W enken van de week
Vragen
Voor onze Landvrouwen
10 MILLIARD
Luchtbescherming
4
HJETT rundveevraagstuk geeft nog
steeds tot tal van moeilijkheden
en zorgen aanleiding. Zoo zijn er ook
ten aanzien van de nieuwe regeling
van den handel in gebruiksvee nog
tal van vragen, -waar de veehouder
ln de praktijk voor komt te staan.
Zoo bijv. deze: wanneer men een
aankoopvergunning wil hebben,
moet men dan eerst vleesch leveren?
Nu, dat is niet noodig. In eerste in
stantie lag dat blijkbaar wel in de
bedoeling, doch nu kan men een
aankoop vergunning krijgen op voor
waarde, dat men later een overeen
komstig aantal kg. levert voor de
slachtveemarkt. Zooals men in Ac
tualiteiten kan lezen is de leverings
termijn 14 dagen, doch worden po
gingen gedaan dezen termijn te ver
lengen.
Het schijnt voor te komen, dat niet
alle P.B.H.'s op de hoogte zijn gesteld
van dezen maatregel. Doch niette
min is het een feit, dat men een
aankoopvergunning kan krijgen
zonder eerst te leveren.
Dan is het blijkbaar nog niet aan
ledereen duidelijk, hoe het zit met
de kalveren, Vallen die nu ook onder
de taxatie-regeling, of zijn ze vrij.
De regeling is zoo, dat kalveren bo
ven 60 kg. gewicht onder de rege
ling vallen. Wil men dus een kalf
van dat gewicht of zwaarder verkoo-
Een, dan dient het te worden aange-
oden aan de taxatie-commissie. Zij
moeten over de markt worden ge
taxeerd en gewogen en kunnen zoo
van eigenaar verwisselen.
Liet men de kalveren vrij, dan zou
daarin een mooie gelegenheid te
vinden zijn tot ontduiking van de
genomen maatregelen. Daar kan
dus niet aan worden gedacht.
Dan nog iets over het jong veg.-
maximum. Dit bedraagt 75 procent
van het bedrijf smaximum, zooals
men weet. Die 75 procent is gere
kend met Inbegrip van de kalveren.
Nu zal het ieder duidelijk zijn, dat
practisch genomen elk veebedrijf in
den tijd, dat de kalveren geboren
worden een jongveebezetting zal
hebben van meer dan 75 procent. In
dat geval is men dus feitelijk in
overtreding. Daarom is bepaald, dat
tijdelijk een verhooging van die 75
procent wordt toegestaan, mits men
dat aanvraagt. Wie dus door de ge
boorte van kalveren boven zijn be-
drijfsmaximum voor jongvee komt,
doet verstandig bij zijn P.B.H. ver
hooging aan te vragen. Dit wordt
dan altijd 'toegestaan. In den loop
van het seizoen komt men door ver
koop van kalveren en door het af
kalven van vaarzen wel weer op zijn
75 procent terug.
Het ware ons liever geweest, wan
neer men de kalveren niet onder het
bedrijfsmaximum voor Jongeren
had gesteld en dan dat bedrijfs
maximum wat lager dan 75 procent
had gesteld. Dan was men van de
noodzaak tot aanvragen van tijde
lljke verhooging grootendeels af ge
weest.
WWrtn--I'MSCwTlW
MOLESMRMERiNGEH
voor
Gebouwen, inboedel», (nvenJo
nnen, voortuigen, ent.
Bedrijfsschade en huurdervlnft
ook voor binnen vaartuigen.
Persoonlijks ongevallen.
Geld, geldswaarden en pre-
ciosa.
Haltiaarlljkscbe Sciiadereselinst
Totool werd reeds vertekerd
voor ruim
GULOEN
Voegt daarbij ook Uw belang
en vraagt Inlichtingen bij vw
Assurantie bezorger i
Het kan voorkomen, dat men een
bedrijfsmaximum voor melkvee heeft
dat te laag is in verhouding tot de
voedermogelijkheden op het bedrijf.
