Indrukken en ttijldtó GCïïKJSsi! O'S COüiS 3c JAARGANG No. 7 VRIJDAG 18 FEBRUARI 1944 DE LANDSTAND ZEELAND F f i c i e e 1 Orgaan van dén Nederlands c: h e n Landstand' Lil Over de ziel van het gezin^) Ongetwijfeld behoeft deze titel geen nadere ver klaring. De ziel van elk goed gezin in stad en land is de vrouw en moeder. Het wil ons voorkomen dat onze lezers het daarover eens zijn. En ook als we opmerkten dat „moe der de vrouw" het In deze tijdsomstandigheden wel uiterst moeilijk heeft. Als we denken aan de bonnen en aan de textielpunten en aan zooveel meer waar zij alle dagen middenin zit, dan hebben wij bewondering voor het zware leven dat zoo menig huisvrouw toch nog blij moedig weet te dragen en daarmee haar man tot steun is en haar gezin tot een voorbeeld van zelfopofferende liefde. Wij, plattelanders mogen bij al deze moeilijkheden wel eens goed bedenken hoeveel de voorrechten zijn die wij hebben in den vorm van meer levensmiddelen uit het boerenbedrijf, vergeleken bij de huismoeders uit de stad. En we mogen hierbij zeker niet vergeten hoe dui zenden huismoeders hun man of zoon moeten missen, omdat zij elders te werk zijn gesteld of voor de toe komst van Europa aan de fronten strijden. Het is echter niet daarover dat wij het verder willen hebben, alhoewel er nog veel over te zeggen zou zijn. We moeten begrip hebben voor eikaars moeilijkheden en wij mannen mogen zeker ook voor de opofferingen van vele vrouwen oog hebben, en waar mogelijk een hand helpen. Dat alles neemt niet weg dat er ook vrouwen zijn die vluchten voor de verantwoordelijkheid, die onbekwaam zijn voor haar werk, die geen goede moeder zijn voor haar kinderen, aan wie zelfs de roeping van het moeder zijn ontbreekt. En er zijn vele boerenvrouwen die naast de leiding van het gezin, ijverig meehelpen in het boerenbedrijf, waar door zij bijna geen tijd hebben om zich zelf te zijn. De slechte financieele uitkomsten van het boerenbedrijf waren daar mede oorzaak van. Het meehelpen in het boerenbedrijf door de vrouw is trouwens lang niet in alle provincies gelijk. Et is een tijd geweest dat in sommige financieel krach tige boerengezinnen In enkele deelen van ons land de vrouw weinig afwist van hetgeen er op het bedrijf plaats greep. En ze deed ook geen moeite daarmee op de hoogte te komen. Ze wilde geen boerin zijn. Alhoe wel zulke figuren nog wel hier en daar zullen zijn aan te wijzen, kan toch met voldoening geconstateerd wor den dat de liefde voor het boerin-zijn bij de boeren vrouw weer is toegenomen. En de landarbeidersvrouw? Daar zijn er die zich niets aantrekken van het werk dat haar man verricht, die ook geen moeite doen er mee op de hoogte te komen, die zich zeifs alleen beperken tot het huis werk en de verzorging der kinde ren. 3a zelfs ook dat nog onvol doende voor elkaar houden. Daar zijn anderen die zorgen voor de eigen voedselvoorziening door het stukje grond dat ze in gebruik hebben zelf te bewerken en het vee (een paar geiten, een varken en/of een koe) te verzorgen, opdat haar mannen na gedane dagtaak ook rust genieten kunnen. Daar zijn er die enkele dagen of halve dagen per week als werkster bij anderen de verdiensten van het gezin vergrooten. Tenslotte zijn er die in oogsttijden met hun man meegaan naar den akker en hem behulpzaam zijn In aangenomen werk. Het is voor al deze landvrouwen (boerinnen en tuindersvrouwen, land- en landarbeidersvrouwen) mitsgaders voor allen die tot het vrouwelijke gedeelte van de dorps gemeenschap kunnen worden gere kend, dat de betreffende afdeeling van den Landstand nuttig werkzaam wil zijn. Deze afdeeling ressorteert onder Hoofdafdeeiing „Volk en Bodem" en wordt geleid door de landvrouwen zelf. En aangezien ons gebleken is dat wekelijks duizenden vrouwen een blik slaan in ons weekblad en ook deze rubriek meestal met aandacht lezen, gevoelen wij be hoefte ons dit keer speciaal bezig te houden met het geen tot de taak der genoemde afdeeling behoort en kan bijdragen tot ontwikkeling van de landvrouwen. En niet minder tot het duidelijker doen zien van de roeping die de vrouw in het Landstandsgezin inzonderheid heeft. Meer nog dan de man kan zij invloed uitoefenen op haar kinderen. De beste resultaten zal vooral dié vrouw behalen die door eigen levenshouding, door de opvat ting van haar taak een dagelljksch voorbeeld is voor haar kinderen. En wanneer wij schrijven over levenshouding, dan weten onze lezers en lezeressen wel langzamerhand wat wij daaronder verstaan. Nu moet geconstateerd worden dat duizenden arbei dersvrouwen en boerinnen tengevolge van