Iets over kalfziekten
(k
KOEYEN GENEESMIDDELEN
Anno 1789
RONDOM
cle bijenwoning
Werkzaamheden in den tuinbouw
WANNEER een koe iets mankeert,
dan ontdekt de boer het meestal
Spoedig. Hij ontdekt dat aan het aantal
slagen, dat d'e koe maakt bij het her
kauwen; normaal is dat ongeveer 52.
Nu mag het lastig zijn dat een koe
niet kan zeggen, wat of haar nu eigen
lijk precies mankeert, het heeft ook
weer zooveel voor, dat ze ons ook niet
«voorliegt, of aan allerlei ingebeelde
ziekten lijdt.
De kalf ziekte is nog al tamelijk goed
bekend, of liever tamelijk slecht. Het
is eigenlijk een komische ziekte, die
Zonder dat er ook maar een fout of ha
pering is aan één der organen, toch
zeker in staat is om de koeien, en vooral
,ü3e beste koeien, snel en afdoende te
Vernielen.
Het is voor den veearts een ziekte,
waar hij met onmiddellijk resultaat van
zijn behandeling, nog wel eenig succes
kan boeken.
Sedert de koe is gepromoveerd tot
melkfabriek je, is deze ziekte op komen
zetten, en juist de beste melkgeefsters
welke op het hoogtepunt der melkpro
ductie staan, meestal na het derde kalf.
en zich heel gemoedelijk 20 30 liter
melk per dag laten aftappen, zijn de
uitgezochte slachtoffers.
Hier was sprake van een enorme schade,
welke niet bij benadering was op te
geven en zonder meer een catastrophe
voor onze veehouderij Vrij vlug na
het kalven begint bet lieve leven.
De koeien word'en slap in de achter-
heenen en kunnen al gauw niet meer
Staan. Soms krijgen ze een of anderen
aanval, zgn. exicatie stadium, waarin
ze probeeren op te springen, val 1 en
roet een smak neer slaan den kop
kapot, en zijn met de heele familie,
ce buren incluis, niet meer te houden.
Het slot van het liedje is, dat ze in coma
(bewusteloosheid) ge aken en zonder
tot bewustzijn gekomen te zijn, sterven.
Op deze manier ging vroeger -onge
veer 90 pCt. van de kalfz'ekte-gevallen
dood en wai bleef lever, hield een ver
lamming in 'de achterbeenen of kon zich
zeei moeilijk verplaatsen
Voor onze groote geleerden was deze
kwaal een groot raadsel en daar het
meestal optrad na het kalven en ;n
waarschijnlijk ve band stond met de
melkgift, werd deze ziekte genoemd,
kalf- of melkziekte
De genezing van deze kwaal was ech
ter even raadselachtig als de kwaal
zelf, en gaf een duidelijk voorbeeld, dat
het toeval d<* een°ec,'""',de te hu p kon
komei
Ii. het taaiste v^n onze vurige
eeuw vierde de bacteriën-leer hoogtij.
Namen als Pasteur, Koch en een Hol
lander Poels, flonkerden als sterren
aan het bacteriologische firmament.
Jn Denemarken was echter een veearts
op de idee gekomen, dat deze ziekte
we) eens veroorzaakt kon worden door
bacteriën. Hij daeht aan bacteriën in
den uier en daarom ging hij e'en uier ont
smetten. Het door hem te gebruiken
ontsmettingsmiddel mocht echter de
uierweefsels niet aantasten, daar anders
de melkproductie absoluut verloren
zou zijn. Voor dat doel nam hij een
zgn. Lugolse oplossing (Jodium-Jod.
kalium-oplossing) welke aan het ge
stélde doel volkomen beantwoordde.
