk en stoffelijk sterk hoerendom be sloten liggen. Er zijn nog heel wat boeren, die dit begrip zelf niet hebben en óie daardoor aanlei ding geven tot verkeerde oordeelvellin gen bij een publiek, dat graag over één kam scheert. Boeren, die ook handelen naar de wet der onverschillige kortzich tigheid, naar het: wie dan leeft, wie dan zorgt. Het een, zoowel als het ander, de on wetendheid bij de anderen en de onver schilligheid bij sommige boeren bewijst, hoe noodig het is, dat we in een sterk organisatieverband verecnigd, met elkaar opheldering en verandering van levens houding nastreven. De oorlogsomstandig heden en de oorlogsgesprekken doen deze noodzakelijkheid evenwel slechts duide lijker op den voorgrond treden. Zij was er voordien even goed. En daarom is Landstand-politiek in wezen geen oor logspolitiek, maar boerenpolitiek, zooals we die vroeger noodig hadden en later noodig hebben. D. v. d. B. De waarde van Groenten Nu binnenkort de eerste jonge voor jaarsgroenten weer geoogst worden, willen we even op het groeiproces vooruitloopen en de waarde, die deze gewassen voor onze lichaamshuishou ding hebbenbespreken. Na de winterperiode, waarin ons wei nig versche groenten ter beschikking stonden, zien we reikhalzend uit naar dit jonge groen en zeer terecht, want ons lichaam vraagt erom en heeft ze broodnoodig. Het is nog lang niet in alle lagen der bevolking doorgedrongen, dat een har monische voeding van onschatbare waarde is voor de geheele volksgezond heid. Dit klinkt bijna tegenstrijdig, want de tegenwoordige omstandighe den werken het in de hand, dat eenie der, jong of oud, rijk of arm, in zoo verre van de belangrijkheid der voe ding doordrongen is, dat men op ie der uur van den dag over eten spreekt. Dit wil echter nog geenszins zeggen, dat men ook op de hoogte zou zijn van een juiste verdeeling der voedingsstof fen. Het is vooral ten opzichte van de groenten noodig, dat men over de ge heele linie een beter inzicht krijgt van de functies, die zij in ons lichaam heb ben te vervullen. In andere landen is de huisvrouw en zelfs het schoolgaande kind reeds ver trouwd met de voedingsleer en vindt men het vanzelfsprekend, wanneer er van tijd tot tijd rauwe groente door de gekookte heen wordt gemengd- Men weet ook te verklaren, waarom dit ge beurt. Hier in ons land zijn we op dit gebied achter, waarschijnlijk doordat we steeds een overvloed van de beste producten gewend waren en de nood zaak, om uit weinig grondstoffen een zoo hoog mogelijk voedingsgehalte te halen, eenvoudig niet gevoeld werd. Wanneer we het voedsel bij zijn gang door het lichaam volgen, vinden we een waar arsenaal van werkplaatsen, waarin een zeer ingewikkeld proces, dai w\i stofioisseling noemen, plaats heeft. Dit geweldige verwerkingsproces te beschrijven, zou zeker de moeite waard zijn, doch dit zou ons te ver voeren. Ons geheele lichaam heeft aan deze stofioisseling deel. De mond met tanden, het speeksel, de smaakzintui- gen, de slokdarm, de maag, verder het bloed met al zijn roode en witte bloed cellen, de drijfkracht van het hart, de longen, daarbij het geheele stelsel van vaten, dat met de allerfijnste vertak kingen deze organen doordringt. Het één kan niet functionneeren zonder het ander. Om ons lichaam in stand te houden en voor de aanvoei van energie en warm te hebben we dus voedsel noodig, dat is samenaesteia ui: de volgende stof fen: eiwit, vet, koolhydraten, kalk- phosphor- en ijzerzouten en vitaminen, waarvan laatstgenoemden een