de geringe waardeering van den landarbeid een bijzonder zwaar leven hebben gehad en nog hebben. Wanneer van 's morgens vroeg tot 's avonds laat wordt gesloofd om de eindjes aan elkaar te krijgen (dat in vele gevallen alleen door uiterste soberheid gelukken kon), dan valt het niet mee om ook aandacht te schenken aan eigen ontwikkeling. Toch hopen wij dat steeds meerdere land vrouwen zich er op Instellen om nader in contact te komen met hetgeen voor haar wordt gedaan ter ver rijking van haar geest en ter verlichting van haar taak. Het wordt wel eens vergeten dat al hetgeen er door de afd. Landvrouwen op touw wordt gezet, bestemd is voor élle vrouwen van het platteland en ook dat deze voor lichting geen ander doel heeft dan haar te ontwikkelen en beter bewust te maken van haar taak. Want nog eens: de landvrouw heeft het over het algemeen zwaar, doch door meer ontwikkeling kan zij toch in korten tijd meer doen en daarnevens nog tijd vinden voor geeste lijke ontspanning. Het moet erkend worden dat de cursussen en de bijeen komsten in de buurten die tot nog toe zijn gehouden helaas nog slechts door een klein percentage in de eene buurt meer dan In de andere van de land vrouwen zijn bezocht. Dat moet anders worden en dat zal zeker veranderen zoodra de schroom is overwonnen HET VOORJAAR ROEPT en eenmaal een cursus of bijeenkomst is meegemaakt. Dan zal men immers zelf aanschouwen dat hetgeen wordt geboden geen politiek is, om dat woord hier maar eens te gebruiken, doch geheel in het teeken staat van ontwikkeling en huishoudelijke voorlichting. Daar Is toch zoo veel te doen. Denken we eens aan de behartiging van onze groentetuinen, aan de verzorging van het kleinvee, aan het verstellen en vernieuwen van de kleeren, aan het bewaren van levensmiddelen, enz. enz. Hoeveel is op deze gebieden nog te leeren. En hoe weinig wordt daarvan geprofiteerd? En denken we eens aan hetgeen er gedaan kan worden voor de opvoeding van onze kinderen. Om van het doelbewust onder het oog zien van practische woning inrichting (vooral bij nieuwbouw, maar ook bij verbouw) niet te spreken. Hoe veel Is er niet te doen inzake onze geheele boeren- cultuur in den vorm van stijl In onze kleeding en van stijl in onze meubelen. Het kan immers niet ontkend worden dat er veel In onze woning is beland dat in flagranten strijd is met den boerengeest. We moeten daar eerst oog voor krijgen om, geleld door deskundigen op elk terrein, de Juiste wegen In te slaan, opdat wederom met recht kan worden gesproken van boerenstijl en hoerenkunst. Vooral de vrouw moet zich van deze zaken bewust worden. En de betreffende afdeeling Landvrouwen zal het aan goede voorlichting met behulp van consulenten niet doen ontbreken. We willen het zelf spinnen en weven slechts zijdelings noemen. En naast dit alles kunnen lezingen over den kruidentuin, over reiservaringen, over fruitbehandeling enz. enz., onze landvrouwen meer ontwikkeling bezorgen. Daarbij zijn films en boekbesprekingen te voegen. Het is voorts noodig dat onze landvrouwen op de hoogte zijn van de plaats van den boer in de samenleving, dat ze zich in het algemeen zoodanig vormen dat door hun optreden telkens weer blijkt dat ze niet de mindere behoeven te zijn van de mevrouw uit de stad. De land vrouw leeft in haar eigen sfeer en haar degelijkheid, haar arbeidslust, haar verantwoordelijkheidsbesef, haar rust en eenvoud kunnen een gunstigen invloed op haar „zuster" in de stad uitoefenen. Haar leven bij en In de natuur Is to vergelijken mt»t een bouquet veld bloemen dat het zoo schitterend kan doen naast een bouquet uit de een of andere kas van een bloemist. Is onze vergelijking te stout? We geven het oordeel aan den lezer. Terugkeerende tot de realiteit mo gen wij tenslotte nog opmerken dat de ziel van het gezin het dik wijls zoo aangenaam kan maken voor den man en de kinderen door te zorgen voor bloemen In de huis kamer. En dat kan bij rijk en arm, bij ieder even goed. Zoo hebben wij dit keer vooral stil gestaan bij onze landvrouwen, om haar oogen te openen voor het werk van den Landstand. Moge-bij steeds meerderen het be sef doordringen dat ook hier veel te leeren valt als men zelf wil, on danks de moeilijke omstandigheden waaronder sommigen moeten wer ken. En mogen alle landvrouwen, rijk en arm, er met hart en ziel aan meewerken dat door samen op te trekken naar hun buurt- of dorps bijeenkomsten de dorpssamenleving inderdaad groeien gaat en daarmee de ruggegraat van onze volksge meenschap. foto archief TER HAAR,

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 1