r J Wenken van de week 2 r Wat niet gezegd mag worden^ Ik hoop nogeens tijd en gelegenheid* te vinden om in een rustiger geworden we reld de ten deele wei en ten öeele niet op papier vastgelegde herinneringen aan den bewogen crisistijd van de dertiger jaren te ordenen. Dan zullen we om veel kleine ervaringen met grootcn achtergrond allicht even kunnen glimlachen, zooals men glim lachen kan om koortsdroomen, die men lang na een doorleden ziekte nogeens in den familiekring bespreekt. Nu zitten we nog te zeer raidden in de narigheden om de oorzaken daarvan la chend te bekyken. En toch, hoe belache lijk is eigenlijk dit: ergens in een ver borgen hoekje van een klein land zit een jongeman, die schrijft in een plaatselijke krant. Schrijft over het recht van een bevolking van kleine boeren op een redelijk bestaan In een wereld, die alles heeft om dat recht te verwerkelijken. En die zich daar mee den brieschendon toorn op den hals haalt van de hoogst geklommen lei ders van dat volk, die hun loopbaan eens begonnen met fel verzet tegen 's levens sociale onrechtvaardigheden. Een toorn, die tot hevige uitbarsting komt, als deze 'jongeman behalve te schrijven, nog gaat praten ook. Maar iaat ik het geval nuchter vertellen. Het was dit voor de jonge lezers, die hei niet meemaakten het was in den tijd van de vijf en vijftig politieke par tijen in Nederland. En in den tijd van den hoogsten boerennood. Toen een versch ei anderhalven cent op kon bren gen cn de varkenskoppen in de slagers winkels verkocht werden voor nog geen dubbeltje het pond, omdat geen- mensch ze hebben wou, als het niet de werkloo- zen waren. Maar die werkloozen waren voor een groot deel klassenstrijders, die zeiden: als eeiVrandgr liet vleesch opvreet willen wij het *fval niet hebben. De aardappelen brachten het rooiloon nauwelijks op en de melk heetteeen witten stroom, die moest worden afge damd. Hier en daar zat een krantenschrijver cp het platteland, die wees op de dwaasheid van dit alles, maar de groote broers had den het over kunstmatig opvoeren van de kosten van het levensonderhoud als er gespreken werd over hulp aan de boe ren en de politieke grootheden wisten niet, wat ze er mee aan moesten, omdat ze kiezers aan beide kanten te vriend wilden houden. De organisaties der boeren leken mach teloos te zijn, met handen en voeten ge bonden als zij waren aan politieke par tijen, die geen standpunt bepaalden en on het stokpaard van de wereldcrisis door de verontruste volksarena reden. Toen vernamén we op een goeden dag, dat een stuk of wat jonge kerels in Drenthe bij mekaar gekomen waren en het besluit genomen hadden, te gaan pro- beeren, of zij niet een machtig blok van mcnschen van het land konden vormen met het eene deelopheffing van den dwazen noodtoestand. Het was heel een voudig en heel logisch. Den nood lijden wij samen, laten we dan ook samen pro be eren om eraf te komen. Maar och, wat zouden zoo'n paar onrijpe boeren van het Drentsche zand! Men nam kennis van het bericht, haalde de schouders eens op en aacht: ontevre den viegels zijn er altijd geweest. Alleen: van de crisissiachtoffers dachten velen niet zoo en die „vlegels" kregen aanhang. Ik kwam met hen in aanraking, toen ik, onopgemerkt, in een der Drentsche dor pen een vergadering bijwoonde, op een Zaterdagavond, op den Dcrpsbrink. En er was iets, dat me zei: hier gebeurt wat, dat niet zonder gevolgen blijft. En een dag of wat later verscheen in een "in onze grootste kranten een verhaal .er den wederkeer van Drentsch boerenvolk 6tsn van Buurtboerenleiders, waar diverse onderwerpen worden ingeleid en be sproken. Het was allereerst een belangrijk percen tage Friesche Buurtboerenleiders dat op de Boerenschooi te Rijs bijeen was. Naar v/ij