5
"T) OOR zeer veel boomgaardbezitters
■L/ wordt meermalen geklaagd over
het slecht dragen van hun hoo
rnen- en bezoekt men dan zoo'n boom
gaard, dan verwacht men, dat direct
de oorzaak hiervan valt aan te wijzen.
Het gaat echter hierbij al net als bij
een dokter, die een patiënt bezoekt
Hij moet eerst bij zichzelven wikken
en wegen, wat of de oorzaak wel van
de kwaal kan zijn.
Zoo is het ook bij de vruchtboomen,
daar kunnen verschillende factoren
in het spel zijn en nu is het juiste
inzicht noodig om te zien, waar het
hapert. Meestal is het te verhelpen,
doch ook zijn er gevallen, waar dit
niet of heel moeilijk gaat.
Nemen we nu bijv.
de besluiving,
dit is al een heel voorname factor.
Tal van appel-, peer-, pruim- en ker
sensoorten zijn zoogenaamd zelf ste
riel, dus geheel of gedeeltelijk on
vruchtbaar bij bestuiving met stuif
meel der eigen bloemen. We moeten
dus bij den aanplant hierop ietten.
Tegenwoordig zijn door onderzoekin
gen hierover, al heel wat gegevens be
kend, doch nog lang niet genoeg en
daarom is he^te hopen, dat na dezen
oorlog hierin flink aangepakt wordt
door de daartoe bevoegde instanties,
want dat is van groot nut voor de
practijk.
We moeten dus bij de meeste soorten
zorgen, dat d£ onderlinge bestuivers
in eikaars onmiddellijke nabijheid
staan. Is dit niet het geval, verhelp
het dan door omenting, 'hier en daar
één boom'Of geheele rijen.; Betreft
het één alleen staanden boom, dan
kan men hier de bestuiving ook ver
beteren door enkele takken om te
enten. We mogen dan in zoo'n geval
niet de onderste takken voor omen
ting gebruiken, doch doen dit het
liefst zoo hoog mogelijk in de kroon,
dan eerst zijn we zeker, dat de groei
zich ook goed op de geplaatste enten
zal richten, daar-de boomgroei steeds
naar boven het sterkst is
Ook is maar al te vaak een
gering bijenbezoek
tijdens den bloei de oorzaak, want al
staan de onderlinge bestuivers op de
juiste wijze bij elkaar, dan zal het nog
niets baten als er niet voldoende bijen
zijn, om het stuifmeel over te bren
gen. Ook is de bij geen zwerfdier, als
hij zich eenmaal ingevlogen heeft,
dan bevliegt en bestuift hij dus steeds
maar een klein centrum daarom de
bestuivende soorten onderling dicht
bij elkaar planten. Zorg dus voor vol
doende bijenbezoek, door bijenvolken
in den boomgaard te plaatsen of be
ter, houdt zelf bijen. Voorschrift is,
minstens 5 volken per ha en hierbij
maakt het ook nog een heel verschil
of het korven of kasten zijn, waarin
de bijen gehouden worden, wijl de
meeste kastvolken grooter zijn dan de
korfvolken.
Een goede beschutting van den boom
gaard is ook van groot belang, want
het gebeurt meer dan men zou ver
moeden. dat er voldoende bijen aan
wezig zijn. doch door den onbeschut-
ten toestand waarin de boomgaard
verkeert, blijven de bijen uit zoo'n
boomgaard weg. als het weer tijdens
den bloei een weinig aan den kouden
kant is. De bloei verloopt dan ook al
niet gunstig, dus -is een zeer goede
bestuiving dubbel en dwars noodzake
lijk.
Rijk bloeiende vruchtboomen
is wel een prachtig gezicht, maaf_
toch ziet de ervaren vakman dit niet
graag, want hij weet dat door zoo'n
zwaren bloei, zeer veel van de kracht
der boomen gevergd wordt en dat het
heel vaak tot ver in den zomer aan
de te kleine bladeren en vruchten te
zien is, dat de boomen te veel kracht
verloren door den bloei.
