Ik ben anti
en dus
Een eeuwenoud en zeldzaam
bouwwerk
Landbouwers uit de
ontruimde gebieden
Historische
gehouwen in
Zeeland
Boeren let op!
V OOR dezen', oorlog, feitelijk een we
reldrevolutie. welke het aanschijn
der staten grondig zal veranderen
en broeders en zusters van denzelfden
stam vereenigen, stond in de omgeving-
van het historische Lisseweghe in onze
West-Vlaamsche gouw een hofstede
„Ter Doest" geheeten.
Hopelijk is zij bij de krijgsverrichtin
gen in Mei 1940 gespaard gebleven.
Vroeger eeuwen verrezen hiér de ge
bouwen van ö!e bekende abdij ..Ter
Doest", wier monniken in onze gewes
ten waren pioniersarbeid verricht heb
ben, bij het ontworstelen aan 'de zee en
in cultuur brengen van uitgestrekte
vruchtbare gronden.
Ook mannen uit ons huidig Zeeuwsch-
Vlaanderen hebben hieiin eveneens hun
aandeel gehad. Ten jare 1204 aan
vaardde Willem I van Oostburg als
vierde abt zijn zetel en de 20ste abt
Pieter I van Axel stierf in 1569. Als
33ste en tevens laatste abt trad Vincent
Doens van St. Laurens bij Aardenburg
op. De machtige abdij was toen reeds
totaal vervallen en ae overblijfselen
werden door het Bisdom Brugge over
genomen, w aaraan ze nu nog behooren.
Een der leekebroeders, Willem van
Saeftinge nam deel aan den beroemden
Guldensporenslag te Kortrijk ,op 11
Hooimaand 1302. waar de bloem van
den Franschen adel door de Klauw aarts
werd! verslagen. Toen broeder Willem
's voormiddags in het hooi op het veld
werkte, hoorde hij dat ,,dïje princi-
paelste en de vroomste van de Nooi-cb-
vrije waren met die van Brugge naar
Cortrycke omme wijck te hebben© je-
ghen die Fransuysen, ende dat Mer
Jan van Renesse die here was van den
öorpedaer geboren was, ende dat hi was
van den Capiteimen van die van
Brugge". „Hij kende geen rust meer
en heimelijk verlaet hij zijn arbeid, so
ghic hi ter Doest int stal ende nam
twee merry en, d'eene vereochte hi en
gaf so goeden coop, want hij gaf ze om
ten sterken staf en op d'andere merry
reed hi hae3telicke te Cortrycke, waart
ende hi gezocht en noch al te tyde.
IS'ochtans 'soo velde hi metter hand1 bet
dam sestich ridders, die hi alle doots-
slouch, aldus die excellentie Cronike."
Het kwam er dus niet op aan, of Wil-
lems helm en harnas rood van de roest
waren. Dank zij zijn moed en oersterke
krachten, verrichtte hij met zijn lang
slagzwaard wonderen van dapperheid.
Zijn naam wordt dan ook met die van
Breijdel en de Conick in een adem ge
noemd. Deze drie Vlamingen, van on
zen stam zijn de helden van de Groe-
n ingher Kouter.
De eeuwen gingen voorbij en alleen de
schuur van d!e latere boerderij. was
het eenige gebouw uit dien glorietijd
der abdij, dat den storm der tijden trot
seerde.
Een eeuwenoude overwelfde inrijpoort,
aan het einde van een dreef, gaf toe
gang tot de hoeve. Het boerenerf had
eon ruim hofplein, met aan de eene
zijde de oude behuizingen en stallingen
en aan den anderen kant de reusach
tige historische graanschuur, dateerend
van 1203. Daarachter strekten zich de
groene weilanden uit, met hoog op
gaand geboomte. D'eze reus onder dfe
schuren had een lengte van pl.m, 55
m. een br. van pl.m. 22 m. en een
hoogte van pl.m. 28 m. Het gebouw
was geheel van oude 30 cm. lange
kloostermoppen, geplaatst in een mor
tel welke uit een groot deel uit rogge
meel bestond, opgetrokken.
De muren van 2\'2 steen kregen hier
door een respectabele dikte, bovendien
werden ze aan de buitenrij nog ver
sterkt door vele hooge zware steun-
beeren. Blinde vensters onderbraken de
eentonigheid der gevelvlakken en ver-
leendlen aan het bouwwerk een fraai
aspect.
