W
De hengstenkeuringen (type
trekpaard) te Groningen
Moderne aanplanting van
vruehtboomen
10 MILLIARD
Het aanbod van driejarige heng
sten was hier grooter dan we ge
wend zijn. Er waren 17 aangegeven,
.waarvan 5 afwezig bleven. Gekeurd wer
den dus 12 jonge hengsten, van welke
3 werden goedgekeurd. Hiervan waren
er 2 in Groningen gefokt. 2 zoons van
Primus K 1607, den hengst die ook thans
weer bewees een Vaderpaard van betee-
kenis te zijn. Als een extra hengst no
teerden we Dragon van Dorpzicht, die
Dragona van Dorpzicht. één der aller
beste trekpaardmerriën van Groningen
tot Moeder heeft. Dragon is fraai van
lijn, heeft beste, zware beenen en toonde
beste gangen. Hij is nog lang niet uit
gegroeid, maar we zien in hem een
een zekeren toekomstigen K hengst. In
schrijving in het keurstamboek kan
thans niet meer op driejarigen leeftijd,
maar op zijn vroegst als vierjarige
plaats hebben. Voor de meeste heng
sten is dit ook gewenscht, daar ze als
driejarige nog lang niet volgroeid zijn,
maar voor de werkelijke kophengsten,
die er uitJoopen, is dat uitstel overbo
dig en tevens een handicap. De tweede
Primuszoon die werd gekeurd, is Lion
van den Dijk. Zijn type is ongetwijfeld
best, hij heeft ook voldoende zwaar
beenwerk, maar hij schiet te veel te
kort in cie beenstanden. Verder werd
goedgekeurd Kovacs van Seln'sse (V.
Kovacs van Kruiningen K 1786), een
bestgelijnde, zware hengst met bemer
kingen in rug en achterbeen, maar een
hengst met toekomst. Deze jonge, nog
rauwe hengst zal ongetwijfeld in ieder
opzicht verbeteren wanneer hij tot een
kerel is uitgegroeid
Van de 6 aangegeven vierjarige heng
sten bleef er 1 afwezig. Wederom goed
gekeurd werden Nardus Certain van
Lamswaarde K 1429), en Albion van 't
Slotje (Albion d'Or K 1615). Voor den
eersten keer goedgekeurd werden Simon
(Urbain van Frederica K 1794), een
zware goed gelijnde hengst met goede
bewegingen
Verder waren er 11 vijfjarige hengsten
aangegeven, waaronder 6, wier goed
keuring reeds tot 1945 was verlengd,
n.l. 3 K hengsten voor deelname aan
de Premiekeuring en 3 hengsten voor
opname in het Keurstamboek. Geen de
zer 3 werd inschrijvingswaardig bevon-
-den. Van de resteerende 5 werden er 3
f wederom goedgekeurd, n.l. Brutus
(Avenir van Antoniahoeve K 1796),
Leon van Veerhoek (Gauloïs de Tasse-
nier K 1700) en Carlo van Henriette
Hoeve (Clairon de Ja Lijs K 1488). Deze
laatste werd tevens ingeschreven on
der K 2044 Een zware, breede, diepe
hengst in extra conditie. Kon sterker
in rug en het achterbeen. Resteeren nog
2 in 1943 afgekeurden. van welke er
1, n.l. Adolf (Avenir K 1554) thans weer
werd goedgekeurd. Zware, grove hengst
in beste conditie met bemerkingen in
rug en het fundament Een echte
evonturier. Als driejarige goedgekeurd,
als vierjarige thans weer goed.
Voorts stonden er nog 14 oudere heng
sten in den catalogus vermeld waaronder
7 K hengsten alleen voor deelname
aan de Premiekeuring. Hiervan bleven
er 2 afwezig. Verder 3 K hengsten.
Voor hernieuwde goedkeuring werden
alle drie voor 4 jaren goedgekeurd, te
weten Karei K 1020 (Primus K 1607),
C airon van Hoek K 1714 (Clairon de
la Lijs K 1488) en Gignon du Fosteau
N 1767 (Espoir de Quarnegnon B.S.
