0.V
Wenken van de week
^oschbouw en ontginning
door grondverbetering
10 MILLIARD
4
Het is een voornaam punt bij verturving alle vaste veen weg te graven en
de bovenste laag of bonkaarde ter dikte van minstens 5060 cm achter te
laten om met de latere bezanding de teeltlaag te vormen. foto archief.
Schatter of scholter.
Schalter of scholter komt voor. in
oorspronkelijk hoogveen, dat bij ver
turving niet tot op de zandlaag is
afgegraven. De samenstelling is zoo,
dat dunne schijven veen als bladen
van een boek horizontaal op elkan
der liggen. De laag is volstrekt on-
doorlatend en het gevolg is, dat ook
geen water kan opstijgen Zij is dus
een volstrekte belemmering voor de
ontplooiing van de gewassen. Zoo
goed als steeds is op deze, meest zeer
oude. gronden eén te dunne laag
van de bovenste laag of bonkaarde
achtergelaten, waardoor de bouw-'
voor zeer dun is, wat de nadeelen
nog vergroot. Het zijn zeer ondank-^
bare gronden. Na omstreeks 1900'
komt dit soort grond niet meer voor,
omdat voor het achterlaten van
bonkaarde de bovenste laag
vooral in Drenthe voorschriften zijn
gemaakt. Deze moet tot tenminste
50 cm. achterblijven, zoodat bijal
dien het nog eens mocht gebeuren,
dat de schalterlaag bleef zitten, toch
de bouwvoor met het opgebrachte
zand dik genoeg was om er althans
voorloopig geen hinder van te onder
vinden. Om de schadelijke werking*
dezer laag weg te nemen, is het het
beste haar geheel te verwijderen
door wegwerking naar de derde
plaats of te verturven. Het gdeoe,
bruin, geel of wit, zand komt dan
onder de bouwlaag.
Minder afboende is 'het de schalter
met de schop of ploeg in blootge
legde strooken van i m. breedte los
te maken en zoodanig dat zij met de
onderste zandlaag wordt vermengd.
Hoe meer de schalter verkleind
1 fNGEZONDEN MEDEDEELING
OMOUUINCc
W V£RZ£KïmH0 MAATSCHAPPlI
MOLESTVERZEKERINGEN
voor
Gebouwen, Inboedel», Inventa
rissen, voortuigen, enz.
Bedrijfsschade en huurdervin^
ook voor binnen vaartuigen.
Porsoonlijke ongevallen.
Geld, geldswaarden en pre»
ciosa.
Halfjaarlijkse!» Schaderegeling!
Totooi werd reeds verzekerd
Voegt doarbt) ook Uw belang
en vraagt Inlichtingen bij «w
Assurantie bezorger!
wordt, des te beter geschiedt de ver
menging met het zand. Wordt alleen
de schalter losgemaakt, dan bestaat
gevaar, dat het over eenige jaren
opnieuw in een toestand komt van
onvoldoende doorlaten dheid.
Radicale verkruimeling en vemen-
ging met het zand door middel van
een grondfraise zou nog de beste me
thode zijn. Met bijv. een werkbreedte
der grónd fraise van 70 cm. zou in 2
keer een zeer intensieve verkruime
ling en vermenging Kunnen geschie
den.
Aangezien schalterlagen zelden dik
ker dan 1015 cm. zijn, is deze be
werking zeer goed mogélijk. Tenslot
te wordt nog opgemerkt, dat schal
ter voornamelijk aangetroffen wordt
in veenkoloniale gronden. 0
Turfveen.
In sommige veenkoloniale gronden
bevindt zich meer of minder diep
onder de bouwvoor een vaste, on-
doorlatende veenlaag, die bij de ver
turving is blijven zitten. De mate van
cultuurbelemmering hangt van de
diepte af. In het algemeen wordt
geen hinder ondervonden als zij plm.
5060 cm. diep zit. Naarmate de
grond ouder wordt, komt het gevaar
dichterbij, omdat de veenachtige
bovenlaag door vertering en Inklin-
king dunner wordt. Bij herontgin-
ning van niet zorgvuldig verturfden
grond is het beste de vaste veenlaag
tot turf te vergraven, teneinde het
cultuureuvel radicaal op te ruimen
De opbrengst van de turf kan nog
een belangrijke bijdrage in de kosten
vormen. Is de laag niet dikker dan
510 cm., dan is losmaken en ver
mengen met den zaqdigen onder
grond aan te bevelen.