In zoo'n geval kan men bij zijn
P-B.H. een verzoek indienen om. ver-
hoo'glng van het bedrijfsmaximum
te verkrijgen. Wordt daarop gunstig
beslist, dan wordt de vleeschaanslag
over het loopende jaar toch bere
kend op het oude bedrijfsmaximum..
Het nieuwe jaar gaat men dan ech
ter wel beginnen met het verhoogd
bedrijfsmaximum, en in dat nieuwe
seizoen zal men dus wel vleesch
moeten leveren, overeenkomstig het
verhoogde bedrijfsmaximum. Het
spreekt vanzelf, dat dergelijke aan
vragen serieus bekeken zullen wor
den, alvorens toestemming wordt
verleend.
Thans nog enkele akkerbouw-wen-
ken.
Wij schreven al eerder over de ver
schillende voederbietenrassen en
wezen er toen op, dat men goed zal
doen, speciaal aan de rassen met 'n
hoog gehalte aan droge stof, aan
dacht te schenken. Deze toch ge
ven hooge drogestofopbrengsten,
(waar het tenslotte toch om gaat)
in minder kg. bieten. Men heeft dus
voor het verkrijgen van dezelfde hoe
veelheid voedingsstof minder kg. te
verwerken, wanneer men voederbie
ten met hoog gehalte verbouwt. Ook
laten deze zich beter bewaren.
Uit proefnemingen in Zeeland in
1943 genomen, bleek, dat daar het
ras Groeningia met een droge stof-
gehalte van 19.2 procent, ook de
grootste hoeveelheid droge stof per
ha. opbracht. Het ras Frlso was met
een droge stof gehalte van 24.7 pto-
cent de variëteit, die het hoogste ge
halte aan droge stof bezit.
Nadrukkelijk willen we er hier nog
eens op wijzen, dat men voor voeder-
verbouw, de rassen met een hoog
droge stofgehalte niet moet verge
ten.
De uitkomsten van de proefneming
te Wllhelminadorp laten wij hieron
der volgen.
Gemiddelde opbrengsten per ore.
Friso 629.6 24.7% 155.5
Groeningia 905.7 19.2% 173.9
Teutonia 1041.7 15.5% 161.5
Productiva 1161.0 135% 156.7
Peragis 1109.6 13.5% 149.8
Ook met diverse vlasrassen zijn
proeven genomen te Wilhelmina-
dorp. Daarbij werden naast Concur
rent ook vier nieuwe rassen van
Hylkema beproefd, verder de soorten
Liral, Crown en Liral Prinee, alsme
de de rassen van dr. Dorst 0- 100 en
A B.
De belde proefvelden, die aan het
vlas waren gewijd, gaven interessan
te Tesultaten. In het kort de uitkom
sten weergevend, kunnen we zeg
gen, dat het ras Concurrent nog
steeds een prima ras is, met groote
zaadopbrengst. De rassen van Hylke
ma gaven echter ook beste resulta
ten. Vooral de nrs. 312851 en 311
879 gaven beste stroo-opbrengsten,
soms hooger dan van Concurrent.
Doch ook de nieuwe rassen van dr.
Dorst deden het goed. Op een proef
veld kwam 0 100 in stroo-opbrengst
bovenaan.
Waar zooals uit officieele mededee-
lingen blijkt, dat deze. nieuwe ras
sen het in weerstand tegen ziekten
(bijv. vlasroest) winnen van de Con
current, is het zeer gewenscht, dat
de practijk aandacht aan deze ras
sen gaat schenken. Wie belangstel
ling voor den verbouw van nieuwe
rassen heeft, kan zich daarover in
verbinding stellen met den Land-
bouwconsulent ln zijn streek.
op Bijenteeltgebied
zende men aan Chr. H.RAAD,
Hoflaan 7, Hilversum.
