Het nut v$n de C.L.O.-controle ais veevoeder op voedermiddelen 5 klaverzaad op de exploitatiekosten van het bedrijf maar heel weinig in vloed uitoefent. Men heeft er maa* een klein beetje van noodig. Als men een prijsverhooging toe staat,waardoor de teelt loonend wordt, is voor den boer, die dit duurdere zaad gebruikt, het voordeel van een klavergewas heel wat groo- ter, dan de duurdere aankoopkosten van het zaad,> vooral thans, nu aan de stikstof verrijking van den bodem zoo'n groote waarde moet worden toegekénd. In dit verband komt ook de wensch naar voren, de klaverzaadteelt voor eigen bedrijf aan te moedigen. Thans mag mèn vrij 1 Are klaver voor zaadwinning voor eigen bedrijf be stemmen. Dat zouden we graag ver hoogd zien tot minstens 5 Are. An ders heeft men er nog niets aan. Smeerolie voor kleine bedrijven. De kleine boer heeft het nooit erg goed gehad, doch op het oogenblik is het voor hem al héëlemaal niet ge makkelijk zich staande te houden. Met allerlei moeilijkheden heeft hij te kampen en ook bij de verdeeling van bedrijfsbenoodigdheden, komt hij er soms, doordat zijn bedrijf zoo klein is, maar slecht af. Zoo ook bij de toewijzing van smeerolie en vet. Volgens de huidige regeling komt 'n bouwboer met minder dan 5 ha. bouwland, of een grasboer met min der dan 10 ha., grasland niet in aan merking voor een toewijzing van smeerolie en vet. Dat is toch een on juist standpunt, vooral wanneer op die bedrijven een paard aanwezig is en* er dus werktuigen of wagens zijn, die gesmeerd dienen te wordeh. Het is dan ook noodig er op aan te drin gen, dat hierin verbe\ering wordt ge bracht. Wanneer op een bedrijf werk- of voertuigen voorkomen, moet er toch smeermateriaal zijn. Met een heel kleine toewijzing kan al worden volstaan. Maar zonder smeermiddelen is het niet denkbaar, gereedschap, werk- en voertuigen in goeden toe stand te houden. Als onderdeel van de aardappel- meelindustrie kan een veevoer worden Vervaardigd, dat eenzelf de eiwit- en zetmeelgehalte heeft als graan en dat zemelen volko men kan vervangen. LANGEN tijd is het bekend, dat ge stoomde aardappels met eenige aanvulling geschikt zijn om varkens te mesten. Nieuwer is de ontdekking, dat één deel aardappelen op twee deelen bietenloof, hetzelfde kunnen doen. Dat aardappelschillen een uit stekend voedsel vormen voor rundvee, zoowel om de melkgift gunstig te be ïnvloeden als om de stofwisseling te bevorderen, zijn velen in de laatste jaren ook te weten gekomen. Thans is echter gebleken, dat de aardappel als vervanger van zemelen kan wor den gebruikt. Dit is van belang ook voor de volks voeding, want de maalindustrie heeft dikwijïs het argument aangevoerd, dat het vee de zemelen niet kon mis sen en uit dien hoofde werden bij het malen van graan altijd weer die stof fen verwijderd, die juist voor de voe- djng van het menschaJJJk lichaam onontbeerlijk zijn. De groote Griek- sche denkers van weleer leefden vrij wel geheel van graanpap, maar dan gekookt in water en dat was een heel goede voeding, juist, omdat de zeme len er nog ijl zaten. Wij houden dan ook graag die zemelen voor mensche- lijke consumptie beschikbaar en men kan, via de aardappelmeelfa brieken, die volgens een nieuw pro cédé werken thans een aardappelvoer bekomen voor het vee, dat in gehalte aan eiwit overeenkomt met tarwe of zelfs nog iets daarboven (zeker hooger dus dan rogge) en in zetmeel gehalte eveneens. De prijs kan lager zijn dan van granen, omdat het ont staat als onderdeel van de aardappel- meelfabricage. De vervaardiging van het product Hierover vertelt „Da Molenaar" o.m. het volgende: Het eenige verschil vergeleken bij de vervaardiging van uitsluitend aard appelmeel is dat een grooter deel van den aardappel ten nutte kan worden gemaakt. Daar volgt dus uit dat, relatief genomen, de vervoerskosten van aardappelen naar de fabrieken dalen en de fabrieken goedkooper werken omdat zij er meer uithalen. Tevens wordt dan een eind gemaakt aan den toestand dat vele millioenen kilo's eiwit bij de fabricage van aard appelmeel worden vernietigd. De vervaardiging is vrij eenvoudig. De oude toestand is deze: een aard appelmeelfabriek maakt uit 100 kilo aardappelen 18 a 20 kilo meel, afhan kelijk van het zetmeelgehalte, dat zeer sterk kan verschillen. Van het vervaardigde meel is 95 procent su pra en 5 procent secunda. Alle eiwit stoffen worden verwijderd. Verschil lende fabrieken