Bij verturving van dikkere lagen
komt het maaiveld vrij vjt lager te
liggen en dient er©p gelet, dat de
ontwatering daarna voldoende kan
geschieden. Dit kan al naar de om
standigheden door verlaging van het
polderpeil, uitmonding van leidingen
op een lager punt van beek of stroom
of in zeldzame gevallen door parti-
eele bemaling.
Het komt vaak voor, dat vaste lagen
in den ondergrond gepaard gaan met
oneffenheid van het maaiveld. Bijna
altijd zijn het perceelen, die slordig
zijn ontgonnen.
Zoo kunnen dus bij herontginning 2
verbeteringen in één bewerking wor
den uitgevoerd. Voor het verkrijgen
van goed en mooi werk worden de
terreinen gewaterpast met een kwa-
draadnet, waarvan de afmetingen
verband houden met de graad van
oneffenheid. Hoe meer hoogtever
schillen op kleine afstanden, hoe
kleiner en in het omgekeerde geval
hoe grooter de mazen van het kwa-
draadnet worden genomen. Na uit
eenzetting van het toekomstige peil
van het maaiveld worden de piket
ten ter plaatse waar grond moet
worden opgebracht 3015 c. opge
trokken en daar ter plaatse de grond
dus hooger gestort voor het nazak-
ken.
Steunmaatregelen.
Voor het verkrijgen van eventueele
subsidie voor uitvoering der vermel
de verbetering wordt een verzoek ge
richt tot den Cultuurconsulent, res-
sorteerende onder den Cultuurtech-
nischen Dienst.
Als .deze meent, dat het terrein voor
steun in aanmerking komt, laat hij
belanghebbende door de Nederland-
sche Heide Mij. of de Grondmij. een
plan met begrooting opmaken.
In dit plan moet het werk nauwkeu
rig worden aangeduid zoomede den
aard ervan, de te verrichten werk
zaamheden en den tijdsduur van het
werk.
De Cultuurconsulent beoordeelt het
plan en de kosten, schat de waarde-
verhooging van den grond en zendt,
met zijn advies omtrent de t^ ver-
leenen -subsidie, de stukken aan den
Cultuurtechnischen Dienst. Deze be
slist over de te verleenen subsidie en
zendt daarvan bericht aan den aan
vrager, den Cultuurconsulent, de Ned
Heide Mij. of de Grondmij.
Als aanvrager de uitvoering van het
werk opdraagt aan de Ned. Heidemij
of de Grondmij., dan wordt het toe
zicht op de technische uitvoering uit
geoefend door den Cultuurtechni
schen Dienst. Doet de landbouwer
het zelf of besteedt hij het werk uit,
dan wordt het toezicht namens den
Cultuurtechnischen Dienst uitge
oefend door de Ned. Heidemij. of de
Grondmij.
Van het begin der werkzaamheden
moet de landbouwer tijdig bericht
zenden aan den Cultuurconsulent.
Als het werk in den gestelden termijn
goed is uitgevoerd, geeft de Cultuur
consulent daarvan een verklaring af
aan den Cultuurtechnischen Dienst
met een afschrift aan den landbou
wer.
Na ontvangst der verklaring door
den Cultuurtechnischen Dienst wordt
de subsidie uitbetaald. De kosten voor
het opmaken van plan en begroo
ting en de kosten van toezicht na
mens den Cultuurtechnischen Dienst
zijn voor rekening van dezen Dienst.
Aangezien er een belangrijke werk
verruiming bij uitvoering van dit
soort werken mede gepaard kan gaan,
is het veelal mogelijk het belang hier
van mede in aanmerking te brengen
bij het beoordeelen der subsidie-aan
vraag.
Klaverzaad van eigen bodem
P) AT onze stikstofpositie dit jaar
nog moeilijker is dan vorig jaar,
behoeven wij hier niet te vertellen.
Iedere boer bemerkt dat zeker niet
met plezier, in zijn eigen bedrijf. Het
is dan ook zoo duidelijk Ms het
maar zijn kan, dat men door uit
breiding van den verbouw van vlin
derbloemigen er voor zal moeten
zorgen, dat de vruchtbaarheid van
den grond zooveel mogelijk op peil
blijft. Dat is echter eenvoudiger ge
zegd dan gedaan, want van de
meeste vlinderbloemigen, als klaver,
lucerne, serradella, wikken, enz. is
maar heel weinig of practisch geen
zaad beschikbaar. Het betreft hier
echter een zaak, die voor onee volks-
voeding van het grootste belang is,
want" van de vruchtbaarheid van
den grond hangt het toch af, of we
in staat zullen zijn, zooveel voedsel
te produce er en, dat de voorziening
van het Nederlandsche volk gewaar
borgd is.
