Vonkjes
■MSBSPStSffliïUËBP
I®ÉPlÉÉI«SPl
Beantwoorde vragen
4
Op welke manier kan men van
de toegemeten stikstof nog het
hoogste profijt behalen?
Men hoort tegenwoordig wel eens de
meening verkondigen, dat Landbouw
voorlichting in de gegeven omstandig
heden weinig beteekenis meer heeft,
omdat men toch de middelen niet 1 n
krijgen om de adviezen op te volgen.
Kunstmest is er niet genoeg, werktui
gen zijn schaars en zoo kan men door
gaan.
Oppervlakkig beschouwd zou men ge
neigd zijn, dengenen die zoo spreken
gelijk te geven, maar op den keper be
schouwd is het juist andersom. Want
om met de weinige middelen, die ons
tegenwoordig ten dienste staan, nog
Eooveel mogelijk te bereiken, dat is
juist een veel grootere kunst, dan om
uit de overvloed puttende, goede be
drijfsresultaten te behalen.
Keen, juist nu, nu de bedrijfsmiddelen
eoo schaars zijn, is Voorlichting des
.te harder noodig. Laat ons alleen maar
het vraagstuk van de stikstofbemesting
bekijken.
Wanneer men met 50 pet. van het
normale rantsoen moet volstaan is er
veel vakmanschap noodig om een juis
te verdeel ing te maken, zoo, dat er
van deze kleine hoeveelheid zooveel
mogelijk nuttig effect uitgaat. Ook is
de wijze van aanwending van groot be
lang. Ecnige punten, die daarbij op den
voorgrond treden, willen we hier be
handelen.
1. Welke gewassen dienen speciaal
met stikstof tc worden voorzien
Om te beginnen kunnen we opmerken,
dat de stikstof in de eerste plaats niet
oan de vlinderbloemigen moet worden
gegeven. Deze plantenfamile verheugt
eich immers in het bezit van de be
kende wortelknolletjes, waarin de
wortelknolbacteriën zoo vriendelijk
r.ijn de stikstof uit de lucht vast te
leggen, tot hun lichaamseiwit om te
Eetten en dit later te vererven aan de
xvaard-plant, als een soort vergoeding
voor de huisvesting. Niet alleen de
vlinderbloemige planten zelf profitee-
ren daarvan, maar deze laten den
frond ook nog in stikstofrijkeren toe
stand achte^ zoodat het opvolgend ge
was er ook nog de gunstige gevolgen
van ondervindt. Het is daarom alleszins
verantwoord ja zelfs geboden, d n ver
bouw van vlinderbloemigen: erwten,
boonen, klavers, te gaan uitbreiden,
desnoods alleen als groenbemestings-
gewas.
Maar aan welke gewassen moeten
we de stikstof dan wel geven:
In de eerste plaats aan aardappelen,
suikerbieten en koolzaad. Die gewassen
geven een zeer slechte opbrengst wan
neer men hen de stikstof onthoudt. De
granen kunnen met veel minder stik
stof toe, al zal men goed doen toch
een paar baaltjes per ha voor dit ge
was te bestemmen.
2e. De soort stikstof
Aardappelen geven de voorkeur aan
emmoniakstikstof, dus aan dat gewas
geve men liefst zwavelzure ammoniak.
Daarentegen zijn bieten weer meer ge
steld op nitraatstikstof, waarom bij dit
gewas kalksalpeter in aanmerking
komt. Dit geldt zoowel voor suiker- als
voor voederbieten.
Kan men deze meststoffen niet krij
gen, dan zal men met kalkammonsal-
peter genoegen moeten nemen en daar
mee in beide gevallen voor de helft
aan de speciale wenschen van de ge
wassen voldoen.
8. De tijd van aanwending
Btikstof is een stof, de door den bo
dem niet wordt vastgehouden, alhoe
wel aanvankelijk de ammoniakstof
wordt geadsorbeerd, wordt deze spoe
dig omgezet in nitraatstikstof en in de-
Een vorm spoelt de stikstof uit, wan
neer de planten het niet fluks opne
men. Het is dus zaak, om de stikstof
pas te geven in den tijd, dat de plan
tengroei een aanvang neemt. Gaf men
,Ee eerder, dan zou de stikstof uitspoe
len. De grootste uitspoeling heeft plaats
in de maanden November. December
Januari en Februari, dus in dien tijd
doet men goed geen stikstofmeststoffen
Ban te wenden en in het bijzonder
geen nitraatstikstof.
