De huisvesting van konijnen
Zorgen bij het werpen
Bedrijfspluimyee-
houderij
Marktoverzicht
HET fokseizoen 1944 staat voor de
deur. Voordat wij met het fokken
kunnen beginnen, is het nood
zakelijk, dat de huisvesting van de fok-
dieren in orde is. De eerste vraag, die
zich daarbij dan voordoet, is deze: heb
ben de hokken de juiste afmetingen?
Een goed hok moet tenminste 80 cm
diep, 80 cm breed en 55 cm hoog zijn.
Veelal worden de konijnen in te kleine
hokken ondergebracht, waarin de dieren
zich maar amper kunnen bewegen. Zelfs
ziet men wel in deze kleine hokjes de
voedster met haar jongen. Wanneer er
dan een nast in is kan het hok niet
meer worden schoongemaakt, zonder
het nest te verstoren. Is het dan te
verwonderen, dat de nesten mislukken?
Wil men góed fokken, dan moet men
hiervoor een dubbel hok hebben van 80.
cm diep, 160 cm breed en 55 cm hoog.
Dit is dus een z.g. tweedeelig hok, doch
het moet zoo geconstrueerd zijn, dat
men van deze twee afdeelingen één
ruimte kan maken door een uitneem-
baar tusschenschot. Het is aan te beve
len bij het fokken gebruik te maken
van een nestkistje. Het nestkistje levert
vele voordeelen op, daar op deze manier
de natuurlijke omstandigheden zoo goed
mogelijk worden benaderd." Het konijn
toch is een holbewoner en zal zijn nest
dan ook in de meeste gevallen in het
nestkistje maken. In dat geval kan het
hok gemakkelijk worden schoonge
maakt, zonder dat het nest wordt
gestoord.
De fokdieren.
Is de huisvesting in orde. dan gaan we
de dieren inspecteeren. Bij de keuze van
onze fokdieren moeten wij in de eerste
plaats letten op een goeden bouw van
het lichaam, waarbij in het bijzonder
gelet moet worden op een juisten stand
van de beenen.
Hoewel wij aan het exterieur van een
nutkonyn niet die eischen behoeven te
stellen, die in den standaard voor de
tentoonstellingsdieren zijn vastgelegd,
moeten wij er wel voor zorgen, dat het
fokdier voldoet aan de raskenmerken.
Een goede bouw van onze fokdieren
dient steeds geëischt te worden, want
voor een nutkonijn zijn zoowel een goede
gezondheid als een" sterke constitutie
eerst vereischten. Afwijkingen in den
lichaamsbouw zijn teëkenen van een
beginnende degeneratie en dat is iets,
wat wij angstvallig moeten voorkomen.
Alleen een in elk opzicht gezond en
goed gebouwd konijn kan maximale
resultaten opleveren.
De Fokram.
De fokram moet een rana zijn en mag
niet in bouw op een voedster gelijken.
De kop moet gedrongen en breed zijn,
de lichaamsvorm geblokt en het vel bij
zonder dicht in de onderwol. Rammen
met een smallen kop en eeen te lange
middenhand zijn voor de fokkery on
geschikt. De ram moet een vurig tem-
peramei^ hebben, doch mag bij een
goed& verzorging nooit boosaardig zijn,
hij moet dus een zekere vertrouwelijk
heid tegenover zijn verzorger toonen.
Het is een dringende eisch, dat de dek
kingen nauwkeurig worden geregeld,
wil men .«niet door een te groot aantal
paringen den fokram te veel uitputten.
Het is daarom zeer wenschelijk, bij den
ram slechts om de twee a drie dagen
een voedster ter dekking te brengen.
Te snel op elkaar volgende dekkingen
kunnen een daling der vruchtbaarheid
tengevolge hebben en aanleiding geven
tot de geboorte van zwakke jongen, die
gevoelig zijn voor ziekten met het gevolg
veel sterfte onder de dieren.
In den regel zijn de rammen op een
leeftijd van zes maanden geslachtsrijp,
vaak ook reeds eerder, sorris later. Het
dier gedraagt zich dan bijzonder leven
dig. Het springt opgewekt in den stal
rond en strijkt onrustig met de kin over
voer, stroo, voerbak en ruif. Men late
echter den ram niet dekken voor hij
tenminste acht maanden oud is, daar
hij, hoewel met zes maanden al ge
slachtsrijp, dan nog niet volwassen,
d.w.z. geheel uitgegroeid is.