draaien na de eigen lijke compagne in den herfst, die te gen den winter, als er gevaar is voor vorst, moet worden geëindigd, in het voorjaar nog eens om meel te winnen uit aangehouden afval. Het is ge woonte, de aardappelen twee keer te raspen. Nu bestaat de nieuwe methode, het Heron-procédé, hieruit, dat de aard appelen eenmaal worden geraspt. Er wor(^t dan ruim de helft van het meel gewonnen, dat men anders zou win neet: Uit 220 kilo kan dan iets meer aardappelmeel worden gewonnen dan vroeger uit 100 kilo. Bovendien ver krijgt men 25.7 kilo veevoer van eerste kwaliteit, dat een eiwitgehalte heeft van bijna 13 procent en een zet meelgehalte van 62 procent. Men weet hoe moeilijk het in de Veenkolo niën is, aardappelen door een ander gewas te vervangen. Hier ligt een mogelijkheid om later weer een drei gend overschot aan aardappelmeel te voorkomen en tevens een veevoeder te vervaardigen, dat van veel meer waarde is dan de uit afvalstoffen ver vaardigde aardappelvezels. Bij toepassing van deze vinding is het nutteloos nog te betoogen, dat aard appelen de zemelen niet als veevoeder kunnen vervangen. Zij kunnen dat, behalve In rauwen en in gestoomden toestand, nu ook in een samenstelling die aan de samenstelling van granen gelijk ls. erwten. Zeker een mooi resultaat. Mogelijk kunnen zij, die dit jaar een perceel erwten op zand willen ver bouwen, hiermee hun voordeel doen. Over boomgaarden. In boomgaarden op zwaren grond, waar men geen vee in weidt, wil men toch vaak den grond niet zwart hou den. Dat brengt nl. heel wat werk mee, want het niet alleen het om ploegen maar daar komt nog bij het onkruidvrij houden. Daarom laat men den grond wel ln gras liggen. Dit gras wordt dan en kele keeren per jaar gemaaid en het gemaaide gras laat men dan liggen. Hierdoor behoedt men den grond voor uitdroging, terwijl het lang zaam verrottende gras den boven grond in goeden structuur houdt. Vooral in laagstam aanplantingen op zwaren grond wordt deze methode toegepast. Het laten'liggen van het gras heeft tevens nog het voordeel, dat dit weer plantenvoedende stof fen in den grond brengt. Weidt men den boomgaard af of hooit men hem, dan onttrekrmen daarmede heel wat plantenvoedsel aan den bodem. Rectificatie. In de vorige editie van ons blad kwam een artikel voor over de warmbloed stoeterij in Trakehnen. In de tweede zin is een storende fout geslopen. Daar staat nl., dat deze taak vervuld wordt door de nafok der beide heng sten, veilig te stellen. De aandachtige lezers zullen begrepen hebben, dat hier bedoeld ls, „de beste hengsten" Een leesfout, die men wel zal veront schuldigen. Een praktizeerend veearts wijst ons erop, dat geiten niet onvatbaar zijn voor t.b.c. Hoewel de ziekte mis schien niét zoo vaak voorkomt, kun nen ook de geiten aan t.b.c. lijden. Gevallen van positief reageeren op de tubercultnatie zijn bekend. Regeling voor de huisslachting thans zeer gewenscht. Met spanning wordt in de kringen der boeren en arbeiders, die gewoon zijn een huisslachtingsvarken aan te houden, gewacht op de regeling voor de huisslachting. Op het oogenblik moet men de ge legenheid hebben, een big aan te koor m. Maar zoolang er nog geen of- ficieeie regeling bekend is, weet men nog niet definitief, of men in aan merking komt. Het is te hopen, dat die regeling thans spoedig afkomt, zoodat ieder, die gerechtigd is een huisslachtings varken aan te houden, de gelegen-, heid heeft zich tijdig te voorzien. Dat zal een heele geruststelling zijn. Na de misère van het vorig jaar ls het wel wenschelijk, dat in 1944 het var-- kensmesten in normalere banen ge leid wordt Het is nu nog tijd voor het snoeien van weg- en laanbeplantingen. Dit moet eerst worden aangevraagd bij het Hoofd van het Staatstoezicht op de Bosschen, Museumlaan 2 te Utrecht. Er is groot gebrek aan geriefhout. Door doelmatig snoeien wordt hier in gedeeltelijk voorzien en de hoo rnen varen er wel bij. Kijk ln Uw omgeving eens rond of er zoodoende nog hout ls te produ- ceeren. Snoei uitsluitend volgens des kundige methoden. De Heide Mij. verdiende haar sporen op dit gebied en kan daarbij helpen. TEDERE boer, die gewoon is, of ge- woon was gefcengd voer voor zijn .rundvee, varkens of kippen aan te koopen, zal wel eens hebben gehoord van de C.L.O.-mengvoeders. Maar of ieder wel doordrongen is van de beteekenis van den naam C.L.O.