In het vroege voorjaar, even voordat do
wintergewassen hun groei weer gaan
hervatten is het tijd om bij deze ge
wassen de stikstof te voegen, die men
er voor uitgetrokken heeft. Dat geldt
zoowel voor granen als voor koolzaad.
Bieten en aardappels geeft men eerst
do stikstof na het zaaien en poten, om
dat de grootste behoefte pas later komt.
Op lichte grondsoorten is het zelfs aan
te raden de stikstofbemesting in 2 of
3 keeren te verstrekken. Bij de gift in
tweeën geeft men de eerste helft even
na het zaaien en de tweede helft bij
het opeenzetten. In drie giften is de
verdeeling: 1/3 bij de zaai, 1/3 bij de
eerste keer schoffelen en 1/3 bij het
opeenzetten. Men kan dan meteen de
stikstof ppervlakkig inwerken, dat
wel gewenscht is maar dat bij <f be
mesting van wintergewassen niet ge
makkelijk gaat, tenzij dat men een
keer schoffelen er mee kan laten sa
menvallen.
En het kleine beetje stikstof, dat men
het grasland soms nog wil laten toe
komen. dat moet ook zuinig worden
gebruikt, ëa eiken keer beweiden of
hooien geeft men een kleine portie. Dat
brengt veel meer op. dan wanneer men
ineens alles geeft.
Over de zuinige toepassing van stal
mest hebben wij reeds uitvoerig in de
ze rubriek geschreven. Laten we er nog
deze opwekking aan toevoegen, dat het
in dezen tijd een eerste vereisehte is
om alle afvalstoffen van het bedrijf tot
waarde te brengen door ze in den stal
mest of als compost voor bemestings
doeleinden te bestemmen.
Mijn artikelen in „De Landstand"
over het bijenhouden hebben mij een
zeer drukke correspondentie bezorgd.
Daar mij eruit gebleken is, dat voor-
ai zeer vele beginnende imkers nog
niet precies weten waarheen zij hun
eerste schreden op het bijenpad moe
ten richten het volgende:
Ieder, die bijen houdt of op andere
wijze met de bijenteelt in verbinding
slaat is verplicht zich te doen in
schrijven als lid der eenige imkeror-
ganisatie in ons land: de Vereeniging
tot Bevordering der Bijenteelt in Ne
derland. Het secretariaat is gevestigd
Jan v. d. Heijdenstraat 35, Amers
foort. Men vrage tevens, bij welke
afdeeling in de nabijheid zijner
woonplaats men wordt ingedeeld.
Werkzame afdeelingen houden gere
geld vergaderingen lezingen, cur
sussen en practische lessen. Men
vindt er aansluiting bij meer ervaren
imkers, kan allerlei vragen stellen,
wellicht ook als beginner een of
meer bijenvolken bij afdeelingsleden
koopen.
De Vereeniging gaf vroeger een keu
rig verzorgd maandblad uit, dat aan
alle leden gratis werd toegezonden,
waarin voorlichting gegeven werd
op het gebied der bijenteelt en door
ieder vragen kon worden ge
steld. Helaas moest deze uitgave
voorloopig worden gestaakt door den
papiernood. Alle moeite wordt ech-
In de eerste plaats een rectificatie
van een storende fout in de Actuali
teiten van de vorige week.
Daarin staat vermeld, dat fosforzuur
over het algemeen alleen wordt toe
gewezen voor de nieuwere ontgin-
ningsgronden, n.l. die gronden, welke
na 1 Augustus gereed kwamen.
Er moest staan:
VóóR '1 AUGUSTUS 1941.
Wij verzoeken ieder, wien 't aangaat,
daar van goede nota te nemen. Voor
gronden, die thans ontgonnen wor
den, wordt geen kunstmest beschik
baar gesteld. Eenige maanden gele
den werd in de Staatscourant afge
kondigd het Besluit ever de
instelling van Provinciale
Gezondheidsdiensten.
Ook in ons blad hebben wij daar
toen melding van gemaakt. Het is
Ratten eten bij voorkeur van voedsel
dat in papier is verpakt. Daarom doet
men ook de vergiften in krantenpa--
pier.
