Beschouwing hengstenkeuringen in Zeeland Vragen rubriek PROEFVELDVERSLAGEN WANNEER men de hengsten keuringen grootendeels mee maakt en zoo hier en daar zgn oor te luisteren legt, dan was er dezen keer meer ontevredenheid onder de fokkers over de wijze van keuren dan vorige jaren. Hoe dat zoo al kwam is niet zoo ge makkelijk te beoordeelen. Het begin is natuurlijk steeds het binnenkomen der aangiften. De aangiften waren weer belangrijk hooger dan vorig jaar, omreden door bekende oorzaken veel veulens voor hengst werden doorgehouden. Dit aan tal hengsten kunnen we als volgt beoordeelen. ie een gedeelte, dat ook in normale tijden zou zijn doorgehou den en waarbij de beste exemplaren van den jaargang zijn. 2e het overige deel, waaruit slechts een enkel goed paard voorkomt, omdat ook reeds in vroegere jaren door dte opfokkers alles nauwkeurig werd afgezocht naar veu lens met toekomst. Wordt nu zoo'n groote aangifte verkeerd beoordeeld en door den grooten hoop aangedrongen op een sterke selectie, dan is dit ver keerd geweest, omdat de vraag zeker niet minder was dan vorige jaren en tevens de kwaliteit der voorgebrachte dieren niet beter, integendeel, want waar zag men positieve koppaarden? De algemeene indruk was, dat er streng is gekeurd, tenminste dat de bedoeling eener strenge selectie bij de jury voorzat. Wat daar op sommige keuringsplaatsen van overbleef, deed echter soms weer twijfel ontstaan of bovenstaande opvat ting wel juist was. Zoo was het dan ook in vele gevallen niet mogelijk om van te voren te zeg gen, of een hengst al of niet zou wor den goedgekeurd. Als men werkelijk een algemeen rechtvaardige lijn wil handhaven, en dat behoort toch zoo te zijn. dan moet dat wel kunnen, in ieder geval ongeveer mogelijk zijn. Hoe is het echter mogelijk, een vaste lijn te kiezen, als men niet van te voren weet, hoe of de kwaliteit der voor te brengen hengsten in doorsnee zijn zal. Het zal heel goed kunnen voorkomen, dat de jury denkt in Limburg straf gekeurd te hebben, terwijl achteraf kan blijken, b.v. na afloop "der Zeeuw- sche keuringen, dat d'it niet zoo was. Trouwens ook op de Zeeuwsche Eilan den werd op sommige plaatsen s'ap gekeurd in vergelijking met Zeeuwsch- Vlaanderen. Fokkers uit dit gebied, die de keurin gen elders in Zeeland bezochten, waren dan ook ontevreden over de wijze, waarop met hun hengsten en hun geld werd omgesprongen. Daaruit kwamen weer vele aanvragen voor herkeuringen voort, abnormaal veel zelfs. Zooals er nu is gebeurd', kan dit onmogelijk de fokkers bevre digen. ook niet de keopers en de lief hebbers en we hopen in geen geval, dat het de iurv wel heeft bevredisrd. Want als deze van gedachte zou zijn, plus alles wat er officieel om en bij staat, dat hot nu eens flink en netjes is opgeknaot. dan is het ook voor een volgenden keer hopeloos. We honen echter dat dit niet zoo is. Noodzakelijk is in de allereerste plaats, dat er meer liin en vastheid komt in de wijze van keuren, 't Moet zooveel mogelijk worden voorkomen, dat de een 10 a 15 000.- kan oprapen voor een hengst, terwijl een ander met een aanhoud-vergunning w$rdt weggestuurd met een beter paard 't Kon ook haast niet anders loopen. De jury ziet in bijna alle gevallen het te keuren dier voor de eerste maal doch zij beslist in luttele minuten over het wel of wee van het paard en over ongeveer hetzelfde wat betreft de por- temonnaie van diens eigenaar Ingewijden weten, dat het absoluut on mogelijk is om in een zoo vluchtig tijdsbestek een alleszins juist oordeel te vellen over het betrokken dier Een paard 'aat zich nooit eender zien en zeker niet een dier, dat nog in