afzon derlijke taak te vervullen hebben, een taak van bijzonder groote beteekenis in de stofwisseling. Zij werken prik kelend op de cellen, tot het uitvoeren van hun arbeid. Deze vitaminen zijn in ruime mate in versche groenten aanwezig. Dan zijn er verder nog de voor het leven zoo belangrijke minerale stoffen als phos phor, zwavel, natrium, kali, kiezel, flu or magnesium, mangaan en ijzer, die alle in versche groenten voorkomen. Om al deze stoffen, voornamelijk de vitaminen, zoo goed mogelijk tot hun recht te doen komen, neme men bij het koken de volgende punten in acht: Xe. Verwerk de groenten in verschen toestand. Laat ze dus niet te lang voor het gebruik liggen, zoodat zij verflensen. 2e. Maak de groenten liefst zoo kort mogelijk voor het eten schoon. Een nacht in water laten staan is absoluut af te raden. '6e. Kook de groenten niet af. De groenten zijn van zich zelf water houdend genoeg, zoodat zij zonder of met zoo weinig mogelijk water kunnen worden opgezet. Met het afgieten van groenten verdwijnen de in het water opgeloste waarde volle vitaminen en voedingszouten in den gootsteenVang dus, wan neer er groentenat aanwezig is, dit vocht op en verwerk het tot soep of saus 4e. Kook groenten niet langer dan 30 minuten, kool hoogstens 45 minu ten. Kool is nl. veel lichter ver teerbaar, wanneer ze kort gekookt is, dan wanneer ze uren heeft staan „sudderen". 5e Gebruik een gedeelte der groenten rauw, hetzij als slaatje of door de gekookte groenten heen gemengd. 6e. Kook de groene gedeelten der groenten ook mee. Het groene is nl. rijker aan ijzerzouten dan het gele, het mag dus in geen geval als afval worden beschouwd. Wanneer al deze regels getrouw wor den nageleefd, kan men met zekerheid zeggen, dat men de waarde van groen ten volledig tot haar recht heeft doen komen. H- J. Ridderhof. De inwerkingtreding van het Ziekenfond senbesluit op 1 Nov. 1941 was van ingrij pende beteekenis voor de instandhouding der Volksgezondheid. Was tot dan toe de geneeskundige verzorging een individu- eele aangelegenheid, tengevolge waarvan zij mede door de hooge kosten vaak werd verwaarloosd, thans werd het een ge meenschapstaak, doordat voor een be langrijke groep volksgenooten middels een verplichte verzekering een doeltreffende geneeskundige verzorging werd gewaar borgd. Daarnaast blijft de vrijwillige ver zekering bestaan, die evenwel ook mede onder toezicht van den staat is gesteld. Wij behandelen hier uiteraard slechts de verplichte verzekering. Onder het Ziekenfondsenbesluit vallen o.m. alle personen, die verzekerd zijn inge volge de ziektewet, dus alle personen in ons vorig artikel genoemd. Dit .zijn dan de „rechtstreeks verzekerden". Medever zekerd zijn, zonder dat daarvoor een af zonderlijke premie moet worden betaald, de personen, die met den rechtstreeks verzekerde in gezinsverband samenwonen, t.w. diens echtgenoote, ouders, groot ouders en schoonouders, mits hij hun kostwinner is en derhalve met zijn loon voor ten minste de helft in hun levens onderhoud voorziet. Verder zijn tot hun zestiende jaar medeverzekerd inwonende kinderen, stief- en pleegkinderen. Dit voor zoover zij niet zelf rechtstreeks ver zekerd zijn. Al deze medeverzekerden noemt men „indirect verzekerden". Hoe verkrijgt men de verzorging krach tens het Ziekenfondsenbesluit? De direct verzekerde haalt bij een al gemeen Ziekenfonds naar keuze een daar toe bestemd formulier, waarop een werk geversverklaring voorkomt. Dit formulier, zoowel door werkgever als