Meer voedselproductie door ontivatering Proef Boschbouwen ontginning met herontginning In memoriam J. Barendrecht Boeren let op! Hoe vinden we ons heem? Landjeugdbijeenkomst te Goes n DOOR inkrimping van den veesta pel en uitbreiding van het bouw land voor de teelt van aardappelen, graan en oliehoudende gewassen moet in vele streken grasland worden ge scheurd, als dit voor het doel ge schikt is. Het vraagstuk van peïlsverandering komt ook hierdoor meer op den voor grond en is daardoor een zaak van algemeen volksbelang geworden. Het persoonlijk en algemeen belang gaan trouwens samen, want de grootte en zekerheid der oogsten wordt in dit ge val door peilsverlaging bevorderd. In het werk van de Ned. Heide Mij., den Cultuurtechnischen Dienst en de Grond Mij. bijv. is een toenemende be langstelling voor dit onderwerp merk baar. Dit uit zich o.m. zoowel bij ver betering van de natuurlijke als van de kunstmatige afwatering door bemaling en drainage. Bij het initiatief tot be vordering van ruilverkaveling speelt naast een doelmatiger samenvoeging indeeling en wegenaanleg ook verbete ring der afwatering vaak een belang rijke rol. Vele verouderde bemalingsinstallaties worden verbeterd of door moderne Die sel- en electrische gemalen vervangen. Vaak is het mogelijk polders samen te voegen, en daardoor economischer te exploiteeren. Partieele bemaling wordt in de hand gewerkt doordat steeds doel matiger windmolens tegen bereikbare prijzen worden gemaakt. Deze bemaling wordt dikwijls toegepast binnen bestaande polders of water schappen op kleinere oppervlakten die door hunne uitzonderlijk lage ligging ten opzichte van het algemeenë peil onvoldoende worden drooggelegd. De windmolen slaat in dat geval het water uit in een poldersloot waarmede dus het waterbezwaar van den polder wordt vergroot. Tenzij met de partieele be maling bij berekening van de canacï- teit van het gemaal rekening werd ge houden, kan uiteraard slechts voor kleine ormervlakten deze bemaling wor den toegestaan. Met het voortduren der oorlogshande lingen komen de polders voor steeds grooter moeilijkheden te staan bij de aanschaffing van grondstoffen, die zoo als bijv. stookolie, schaarsch en duur zijn. Daardoor moet vaak reeds op ardere wijze worden bemalen hetzij met electriciteit en gas, of door aansluiting bij andere polders als de bemalings inrichting daarvan voldoende capaciteit heeft. Noodgedwongen moeten vele waterschappen daarvoor hooge kosten maken, doch aan den anderen kant wordt daarmede op de exploitatiekos ten zooveel uitgespaard, dat die kosten verantwoord zijn, temeer omdat tot eiken prijs gemalen moet worden. Ge lukkig zijn ook voor 1940 reeds vele inrichtingen voor electrische kracht gebouwd of omgebouwd, omdat deze den meesten waarborg geven voor bedrijfs zekerheid, wat trouwens ook met ruw- oliegemalen het geval is. Inrichtingen voor petroleum en benzine worden zoo goed als niet meer toegepast, terwijl ook de stoomgemalen steeds minder in trek komen. Omstreeks 1940 was het aantal bema lingsinrichtingen, ingedeeld naar de soort van bedrijfskracht: Electrisch Ruwolie Stoom Zuiggas Benzine Petroleum Wind Verbruik: 677 S teenkolen tonnen 22563 390 Ruwolie tonnen 4496 390 Benzine/petrol. Itr 130847 30 Elec. Stroom KWH 29032643 44 Smeerolie v. vet 224995 504 Statistiek van de opbrengst van de door de waterschappen geheven omsla gen en het bedrag der schulden, ter vergelijking met overeenkomstige cijfers vor het Rijk, de Provincies en de Ge meenten. Deze loopt ove<r 2848 waterschappen, die aantal waterschappen Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Interprov. waterschappen Nederland Niet publiekrechtelijke waterschappen en die, waarvan de gegevens door een hoofdwaterschap zijn verstrekt zijn niet in kolom 2 vermeld. Kolom 4 wijst de bedragen aan, die in de genoemde be grootingen zijn geraamd onder de vol gende omschrijvingen: gewone, buiten gewone of bij contract geregelde om slag, gewoon, buitengewoon of verhoogd dijkgeschot en eigenljke en oneigenlijke polder- of waterschapslasten. Tusschen haakjes geplaatste cjfers vor men het aantal waterschappen, waar- die in waarop de van den omslag der schulden 1939 gegevens 1000, 1000.