zijn ontwikkelingsstadium is. Komt het zeer gunstig voor. dan slaat de jury het te hoog aan en in het tegenover gestelde geval te laag. We zagen in Zeeuwsch-Vlaanderen paarden afkeuren, die beter waren, dan enkele goedgekeurden aldaar en veel beter dan verschillende elders goedge- keurden. Dit is alles niet uit den weg te ruimen met het beleende spreekwoord van den uil en de valk. Op de keuringen voor voedertoewijzin gen was er in dit najaar een pracht- gelegenheic? om alreeds een goed over zicht te krijgen van den jaargang 1944. Terwijl die van '45 er tevens aanwezig was. We zagen er echter geen der juryleden en toch hadden ze dan nu beter en gemakkelijker kunnen oor deel en. Wat weet de jury verder van de af stamming der hengsten van moeders zijde Öp de merrie-premiekeuringen, waar de fleur van het merrie-fokmateriaal ver schijnt; ze zijn daar evenmin. Kennen zij de voornaamste stallen door aan schouwing Velen zullen nu zeggen, mogen we zoo'n opoffering wel van de jury vergen Toch is een absoluut op de hoogte zijn een eerste vereischte om de taak van jurylid, die zeer veel verantwoording legt op de schouders van hen, die er voor geroepen worden, tot een goed einde te brengen. Zooals het nu is, zijn vele fokkers op d'it punt beter onderlegd dan de jury. Jurylid van een zoo omvangrijke fok kerij als onze hedendaagsche moet en kan zijn: in de eerste plaats een eere- baan. Goede salarieering is eveneens mogelijk gelukkig, dus daar behoeft het ook niet aan te haperen. Wij willen niet op alle slakken zout leggen, maar het lijstje der heeren, die ons Hoofdbestuur vormen, mag ook wel eens onder de loupe worden geno men en dit is voor eer» deel op zijn minst verouderd!, de goeden niet gaarne te na gesproken. Wat ook velen ergert, dat is de ver lenging van goedkeuring van zoovele 5-jarige- en oudere hengsten, die nog steeds niet konden worden opgenomen. Daaronder zitten verschillende minne oaarden, waarvan absoluut geen ver betering is te verwachten. Als men daartegenover de bester, der nu afge keurde paard'en zet, dan klopt dat weer heelemaal niet en is ook dat systeem voor grondige verbetering vatbaar. De lezers zullen misschien zeggen, het is wel gemakkelijk om een en ander te becritiseeren. maar wat kunt U ter verbetering voorstellen. Ie. Zoo gauw het kan de keuringen zooveel mogelijk centraliseeren om straks tot één groote centrale keuring voor geheel Zeeland te komen, beur telings te Goes, Oostburg en Axel. 2e. Óp voorkeuringen of op den dag der keuring de minste producten uit schiften, terwijl de jury daardoor een beter overzicht krijsrt van het materiaal dat haar straks voor een definitieve beoorcfeelins' za) worden aangeboden. 3e. De iury moet kennis nemen van den stand der geheele koudbloedfok- kerij in ons land en straks ook daar buiten de voornaamste keuringen be zoeken. Voederbietenproefveld Op het Landbouwproefbedrijf te Wilhel- minadorp (Z.) werden proeven genomen met voederbieten. liassen: Friso. Groeningia, Teutonia, Pro- ductiva en Peragis, vertegenwoordigende resp. de gehaltegroép 18, 16, 14, 12 en 12. Grondsoort: Vrij zware klei. Bemesting: Groenbemesting met klaver en 500 kg kas per ha. Aantal par: 3, elk van 0.54 are. Elk veldje telde 5 rijen op een afstand van 40 cm. Gezaaid: 1 April. Ontwikkeling: Aanvankelijk groeide Friso wat traag; de andere rassen ontwikkelden zich voorspoedig. Eind Juli had Friso den achterstand ingehaald en stond net Groe ningia het weligst. Peragis was toen wat achterop geraakt en vertoonde veel dor blad. Bii het rooien in de 2e helft van Octo ber stond Friso nog zeer groen, terwijl ook Groeningia er