De stallingen met een breedte van 5.90
m„ lagen in een L-vorm langs de achter
en zijkant, waar ook een schaapstal
was ondergebracht. De overblijvende
ruimte werd ingenomen door den in de
lengte langs den voorgevel loopenden
dorschvloer en daarnaast seven graan-
tassen met een pui.
Geen enkele schuur in ons polderland
bezit een dorschvloer en tassen van
dergelijke afmetingen. De breedte van
den vloer bedroeg maar eventjes 5 m.
en de tassen hadden een grondvlak van
7 x 10 m., terwijl op eiken hoek hier
van een pijler van zoowat 15 m. hoogte
stond. Met kon in een enkelen tas "tot
aan de zware middelbalken 30.000 schoo-
ven bergen, in totaal dus 210.000 schoo-
ven, een werkelijk enorm getal.
De overkapping, een meesterwerk van
constructie, bestond uitsluitend uit het
beste eikenhout. Het dak rustte op 20
pijlers, massieve gevierkante eikenboo-
men zoo hard als metaal.
Tegen de nok waren de dicht opeen-
liggende kepers twee aan twee *d"oor
dikke dwarsbalken verbonden en de
zware gebinten kunstig en stevig in
elkaar gezet.
De tand des tijds vermocht weinig
tegen zulk een bouwwerk uit te rich
ten, alles was nog even kloek en gaaf
ais voor eeuwen terug.
Dit monument als gebouw was een
bewijs en een sprekende getuige van
ae welvaart en den grooten bloei der
aloude abdg tijdens de Middeleeuwen,
toen men voor den oogst en huisvesting
van het vee. zulk een bouwwerk noodig
had, dat thans echter, bij de veranderde
samenleving niet meer aan zijn doel
beantwoordde en nu treurde om het
geen voorbij ging.
A.COCQUYT
Het schijnt voor te komen, dat land
bouwers en in het bijzonder veehouders
uit de gebieden, welke thans op last
van de Duitsche overheid worden ont
ruimd. trachten in de omgeving de be
schikking te verkrijgen over grond.
Aangezien dit, zoowel t>.v. de veebe
zetting als van de te bedingen vergoe
dingen, tot zeer ongewenschte toestan
den zou leiden, wordt bepaald, dat
landbouwers die ten gevolge van den
ontruimingsmaatregel hun bedrijf ge
heel of gedeeltelijk hebben moeten
prijsgeven, geen anderen grond in ge
bruik mogen nemen zonder toestem
ming van den Provincialen Voedsel-
commissaris. Voor zoover aan de be
trokkenen geen grond ter beschikking
kan worden gesteld, zal door het
Bureau Ontruiming van het Rijks
bureau voor de Voedselvoorziening
vóór het einde van 'den staltijd het
gebruiksvee worden overgenomen en
in andere deelen van het land worden
uitgeleend dan wel ingekwartierd,
zoodat de oorspronkelijke eigenaar, als
zijn grond weer bewerkt of beweid
kan worden, wederom de beschikking
over gelijksoortig vee kan krijgen.
Benoeming
Benoemd tot gezworene van het water
schap Baarland, F. Meeuwse te Baar
land.
HET valt niet mee om te ö'oen, als
of je anti bent, terwijl er toch zoo
veel ls waar je het inee eens bent
en zoo is het met jullie boeren van
Brabant.
Wie is nu die J. K„ die ook zegt. dat
hrj anti is. Dat is heusch niet Jan
KJaassen uit de poppenkast; neen. Het
is een man, die 30 jaar lang jullie wel
en wee heeft meegeleefd. Al dien tijd
geijverd heeft voor de aaneensluiting
der boeren op alle gebied. Zoowel bij
dag als bij nacht heeft hij naast den
boer gestaan om hulp te bieden; die
J. K. was veearts. Als men dan oog
en hart heeft, ziet en voelt men veel en
het allereerste wat dan opvalt, is hoe
misplaatst de manier is waarop de
stedeling neerziet op den boer.
Dit is echter grootendeels aan den
boer zelf te wijten geweest, daar hij
zich zoo weinig 'deed gelden. Hij zet nu
niet meer klakkeloos zijn handteeke-
ning onder een stuk, dat hij niet goed
gelezen heeft, zooals vroeger zoo vaak
is gebeurd en waar hij dan soms zoo
vreeselijk mee op de koffie kwam. De
boer moet echter verder komen. Zijn
geloof in mooi pratende Heeren, die
hem vaderlandsliefde voorhouden en
enderhand probeeren zelf vooruit te ko
men ten koste van zijn „rechten",
moet hij ook aan de kant zetten.