De Fokvoedsteri
De fokvoedster moet een typisch vrou
welijk uiterlijk hebben. Haar lichaams
bouw moet gestrekter zijn dan die van
den ram. De kop is fijner en langer en
de ledematen zrjn minder zwaar. Een
verder kenmerk voor een goede voedster
is een breed bekken. De fokvoedster
moet in goede conditie zijn, m.a.w. zij
mag niet te vet, doch ook niet te mager
zijn. Voorts moet zij een rustig, goedig
karakter hebben. Onrustige, zenuw
achtige en boosaardige voedsters kun
nen beter niet voor de fokkerij worden
gebruikt.
De fokvoedster moet tenminste acht
tepels hebben. Het aantal tepels by onze
huisdieren is erfelijk, daarom moeten
zoowel de moeders van de rammen als
de voedsters tenminste acht tepels heb
ben, dieren met minder dan acht tepels
moeten voor de fokkerij worden uitge
schakeld, en voor den slacht worden
bestemd.
Het fokken met dieren met te weinig
tepels levert het groote gevaar op, dat
deze ongewenschte eigenschap in den
stam wordt vastgelegd, waardoor het
voortplantingsvermogen en daarmede de
nutwaafde van den stam sterk gaat
dalen. Bij het uitzoeken van de jonge
voedsters moet dan ook nauwkeurig op
het aantal tepels worden gelet. De
tepels zijn als kleine bleekroode propjes
aan de buikzijde zichtbaar. ^Tepels, die
slechts als een kale huidplek met ge
ringe welving zijn te herkennen, zijn
slecht ontwikkeld en produceeren weinig
of soms heelemaal geen melk. Heeft de
voedster een aantal van zulke tepels,
dan is de kans gering, dat zij al haar
jongen kan groot brengen.
De voedster is op een leeftyd van onge
veer een half jaar geslachtsrijp. Zij mag
echter nooit worden gedekt, voordat ze
geheel volwassen is, daar dit haar nor
male ontwikkeling zou storen en zy dan
het gewenschte type niet meer kan be
reiken. De voedster wordt daarom door
gaans pas op een leeftijd van acht tot
tien maanden gedekt, nooit eerder.
Een voedster mag slechts bij den ram
worden gebracht, als zij dekrijp is, daar
alleen bij bronstige voedsters de dekking
met succes verloopt. Het bronstig zijn
uit zich vaak bij de voedster door een
opgewonden gedrag, het overhoop halen
van het hok en het bouwen van een
nest van geplukt haar.
Varkens van 25 kg. of meer
Onlangs werd medegedeeld, dat biggen
en Ioopers tot een gewicht van 50 kg.,
ook zonder dat hiervoor een vergunning
aanwezig was, tot 1 Maart op het be
drijf mochten zijn, resp. mochten worden
verhandeld. Voor elk varken van 25 kg.
of meex\ dat thans nog op het bedrijf van
de varkenshouders wordt gehouden, moet
echter een mestcontract zijn afgeslotèn
of een vergunning tot het aanhouden van
een huisslachtingsvarken of een opfok-
vergunning getoond kunnen worden. In
dien na 12 Maart nog varkens op het be
drijf worden aangetroffen zonder dat de
hiervoor bedoelde vergunning aanwezig
is, wordt tot inbeslagneming van het
betreffende varken overgegaan Slechts
hij, wiens hoofdberoep in den land- of
tuinbouw ligt, alsmede de land- en tuin-
bouwarbeiders, kunnen in aanmerking
komen voor een vergunning tot het aan
houden van een huisslachtingsvarken of
voor het afsluiten van een mestcontract
1944,
In een Belgisch landbouwblad lezen we:
„Het is uit den booze bij het veulen der
merrie of kalven der koe de navelstreng
af te binden. Wanneer 't veulen op de
wereld komt en de navelstreng is nog
niet gebroken neem dan een zuivere
schaar en snijdt ze door, een hand onder
den buik daar waar er een kleine'ver
nauwing is. Het is voldoende den navel
te ontsmetten met een ontsmettings
middel zooals b.v. waterstofperoxyde,
ether of alcohol.