30M988). Drie hengsten, wier goedkeu
ring tot 1945 was verlengd werden voor
opname in K aangeboden. Hiervan
bleef 1 afwezig, de beide anderen wer
den afgewezen.
Tot slot werd er nog één hengst voor
gebracht die alleen goedgekeurd kon
worden als hij tevens in K werd inge
schreven, daar hij reeds 4 keer voordien
was goedgekeurd. Het was Doris (Do
nald de Water K 1551), die thans
ingeschreven werd onder K 2045. Hij
stond er schitterend mooi voor, heeft
een beste type en zware beenen met
goede bewegingen.
De Premiekeuring was gesplitst in 3
rubrieken en wel:
A. Driejarige hengsten. 1 Dragon van
Dorpzicht I pr., 2 Kovacs van Selnisse
II pr.. 3 Lion van den Dijk m pr. Deze
drie noemden we reeds in het begin
van dit Verslag.
B. Vierjarige en oudere K hengsten,
beneden 1.66 m. 1 Clairon van Hoek
K 1714, 2 Mignon du Fosteau K 1768,
beide I pr.. 3 Karei K 1920, 4 Doris
K 2045, beide II pr., 5 Souvenir van
Clairon K 1856 (Clairon de la Lijs K
teit beenwerk, hetgeen niet van alle
hengsten gezegd kan worden. Doris
noemden we reeds. Hij was zijn plaats
ten volle waard.
C. Vierjarige en oudere K hengsten
van 1.66 m. en hooger. 1 Elegant van
Veldzicht K 1868 (Bamum de Prin-
cemaille K 1561), 2 Roland van Ave
nir K 1961 (Avenir K 1554), beide I
pr., 3 Nico van Groede K 1983 (Nico
van Melo K 1795), 4 Carlo van Hen-
riëttehoeve K 2044, beide II pr., 5
Max K 1870 (Donald de Water K 1551),
6 Blesson K 2038 (Urbain Frederica
K 1794), 7 Dragon van Prinses K 1931
(Dragon d'Hondzocht K 1637), 8 Ba
ron van Linge K 2037 (Aria's Clairon
K 1740). Kregen een III premie.
Elegant stond er schitterend voor,
heeft een opvallend mooi type, maar
toont al wat sleet in de beenen. Roland
is een best fokproduct van Groninger
bodem. Hij heeft de beste Edith van
Zuidzantle tot Moeder en fokt best,
hoewel hij niet de beste merriën krijgt
toegevoerd. Hij heeft zich in type en
beenen steeds verbeterd en is" thans
uitgegroeid tot een klasse hengst. Nico
van Groede, die met zijn eersten jaar
gang veulens zoo buitengewoon naar
voren kwam het afgeloopen jaar is ook
een hengst van hooge klasse. Machtig
van houw met typische lijnen en felle
beenen. Toonde ook beste gangen. Deze
3 hadden we in omgekeerde volgorde
verwacht. Carlo noemden we reeds.
Liever zien we Max, den nieuwen import
van den heer L. J. Veldhuis te Vlagt-
wedde. Deze is harder. Hij heeft een
machtigen bouw en felle beenen.
Toonde ook beste gangen. Verder nog
eenige goede hengsten, die hunne be
merkingen hebben.
Slotbeschouwing.