— verkten betr. hebben 383 383 (361) 1368 (196) 4561 348 345 (333) 1928 (265) 20481 134 134 (125) 440 (105) 3882 61 61 61) 848 50) 5300 207 207 (193) 1299 (123) 5754 127 126 (118) 536 56) 1161 330 325 (305) 2998 (199) 6867 620 620 (513) 2938 (319) 10258 356 354 (314) 2096 (185) 6313 228 228 (218) 1160 (109) 4177 8 8 18) 123 6) 461 57 .57 54) 648 34) 2108 2859 2848 (2603) 16380 (1647) 71323 Overheidslich. Totaal der belastingen Absolute Per hoofd cijfers der bevolking Het Rijk 599.678 68.- De Provincies 17.602 2- De Gementen ƒ284.574 32- De waterschap, 16.380 2.- Totaal 918.234 104.- Hieruit blijkt, dat door alle Overheids lichamen te zamen ruim 5600 millioen is geleend, waarvan door: het Rijk 57 3.211.795 303.442 2.030.546 71.323 5.617.106 de Gemeenten de Provincies Waterschappen 368.— 35.— 233.— 8.— 644.— 5.4 1.2 Uitkomsten in 1941 op proefboerderij in de Veenkoloniën Vóór de herontginning vertoonde het grondprofiel volgende doorsnede 1215 cm. teelaarde, 2530 cm. grauwveen, 3040 cm. vastveen, plm. 10 cm. smeerlaag, verder bruin tot lick' ter zand. De proef werd genomen met 5 even groote strooken. De herontginning ge schiedde als volgt: le. het grauw- en vastveen werden in dikke brokken losgespit. Het grauw veen werd weer boven op het vast veen gelegd, goed geëgaliseerd en hierop werd de bouw voor gelegd. 2e. als de le strook, doch de dikke brokken fijngestoken. Op het grauwveen werd uit den onder grond plm. 10 13 cm. bruin zand gespit, goed geëgaliseerd en daar- 3e. op de bouwvoor gelegd, als s de le strook, dus dikke brok ken en verder als de 2e strook. 4e. het grauwveen losgespit in dikke brokken daarna vermengd met 20 cm. bruin zand. Deze gemengde laag grauwveen en zand werd op het losgespitte vaste veen gelegd, foed geëgaliseerd en hierop de ouwvoor gelegd. 5e. als de 2e strook, doch verder met een zandlaag van plm. 30 cm. tus schen grauwveen en bouwvoor. Op 27 Maart 1941 werd de Mans- holt van Hoek zomertarwe ge- Bjj bet ter perse gaan van dit nummer bereikte ons het ont stellend bericht van het overlij den van den heer Jan Barendrecht. Een ieder die Barendreeht gekend heeft en weet met welk een werklust en optimisme hij zich wijdde aan zijn moeilijk werk, zai diep getroffen zijn door zijn plot seling heengaan. Door een nood- 'ottig ongeval in Berlijn, waar hij «eh bevond op doorreis naar het Oosten, werd hii weggerukt uit «ijn werk ten dienste van de toe komst van onze boerenbevolking zaaid. De bemesting was voor alle perceelen gelijk. Conclusies van de uitkomsten Na het le proefjaar gaf de 3e strook de hoogste korrel- en stroo-opbrengst n.l. 4033 kg. graan 6666 kg. stroo tegen over b.v. de laagste. 3e Strook 3484 kg. graan 5882 kg. Verschil 549 kg. graan 784 kg. De waarnemingen worden voortgezet. Afdeelïng Boschbouw en Ontginning naar blijkt uit de begrootingen voor 1939, resp. 1939/1940 een totaalbedrag van 16 millioen gld. als omslag hebben begroot, met een gezamenlijke schuld bij het begin van het dienstjaar van 71 millioen gld. Naar de provincies is de verdeeling: Opbrengst 29 Februari: Verplichte voorjaars- stierenkeuring te 8.30 uur Grijps- kerke; 10.15 uur Aagtekerke; _i2.00 uur Domburg; 2.30 uur Oostkapelle; 4.15 uur Seroos- 1 Maart: Paarden taxatie te Zie- rikzee. 2 Maart: Verplichte voorjaarsstie- renkeuring te 10.15 uur Hein- kenszand; 11.30 uur 's-Heeren- hoek; 1.30 uur Borssele; 3.00 uur Lewedorp. 3 Maart: Paardentaxatie te Tho- len. Verplichte voorjaarsstieren- keuring te 8.30 uur Koudekerke; 10 45 uur St. Laurens; 2.00 uur Veere; 3.00 uur Vrouwepolder; 4.00 uur Gapinge. 4 Maart: Verplichte voorjaarsstie- renkeuring te 9.00 uur Bigge- kerke: 11.00 uur Zoutelande; 2.00 uur Westkapelle; 3.30 uur Melis- kerke. 7 Maart: Paardentaxatie te IJzen- djke. Verplichte voorjaarsstie- renkeuringen te 9.15 uur Kort- gene; 10.15 uur Kamperland; 11.00 uur Wissekerke; 1.00 uur Wol- faartsdijk; 2.30 uur Kattendijke; 3.30 uur Wemeldinge. 8 Maart: Paardentaxatie te Oost burg. 9 Maart: Verplichte voorjaarsstie- renkeuring te 8.00 uur Goes; 9.30 uur 's-Gi-avenpolder11.00 uur Hoedekenskerke2.00 uur Baar land; 3.00 uur Oudelande. 10 Maart: Verplichte voorjaars- stierenkeuring te 9 uur Sinouts- kerke; 10.00 uur Nisse; 11.30 uur Oveza-nde; 2.00 uur Driewegen; 3.00 uur Ellewoutsdjk. 