Bindt ze niet af want dan hoopt het
bloed zich op en vormt een gunstig
terrein voor het ontwikkelen van aller
hande kiemen en microben. Zoo veroor
zaakt men navelontsteking die kan
overslaan in een algemeene bloedver
giftiging en den dood van het veulen
kan veroorzaken.
Enkel en alleen wanneer het dreigt
Telersprijzen groenten 1944
Met goedkeuring der daartoe bevoegde in
stanties zijn voor het teeltjaar '44 in de
maximum-telerspryzen der voornaamste
voor de volksvoeding in aanmerking komen
de, op den kouden grond geteelde groenten
wijzigingen t.o.v. het teeltjaar '43 aange
bracht. Deze wijzigingen hebben ten doel
eenerzijds de teelt van bepaalde groenten
te doen uitbreiden en anderzijds vooral ook
den aanvoer meer gelijkmatig te doen ver-
loopen door dezen in de maanden Juni en
Juli te vergrooten. In aanmerking komen:
spinazie, bloemkool, bospeen, tuinboonen.
peulen, rijsdoperwten. stamboonen, stokboo-
nen, met uitzondering van p-onkboonen.
roode-, gele-, witte- en savoye kool. breek-
peen, prei, knolselderij eiS uien. Aan de
telers wordt in overweging gegeven zich
zoo spoedig mogelijk voor nadere gegevens
tot het krntoor hunner veilingen te wenden.
dood te bloeden mag men zijn toevlucht
nemen tot afbinden. Maar dan abso
luut zoo zuiver mogelijk. Neem niet de
eerste de beste koord of draad maar
drenk hem eerst in een ontsmettende
oplossing. Het best is deze voorzorg
reeds te nemen zoo gauw men de eer
ste teekens ziet van het veulen en zoo
zal men niet verrast zijn: men legg'e
een zuivere schaar klaar, die men ont
smet en een koordje dat men drenkt in
de ontsmettende oplossing. Deze kleine
voorzorgsmaatregel kan soms veel
onheil voorkolhen.
De kuikens voor de gezins
hoofden
Het blijkt ons, dat omtrent het aan
tal kuikens, dat door een gezinshoofd
mag worden besteld, nogal eenig mis
verstand bestaat, waarom wij hieronder
een uiteenzetting zullen geven, waar-
Hit ieder zal kunnen nagaan op hoe
veel kuikens hij nu eigenlijk recht
heeft.
Dezer dagen zal men bij den Plaatse
lijken Bureauhouder een bestelbon voor
kuikens kunnen aanvragen, waarmee
men bij een erkend Fok- of Vermeer-
deringsbedrijf kuikens kan bestellen.
In dit blad* van 25 Febr. schreven wij
reeds, dat gezinshoofden ten hoogste
250 procent (ongesext) hoenderkuikens
of 120 procent vrouwelijke eendenkui
kens konden bestellen, van het aantal
stuks pluimvee hetwelk een gezinshoofd
krachtens de pluimveeregeling 1943/'44
mag aanhouden.
Voor het gemak zullen wij het voor
naamste uit die regeling "hier laten
volgen:
Artikel 2
Een vergunning, als bedoeld in artikel
8 van de verordening, zal worden uit
gereikt met inachtneming van 't navol
gende:
a) op één adres mag slechts door één
gezinshoofd pluimvee voorhanden of in
voorraad worden gehouden en slechts
op eigen erf of daarmede gelijk te stel
len cultuurgrond.
b) het in totaal aangeboden stuks
pluimvee mag een aantal van 10 stuks
niet overschrijden, tenzij het gezinshoofd
een landbouwbedrijf exploiteert met een
oppervlakte van ten minste 10 ha. cul
tuurgrond, in welk geval ten hoogste
15 stuks mogen worden aangehouden.
c) indien een gezinshoofd ten genoe
gen van het Bedrijfschap kan aantoo-
nen, dat hij beschikt over voldoende
afvalvoeder, kan het Bedrijfschap hem
toestaan een hooger aantal dan het
onder b genoemde maximum aantal
stuks pluimvee voorhanden of in voor
raad te houden, welk aantal in ieder
geval afzonderlijk door het Bedrijfschap
zal worden vastgesteld.
d) het maximum aantal stuks pluim
vee mag slechts worden aangehouden
door gezinshoofden, die ten volle aan
hun inleveringsplicht van eieren inge
volge het Uitvoeringsbesluit Inlev^-
ringsplicht eieren 1943 hebben voldaan.
e) gezinshoofden, die voor 40 procent
of meer aan dezen inleveringsplicht heb-
De administratie van de onderafdee-
ling Bedrüfspluimveehouderü van
den Ned. Landstand is gevestigd:
Zeestraat 71B, 's-Gravcnhage.