Wanneer we deze collecties Premie-
hengsten vergelijken met die van
eenige jaren terug dan is er toch wel
een opmerkelijke vooruitgang te be
speuren. Vooral in type is men enorm
vooruit gegaan. Op "de beenstanden en
ook het gehalte van het beenwerk mag
echter wel terdege gelet worden. Vele
hengsten zijn te voos in de beenen en
toonen vroeg sleet. De kromhielige
stand Komt zeer veel voor. De voor
stand is veelal zoogenaamd Belgisch en
wordt als raseigenschap beschouwd,
maar de Belgische stand kan ook te
erg worden en dan is er zeker sprake
van een afwijking en een heel leelijke
ook. Dat neemt echter niet weg dat
Groningen thans over een aantal wer
kelijk beste hengsten beschikt, die de
trekpaardenfokkerij -vooruit kunnen
brengen. Thans is het zaak voor de
leiding gevende personen op de fok-
prestatiis der hengsten te letten en de
bestfokkende hengsten speciaal naar
voren te brengen. Fokpremies toeken
nen op de veulens is o.i. de eerste stap
die genomen moet worden. We weten
wel dat hieraan het bezwaar verbon
den is dat de veulens nog heel ver
schillend op kunnen groeien, maar bij de
veulens moet men tevens de Moeder in
aanmerking nemen, wil men de fok-
prestaties der hengsten beoordeelen.
ii.
ALS we een stuk grond voor fruit
teelt bestemmen, dan dienen we
~erst terdege te onderzoeken of het
perceel wel voor d'it doel geschikt is.
Anders komen we later voor tal van
teleurstellingen te staan. Nu zullen
velen zeggen: „Dat zal mij niet gemak
kelijk overkomen, ik kijk eerst wel uit
voor ik aanplant", doch dan moeten
we bedenken, dat er voorbeelden te
over zijn, dat zelfs zeer bekwame fruit
telers. met de grondsoort wel eens
misgetast hebben en daar late- de
wrange vruchten van hebben geplukt.
Er zit zooveel onberekenbaars in en cal
van factoren spreken hieibij een rol.
als we alleen al maar denken aan wa
terstand, grondsoort en de bepaalde
variëteiten die we plaatsen willen. Is
de grond bijv. wat aan den zwa-en
kant. neem dan voor paradijs onder
stam niet het type 9, want dit wil op
zulken grond niet voort en zal dus een
mislukking geven. Veel beter voldoet
dan type 4, dit is ook wel een zwakke
groeier, maar deze groeit toch sterker
dan type 9. Ook moeten we op wat
zwaren grond vooral jong plantgoed
gebruiken.
Éénjarige gevormde kronen van strui
ken of hoogstammen zijn hier op haar
plaats Ook zien we no% wel eens. dat
men bovenop den grond geplant heeft,
omdat het perceel aan den lagen kant
lag. Dit is beslist een foutieve manier
van planten, want de boomen komen
er op den duur niet droger door te
staan, daar de wortels al na een paar
jaar in den natten grond zijn gekomen.
Het eenige wat we er mede bereiken
is, dat we alle moeite hebben om de
boomen overeind te houden, daar ze
met een beetje wind' al staan te rollen,
dus dan moeten we er wel een paar
palen bij zetten. Veel beter is het,
zulk land op ruggen te leggen en mid
den op die ruggen komen de boomen
dan op ïijen te staan. Er tusschen
kunnen we dan een flinke greppel gra
ven, die het overtollige water spoedig
af kan voeren naar de afvoersloot. Op
deze manier kunnen we een heel goed
resultaat bereiken, mits de waterstand
niet veel te hoog is, want dan helpt
ook deze plantingswijze niet. Willen
we op grond met een tamelijk hoogen
grondwaterstand vruehtboomen aan
planten, dan moeten we pruimen
nemen en geen appel, peer of kern.
Vroegere manier van planten
Als men "vroeger een boomgaard aan
wilde leggen, dan had men daar een
geweldig werk mede. Men maakte
14SS) IH pr. Beste rubriek, Clairon is -diepe gaten in den grond, waarin al1 er-
een buitengewone hengst, breed en diep
met zeer fraai type, staat daarbij op
4 beste zware beenen. Mignon die reeds
15 jaar is, begint men de jaren eenigs-
zins aan te zien. Dat neemt niet weg
dat hij nog van opvallende klasse is en
uitmuntend door zijn markante lijnen.
In Zijldijk heeft hij tot nu toe uitstekend
gefokt. Karei heeft best werk geleverd
in 't Oldambt. Is ook steeds een hengst
.van prima klasse, fraai gelijnd en met
beste, harde beenen. Hij heeft kwali
hande afval gedeponeerd werd en ten
slotte werd daar de boom op geplant.