den indruk kregen is dit eerste begin uitstekend bevallen. Te zijner tijd hopen wij op deze wijze alle Buurtboerenleiders groepsgewijze samen te trekken en zoo cSo keia van den boerenstand, het kader van den Landstand iets mee te geven, waardoor hij steeds beier In staat zal zijn z'n taak te vervullen. Zoo wordt er ge schaafd en gehamerd aan jong en oud om daardoor als een sterk blok pal te staan voor de boerenrechtsn, maar ook voor te gaan ter uitvoering van de eiger. plichten. TER HAAR. tot de gewoonten der voorgeslachten, die ook gemeenschappelijk wat hun bezwaar de, behandelden onder Gods open hemel. Weer een dag of wat later zaten bestuurs leden van den Drentschen Boerenbond, zoo noemde zich de jonge beweging, en ik te confereeren over propaganda en strijdmethoden. En nog een dag of wat later stond ik op de planken om te spreken over hoe het was en hoe het zyn moest. Wij geloofden in de eerlijkheid van het volk en in de rechtvaardigheid der poiitiek. Als men maar wist, waar het om ging. En het ging, zoo zag ik het, om meer dan wat hoogere of lagere prijzen. Het ging om een kuituur, die naar den ondergang hol de, omdat men geen begrip meer scheen te hebben voor de goede orde der dingen. Omdat men tot slaaf maakte, wie het meest recht had op een vrij bestaan: den boer, die Gods akkers bewerkt om Gods volken te voeden. Weet ge en daar gaat het nu om weet ge, wat het gevolg was? Dat Kamerleden en partijleiders woest werden, dat het ingezonden stukken re gende in de groote pers, om te waar schuwen, dat „het faksisme" waarvan gewone menschen hier te lande toen nog nauwelijks iets wisten den kop opstak. Niemand minder dan de fractieleider en voorzitter van de S.D.A.P., Albarda, toog naar Drenthe en verwaardigde zich om de arbeidersbevolking op te ruien, toch vooral niet langer die krant te lenen, waarin „die faksist" van den boeren bond schreef. Geen minder dan de deftige liberale Nieuwe Rotterdamsche Courant liet het roode Kamerlid Hiemstra (pseudoniem) in haar kolommen van leer trekken tegen ons. Broodroof, laster, wa ren toen de middelen om er den boer onder te houden. En het roode Volksblad werd in het ge bied, waar mijn krant verscheen, een dubbeltje in de week goedkooper ge maakt, om het oude, den boeren en arbei ders welgezinde streekblad eruit te wer ken. Verbaasd over al dit minderwaardige ge doe, sprak ik er bij een ontmoeting eens over met het roode Kamerlid Van der Heide, afgevaardigde voor Drenthe. Ik verzocht hem, tenminste de pers van zijn partij aan het verstand te brengen, dat zij met een fatsoenlijk man te doen had. Dat weet ik wel, zei ds. Van der Heide. En ik lees, wat ge schrijft altijd met veel genoegen. Maar als ge meent, dat ik iets te vertellen heb over de methoden van my 11 partij en haar pers, dan hebt ge 't mis. En U begrijpt toch wel, els gij vecht voor een eenheid van :ders, middenstanders en boeren, dat zeker onze partij maar alle andere net zoo goed, dat met alle middelen tegen zullen houden. Ik leerde het begrijpen De strijd ging voort, maar zij dwon gen mij openlijk optreden te staken, want hun actie tegen de krant, waaraan ik verbonden was, trof niet mij, maar mijn werkgever en dat mocht ik niet toelaten. Ik had weer eens een les in „vrijheid der democratie" te pafeken. En een les in den ernst, welken de heeren maakten met volks- en boerenbeiangen! D. v. d. B. Van de jongens en meisjes, die het vorig jaar aan de Land jeugd uitwisseling naar Duitschland deelnamen, ontvingen wij weder zijds vele brieven, waarin men algemeen tot uitdrukking bracht verheugd te zijn over de vele er varingen, die men rijker was ge worden, over de mooie omgeving, waarin men zich thuis had ge voeld en de plezierige gezinnen en dorpsgemeenschappen. waarin