Deze veearts Schmidt, spoot in iederen
tepel een kwart liter van de genoemde
oplossing en bet resukaat was werkelijk
frappant
In enkele uren was t cLer ui,. den coma-
teuzen toestand ontwaakt en in een kort
tijdsbestek geheel hersteld. Smldt ba
zuinde dit wonderlijke nieuws rond én
het bleek, dat bijna alle kalfziekte-
gevallen op deze manier volkomen ge
nazen. In een ommezientje vloog^ dit
nieuwtje door de wereld-vakpe s. Het
sterftecijfer, veroorzaakt door de kalf-
zïékte was even terug gebracht van
90 pCt. op ongeveer 30 pCt. en dit
was even d'e moeite waard. Toch be
rustte deze prachtontdekking op een
foutieven grondslag. Daar de ontdekking
werd gedaan in 1395 ging de veearts
ahog niet met de auto maar te voet
of met de hondenkar, de meer gegoede
met paard en rijtuig. Groote afstanden,
lange dagen en slapen bij de boeren.
Zoo gebeurd'e het. dat zoo'r veearts
midden in zoo'n tournee gehaald werd
bij een kalfzieke koe. maar geen Lugol-
ee-oplossing bij de hand had
Om zijn prestige te bewaren, spoot hij
Uitgekookt water in den uier. Tot zijn
eigen verwondering genas het dier even
vlot en volkomen als bij de zgn. goede
behandeling met de Lugolse-oplossing.
Blijkbaar lag het toch niet aan de
ontsmetting, maar aan den druk, die
door de vloeistof in den uier werd ver
oorzaakt. Het lag dus voor de hand,
dien druk zoo veel mogelijk te com-
pleteeren en wel door het inblazen
van lucht. Hieruit volgde, dat naast
de inspuiting o'er ontsmettingsoplos
sing, men lucht ging impompen. omdat
men de ontsmettingstheorie meende te
moeten handhaven. Met deze beide, was
S8 net. te genezen. En al heel g&uw
bleek, dat de Lugo'se be^t kon worden
gemist en bleef alleen de lucht ever
Goedkooper middel was niet denkbaar.
Hoewel deze mijnheer Smidt het dus
met zijn bacteriën-therapie geheel mis
had, heeft hij onze veehouderij toch
voor millioenen schade bespaard. Zelf
heeft hij echter niet. geprofiteerd van
zijn uitvinding. In de veehouderswereld
is zelfs deze naam onbekend gebleven.
Inmiddels was het hiermee nog niet af-
geloopen. Een Hollandsche Professor,
heeft het bloed van een kalfzieke koe
eens onderzocht en vond, daarin een
te laag gehalte aan calcium. Welnu
dacht hij, dan gaan wij dat te kort
eens aanvullen. Hiertoe werd een cal-
cium-oplossing in de bloedbaan gespo
ten, en ziet, liet wonder gebeurde, de
koe was in enkele minuten genezen.
Dus ook aan den uier lag het niet. We
derom enorme verbazing, daar Ook het
calcium-gebrek deze ziekte niet vol
komen heeft verklaard.
Deze caleium-inspuiting is later ge»-
completeerd (calcium was in eersten
aanleg gevaarlijk voor het hart) en is
hierdoor de redding geworden. Tegen
woordig sp«t de bevoegde veearts een
Ca-Mg-oplossing in, met prachtige
resultaten,
Intusschen is er nog een andere ziekte
komen opdagen, die er heel veel op
lijkt, n.l. de kopziekte, die echter onaf- -
hankelijk van het kalf optreedt. Bij
deze ziekte slaan de dieren met den
kop en zij komt meestal voor als de
beesten pas in het land zijn.
Het is moeilijk uit te malden, welke
ziekte het is, óf de kalf-, óf de kop
ziekte, dus het beste is direct een vee
arts in den arm te nemen, beter dan
met de een of andere lekke oude pomp
te trachten lucht in te blazen, «terwijl
liet mogelijk kopziekte is en de koe
inmiddels over het kritieke punt heen
is Zeer dienstig is, om het overgangs-
verschil in voedeiwijze van den stal naar
het land te overbruggen^ door de eer
ste dagen nog wat stroo bij te voeren.
Zij nemen dit werkelijk met graagte
op. Bij koud voorjaarsweer en met
regen, goede waterdichte dekken op
leggen. p. L.