Ploegen is af te raden als de natte
ondergrond daardoor naar boven
wordt gebracht. Dan is het nog *ie
vroeg.
Botte ploegscharen moeten tijdig
scherp gemaakt en gehard worden.
Plantuien leveren vroeger een gewas
dan pootuien. Het zijn kleine uitjes,
ontstaan door opzettelijk dicht zaai
en. Men poot ze voor 3/4 gedeelte in
den grond, afstand 20 x 10 cm.
Rondzadige gele erwten zijn sterker
dan groene en kunnen dus eerder
gezaaid worden.
De melk moet men zoo spoedig moge-
gelijk uit den stal verwijderen en op
een koele plaats brengen, omdat de
stallucht er gauw intrekt en tegen
bacterie-ontwikkeling.
Schoone handen kan een boer niet
altijd hebberig maar bij het melken
is dit hard noodig.
Beweging is voor jongvee zeer ge
wenscht. Het bevordert de spieront-
wikkeling, den groei van het geraam
te en de verschillende organen.
tei aangewend om zoo mogelijk nog
weer tot de uitgave van een maand
blad, zij het in verkleinden vorm, te
komen. Voorloopig worden maande
lijks de noodige mededeelingen ge
zonden aan de secretarissen van alle
afdeelingen. Het is de bedoeling, dat
dezen al of niet op een vergadering^
aan de leden doorgeven van in de
mededeelingen voor hen van belang
is.
De vereeniging is in het bezit van
een uitgebreide bibliotheek op bijen-
teeltgebied. Deze is gevestigd in de
Hoogere Landbouwschool te Wage-
ningen. Men vrage aldaar catalogus
aan. De verlangde boeken worden
gratis en franco toegezonden. Men
heeft alleen voor franco terugzen
ding te zorgen.
Om „erin" te komen leze men als
beginner bijvoorbeeld: Imkeren, be
knopte gids voor den bijenliefhebber,
door ondergeteekende. Verder: Hoot-
sen, de Bijenteelt; en Joustra. Het
bijenboek.
Practische bekwaamheid kan men
het best opdoen door e^ns op bezoek
tc gaan bij een meer ervaren imker
onder de afdeelingsleden, wanneer
deze aan bijn bijen werkt.
Ten slotte wijs ik er nog op, dat de
Vereeniging een afdeeling Handel,
heeft gevestigd: Bijenhuis, Wagenin-
gen Hier vrage men inlichtingen
over nog te verkrijgen benoodigdhe-
den op bijengebied, zooals kasten,
kunstraat, bijenkappen en -pijpen.
Ook over het verkrijgen van accijns
vrije, gedenatureerde voersuiker wen
de men zich tot dit adres.
H> ermede hoop ik vele vragers
eenigszins wegwijs te hebben ge
maakt Met imkergroet,
CHR. H. J. RAAD.
'Of? O
een zeer belangrijk besluit, aangezien
daarmede een flinke stap wordt ge
daan in de richting van het ziekte-
vrij maken van den Nederlandschen
veestapel. Ieder, die het goed meent
met onze Nederlandsche veehouderij
en veefokkerij zal dit besluit hebben
toegejuicht.
Daaruit blijkt, dat het verboden is
vee te houden, tenzij men aangeslo
ten is bij den Provincialen Gezond
heidsdienst. Nu is echter momenteel
de toestand zoo, dat in sommige pro
vincies wel een gezondheidsdienst be
staat, doch dat de aansluiting van
alle veehouders in die provincies nog
niet is doorgevoerd. In andere provin
cies bestaat echter nog geen Gezond
heidsdienst, zoodat daar de veehou
ders onmogelijk aangesloten kunnen
zijn. Het gros vah de veehouders in
ons land is dus nog niet aangesloten
btf een gezondheidsdienst 'en daarmee
Is dus een toestand geschapen, die ge
heel in strijd is met het Besluit op de
Provinciale Gezondheidsdiensten.
Intusschen kan dit toch zoo niet blij
ven. Wij hopen dan ook van harte,
dat van Overheidswege spoedig de
noodige stappen worden gedaan om
tot de oprichting van de noodige Ge
zondheidsdiensten te komen. Daar
mee wordt het algemeen belang zeker
teen zeerste gediend. Dat de Land
stand, als de vertegenwoordiger van
de veehouders in het algemeen daar
aan zijn volle medewerking wil ver-
leenen, behoeft hier wel niet ndder
te worden betoogd.