- mengvoeders, mogen wij wel betwij felen. Daarom zal bet velen onzer lezers zeker interesseere'n, daar iets meer van te hooren. C.L.O.-mengvoeders zijn voedermid delen vervaardigd onder toezicht van den C.L.O.-contróle-dienst. Deze dienst is indertijd tot stand gekomen op initiatief van de Centrale Land bouworganisaties. De aanleiding tot de oprichting van dien cdntröledienst vormden twee oorzaken. In de eerste plaats bestond er op het gebied van de mengvoederfabricage heel wat ge knoei. Veel werd aangeprezen met mooie reclame, wat niet de waarde als veevoer had, die men er van zou verwachten. Zeker, er waren wel fabrikanten, die iets goeds in den handel brachten. Doch de samenstelling van het voe der werd practisch gesproken, nooit bekend gemaakt. Dit was fabrieksge heim. Zoodoende was men nooit in de gelegenheid te berekenen, of men waar kreeg voor zijn geld, terwijl ook de opzet van een voederrantsoen, met mengvoeders van onbekende samen stelling, onuitvoerbaar was. Men moest maar op goed vertrouwen te werk gaan. Ten tweede was men in landbouw- kringen van meening, dat voor den veestapel het beste voeder gekocht moest worden, wat te krijgen was. De veestapel toch moet de productie le veren, waar het bedrijf van moet be staan. Het beste is nog maar nauwe lijks goed genoeg. Op grond van deze beide motleven is men er toe gekomen een controle dienst te stichten, onder beheer van de Centrale Landbouworganisaties, dus van de boeren zelf. In de eerste plaats ls men begonnen met de con- tröle op d efabricage van pluimvee- voer. omstreeks 1928, later is dit uit gebreid tot koeien-, varkensmeel, paardenkoekjes enz. Verhouding tot de coöperaties. De medewerking van de coöperaties, die zich met het vervaardigen van meelmengsels bezig hielden, was en is nog vrijwillig. Sluit een coöperatie zich aan bij de C.L.O.-contröle, dan wordt geregeld controle uitgeoefend op de kwaliteit der grondstoffen, op de menging der verschillende grond stoffen en op de samenstelling en de kwaliteit van het eindproduct. Dat is voor de koopers van zeer groo te beteekenis. Wordt een mengvoe der afgeleverd onder C.L.O.-contröle, dan is de kooper ar zeker van, dat hij een produet ontvangt, dat het beste is, wat onder de omstandighe den van het oogenblik kan worden vervaardigd. En dat ls vooral thans van vérstrekkende beteekenis. Wat men nu aan voedertoewijzingen ont vangt, is toch al weinig. Het is dan ook van het grootste belang, dat dit weinige van de best mogelijke kwa liteit is. Daar heeft het vee recht op. De C.L.O.-contröle heeft zich in den •loop der jaren een goeden naam verworven in den landbouw. Men weet, dat C.L.O.-voedermiddelen producten zijn waar men vertrouwen in mag stellen. Dat men het zoo ver kon brengen, is zeker niet het minst te danken aan de wijze, waarop de C.L.O.-con- tröledienst haar taak heeft opgevat. Een voornaam onderdeel van haar taak is het voorlichtende en opvoe dende werk. Zij gaat van het stand punt uit, dat goed geschoold perso neel meer zorg aan de vervaardiging van een goed product kan en zal besteden, dan ongeschoold personeel. Aan de voorlichting wordt dan ook veel zorg besteed. Voor de coöperatieve maalderijen en mengbedrijven is aansluiting bij de C.L.O.-contröle een haast noodzake lijk iets. Het bestuur van een coöpe ratie draagt de verantwoordelijkheid voor den gang van zaken, maar er kan van het bestuur niet verwacht worden, dat zij controleert of de sa menstelling der voedermiddelen aan bepaalde eischen voldoet. Daarvoor beschikt zij niet over de noodige kennis^ en onderzoekingsinstallaties. Wanneer de C.L.O.-contröledienst deze taak van het bestuur overneemt, kan het zich erop verlaten, dat ln haar bedrijf op de juiste wijze wordt gewerkt. Ook voor den directeur of den zaak voerder ls het een prettige gedachte, zich gedekt te weten door de C.L.O.- contröle. Naast de C.L.O.-contröle. bestaat ook nog een Rijkscontröle. Deze kan uiter aard lang niet zoo intensief zijn, en beperkt zich meer tot het opsporen van vervalschingen e.d. Zij ls meer het algemeen toezicht houdend ap paraat. Dat ook hoogere kringen de groote waarde van de C.L.O.-contröle inzien, blijkt wel uit het feit, dat de Nederl. Coöperatieve Raad van oordeel is, dat alle coöperaties, die zich nog niet hebben aangesloten bij de C.L.O.- contröle, dit alsnog dienen te doen. De goede naam van de coöperatie elscht dit.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 5