Het doet dan ook voor ons als boe
ren heel zonderling aan, (om het
maar zacht uit te drukken) dat men
door een veel te la£en prijs van het
klaverzaad van eigen bodem, de teelt
van het zaad practisch, gespnoken
onmogelijk maakt.
In normale tijden was het goede in-
landsche klaverzaad hooger in prijs
dan het buitenlandsche zaad. En nu
is het net andersom. Het buitenland
sche zaad is duurder dan het inland-
sche. De prijs, die men voor zijn kla
verzaad krijgt bij normale aflevering
is zoo laag, d&t zij in veel gevallen
de kosten van het dorschen niet op
brengt. Het is geien wonder, dat de
animo om zaad te telen eruit gaat
en dat van het klaverzaad, dat nog
gewonnen wordt, het overgroote deel
in den zwarten handel verdwijnt. Het
lijkt er haast op dat men liever den
zwarten handel bevordert, dan den
prijs op een redelijk peil brengt.
Wij kunnen ons voorstellen, dat men
in' het algemeen wilde prijsstijgingen
wenscht tegen te gaan. Doch dat
men een algemeen landbouwbelang
opoffert, is aan den boer niet dui
delijk temeer daar de prijs van het
Verbouw van Zomergerst.
Hoewel andere gewassen voor de
voedselvoorziening belangrijker zijn,
zal toch op veel bedrijven nog wel
eens een perceeltje zomergerst ver
bouwd worden. Wil men dat doen,
dan is het goed te weten, welke de
beste zomergerstrassen zijn. Ook op
zandgrond kan een gewas, zomergerst
als het land in goede conditie is, het
best doen.
Een zomergerstproefveld verleden
jaar in den Wilhelminapolder op
lichte klei aangelegd, geeft hier aan
wijzingen. Wel slaagde de verbouw
niet geheel waarschijnlijk als gevolg
van sterke roest-aantasting, maar
toch waren er sprekende verschillen
in opbrengst tusschen de onderschei
dene rassen, die voor de practijk van
waarde zijn.
De beste opbrengsten gaven Peragis
(Saxonia) en Kenia-gerst. Dan vol
gen Freya en Mansholt's twee-rijige
zomergerst. Ook Bigo-gerst gaf een
goed resultaat. Men ziet ,er is in goede
zomergerstrassen nog wel eenige
keus. Een aantal minder bekende,
meest buitenlandsche rassen gaf min
der goede opbrengsten.
Tot nu toe is het dus nog zoo, dat
Abed Kenia, Saxonia, Mansholt's
Tweerijige en Bigo-gerst, alsmede 'n
minder bekend ras als Freya, aan te
bevelen zijn. Wil men zijn zomergerst
voor levering als brouwgerst in aan
merking laten komen, dan neme men
Kenia, Mansh. Tweerijige of Peragis
(Saxonia).
Grasland scheuren.
Zoo hier en daar ziet men weer gras
land scheuren. De open winter, die
we tot nu toe hebben, geeft «de gele
genheid met dit werk door te gaan.
Indeglaad kan men beter nu scheu
ren,* dan later in het jaar, omdat nu
de grond nog gelegenheid heeft, zich
te zetten. Scheurt men laat, dus kort
voor het inzaaien of poten van het
te verbouwen gewas, dan loopt men
kans op schade door droogte, omdat
de bouwvoor zich dan niet voldoen
de aangesloten heeft aan den onder
grond.
Wie nog land te scheuren heeft, doet
goed daar niet mee te wachten. Als
bouwland kan de grond meer op
brengen, dan als grasland. Wat dus
niet noodig is voor het vee, kan men
beter scheuren.
Erwten op zandgrond.
Er is al meer op gewezen, dat erw
ten ook op goeden zandgrond een
goed gewas kunnen geven. En om de
stikstofvoorraad van den grond te
verhoogen zijn zij uitermate geschikt.
Erwten vragen schoon land. Vooral
op zandgrond heeft men vaak last
van veel klein onkruid, terwijl de
erwten daar ook vaak niet zooveel
blad ontwikkelen als op kleigrond.
Daarom neemt men op zandgrond de
rij en-afstand voor erwten vaak wat
kleiner dan op de zwaardere gronden.
Uit de practijk zijn ons voorbeelden
bekend, waarbij gezaaid werd op een
afstand van 20 cm., dus als bij gra
nen, en een opbrengst van 3000 kg.