Het Hoofd vair"tleze onderafdeeling,
de heer Huisman, is te spreken,
eiken Woensdag van 1116 uur op
bovenstaand adres.
ben voldaan, mogen slechts aanhouden
een aantal stuks pluimvee, gelijk 1/«5
deel van het aantal eieren, dat inge
volge het Uitvoeringsbesluit In^everings-
plicht eieren 1943 werd ingeleverd, waar
bij breuken boven Y> naar boven wor
den afgerond.
f) gezinshoofden, die voor minder dan
40 procent aan dezen inleveringsplicht
hebben voldaan, mogen geen pluimvee
aanhouden.
Artikel 3
In afwijking van het in artikèl 2 be
paalde kan hét Bedrijfschap (op schrif
telijke aanvrage) aan gezinshoofden,
die geen eieren hebben ingeleverd, inge
volge het Uitvoeringsbesluit Inleverings-
plicht eieren 1943 toestaan een aantal
stuks pluimvee voorhanden of in voor
raad te houden, welk aantal wordt vast
gesteld volgens de bepalingen, neerge
legd onder artikel 2, sub. b en c.
We zien dus. dat niet iedereen 25 resp
38 kuikens kan bestellen. Artikel 2 ondei
d zegt dat het maximum aantal slechts
mag worden aangehouden door gezins
hoofden, die ten volle aan hun inleve-
ringsplicht van eieren in 1943 hebben
voldaan. Wie minder dan 40 procent
van zijn aanslag heeft ingeleverd, mag
geen pluimvee meer houden en kan dus
geen kuikens bestellen. Wie 40 procent
of meer heeft ingeleverd mag voor elke
25 ingeleverde eieren een kip aanhouden
en kan dus berekenen op hoeveel kui
kens hij recht heeft. Wie dus in 1943
10 kippen mocht aanhouden, doch slechts
150 eieren inleverde, mag niet meer
dan 6 kippen houden en kan maximum
15 kuikens bestellen. Wie echter drie
kippen had "en hiervan 75 eieren inle-
vesge kan naar gelang 25 of 38 kuikens
bestellen.
Iemand, die bijvoorbeeld in 1942 niet
ten volle aan zijn inleveringsplicht heeft
voldaan en daardoor minder pluimvee
mocht aanhouden, doch in 1943 aan
zrjn inleveringsplicht heeft voldaan,
mag nu weer het maximum aantal hou
den en dus ook het maximum aantal
kuikens bestellen.
Het blijkt, dat hier en daar Plaatselijke
Bureauhouders zijn, die door onbekend
heid met de regeling niet .altijd reke
ning houden met de hier uiteengezette,
regeling. Wie daaromtrent moeilijkhe
den ondervindt, wende zich tot ons.
Grootst mogelijke verbouw van
oliezaden
De verbouw van winteroliezaad liet den
vorigen herfst niets te wenschen over;
groote en voldoende oppervlakten werden
uitgezaaid. Tengevolge van mogelijke inun
daties bestaan er echter kansen, dat de
oppervlakte oogstbaar winterkoolzaad aan
merkelijk zal achteruitgaan. Met aandrang
wordt daarom verzocht den verbouw van
zcmeroliezadcn als blauwmaanzaad en
zomerkoolzaad tot het uiterste op te voe-
ren.
Officieele Iandbouwmededeelingen
Niet-houdbare pariyen aardappelen.
Telers van met-houdbare partijen aard
appelen dienen zich schriftelijk te wenden
tot den P.B.H. of ons kantoor, Afd. Akker
bouw 5, onder opgave van de volgende
gegevens
le. De grootte van de aangetaste party.
,2e. Het ras.
3e. De aard van "de aantasting.
4e. Een precieze aanduiding, waar de
aardappelen liggen opgeslagen.
5e. Indien voor consumptie afgekeurd, de
naam van den landkoopman.