11 Maart: Stierenkeuring te 9.00 uur Yerseke; 10 30 uur Schore; 11.30 uur Kruiningen; 2.00 uur Kapelle; 3.00 uur Kloetinge. over deze gegevens loopen. Door ver gelijking met kolom 3 blijkt, dat in 245 waterschappen g'een omslag werd ge raamd. In kolom 5 zijn vermeld de op langeren termijn aangegane schulden (leeningen). 1201 waterschappen hadden bij het begin van 1939 resp. 19391940 geen vaste schulden. Het hoogste be drag heeft Friesland (ƒ20.481.000.en het laagste Limburg 461.000). Een vergelijking met het Rijk, de pro vincies en de Gemeenten geeft de vol gende uitkomsten. Totaal der vaste schulden Absolute Per hoofd cijfers der bevolking onze sibbe vestigde, moeten wij be schouwen als ons heem, als de opper vlakte van den bodem, de hoeve of de hofstede, welke groot genoeg was. en onze sibbe of verwanten noodig had den om zich zelf te handhaven, te be druipen en in het onderhoud van het gezin te voorzien. Door middel van de sibbekunde bestu- deeren wij onzen stamboom, waardoor wi; te wéten komen waar onze voor vaderen hebben gewoond, op welke hoeve of hofstede onze sibbe zich vestigde, kortom, waar ons heem ligt. Men kan een zeker verlangen, zelfs een ziekelijk verlangen hebben naar zijn heem," naar zijn huis, waardoor men aan heimwee gaat lijden Het woord ,,heim" of heem vindt men ook terug in ons woord heimelijk in de beteekenig van stil, innerlijk, in heimpje, d.i. huis krekel en in heemhond en in heemste- dengeld. In tal van aardrijkskundige namen in ons land vindt men het woord terug, zooals in Heemstede, Sassenheim, maar ook in Hilversum, d.i. het heem van Hilferts. Meer nog vindt men het. woord in Vlaamsche dorpsnamen: Waregem, Adegem, Maldegem. d.i Meideheem. De nemen met heem of heim zijn van Saksischen oorsprong, terwijl men in het Friesch meer spreekt van hiem en bij de Saksers van sala, waardoor men in Brabant vele namen vindt op -sel, als Woensel, Steensel, enz. De hofstede of heemstede is de oor sprong onzer sibbe. Vaak was zoo'n hofstede versterkt en werd dan ridder hofstad genoemd, in Groningen: borg of heerd, in Friesland: sting of state, in Drente: havezathe en in Zuid-Hol land: „het Huis te M. A. AALBREGTSE. EEN onderdeel, eigenlijk het hoofd bestanddeel van de heemkunde, is de sibbekunde, die de geschiedenis van de bewoners van ons heem, van onzen eigen stam, van onze sibbe om vat. Het heem heeft betrekking op den bo dem en de sibbe op het bloed. De ver bondenheid van bloed en bodem is niet van elkaar te scheiden. Door de erfenis van ons bloed dragen wij de liefde voor den grond in ons en door onze opeen volgende geslachten, die den grond' be woonden en bewerkten, en eigen wer den aan die omgeving, aan dat heem, zijn wij verbonden met het verleden. Daardoor zijn verschillende tradities blijven voortleven, al is daarvan, jam mer genoeg, veel verloren gegaan. Ge lukkig is een kentering te bespeuren en wordt getracht aan die tradities nieuwen luister te geven, deze te dben herleven. De mannen, vooral de boeren en arbei ders. staan door hun arbeid dichter bij den bodem, bij huis en erf, bij hun heem, teiwijl de vrouwen meer de draagsters zijn van de familietradities, van het sibbeleven. Dat deel van den bodem, waarop zich Dinsdag 8 Februari vui in de „Prins van Oranje" te Goes een bijeenkomst plaats van de Zeeuwsche Landjeugd. Ais spreker trad op de Heer B. Jagten- bcrg, Propagandist van de Nederl. Landjeugd, met het onderwerp: „De worsteling van de Land'jeugd in dezen tijd". Spr. wekte de aanwezigen op om verder te blijven strijden, ondanks de steeds moeilijker wordende omstandig heden, die deze gigantische wereldwor steling onafwendbaar met zich mede brengt. Ook gaf deze een geschiedkun dig overzicht voor deze jonge Land standers van de verhoudingen vóór en na 1940 en hoe deze in de toekomst dienen te worden. Zeer duidelijk .egde spreker den nadruk er nog eens op, dat de landbouw het fundament blijft van de Maatschappij. Na deze boeiende en nuttige lezing werd gezamenlijk een bezoek gebracht pan de belangwekkende tentoonstelling „Wie en wat waren onze voorouders?" Vervolgens werden nog een paar mooie natuurfilmpjes vertoond door den Staf leider v. d. Nederlandschen Landstand. Tenslotte werd deze vergadering be ëindigd door den boerenjeugdleider van Zeeland onder dankzegging aan den spreker en den Stafleid'er voor hunne medewerking. W.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 3