Men doet dit tegenwoordig gelukkig
niet meer, omdat deze manier van
planten niet best bevalt; na zekeren
tijd beginnen de boomen meestal te
kwijnen, aangezien ze met hun wortel
in den hardén nevenliggenden grond
komen. Onder zulke boomen vormden
zich echte waterputten, daar al het
water naar deze los gemaakte gaten
trok. Ook gingen de boomen, na ver-
ONDERLINGE W ft
W VCT70TFPIWB m74TSTHIPP!^^
MOLESTVERZEKERINGEN
voor
Gebouwen, Inboedels, inventa
rissen, vaartuigen, enz.
Bedrijfsschade en huurderviag,
ook voor binnen vaartuigen.
Persoonlijke ongevallen.
Geld, geldswaarden en pre-
ciosa.
Halfjaarlijksohe Schaderegeling;
Totaal werd reeds verzekerd
voor ruim
GULDEN
Voegt daarbij ook Uw belang
en vraagt inlichtingen bij uw
Assurantie bezorger!
(Ingezonden mededeeling)
loop van tijd zakken, zoodat ze geheel
in een kuil kwamen te staan, dus ook
geregeld bij flinken regenval veel te
nat hetgeen natuurlijk zeer slecht is
voor den groei. Vaak werden die ga len
dan bijgevuld met anderen grond, doch
dan kwamen de wortelen weer vee] te
diep met al de narigheid daaraan ver
bonden.
Tegenwoordige wijze van planten
De beste manier van aanplanten is
het geheele terrein 50 a 60 cm. diep
los te maken. Dit doen we met den
ploeg of de schop, al naar de opper
vlakte van het terrein is. Is deze vlak,
dan kunnen we heel goed den ploeg
gebruiken, als we maar zo.gen, zoo
het tenminste weiland is, dat de gras
zode niet te diep onder komt. De bo
vensteek komt op de zoden en de tweede
steek wordt met den ondergrondsploeg
los gemaakt, dus de grondlagen bleven
op haar plaatsen. Bij het planten van
de boomen wordt bet plantgat dan
net zoo groot genomen als we noodig
hebben om den boom in den grond te
kunnen plaatsen. We vullen den grond
goed tusschen de wortels aan en wer
pen het gat verder met den nevenlig
genden grond dicht. Allen grond echter
niet direct in het gat, eerst nog een
weinig terzijde houden, welken we er
pas opgooien, nadat we het gat aange
trapt hebben. Doen we dit aantrappen
het laatst, dan krijgen we een laag
boven on den grond en dat is met
aan te bevelen. Óok trappen we natten
of zwaren grond minder vast aan den
lichten drogen grond.
Ten slotte wat ruigen stalmest boven
den voet van de boomen uitstrooien,
dit.tegen het invriezen, daar los staande
boomen eerder van vorst te lijden heb
ben dan vaststaande. Gebruiken we
stalmest bij het planten, welke wel
aan te bevelen is. doch tegenwoordig
zeer moeilijk te verkrijgen, dan 1 eggen
we dien in 'n kring om de wortels heen,
doch zoo, dat de wortels nergens in
aanraking komen met stalmest, daar
we dan veel kans hebben, dat ze gaan
schimmelen, hetgeen zeer schadelijk is
voor de wortels. Ook nooit stalmest
onder den voet van den boom doen
bij het planten, daar deze mest dan
te diep weg komt en de boom daar
door straks ook nog zakt.
Boomen planten In weiland
We kunnen hierbij op twee manieren
te werk gaan. De eene manier is, cp
los gemaakte strooken te planten en
de andere manier is. ronde plantgaten
te maken en daar de boomen in te
zetten. Op strooken planten is het beste,
daar dan de grond over een groote
breedte flink ios gemaakt wordt. Er
worden dan strooken van 2 k 3 meter
breedte losgemaakt en daar middenop
de boomen geplant. Men doet dit, om
niet het geheele terrein los te maken.