6e. Volledige naam en adres almede orga
nisatienummer.
Bovenstaande opgave moet steeds schrif
telijk geschieden. De teler kan zich der
halve nooit op een mondelinge mededeeling
beroepen.
Geboorteaangifte veulens 1944.
Ingevolge de paardenverordening 1942 Is
hel voorhanden of in voorraad hebben van
alle paarden, ouder dan 3 maanden, slechts
toegestaan, indien de houder van het paard
in het bezit is van een, ten behoeve van
dat paard, uitgereikte gelü.gt dentiteits-
k&art.
leneinde de identiteitskaarten van de in
1944 geboren veulens tijdig te kunnen uit
reiken, is het noodzakelijk, dat iedere hou
der van een merrie, die een veulen l.eeft
gebracht, ten spoedigste, doch uiterlijk
binnen 5 x 24 uur aangifte doet bij zijn
I'l. Vertegenwoordiger.
De identiteitskaart van het moederpaard
moet by den 1*1. ertegcnwoordiger worden
overgelegd.
Voorzoover iemand reeds in 't bezit is van
een veulen ouder dan 5 dagen, moet de
aangifte aslnog onmiddellijk geschieden.
Bij de aangifte zal een geboorleaangifte-
bewys worden afgegeven. Dit bewijs moet
zorgvuldig worden bewaard^
Handel in ongekeurd zaailijnzaad.
Aan telers i'n Zeeland, op de Zuid-Holland-
sche eilanden, in Noord-Brabant en de Be
tuwe mag vanaf heden, ook net alleen op
partij goedgekeurde zaailijnzaad \yorden af
geleverd. i
Bij verkoop hiervan door teleis aan hande
laren, dienen telers aan kooper een koop
verklaring te vragen, welke zorgvuldig door
hen moet worden bewaard.
-De telerspryzen ongeschoond bedragen
19.60 voor wit en 21.20 voor blauwbloem,
'waarbij inbegrepen de heffingen op on
geschoond ad 1.60 en 2.70 welke heffing
aan den P.B.H. moet worden betaald bij
het afhalen van het vervoerbewijs.
De wnd. Prov. Voedsel<*>mmissaris
v voor Zeeland.-
Sehreven wij vorige maal, dat öp de vee
markten een rustige week achter de rug
was, hetzelfde kunnen wij ditmaal va den
handel zeggen.
De veehandelaren hebben zich byzonder
kalm gedragen De markten lagen v'-w^l
stil, uitgezonderd natuurlijk weer di oon-
nen. Wat de taxatieveemarkten zullen bren
gen, weten wij niet. Wel kennen wij dit
soort markt van de paarden en weten, dat
ze daar niet erg populair zijn. Het mag dan
ook geen verwondering wekken, dat vele
boeren en handelaren wat sceptisch staan
tegenover de taxatiemarkten. Dat zij naar
ieders -tevredenheid zullen werken, mogen
wij hopengelooven echter dóen wij het
niet.
In verschillende plaatsen werd vorige week
de eerste taxatieveemarkt gehouden. De
aanvoeren waren ove; het algemeen zeer ge
ring. Er zijn nog te weinig aankoopver-
ningen uitgereikt, zoodat het ons aan ge
gevens nog ontbreekt.
,-De bonnenhandel gaat nog steeds met on
verminderde kracht door. Men heeft zich
als het. ware op dezen handel geworpen
met een hartstocht een betere zaak waar
dig. De bonnenhandel schijnt voor vele
menschen tegenwoordig een beroep gewor
den te zijn. De bonnenprijzen liepen van
ƒ2.50 tot ƒ2.90
De pryzen voor de varkens gingen in snel
tempo naar boven en stegen in den loop
van de week tot 4.50 5.— per kg.
Wij vermoeden dat op de varkensmarkten
binnenkort de een of andere maatregel
niet kan uitblijven, en vreezen. dat de
werkelijk bonafide handelaren hier uitein
delijk de dupe van zullen worden.
De schapenmarkten zijn weer geopend.
Dit is slechts voor kort, doch verschil
lende boeren kunnen zich thans weer be
voorraden of wel een schaap omruilen te
gen een beter soort. De prijzen zijn wel
hoog, want voor een goed schaap, dat nog
moet lammen, wordt 300.— of meer neer
geteld. D. S.