Zijn de boomen in goede conditie, dus
is naast bloei ook flinke groei aanwe
zig, dan zijn ze wel in staat om zoo'n
krachtsinspanning in te halen.
Bij zwakke of kankerachtige boomen
gebeurt het veel, dat zij, hoewel ze
overmatig bloeiden, weinig vruchtzet
ting vertoonen. Een goede onderlinge
bestuiving kan dat oek niet verhelpen.
De rijke bloei kost hun dan teveel
kracht en het gevolg is dan, dat de
tallooze pas gezette vruchtjes al heel
spoedig afvallen „ruien" zegt de
practijk.
Zijn de boomen nog niet te oud, dan
is het beste middel hiertegen flink
snoeien, b.v. een ruime uitdunnings-
snoei of de kroon een flink eind terug
zetten, door de gesteltakken alle een
stuk in te korten. We kunnen in dit
laatste geval met succes ook het korte
vruchthout bijv. v.oor ongeveer de
helft wegknippen.
Volledige bemesting
is beslist noodig, doch met name voor
zwakke boomen vooral stikstof, want
deze boomen moeten over het doode
punt heengeholpen worden.
Ook kunnen de boomen nog te jong
zijn om te dragen, daar ze eerst den
vruchtbaarheidsleeftijd bereikt moe
ten hebben, alsvorens ze goed begin
nen. De groei overheerscht dan den
bloei en de vruchtzetting. Ze bloeien
dan soms wel gedeeltelijk, doch de
sterke groei zet den vruchtaanzet op
zijde.
Vooral boomen op zaailing veredeld
beginnen soms laat te dragen (Ster
appel en de Brab. bellefleur en dit
vooral op zwaardere gronden. Dus
wanhoop niet te vlug, als de jonge
boomen maar niet willen gaan dra
gen; .eerst moet de vruchtbaarheids
leeftijd bereikt zijn en als dan aan de
andere factoren voldaan is, komt de
dracht vanzelf.
De boómen kunnen in hun jeugd,
doch ook later wel
te hard groeien
voor een behoorlijke vruchtzetting.
Is de groei sterk, dan vooral niet te
veel snoeien, want dat wekt nog~meer
greei op, dus nog minder vruchtzet
ting.
Het komt nog wel eens voor. dat men
een boom sterk gesnoeid heeft met de
gedachte dat deze dan beter zal gaan
drageii. Kwam het slechte dragen dan
echter door den sterken groei, dan
heeft men de vruchtbaarheid door het
sterke snoeien nog meer bedorven.
Bij appels en peren kunnen we zeer
goed den groei temperen, door 2 halve
maan vormige inkervingen door den
bast te maken ter breedte van 1
In een officieel persbericht van het
Departement van Landbouw wordt
verzocht de verbouw van zome1'-
oliezaden, met name van zomerkool-
zaad en blauwmaanzaad. tot het
uiterste op te voeren. Gezien het
feit, dat vele perc. winterkoolzaad
geen oogst zullen kunnen geven, door
inundatie, was dergelijk verzoek ze
ker te verwachten. Onze vetvoorzie-
ning staat op het spel. Een ha wei
land kan een melkvetproductie van
plm. 200 kg geven, terwijl een ha
winterkoolzaad wel 1000 kg marga
rine kan leveren. Wat het verlies
van groote oppervlakten winterkool
zaad beteekent, zal dus ieder dui-
.delijk zijn. We willen hier dan ook
met nadruk nogeens het verzoek
van de Overheid finder de aandacht
van onze lezers brengen. Leg die op
roep niet zoo maar naast U neer,
maar ga uw teeltplan nog eens na
en ruim een plaats in voor zomer-
koolzaad en blauwmaanzaad.
In verband daarmede geven wij hier
een overzicht van de uitkomsten der
proeven met zomer-oliezaden in 1943
genomen.
a-a
a
£3
u
O N
o g.