nog"Yry weelderig voorstond. Peragis was daarentegen vrijwel geheel af gestorven. Ziekten: Begin Aug. weiden enkele haarden (kleine) vergelingsziekte waargenomen, ter wijl op 't eind dier maanden alle rassen in meerdere of mindere mate door roest aan getast werden. Het ergst hiervan had Pera gis te Ijjden. welk ras er vroeger door af stierf. Schieters: Deze kwamen heel weinig voor; zoo telde Frisco 0,9 Groenmgm 0,9 cc, tonia 0.5 ',c, Productive 1,7 en Peragis 0.2 schieters. Gerooid: 21 Oct. Friso, een voedersuiker biet, rooide zeer moeilijk- Voor een voeder biet bleef de opbrengst te laag. Groeningia, een mooie, lange groenkraag, was weinig vertakt en vry goed rooibaar. Teutonia, een geel tot oranje gekleurde Barresvorm, rooide vrij gemakkelijk. Productlva, eveneens een gele Barres vorm, gaf evenmin moeilijkheden bij het rooien. Peragis, een roodachtige biet van het bin- gesnoerde Eckendorfertype, rooide het ge makkelijkst. De grootste gemiddelde droge stofopbrengst gal Groeningia, terwijl Productiva in wor telopbrengst en Friso in gehalte bovenaan kwamen te staan. Stamboonciiproefveld Op het Landbouwproefbedrijf te Wïlhel- minadorp werden proeven genomen met stamboonen. Kassen: Aka, Beka, Bruna. Inka kievits boon, Groningsche stroogele en Blanca. Grondsoort: Lichte klei. Voorvrucht: Tarwe. Verder moet men in Rijswijk niet bang zijn voor gezonde critiek, zooals dit nu wel het geval ls, anders had men er niet angstvallig het verslaggoven tot zich getrokken. Een toestand, dat de fokkers er zi:n voor het Stamboek, is ongewens^ht. Zuiver andtersom mag het ook niet ver langd worden. Wel hand in hand op de bres voor een bloeiende koudbloed- fokkerij. Extra en Herkeuring van dekhengsten in Zeeland. Goes: Geen enkele der voor herkeuring voor gebrachte driejarige hengsten kon het tot goedkeuring brengen. Meer succes had Bolland, die voor dekking was goedgekeurd, maar waarvoor voor op name in K. herkeuring was gevraagd. Zijn achterbeenen zijn het zwakste punt van hem, maar overigens is het een zeer malsch en massaal paard, dat zich, als op de gewone keuring best liet zien. Hij is door Clairon van Annie die reeds meerdere zonen in K. heeft staan; eigenaar Adr. Hartog te Colijnsplaat. Terneuzen. Op de extrakeuring werd goedgekeurd de driejarige Max van Certain van Lamswaarde van M. v. Fraayenhove te Axel en H. Goethals te Westdorpe. Goed, regelmatig gebouwd paard dat zijn 2en prijs goed waard was. Herkeuring. Van al de hier voor herkeuring voor gebrachte hengsten konden slechts twee de goedkeuring der jury wegdra gen. Toen de jury al zooveel hengsten had afgekeurd werd de eerste goedge keurde met applaus begroet. Deze Sou- dar van Clairon door Clairon de la Lijs van René Buijsse te Graauw is een echt Clairon type, heeft soort genoeg, been- werk kon feller. Ook werd hier goedgekeurd; Pompier van Zuidzande door Pompier de Tom- bois van G. L. Lannoye te Aardenburg. Extra type zeer diep soort en vlotte gangen. We gelooven niet dat de jury ergens een jongen hengst van een beter genre heeft kunnen goedkeuren. Rectificatie. In ons blad van 25 Febr. j.l. deelden we mede, dat op de premiekeuring te Axel de hengst Marquis van Jan van Gerardshof K. 1878 eigenaar M. v. Fraayenhove e.a. te Axel en Haarlem mermeer, bekroond werd met een twee den prijs. Deze hengst werd niet met een tweeden prijs, doch met den eersten prijs bekroond en dit zeer wel verdiend! Bemesting: 200 kg K40. Aantal par: 3, elk van 1.13 are. Gezaaid: Blanca 18 Mei, doch de overige rassen 4 dagen vroeger. De boonen werden met de houweel gezet op 30 x 30 cm. Opkomst: 25 Mei, doch Blanca enkele da gen