Zelf zien, zelf overdenken en dan zelf
handelen, zich doen gelden. Er is nu
een wereldbrand uitgebroken, zoo hevig,
dat er van geen ouden tijd meer sprake
zal zijn en aht weet iedereen.
Handel en Industrie trachten de gele
genheid die geboden wordt, zoo goed
mogelijk uit te buiten, in de zich nieuw
vormende maatschappij dringen zij zich
naar voren, eensgezind.
De deelname van den boer aan den
Landstand is hier en daar echter nog
matig, terwijl de Landstand toch het
eenige middel is, waardoor hij zijn
plaats in het hedendaagsche bestel kan
innemen, de plaats waarop hij recht
heeft en een plaats, die hem tot nu
toe altijd onthouden was. De boer had
zelfs geen eigen departement, hij moest
het maar stellen met een directeur-
generaal, terwijl de boer toch de leven-
Keuringen van dekhengsten
in Zeeland
Op 23 en 24 Februari werden te Goes
en Terneuzen buitengewone- en herkeu
ringen gehouden van dekhengsten Op
deze keuringen werden goedgekeurd
voor dekking:
Buitengewone keuring. Max van Cer
tain 09461 van M. van Fraayenhove te
Axel.
Herkeuring: Pompier van Zuidzande
109524 van G. L. Lannoye te Aarden
burg. Soudar van Clairon 108162 van
R. O. Buijsse te Graauw. Opgenomen in
het keurstamboek, de reeds voor dek
king goedgekeurde hengst:
Bolland K 2088 van A. Hartog te Colijns-
plaat.
Op de premiekeuring werd nog een 2de
prijs toegekend voor 3-jarige hengsten
groote maat aan Max van Certain 109461
van M. van Fraayenhove te Axel.
Veilingsver. Zuid-Beveland"
te Goes
Week van 17—23 Febr. 1944
Zooals te verwachten was, is de aan
voer van uien en peeën de laatste week
weer iets teruggeloopen. Ruim 400.000
kg. werden geveild. De aanvoer van
andere groenten was zeer weinig. Het
koelhuis is nu ook bijna leeg wat het
fruit betreft, maar nu zijn weer enkele
partijen uien daarin ondergebracht.
De mooie oude kerk te
St. Kruis. (Z.V1.).
gevende stam is van alle vertakkin
gen d*er maatschappij. Door den nood
gedwongen wil nu iedereen gaarne
goede vrienden zijn met den boer, maar
in den vorigen oorlog was dit evenzoo
en wat bleef er destijds over van al die
verheerlijking.
Niets, totaal niets, men heeft den boer
laten verkommeren, totdat hij zoover
was gekomen, dat hij met aalmoezen,
in den vorm van regeeringstoeslagen.
op de been gehouden moest worden.
En hoe komt dat nu zoo en waarom
zal dat nu weer zoo gaan
Dat komt omdat het Nederlandsche
Volk den boer slechts beschouwt als
den fabrikant van aardappels, melk,
etc. Misschien zijn er onder jullie ook
nog wel. die het zelf niet anders zien
maar aan de hand van een voorbeeld
uit mijn praktijk hoop ik het toch dui
delijk te maken, dat het voedsel slechts
een factor is van dë waarde van den
Boerenstand.
Een oude moeder, dochter en twee
broers, waarvan een nog gebrekkig,
hadden samen een boerderij, groot twee
geitjes.
De vrouwen waren uiterst zuinig, de
twee jongens echter harde werkers.
Eindelijk is het zoover, dat ze de eerste
vaars op stal hebben, het beestje is
uitgerekend en dus het groote oogen-
blik komt nabij. De waterblazen zijn
er geweest, het vruchtwater is afg'e-
loopen en een paar klauwtjes zijn te
zien. Zal de boerderij nu echt een be
gin krijgen?
Neen. het kalven zet niet door, buren
worden er bij geroepen, maar met het
aantal wast niet de kunde. Touwtjes
worden aangeslagen, er wordt getrok
ken, de pootjes komen iets verder, weer
hapert het.