66
Gewas
O
■O cc
ca
2$
2^.
S
2 |5
O
O
Mansh. Blauwm.zaad
1230
940
Janetzki Zomerkoolzaad
1320
1400
Liko Zomerkoolzaad
1380
1370
BGterzaad
1160
1260
Dederzaad
(1515)
cm. Jonge boomen doen we dit niet,
die laten we eerst flink uitgroeien
Maken we die inkervingen op de juiste
manier, dan bloeit doorgaans het vol
gend voorjaar de boom volop.
Bij kersen en pruimen is dit inkerven
gevaarlijk, wegens het gevaar van
„gommen".
Boomen die
te diep geplant
zijn, hetgeen nogal eens voorkomt,
vertoonen doorgaans ook een slechte
vruchtzetting. De wortelen kunnen
door die diepe planting hun noodza
kelijke functies niet verrichten, met
als gevolg een kwarrigen groei en
meestal veel topkanker. Dit kwaad is
niet best te verhelpen en de eenige
weg is dan nog. den grond gedeelte
lijk weggraven in een grooten kring
rondom den stam van den boom. zoo
dat er een heel zacht glooiende put-
vorming ontstaat, gericht naar den
stam van den boom. Dit moet met
overleg gebeuren, want anders maakt
men het nog erger, daar de boomen
dan in waterputten komen te staan
Een goede geregelde
jaarlijksclie bespuiting
werkt het vruchtdragen zeer in de
hand, doch dan niet alleen in den
winter, maar ook gedurende den ge-
heelen zomer, zoodat het blad geheel
vrij van „schurft" blijft en dat het
dus ten volle de noodzakelijke func
ties kan verrichten. Al zit er geen
oogst aan de boomen. evenwel- moet
men bespuiten, bij de meeste soorten
komt dan het geregelde draden van
zelf.
Ook mogen we de boomen nooit een
jaar
te zwaar laten dragen,
want dan gebeurt het meermalen, dat
het jaren duurt alvorens de boom
weer ..op volle kracht is, terwijl de
oogst van dat volle laar bovendien
minderwaardig is, wat grootte en
vooral ook wSt smaak betreft, dus bij
zeer zware dracht, tijdig vruchten
dunnen gedurende den zomen
Boomgaarden in gras.
De allerslechtste methode van fruit
telen is: koeien, paarden of varkens
Deze cijfers hebben slechts betrek
king op één jaar. Toch kunnen we
daar wel enkele conclusies uit
trekken.
Op de klein gronden is 't verschil tus-
sehen blauwmaanzaad en zomerkool-
zaad niet zoo groot. Het koolzaad
was echter wat laat gezaaid. Wan
neer dit zoo vroeg mogelijk, liefst
eerste helft Maart gezaaid wordt, zal
de opbrengst wel hooger kunnen
zijn. Boterzaad kon in opb-engst niet
meekomen.
Op de zandgronden behoort blauw
maanzaad eigenlijk niet thuis. De
opbrengst kan daar bij lange na niet
meekomen (uitzonderingen daarge
laten). Het zomerkoolzaad is daar
het meest geschikt. Dederzaad. een
oud ras, dat geringe eischen aan
den grefid stelt, werd vroeger wel in
den Achterhoek van Gelderland en in
Overijssel verbouwd. De oliekwaliteit
zou niet te best zijn
'Conclusie. Zaai op de kleigronden,
als men dat tijdig d.w.z. in Maart
kan doen, zome.koolzaad (Janetzki
cf Liko). Wordt het wat laat. dan
is blauwmaanzaad een goed gewas.
Houdt u op de zandgronden aan
Janetzki of Liko zomerkoolzaad
Boterzaad heef>- het nadeel, dat er
veel meer kans is op schade van de
kc.olzaadglanskever, d<x>rdat heteen
lange, en bloeitijd heeif. Overigens is
boterzaad vroeger rijp
Op ieder kleibedrijf zomerkoolzaad
of blauwmaanzaad. Op ieder zand-
bedrijf zomerkoolzaad.