De regeling van den handel
in rundvee.
In de Landstand van vorige week
heeft men kunnen lezen uit de offici-
eele publicatie over dit onderwerp,
dat de regeling van den veehandel
met ingang van 6 Maart a.s. begint
te loopen. De publicatie op zichzelf is
duidelijk genoeg, terwijl over de prij
zen, welke bij de taxatie van gebruikt
vee maximaal zullen worden vastge
steld, ook al het noodige in de bladen
is bekend gemaakt.
Het is echter wel goed, nog enkele
punten naar voren te brengen, die
nog niet algemeen bekend zullen zijn.
Zooals uit de officieele publicatie is te
zien, zijn de handelaren als aanbreng
en afnaal-agenten ingeschakeld. In
sommige streken is het de gewoonte
van de boeren om z^lf hun vee te
markten. Doordat echter de aan
breng- en afhaal-agenten verplicht
zijn ingeschakeld, is deze mogelijk
heid thans uitgesloten. Dit zal den
boer in de streken, waar men zelf
naar de markt ging, zeker niet aange-
naSm zijn. Men bedenke echter wel,
dat het voor 'n goeden gang van za
ken op de taxatie-markten van groot
belang is, dat er zoo weinig mogelijk
menschen rondloopen Dat bemoei
lijkt de toch al lang niet gemakkelijke
taak van de taxateurs. Dat is dus al
een reden, om het vee van verschil-
leide boeren door 'n agent te laten
aanvoeren. Verder moeten de aan
biedingsformulieren worden ingevuld,
waarbij zeker wel een twintigtal vra
gen dienen te worden beantwoord.
Het is wenschelijk, cat daarbij geen
fouten worden gemaakt. En de kans
op fouten is grooter, wanneer iedere
boer voor zichzelf de formulieren (in
viervoud) invult, dan wanneer dat
voor een aantal boeren door één agent
gebeurt, die al spoedig de noodige
routine heeft.
Er zijn trouwens wel streken, waar
de aanvoer naar de veemarkten als
regel door de handelaren geschiedde.
Daar zal de verplichte inschakeling
van den handel dan ook wel geen
moeilijkheden opleveren. Overigens
schijnt het de bedoeling te zijn, dat
het koren van het kaf wordt geschei
den, m.a.w. dat na verloop van eeni-
gen tijd alleen de bona-fide handelaar
in de gelegenheid zal zijn, als aan
breng- en afhaal-agent op-*te treden.
Verder willen wij er nog op wijzen,
dat voorloopig de eerste weken, het
vervoersrisico van de markt naar den
kooper, voor rekening van den kooper
zal zijn. Er wordt echter aangewerkt,
voor het vervoer van de eene provin
cie naar de andere, een regeling te
treffen, waarbij het vee collectief ver
zekerd wordt door het Bedrijfschap.
Het transport- en ook het molest-
risico zal door die collectieve verze
kering worden gedekt De premie
zal dan ten laste van den kooper ko
men en zal, waarschijnlijk 0.7 a 0.8
bedragen van de taxatiewaarde.
Tenslotte nog dit: tot nog toe was
het mogelijk, wanneer men aan zijn
aanslag voor een bepaald jaar had
voldaan, het meerdere geleverde te
laten afschrijven op den aanslag van
het volgende jaar. Dit zal thans niet
meer mogelijk zijn. Alleen de eerste
over-levering kan op het volgende
jaar worden overgeschreven. Wan
neer men b.v. op den aanslag 1944
tegen'het eind van het jaar nog 350
kg. moet leveren en men levert daar
voor een koe van 550 kg., dan wordt
de overgeleverde 200 kg. alvast afge
schreven op de levering van 1945.
Thans gaat dan binnen enxele dagen
de nieuwe regeling in zee. Wij zijn er
zeker van, dat daarbij nog heel wat
moeilijkheden naar voren zullen ko
men. Maar deze zijn er om overwon
nen, te worden. Met de volle mede
werking van alle betrokkenen zal
deze regeling ten goede moeten wer
ken.
Mogelij k geeft de practijk van het
werk ons nog wel aanleiding tot na
dere beschouwingen. Het vraagstuk
is van te groot belang om het ver
loop niet nauwkeurig in het oog te
houden.