Onze cudere boeren hadden toen de
vee-geneeskunde feitelijk nog niet
bestond, zelf alle mogelijke mid
delen om hun kpeien te genezen.
In een boekje uitgegeven- in het jaar
1789, heeft een doorgewinterde rot op
het gebied der vee-genees-huismiddeltjes
een en ander vastgelegd, met het doel
zijn kennis ter beschikking te .stellén
van hen die het wel meenden met hun
koeien. In dat boekje, dat in ons bezit
is, komen vijftig verschillende middeltjes
voor, voor evenzoo vele kwalen.
Heden ten dage, nu onze diergenees
kunde op een hoog peil staat, kunnen
wij echter deze middelen, waar ook
paardenmiddelen brj zijn, met een ge
rust geweten afschrijven. Het is niette
min toch nog wel interessant om enkele
van .deze z.g. afdoende middelen nog
eens te iezeiC Daarom laten wij hier
enkele van de mooiste volgen, in de
schrijfwijze zoo^ls die in 1789 gold.
Om gaten, zwellen of buylen van Koeyen
te genezen. Als uw Koe eenige gaten
of zwellen die doorgebrooken zyn of
doorgesneden of varse wonden heeft,
wast die dan met schaperipis schoon
uit, met een doekje of spuit, zo gy er
bet best by kunt komen, neemt dan
een weinig tarnen tyn, een lepel vol
boom oly met een vingerhout vol zouf,
en zo veel schapenpis, als tarpentyn
boom oly en zout te zamen; minder of
meerder na de gaten zijn, groot of klyn,
maakt de voormelde kruyde ziedent en
giet se in de .gaten of wond, spuyt of
bet het met een linne doekje dat vet tn
deze kruyden is gedóopt, of zo gy het
anders best kunt inkrijgen, verbind
hem (jan om de 6 a 8 dagen, ten zij het
groote of kwade gaten zijn, die verbind
men dan twee a drie maal, dit is een
voornaam middel en hier te land
weinig of niet bekend en goed bevonden.
Men ziet, geen kwaal óf er was een
middel voor.
Zoo ook voor koeyen, die aan de Melk
blijven leggen.
Als uw Koey gekalft heeft, en aan de
melk blijft leggen, en niet kan rysen,
zo voelt hem na de steprt of de wolf
daar in is als de steent niet slap is,
zo voelt hem na zijn hart, als dat sterk
slaat, moogt gy vry denken, dat hy
aan de melk leid, dan moet gy de Koey
in de melk aderen laaten, aan weers-
zyden een waterpot vol bloet aftappen,
geeft hem een weinig daar na wat tarwe
meel in melk beslagen, smeert wat
altea op het kruys en droogt het met
een kool vuur in, en dan vooral om de
twee uur hem melken, goed bevonden.
GEZEGEND IS DE KOEY,
MET ALLE VIER ZYN BEE«\EN.
WANT BOOTER, RAAS EN MELK,
'T KOMT ALLES UYT ZYN SPEENEN;
Een afbeelding: uit het oude boekske, dat
liier besproken wordt
ALS alles in de natuur nog slaapt
en de soms zoo gure Februari
wind allen groei onmogelijk maakt,
ziet men hoe de twee stijve bladeren
van de sneeuwwitjes de komende lente
weer aankondigen en fier den kouden
wind, de kille sneeuw en de scherpe
hagelbuien met gesloten bloemkelken
doorstaan om den inhoud, het stuifmeel
en den nectar tegen vocht te bescher
men. Maar zoodra de mooie lentezon,
den insecten den weg naar de nectar-
ook de sneeuwklokjes haar uithangbor
den uit, het geel-groen vlekje aan de
punt der binnenste bloemblaadjes, wijst
de insecten den weg naar de nectar-
bron. Vooral de bijen komen het eerst
op deze bloemetjes af, komen eerst met
den uitstekenden stempel in aanraking,
waarvan een gedeelte van het stuif
meel achterblijft op de bij, om hiervan
op de volgende bloem weer wat achter
te laten. Zoo bewerken onze ijverige
bijen kruisbestuiving welke voor de
voedselvoorziening van ons volk van
het grootste belang is. Bij de bevruch
ting veranderen de bloempjes eerst in
groen, later in rood gekleurde lang
werpige besvruchten, welker zaadjes
een wit, vleeschachtig aanhangseltje
hebben, dat graag door mieren veror
berd wordt. Door het versjouwen der
zaadjes kunnen zoodoende mieren wel
eens sneeuwklokjes doen ontluiken op
plaatsen, waar ze voorheen niet groei
den. Voortplanting van deze welkome,
voor de bijen nuttige bloempjes, ge
schiedt echter als regel door bolletjes.