men was opgenomen. Is het daar om een wonder, dat ook dit jaar de mogelijkheid wordt openge steld om met een boerenjongen of meisje naar eigen keuze uit een bepaald gebied in Duitsch land uit te wisselen, om aldaar 't boerenleven van dichtbij te lee- ren kennen en levenservaringen op te doen Het is de bedoeling, dat men voor een half jaar de plaats inneemt van een boeren zoon respectievelijk dochter in Duitschland en deze wordt weer in eigen gezinsverband opgeno men en helpt eveneens mede in het bedrijf. Ook kan men zich aanmelden, inden men geen plaatsvervanger (ster) wenseht. Dit jaar wordt ook de mogelijk heid opengesteld om eigen land uit te wisselen. Voor een zomer zet men zich in op een andere boerderij in een andere provin cie en leert men hoe aldaar het bedrijf wordt beheerd, het land wordt bebouwd enz. en de huis houding bestuurd. Aanmeldings formulieren zoowel voor uitwisse ling naar Duitschland als in eigen land zijn verkrgbaar aan het pro vinciaal kantoor van de afdeeling „landjeugd" in Uw provincie, al waar men tevens nadere inlich tingen verstrekt. Gezien de omstandigheden, ver wachten wij vooral van de zijde van de vrouwelijke Landjeugd veel deelname. Het Centraal Instituut voor het Landbouwkundig Onderzoek te Wa- geningen geeft in haar negende be richt over de Rassenkeuze 1944 voor Veldboonen belangrijke gegevens over dit product. De voornaamste zullen wij hieronder weergeven. Men onderscheide Waalsche boonen, Wierboonen, Paardeboonen en Duive boonen. De Waalsche boon heeft de grootste en platste zaden, het ge ringst aantal zaden per peul, de laagste peülaanzetting, de kleinste stroolengte, de vroegste bloei- en rij - pingstij d en het kleinste plantgetai. De duiveboonen heeft de kleinste en rondste zaden, het grootst aantal peulen, het grootst aantal zaden per peul, de hoogste peulaanzetting, het langste stroo, bloeit en rijpt het laat ste en heeft een groot plantgetai. De Waal- en Wierboonen liggen daar tusschen in, in. de volgorden zooals wij ze noemen. Vooral de laatste jaren is de verbouw van veldboonen sterk teruggeloopen. Toch bestaat de mogelijkheid, dat ze thans weer iets naar voren komen, daar het vlinderbloemigen zijn( stik stof verzameling). Waalsche boonen verbouwt men in hoofdzaak in Groningen en Friesland verder nog wat in Zeeland "en Noord- Holland. Zij hooren op de klei thuis. Wierboonen worden vooral in Zeeland aangetroffen, verder in Noord-Hol land en Groningen, sporadisch op het zand. Paardeboonen worden bijna uitslui tend geteeld in het Groninger Old* ambt en de Veenkoloniën. Op zand grond en rivier klei komt de paarde - boon hier en daar ook voor. De Dui veboonen worden het meest verspreid verbouwd op aile grondsoorten, in hoofdzaak in de Veenkoloniën en op de zandgronden. Wat de opbrengsten betreft is de verhouding der verschillende typen veldboonen, wanneer men de paarde boonen in opbrengst op 100 stelt, als volgt: Waalsche boonen 95, Wierboonen 105, Paardeboonen 100, Duiveboonen 80. Tenslotte dan nog iets over de ver schillende rassen. Bij de Waalsche boonen is er niet veel verschil tusschen de rassen Adrie, Abunda en Mansholt's Waal sche boon. Zij doen het vooral goed op de kleigronden in het Westen en op de löss-gronden in Limburg. Ook de vrierboonen voelen zich het beste thuis op de Westelijke kleigron den. Mansholt's wierboon is hier het voornaamste ras. Ook de Wierbcon C. B., een nieuw ras van het Centraal Bureau, maakt voorloopig een goe den indruk. Van de Paardeboonen is het landras Olclambster pa-ardeboon het meest verbouwd. De Limbürgsche Paardeboon munt echter uit op de lössgronden. De Ri- nal is ook een sterke concurrent van de Oldambster. Doet het best op alle grondsoorten. De Bonica voelt