Wat nu? Nog maar een paar man meer
trekken en na een ellendige martel
partij ligt er een dood kalfje en een
uitgeputte vaars, die nooit meer op
zal staan. De veearts kan niet anders
aanraden dan slachten. Het is al te
erg, maar na eenige weken moet het
beestje toch naar een vilder. Na twee
7 MaartPaardentaxatie te IJzen-
dyke. Verplichte voorjaarsstie-
renkeuringen te 9 15 uur Kort-
gene10.15 uur Kamperland; 11.00
uur Wisgekerke; 100 uur Wol-
faartsdijk; 2.30 uur Kattendyke;
3.30 uur Wemeldinge.
8 Maart: Paardentaxatie te Oost
burg.
9 Maart: Verplichte vooi'jaarsstie-
renkeuring te 8.00 uur Goes; 9.30
uur 's-Gravenpolder11.00 uur
Hoedekenskèrke2.00 uur Baar
land: 3.00 uur Oudelande.
10 Maart: Verplichte voorjaars-
stierenkeuring te 9 uur Sinouts-
kerke; 10.00 uur Nisse; 11.30 uur
Ovezande; 2.00 uur Driewegen;
з.00 uur Ellewoutsdijk.
11 Maart: Stierenkeuring te 9.00
uur Yerseke; 10.30 uur Schore;
11.30 uur Kruiningen; 2.00 uur
Kapelle; 3 00 uur Kloetinge.
14 Maart: Paardentaxatie te Goes.
Laatste dag voor het aanvragen
van bindertouw voor °;raan-
maaiers-zelfbinders bij P.B.H.
15 Maart: Stierenkeuring te: Brou
wershaven 9.45 u.Renesse 12.15
Haamstede 2 u.
17 Maart: Paardentaxatie te Mid
delburg Stierenkeuring te Tho-
len 11.30 u
jaar herhaalt zich hetzelfde met de
izelfde uitkomst.
Kwaad staat de veearts er bij en vraagt
waarom ze geen deskundige hulp inroe
pen als ze het zelf niet weten, want
ten tweede male hadden zoowel de
vaars als het kalf in leven kunnen zijn.
,,Ja, mijnheer", zegt de eene broer, „het
is dom en zal niet meer gebeuren; we
beginnen opnieuw!"
Het wordt zoo eenvoudig gezegd, maar
het was me wat. Tweemaal glad tegen
den grond geslagen en geen centje meer
over en dan toch maar weei opnieuw
aan het werk en aan het uitzui
nigen op alles. Het is al jaren geleden,
maar het stalletje met koeien is er
en ook een stel kinderen. Zulke voor
vallen zijn jullie lang niet vreemd, op
den boer komen zulke kerels zoo vaak
voor, of eigenlijk, ja. zoo zijn alle
boeren. Sla je ze niet dood. dan komen
ze weer overeind en vechten verder.
Alle kinderen willen of kunnen geen
boer worden en begrijpen jullie nu
goed. dat het eten, wat je aan ons
\olk levert, lang niet het voornaamste
is. Het zijn het boerenbloed en de boe-
rengeest, die ons volk in leven houden.)
Alles wat stedeling is. stamt af van
den boer De stad heeft echter een
ontaarden invloed op den mensch en
daarom moeten er steeds nieuwe krach
ten toegevoegd worden. De nieuwe
krachten leveren jullie en aan jullie
dankt zij haar bestaan; zonder den
boer gaat zij ten gronde. Uit het bo
venstaande blijkt duidelijk, dat de boer
roet alleen het ,-echt. maar vooral ook
den plicht heeft zich te doen gelden,
voor het welzijn van heel ons volk.
Anti beteekent tegen. Tegen je zelf
zijn is dom. Tegen je volk zijn is
laten we daar maar niet over denken.
Uw plaats is een ijverig medewerker
te zijn van den Landstand, daarin en
daardoor kan alles bereikt en verwe
zenlijkt worden wat recht en billijk is
voor den boer en dat nog wel zonder
dankje behoeven te zeggen of aan da
pet te tikken. Is hier nu ook maar een
greintje politiek bij? Het is allemaal
maar de aanmaning. Het is nu da
hoogste tijd, let op uw zaak." Mocht
ik daartoe de gelegenheid hebben, zoo
zal ik U ook nog een verslag van een
vergadering van een Buurtboerenraacl
geven; dan zult ge zien, dat ook daar
geen politiek ter sprake komt. Praat
er eens ernstig met Uw buurman over,
zender er Duitschers ofN. S. B-ers
met geweld' bij te halen.
De Landstand doet niet aan politiek*
J. K.