werknemer onderteekend, moet bij het betreffende ziekenfonds worden ingeleverd, dat daar op een bewijs van inschrijving afgeeft, van welk oogenblik af men op de rech ten der verzekering aanspraak kan ma ken. Wanneer men van werkgever ver andert, meet men een nieuw afzonderlijk formulier overleggen, bij het algemeen ziekenfonds verkrijgbaar. Verzuimi de rechtstreeks verzekerde z'ch te melden, dan heeft hii kans op verlies van recht op ziekengeld, dat hij ingevolge de ziektewet bij ziekte ontvangt De premie wordt elk jaar opnieuw vastge steld en bedraagt momenteel 4 °/o van het bruto-loon. De helft, dus 2°.'o, wordt van het loon ingehouden, de andere helft be taalt de werkgever. De premie wordt door de Raden van Arbeid of bedrijfsvereeni- gingen geïnd. Als bewijs van de ingehouden 2 °/o. als zijn aandeel in de premie, ontvangt de "werknemer bij elke uitbetaling van loon een „coupon". Deze coupon moet aan den bode van het alg. ziekenfonds worden af gegeven, die hiervoor een kwitantie af geeft of de contributiekaart afstempelt. De coupon moet aan de voorzijde duide lijk bevatten den datum, waarop de be treffende loonperiode is geëindigd, aan de achterzijde den naam en het adres van den werkgever en bij ontslag ook den da tum, waarop het ontslag ingaat. Men onderscheidt coupons voor dag-, week- en maandloon, welker kosten respèctievelijk ƒ0,10, 0,50 en ƒ2,50 per stuk bedragen. De werkgever kan deze* coupons verloüjgen bij de Raden van Ar beid en postkantoren in boekjes met 20, 100 of 1000 dagcoupons, 10, 2G, 100 of 1000 weekcoupons en 10, 100 of 200 maanü- coupcns. Het bedrag, dat hij voor aan koop van deze coupons heeft uitgegeven geldt als voorschot op de premie, waar voor hij tegelijk met de ziektewetpremie een aanslag ontvangt. Hij zendt dan de schutbladen van alle uitgegeven coupons vóór of in de periode, waarover de aan slag loopt, aan den Raad van Arbeid of de Bedrijfsvereeniging en trekt bij vol doening van den aanslag het vertegen woordigende bedrag af. De verzekering duurt zoolang men m loondienst werkt en over het algemeen ook gedurende de perioden, dat men uit- keering geniet ingevolge de ziektewet of ongevallenwet. Zij eindigt o.a. wanneer men niet meer in loondienst werkt, de loongrens van ƒ3000,— overschrijdt of de maximumtermijn van 26 weken, waar over ziekengeld wordt uitgekeerd, is be reikt. Bij werkloosheid duren de aanspraken nog een week na ontslag voort, indien men de voorafgaande twee maanden op ten minste 16 dagen arbeid in loondienst heeft verricht en nog een maand, indien ae twee voorafgaande maanden ononder broken arbeid in loondienst is verricht. De rechtstreeks en indirect verzekerden hebben o.m. recht op geneeskundige hulp van huisarts, op diens attest van specia listische hulp, tandheelkundige hulp, ver loskundige hulp door vroedvrouw, zieken- huisverpleging gedurende 42 dagen per geval, gedurende een jaar gedeeltelijke tegemoetkoming in kosten voor sanato- riumverpleging, genees- en verbandmid delen. Speciale behandelingen (bestra ling enz.), kunstmiddelen (bril, breuk banden en dergelijke), ziekenvervoer en uitkeering bij overlijden van 50,en f 30— voor kinderen beneden 2 paar. Bij bijzondere gevallen en klachten wende men zich allereerst tot het Ziekenfonds, waarbij men is aangesloten. Daarna kan men zich met verzoeken en klachten wen den tot den Commissaris, belast met het toezicht on de Ziekenfondsen, Singel 250, Amsterdam.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 2