later. Alle rassen kwamen mooi, regel matig op. Ontwikkeling: Ofschoon de zomer weinig geschikt was voor de stamboonenteelt, liet de groei toch weinig te wenschen over. Aka toonde een iets lichtere bladkleur dan de andere bruine boonen. Dit ras ontwik- ke.lde zich wat langzamer, kwam ook wat later in bloei, doch was van alle bruine boonen rassen nog het eerst rijp. Beka, Ceka en Bruna waren in ontwikkeling en bloei vrijwel niet van elkaar te onderscheiden. De stand was bij alle drie zeer goed. Inka kievitsboon ontwikkelde zich voor een deel tot een forsch gewas, doch veel planten stierven al vroeg af ten gevolge van de sterke aantasting door de vetvlekkenziekte. Dientengevolge werd de stand slecht. De Groningsche stroogele groeide zeer gul en toonde een grof, donkergroen blad. Blanca, ofschoon wat tiaag in ontwikkeling gaf een sterk rankend, goed gewas. Bloei: Aka en Inka kievitsboon hadden Saarse, de overige rassen witte bloemen, p 5 Juli kwamen Beka, Ceka en Bruna, op 9 Juli Aka Inka en Groningsche stroo gele en op 28 Juli Bdanca in bloei. De eerste drie rassen bloeiden meer in den top dan de andere. Ziekten: Vlak na de opkomst bleken alle rassen, uitgezonderd Blanca, meer of min der planten te bevatten, die aan vetvlek kenziekte leden. Op 23 Juni kwam er vooral in Inka reeds primaire aantasting voor. Midden Juni was dit ras al sterk aangetast, doch in de overige rassen kwam het óf hee lemaal niet (Blanca), of slechts in geringe mate voor. Overigens waren alle rassen eenigszins aangetast door de vlekkenziekte. Omstreeks midden Juli vertoonde Blanca, zooals gewoonlyk, vrij veel mozaïek. RypenInka het eerst op 27 Aug.; de ove rige rassen, uitgezonderd Blanca op onge veer 6 £ept.terwijl dit laatste ras enkele dagen later geoogst kon worden. Kwaliteit v. h. zaad: Deze was over 't algemeen zeer goed. Opmerkelijk dat hoe genaamd geen verschil in grootte gecon stateerd kon worden tusschen Belta en Ceka, zoodat de vraag by ons opgekomen is, ol we hier wel met de echte Ceka te doen hadden. De kwaliteit van Blanca was, dank zij het mooie oogstweer, ook zeer goed, ofschoon de kleur nog wel wat witter had kunnen zijn. Ofschoon de stand van alle rassen uit gezonderd van Inka zeer goed was, zijn de opbrengsten toch niet meegevallen. Dit Vragen van welken aard dan ook, kunnen gezonden worden aan de Redactie van „De Landstand" m Zeeland, Postbus 31, Goes. Deze vragen worden kosteloos be antwoord, mits zij voorzien zijn van naam en adres van den in zender. Ingezonden vragen die niet van volledig adres voorzien zijn, kunnen niet in behandeling genomen worden! Vraag 6: Vorig jaar heb ik een perceel vlas geteeld; ik heb dat vlas in de maand Juni te velde verkocht. Plukken was voor rekening van den kooper, zooals dat algemeen gebruikelijk is; het vervoer van het land naar de schuur was voor mijn rekening. Eenige weken geleden heb ik de textielpunten ontvangen en met mijn personeel ver deeld, zooals ik dat uit de officiële mededeelingen heb kunnen lezen. Nu komt de kooper en hij wil de helft van de textielpunten hebben. Niet voor zichzelf, zegt hij, maar voor zijn per soneel. Ben ik nu verplicht hem textielpunten, te geven? (C. P. B. te T.). Antwoord: De linnenpremie is bestemd voor den teler van het vlas en niet voor den kooper. De arbeiders van den teler deelen dus mee in deze premie. Indien het vlas geplukt is door losse arbeiders is er geen bezwaar tegen dat ook deze menschen al naar gelang van hun prestatie een klein gedeelte van de linnenpremie ontvangen. Ver plicht is dit echter niet, zoodat er ook geen voorschriften voor zijn. Vraag 7: Hoe komt het