Postz. voor autwoord insluiten
(^De tuin bi) de boerderij"^
We hebben al mooie dagen gehad, bij
uitstek geschikt om te zaaien, en wij
mogen zeker wel aannemen, dat U
daarvan geprofiteerd zult hebben. Wie
spoedig van de voorjaarsgroenten uit
eigen tuin wil eten moet tijdig zaaien
en plantenZelf plukten wij al de eer
ste radijsjes uit den kouden bak. De
sia, die we eind Januari in den kou
den bak gezaaid hebben, is nu al groot
genoeg om buiten uit te zetten. Hebt
U bakruimte genoeg, dan laat U na-
uur lijk wat planten onder glas staan.
Die zijn eerder tot goede kroppen uit
gegroeid. De vroeggerooide 'spinazie be
gint haar groen al te laten zien. Het
is nu een drukke tijd.
De erwten, peulen, worteltjes, sla, uien,
prei, spinazie, radijs, luinboonen, enz.
moeten nu gezaaid zijn of zoo spoedig
mogelijk gezaaid worden.
Dac we de vroege aardappelen niet
vergeten, spreekt wel vanzelf. Die zijn
in de voorgaande weken op een
plaatsje in het licht voorgekiemd en
geven we nu op beschutte plek in den
tuin een plaatsje. Dan staan ze spoe
dig boven den grond en kunnen vroeg
nieuwe aardappelen leveren.
Wanneer uw tuin erg open ligt, en u
veel hinder ondervindt van wind, dan
is het aan te raden een proef te ne
men met een haag van aardperen of
topinambours. Op kleine afstand, nl. 10
d 15 cm uit elkaar gepoot, geven zij
een dikke haag, die wel 2 d S meter
hoog kan worden.
De knollen zijn geschikt voor men-
schelijke consumptie en ook bv. konij
nen lusten ze graag. Pootgoed is o.m.
verkrijgbaar bij den heer C. R. van
Vloten, „de Kamp", te Heelsum, die
omtrent de cultuur ook verdere aan
wijzingen verstrekt.
Ais we sla- en bloemkoolplanten kun-,
nen krijgen, zetten we die nu ook uit.
De pootuien en sjalotten moeten in
den grond.
De boerin heeft het toch al druk, want
als het weer warmer wordt, moet cle
schoonmaak ook geschieden.
Van de groenen moet U echter met
Uw gezin eten, en het huisraad loopt
niet weg. Geef dus als de gelegenheid
er is, eerst Uw tijd aan den tuin. en
daarna aan den schoonmaak.
Evengoed als onze groenten nu binnen
korten tijd beginnen te groeien, ont
waakt ook het onkruid uit zijn winter
slaap. Een ieder zal wel weten, dat dit
in den regel harder groeit, dan onze
cultuurgewassen. Daarom is het dan
ook zaak, er als de kippen bij te zijn,
als het onkruid den kop boven den
grond steekt, zoo spoedig mogelijk wie
den is het aangewezen werk. Als het
onkruid nog klein is, gaat dat het bes
te. Laat men het grooter worden, dan
wordt men het niet zoo goed meer
baas. De wortelonkruiden krijgen dan
kans reserve in hun wortel te vormen
en al trekt men den stengel dan af,
dan schiet er toch weer een of soms
nog meer stengels omhoog. Wat de
zaadonkruiden betreft, die vormen
vaak sneller zaad dan men denkt.
Daarom, begint te wieden, als het on
kruid nog klein is, en houdt dat gere
geld vol. Dan doet men werk, waar de
-groentegewassen voordeel van hebben
en tevens bespaart men zich voor het
volgend jaar veel werk, want wat men
dit jaar grondig vernietigt, kan vol
gend jaar geen last meer geven.
Agrarische Uitzendingen van den Nederland-
schen Omroep in de week van 28 Maat 1
April 1944.
Zondag 26 Maart 8.00 uur Htlv. 1. D. v. d.