zich vooral thuis op middelzwaren klei grond en lessgrond, heeft op zeer zware gronden last van legeren en onvoldoende pc-ulzetting. Wat de Duiveboonen betreft is de Niki het voornaamste ras. Geeft op dal-, zand en lössgronden goede opbreng sten. Een nieuw ras, de Z.WJM. van de zaaizaadvereeniging Wieringer- meer, kon wat opbrengst betreft, niet met de Niki meekomen, en werd niet verder beproefd. Als men zoo eens luikcert naar de meeningen over de inlandsche ta baksteelt, dan komt men tot de con clusie, dat bet rookend gedeelte van Nederland, en dat is een belangrijk percentage, aardig goed te spreken is over de kwaliteit van het inlandsche product. Het is dan ook wel te ver wachten, dat ook dit jaar heel wat boeren en tuinders een stukje tabak zullen aanplanten. Voor-al daar, waar de proef van verleden jaar met goe den uitslag werd bekroond, zal men licht genegen zijn, om meer grond voor tabak beschikbaar te houden. Hoe licht is men niet geneigd ook voor familie of kennissen nog Vat te verbouwen. In verband daarmee lijkt het ons wenschelijk er op te wijzen, dat men per bedrijf slechts 1 are tabak vrij mag telen. Ei- bestaat daarover blijk baar nog wel wat misverstand. Men ment- omdat perpersoon 1 are vrij is. Doch uitdrukkelijk zij hier nog eens vermeld, dat het is per be drijf 1 are. Wil men meer verbouwen, dan kan men daarvoor vergunning aanvragen. Wordt die vergunning gegeven, dan is men verplicht de ver bouwde tabak in te leveren. Het koolzaad Een van de vroegst ontwikkelde ge wassen is liet koolzaad. Daarom zul len we daar al op korten termijn, zoo- dra het wat beter weer wordt, de noodïge aandacht aan moeten schen ken. Al vroeg moet de voorjaarsstikstof gift worden uitgestrooid, zoodat het gewas, zoodra de groei e*n komt, er van kan profiteeren. Het koolzaad is weer best door den winter gekomen, heeft van vorst niet te lijden gehad. Het zal dus spoedig aan den groei zijn. Zorg, dat het de kansen krijgt, om een beste opbrengst te geven. Den grond in 't voorjaar open schof felen is heel goed. Tegelijkertijd ver nietigt men daarmee het onkruid. Dif- werk moet vroegtijdig gebeuren, want al spoedig groeit het koolzaad zoo hard door, dat men niet meer door de rijen heen kan loopen, zonder het gewas te beschadigen en dan is voor onkruidbestrijding clus geen gelegen- heid meer. Daarom vroeg aan den slag in het koolzaad* dat geeft het beste resul taat Zondag 5 Maart Hilv. I: 8.00 uur: „De Zin van het Boer zijn" door D. v. d. Bospoort. Maandag 6 Maart Hüv. I: 13.00 uur: Lezing: Zaait de tarwe vroeg! Dinsdag 7 Maart Hilv. I: 13.00 uur: Bezoek een vermeerderingsbedrijf voor kuikens. Woensdag 8 Maart Hilv. I: 13.00 uur: Repor tage over 'n bedrijf in West-Noord-Brabant. Hilv. II: 20.15 uur: „Paardrijden", door W. Slob. Donderdag 9 Maart Hilv. I: 12.15 uur: De Familie de Boer. Vrijdag 10 Maart Hilv. I: 13.00 uur: Wenken voor boer en tuinder. 18.45 uur: „Cultuur-technisch werken in Oost-Noord-Brabant en Limburg". Zaterdag 11 Maart Hilv. I: 13.00 uur: Wenken voor Volkstujnders. ,De Landstand" Zeeland Redactie-adres: Zeestraat 69, Den Haag, Tel 115754. ADVERTENTIES. Ha i' delsadvertenties 1 provinciale editie 25 c. per m.m., elke editie meer 5 c. per m.m. extra- Handelsadvertenties met agrarischen inhoud: 1 provinciale editie 15 c. per m.m. elke editie me- r 3 c. per m.m. extra. Kleine advertenties met uitsluitend huishoudelijken inhoud: 1 t-m. 20 woorden 2-, elke 5 woorden meer f 0.50 extra. Brieven onder nummer I 0-15 meer. Bij meer plaatsingen aanmerkelijke korting. ALLE BRIEFWISSELING betreffen de advertenties, abonnementen en administratie te richten aan Uitgeverij „Volk en dem". Postbus 281, Den Haag.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 2