Bij uitsluitend ronde plantgaten, het
geen de minst goede manier is, worden
alleen gaten van pl.m. 1 m. doorsnede
gemaakt. De graszode wordt afgesto
ken en terzijde gelegd, waarna men
H lji steek grond uitgraaft. Daarna
spit men den ondergrond even om,
waarna men den boom plaatst. Zijn de
wortels van den boom flink met grond
bedekt, dan steekt men de graszode
wat stuk en legt die d'an in een kring
rondom den voet van den boom 'n het
gat. Dan daarop nog eventueel wat
stalmest, waarna het gat verder ge
heel gevuld wordt.
Heel vaak wordt echter de graszode
bewaard en deze ten slotte weer netjes
boven het dichtgeworpen plantgat heen-
gelegd, waarna het geheel flink aan
getrapt wordt. De boomen hebben ech
ter van deze graszode veel te lijden
en groeien dan ook de eerste jaren
slecht. Pas geplante boomen hebben den
eersten tijd nog geen wortelen die de
diepte ingaan en kunnen dus niet uit
de diepe lagen het water opnemen, zoo-
dat ze het in hoofdzaak van het water,
dat zich in den bovengrond bevindt
moeten hebben.
De graszode gebruikt echter ook veel
water, zoodat zulke boomen het in den
zomer bij een weinig droogte heel spoe
dig te kwaad krijgen. Ook neemt het
gras veel voedsel tot zich, hetwelk
anders aan de jonge boomen ten goede
komt en ten slotte bilemmert deze
graszode een goede luchttoetreding r.aar
de wortelen.
Daarom als het maar eenigszins mo
gelijk is, dan de eerste 8 k 10 ja: en,
een strook rondom den voet van de
boomen zwart houden, door in den zo
mer deze strooken een paar keer fiir.k
met een hak te bewerken. Voor de
strooken ongeveer 1J& meter middellijn
nemen.
Harde lagen
Bevindt zich in den grond boven den
grondwaterspiegel een vaste harde inag,
hetzii van oer of leem, dan moet deze
ten allen tijde, vóór het aanplanten ge
broken worden. Zien we daartegen op,
bijv. wegens de kosten aan het verbre
ken verbonden, dan moeten we van
het aanplanten daarop afzien, want
dan wordt het later toch een algeheele
mislukking. In enkele streken van ons
land is men gewoon om vóór het aan
planten het geheele weiland te scheu
ren. De eerste jaren na den aanplant,
teelt men dan hakvruchten tusschen de
boomen en zaait dan na 8 a 10 jaren
het geheel weer dicht met gras. Dit
is een zeer goede manier, en zulke
jonge boomen groeien dan direct flink
door en zijn al spoedig de in grasland
aangeplante een heel eind vooruit.
Bij het planten zorgen we dat de boom
niet te diep komt te staan, daar dit
zeer schadelijk is voor den verde»en
groen Als regel planten we den boom
net zoo diep, als dat deze op de kwee-
kerij gestaan heeft en kunnen we dit
niet meer zien, dan zorgen we dat de
hoogste wortelen pl.m. 3 vingers «ik
onder de oppervlakte komen, met dit
verschil, dat we op lichten grond iets
dieper en op zwaren grond iets hooger
planten. Nog tal van boomen worden
te dien geplant en slechte groei en
onvruchtbaarheid is er het gevolg van.
Controleer de wortelen der boomen bij
het planten, de gekneusde wortelen
verwijderen we ook den gebroken wor
telen snijden we met een scherp mes
de topeinden glad.
Gebruik steeds als plantgoed jonge
boomen. daar oudere boomen "eel
lijden met het verplanten, daar een zeer
groot deel van hun wortels op de kwee-
kerij achterblijven. Ook staan ze op
de kweekerij tamelijk dicht bij elkaar,
dus hoe eerder ze daar weg komen
des te beter, daar de eerste takken
al heel spoedig een veel te nauwen
stand krijgen ten opzichte van elkaar
onderling.
om een goed ruim beginnende kroon
te verkrijgen. O.