Dat is de eisch van het oogenblik.
Wat gezond pootgoed voor de op
brengst van den aardappelverbouw
beteekent, is uit proefveldresultaten
in de loop der jaren ten duidelijkste
gebleken. Daarom: koop goedge-
Ontvangt U twee Landstanden?
Stuur dan s.v.p. het overtollige
adresbandje naar „Volk en Bo
dem", Kortenaerkade 9, Den Haag
in boomgaarden toe te laten. Zeer
veel klachten over het slecht dragen
van de vruchtboomen zijn daar het
gevolg van en binnen afzienbaren
tijd hopen we, dat nergens vee meer
in de boomgaarden te zien is. Zelfs
schapen, al. doen die op zichzelf min
der schade, behooren toch in den
boomgaard niet thuis.
Er zijn ook
onvruchtbare soorten,
welker vruchten ech^r zeer gewild
zijn. Ze dragen wel eens een enkel
jaar goed, doch in den regel is de
oogst zeer klein. Welke invloeden bij
zulke boomen hief in 'tspel zijn, is
nog niet ten volle bekend
Het omenten met bekende goed dra
gende soorten is de beste methode
hierbij. Als minder goed dragend
staan vooral bekend bij de peren, de
Triumphe de Vienne en de Kruide
nierspeer, deze laatste is ook be' jnd
onder den naam van Oomskinderen-
peer.
Ook zijn er wel soorten die een
tijdelijke zwakte of inzinking
mee maken. Soms kunnen we bepa
len waardoor die inzinking ontstaan
is, doch ook vaak niet en constatee-
ren we alleen het feit, dat de soort
een zwakke periode doormaakt Dit
kan betrekkelijk tijdelijk zijn, doch
het kan ook jaren durèn, eer de boo
men die verzwakking weer te boven
zijn. De practijk wacht meestal niet
zoolang hiermede, doch ent zulke
boomen met een tamelijk sterken
groeier om. Als voorbeeld hiervan
diene, de soorten Jacob Dirk. Brab.
bellefleur en de Winterian of Klei-
peer.
Er zijn nog meer factoren op te noe
men. maar uit het bovenstaande blijkt
reeds voldoende, dat zeer veel invloe
den de vruchtbaarheid kunnen rem
men. O.
keurd pootgoed. Dat is een dringen
de eisch. Het is ons bekend, da* men
in sommige provincies het geb uik
van goedgekeurd pootgoed vei plicht
'wi! stellen. Dienovereenkomstige ver
ordeningen zijn in voorbereiding.
Zonder ons hier uit te later over de
vraag, of een dergelijke verordening
noodig is en uitvoerbaar, juichen wij
het ten zeerste toe. dat met alle
mogelijke middelen getracht wordt,
de opbrengst van de aardappelcul
tuur te verhoogen. Otize lezers bin
den wij dit op het hart: „Wacht
niet tot men U verplicht gekeurd
goed te gebruiken, maar zie Uw eigen
belang en zorg zelf voor N A K-ge
keurde poters, liefst A of B-klasse."
Velen, vooral in het Westen van het
land, hebben hun bedrijf moeten
verlaten, en zijn naar een andei
tijdelijk adres vertrokken. Dat zij
ook daar graag de Landstand willen
ontvangen, is duidelijk. Wij zullen er
gaarne voor zorgen, dat U die
ontvangt. Maar "an moet U het ons
ook mogelijk maken
Stuur bij verhuizing een bericht van
adreswijziging aan het Provinciaal
kantoo: van den Landstand en aan
<?c Uitgeverij Volk en Bodem, Korte-
naerkade 9, Den Haag. Dan komt
de krant weer ten spoedigste op Uw
nieuwe adres.
Op het postkantoor kunt U die
adreswijzigingskaarten voor een paar
centen koopen. Help ons een~handje
om zoo spoedig mogelijk de k.anten-
vtrzending weer in orde te hebben.