Bospoort ..De verloren schat."
Maandag 27 Maart 13.00 uur Hilv. 1. Over
bramenteelt. Wist U dat bramen ook wor
den geteeld? Wij waren met de microfoon
in de Bommelerwaard.
Dinsdag 28 Maart 13.00 uur Hilv. 1 Over
aarappel selectie-cursussen.
Woensdag 29 Maart 13.00 uur Hilv. 1. Kaar
de grotten van Maastricht.
Donderdag 30 Maart 13.00 uur Hilv. 1. Her-
wig over de groenten.
Vrijdag 31 Maart 13.00 uur Hilv. 1. Nieuws
en de wenken voor Boer en Tuinder.
18.45 uur Hilv. 1. In de serie van de Direc
tie van den Landbouw brengen we dezen
keer een beschouwing over het Prcefsta-
tlonwezen en zUn beieekents voor den
Landbouw.
Zaterdag 1 April 13.25 uur Hilv. 1. De we-
kelljksche wandeling.
13.55 uur Hilv. 1. Wenken voor Volkstuin
ders.
DE BRANDDEKEN
Het leven heeft gelukkig voor de
meesten van ons nog zóó veel waar
de, dat men alles zal inspannen om
het te behouden. In dezen tijd moet
men op alles zijn voorbereid. Het
huis kan b.v. reeds zóó ver in brand
staan, dat de vlammen den uitgang
versperren, of men moet tusschen
een paar brandende huizen door.
Er is een zeer practisch middel om
ongedeerd door het vuurgevaar heen
te komen. Dit middel, dat aan de
practijk getoest is, is de branddeken.
De vervaardiging.
Zij bestaat uit een gewone wollen of
molton deken. U kunt daarvoor de
bovenste deken van uw bed gebrui
ken. die U, nadat ze van de noodige
banden of koorden hebt voordien,
weer op uw bed kunt leggen. Er
moet één draagband, twee halsban
den en twee armbanden aan vastge
maakt worden. Daartoe vouwt U de
deken in de lengte dubbel, zoodat U
weet, waar het midden is. U meet
nu van de bovenzijde in het midden
41 cm. naar beneden af en brengt
hier een 3 m langen draagband aan,
die naar rechts en links 15 cm. ste
vig op de deken wrordt vastgenaaid.
De bovenzijde van de deken wordt
nu 8 cm. naar binnen omgeslagen.
Op deze strook worden twee hals
banden ieder van 30 cm. vanuit het
midden stevig vastgezet. De lengte
van deze banden is 45 cm. Nu worden
nog twee armbanden op den rand
van de deken aangebracht 38 cm.
uit de bovenzijde, zoodat er twee lus
sen gevormd worden.
Bet gebruik.
De branddeken is na onderdompeling
in een emmer water gereed voor het
gebruik. Wanneer men ze omslaat,
neemt men het horizontale gedeelte
van den draagband vast, zoodat de
korte zijde naar het lichaam is ge
keerd en naar beneden hangt. Men
hangt de deken om de schouders,
brengt den draagband, die dus in
de hals ligt, over de schouders naar
voren daarna onder de armen door
raar achteren en kruist hem op den
rug. Dan worden de einden weer
naar voren gebracht en over de buik
vastgeknoopt.
Het naar achteren hangende korte
gedeelte van de deken wordt bij wij
ze van kap over het hoofd geslagen
en met de halsbanden dicht gebon
den. Vervolgens worden de armen
door de armlussen gestoken en wordt
de deken naar voren dichtgeslagen,
waarbij de onderarmen over elkaar
gekruist worden, omdat anders de
deken zou openvallen.
Men kan bovendien het gezicht met
een nat kinverband beschermen.
Heeft men een stofbril of een gas
masker, dan kan men deze ook zon
der bezwaar opzetten. Bij een gas
masker kan natuurlijk het kinver
band vervallen.