toch dat landar beiders kunnen genieten van extra suiker, extra olie, extra linnen, meer melk, telerspremie voor tarwe, terwijl een arbeider in de fruitteelt dit alles moet missen, zelfs houden ze onzen toe slag zwaren arbeid in. Ook het loon in de fruitteelt is lager, daar wij altijd moeten werken voor 36 cent per uur en de landarbeider nog eens aangenomen werk heeft. Hierover zou ik gaarne in lichtingen ontvangen. (J. P. G. te R.) Antwoord: Inderdaad is de positie van den landarbeider, dank zij de verschil lende telerspremies, gunstiger dan die van de tuinbouw-arbeiders. Daar staat echter tegenover dat de tuinbouwarbei- der normaal over voldoende fruit be schikt, wat in dezen tijd ook zeer be langrijk is. Wat betreft uw opmerking over toeslag zwaren arbeid, deze wordt aan arbeiders in fruitteelt en tuinbouw verstrekt van Februari tot October, mits zij voldoen aan de daarvoor ge stelde normen, dus b.v. geen zelfver- zorgers zijn voor twee of meer artikelen. Deze kunt U dus ook aanvragen op het distributiekantoor van uw plaats. Overigens zyn wij het met U eens, dat de belooning van den tuinbouwarbeider onder de huidige omstandigheden iets gunstiger moet zyn dan van den ge wonen landarbeider. Echter kunnen we U mededeelen, dat er gewerkt wordt aan een nieuwe loonre geling voor den tuinbouw. is eveneens het geval bij de groote prak- tijkvelden en zal ongetwyfeld moeten wor den toegeschreven aan den ongunstigen zo mer. De bruine boonenrassen Beka, Ceka en Bruna ontliepen elkaar al zeer weinig, terwjjl Blanca in verhouding tot deze drie een vrij hoog beschot gaf. Blauwmaanzaaclproeiveld Op het Landbouwproefbedrijf te Wïlhel- minadorp werden proeven genomen met blauwmaanzaad. Kassen: Mansholt, Emmabloem, Nobel, Peragis en Eckendorfer, Grondsoort: Vrij zware klei. Voorvrucht: Aardappels. Bemesting: Groenbemesting met wikken en 500 kg kas per ha. Aantal par.: 3, elk van 0,89 are. Gezaaid: 2 April, op een rijenafstand van 30 cm met de kleine machine. Het zaad van Nobel arriveerde erg laat, zoodat dit pas op 20 April gezaaid kon worden. De ontwikkeling en stand van dit ras lieten zeer veel te wenschen over, zoodat net voor opbrengstbepaling niet in aanmerking kon komen. Opkomst: 13 April. De 2e par. van alle ras sen (uitgezonderd Peragis) en de 3e par. van Mansholt en Emmabloem kwamen te dun op, zoodat de stand van deze per ceeltjes te wenschen overliet. Peragis stond op alle veldjes veel voller dan de andere rassen. Doorgeslagen: 28 Mei op een afstand van 10 a 15 cm. Ontwikkeling: Peragis groeide wat vlug ger dan de andere rassen en muntte in stand boven de andere uit. Eckendorfer toonoe een forsch gewas met grof blad. Mansholt en Emmabloem kwamen ra groei veel met elkander overeen. Bloei: 24 Juni Peragis, 28 Juni Eckendor fer, 1 Juli Emmabloem en Mansholt. Stevigheid v. h. stroo: Peragis had het stevigste en Eckendorfer het slapste stroo. De lengte van deze twee bedroeg resp. 110 en 125 cm, terwijl Mansholt en Emmabloem 120 cm maten. Zaaddoozen: Die van Peragis waren ovaal van vorm en klein van stuk, doch haar aantal was zeer groot. Eckendorfer droeg maar weinig, doch groote zaaddoozen. Rijpen.: 12 Aug. Peragis, 14 Aug. Ecken dorfer, 19 Aug. Mansholt en Emmabloem. Gemaaid: 21 Aug. Kwaliteit v. 1». zaad: Over 't algemeen was deze zeer goed, doch Eckendorfer moest het tegenover de andere rassen ver liezen. Mansholt gaf het grofste zaad. De gemiddelde zaadopbrengsten in kg per are waren als volgt: Mansholt 17,1, Emma bloem 17, Peragis 19,7 en Eckendorfer 15.7 kg. Peragis kwam dus bovenaan te staan.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 6