In 't najaar zijn deze bij eiken bloemist
voor een luttelen prijs tè koop. Bij gun
stig weer kan men er weken lang ple
zier van hebben; ze zijn dus voor eiken
imkerstuin warm aanbevolen.
Het meeste stuifmeel leveren ongetwij
feld de wilgekatjes. Er zijn echter
verschillende soorten van wilgen, ter
wijl door kruising nog verschillende
wilge bastaarden zijn ontstaan. Wat
een imker vooral van een wilg dient te
weten is, dat er in elke soort vrouwe
lijke en mannelijke planten voorkomen,
de eene heester of boom draagt in 't
voorjaar enkele stamperkatjes, de ander
enkel meeldraadkatjes. Meeldraadkatjes
zijn die. waarop het publiek in de vroege
lente zoo belust is. Het is zonder twij
fel goed bedoeld als er in het vroege
voorjaar katjes gesneden worden om
zoodoende in de woonkamer van die
eerste heerlijke lentelucht te genieten.
Maar als men dan bedenkt welk nadeel
hierdoor de jammerlijk toch al zoo
zwakke brjenstand ondervindt, daar
stuifmeel van den wilg de eerste voor-
jaarskost is voor onze bijen, die
bestaat uit vet en eiwit.
De mislukkingen van de laatste jaren
worden voor een groot deel toegeschre
ven aan 't bevriezen van het stuifmeel
in 't voorjaar. Met het oog op de groote
beteekenis van de bijenteelt voor de
bestuiving der ooftbloesems is er hier
te lande herhaalde malen verzocht door
pers en radio, om evenals in Duitsch-
land een bijenweide aan te planten.
Dit zou een niet te overschatten waarde
zgn en een vooruitgang voor de bijen
teelt. Eveneens zou de aanplanting van
nectar en stuifmeel gevende boomen
langs wegen en spoorwegen groot nut
afwerpen. Moge hieraan door de be
voegde instanties eens goed de aan
dacht worden besteed voor het welzijn
van het geheele bijenvolk, voor die
harde ijverige werkster ,,De Bij".
HET voornaamste werk is wel het
spitten of ploegen. Vooral voor
zwaardere gronden is het van be
lang. dat ze vroeg gespit of geploegd
worden, daar ze dan de gunstige wer
king van de nachtvorsten ontvangen,
wat de insecten bestrijding er de struc
tuur ten goede komt.
Er is reeds een aanvang, gemaakt met
het zaaien van spinazie op den vollen
grond, deze groeit op alle grondsoorten,
mits zij maar voldoende mest bevatten.
In de beschutte tuinen heeft de vroeg
ste teelt veel succes. Op de vochtliou-
dende gronden verdient de late voor
jaarsteelt meer aanbeveling. De hoeveel
heid zaaitijd hangt af van den tijd van
zaaien Bij het zaaien in December en
Januari is nood'g 10 kg per are, Febr.
en Mrt. 4 5 kg en April 2 a 3 kg
per are.
Het is gewenscht het zaad te ontsmet
ten met een konersulfaatoplossing
gedurende 2 uur tegen den valschen
meeldauw (wolf). Daarna terug drogen.
Raadzaam is het om het zaad 2 x 24 uur
voor te weeken en dan bij 65 gr. f. te
laten voorkiemen, totdat de worteltjes
zichtbaar worden, dan direct uitzaaien.
Meestal wordt er breedweroig gezaaid,
dit vereischt vakkennis. Na 't zaaien den
grond aandrukken (rollen) Spinazie
vraagt veel stikstof. Daarvoor óverbs-
mëstén met 2 3 kg kalksal^eter, voor
dat de hartb!a°difts goed zichtbaar wor-
r'"»:. Enkele gonde rassen zijp: Broed-
blad-scherpzaad zomer Verbeterde Hol-
landia en Amsterdamsch Reuzenblad.
Voor de bakaardbeien is het ntf hoog
tijd dat ze onder glas gaan, anders valt
de oogst te laat? Het is nu eveneens tijd
om de warme rijen klaar te maken voor
sla. Liefst gebruikt men hiervoor ver-
sehen paardenmest. De mest wordt in
geulen onde de bakken aangebracht.
Men laat de bakken 1 week liggen
na het aanbrengen van den mest. De
weeuwen (voor den winter gezaaid)
planten voor de koude bakken en waren
huizen staan voor het grootste gedeelte
reeds uitgepoot
Men lette vervolgens op het inboeten
van weggevallen planten hetgeen vooral
wordt veroorzaakt door de Batrijtus of
Smeul. In het voorjaar gebruikt men
meestal het ras Meikoningin. Ook is de
tijd aangebroken om de bakken klaar
te maken voor het trekken '(voorkwee-
ken tot kleine plantjes onder glas) van
vroege rijspeulen. rijsduopers, stamdop-
erwten en tuinboonen. Bij de Rijspeulen
gebruikt men meestal het ras record.
Voor Rijsdoppers de halfhooge rassen
Vroege Lentedopper, Eerste Vroege Mei,
en Hoog Conserven Koningin. Voor
stamdonèrv/ten het ras Eminent. Voor
tuinboonen Witkiem en La.igc Hangers.
De Hosvee'heid zaad oer eenpuiter voor
erwten bedraagt 8 ons. Ook de bak
ken voor knol en snijselderij worden nu
klaargemaakt, daar se-dejij in het begin
langzaam groeit en tevens veel warmte
vraagt. Daarom zorgen dat er geen
kieren in de bakken zijn. Goede rassen
voor knolselderij zijn: Prager Reuzen,
Eureka, en Venlösche groote Knol. Voor
snijselderij: Arnsterdamsche fijne don
kergroene. Westlandsche Fijne en Ge
wone Snij. In de Fruitteelt zijn de voor
naamste werkzaamheden het snoeien en
bij mooi weer het spuiten (niet bij vrie
zend weer). Bij het snoeien smere men
de wonden aan met kankerdood of een
andere goede verf, ter voorkoming van
kanker en loodglans. De bespuitingen
worden nu het njeest toegepast met or
ganische kleurstoffen en ook nóg wel
met V.B.C. hetgeen echter slechts in
beperkte mate verkrijgbaar is Men lette
bij het spuiten vooral op het jonge hout,
daar komen de meeste luizeneiües voor.
Vergeet vooral ook met de pwzikboo-
men goed te bespuiten. Deze luis ver
oorzaakt in groote mate de virusziekte
bij aardappels. Men moet de boomen
overvloedig bespuiten.
Het snoeie<j. van bessen is noodzakelijk
om een beter product te verkrijgen. Bij
zwarte bessen past men vervangsnoei
toe en laat het hout niet ouder worden
dan 3 k 4 jaar. Roode bessen, korte of
lange snoei naargelang bestemming 'tzrj
voor consumptie, hetzij voor fabrieks-
bessen. Het oude hout bij frambozen
wordt weggenomen- in den nazomer
(beter) of nu en de jonge scheuten
worden nu aangebonden op 15 cm.
afstand Voor de bramen geldt hetzelfde
als voor de frambozen, alleen dat de
ranken wat verder uit elkaar komen.
Frambozen spuit men evenals de andere
fruitsoorten met een winterbespuitings-
middel. Dit moet op tijd gebeuren daar
de knoppen reeds vroeg uitloopen.