Vruchtboomen
Het omenten van
IN onze vorige uitgave werd reeds
vermeld, dat voor den verbouw van
pootaardappelen ook een suikerpre
mie zal worden gegeven. Zooals be
kend, gold de suikerpremie voor
aardappelverbouw tot nog toe alleen
voor de teelt van eetaardappelen.
Daar echter de pootgoedteler bij het
rooien van zijn product dezelfde
moeilijkheden heeft als do consump
tie-aardappelverbouwer, werd het
redelijk gevonden en is het dan ook
toegestaan, dat de pootgoedverbou-
wer ook suikerpremie ontvangt. Het
is verheugend, dat dit doel bereikt
is, want hiermede wordt aan een
scheeve verhouding een eind ge
maakt.
In het vorige bericht vermeldden wij,
dat de premie zou bedragen ongeveer
1 kg. suiker per 1000 kg. pootaard-
appelen. Dit is echter niet juist. De
opbrengst van pootgoed in kg. kan
n.l. heel wat afwijken van die van
consumptie-aardappélen. Een per
ceel AA-pootgoed, dat dus zeer vroeg
gerooid is, levert vaak maar half
zooveel kg. op dan een evengroot
perceel consumptie-aardappelen van
die soort. Daarom zou het zeker te
verantwoorden zijn, dat voor AA-
pootgoed, de suikerpremie bijv. 1 kg.
per 500 kg. pootgoed bedraagt, en
bijv. voor een C-klasse 1 kg. suiker
per 900 kg. pootgoed. Deze cijfers
staan echter nog niet vast. Wij ge
ven deze alleen bij wijze van voor
beeld. Een officieele publicatie over
de suikerpremie van pootaardappelen
zal nog wel binnenkort verschijnen.
De toekenning der suikerpremie was
tot nog toe gebonden aan de voor
waarde, dat men minstens evenveel
suikerbieten en aardappelen moest
verbouwen dan in 1943. Dit was ook
te begrijpen, omdat de suikerpremie
naast de overbrugging van arbeids-
moeilijkheden, er toch ook voor die
nen moest, een voldoende oppervlak
te bieten en aardappelen te behou
den.
Doordat echter de voorwaarden,
waaronder de suikerpremie zal wor
den gegeven, zoo laat bekend ge
maakt zijn, hadden vele boeren hun
bouwplan al ingedeeld. Zoo komt
het vaak voor, dat. men bijv. meer
koolzaad in den herfst heeft uitge
zaaid (een gewas met goede gelde
lijke opbrengst, dat weinig arbeid
vraagt). Om nu evenveel aardappe
len en bieten te verbouwen als verle
den jaar. zouden die bieren koolzaad
moeten gaan omploegen. Daar dit
echter een gewas is van groote
waarde voor de vetvoorziening, is
dat omploegen ook weer ongewenscht.
Om die reden zou het wenschelijk
zijn de voorwaarde voor toekenning
van suikerpremie voor bieten en aard
appelen te wijzigen, in dien zin, dat
men suikerpremie ontvangt voor zijn
aardappelen, wanneer de totale op
pervlakte koolzaad, bieten en aard
appelen in 1944 even groot is als de
totale oppervlakte van die gewassen
in 1943. Al heeft men nu wat meer
koolzaad dan verleden jaar en wat
minder aardappelen, als de gezamen
lijke oppervlakte maar gelijk aan of
grooter is dan die van verleden jaar,
dan zou men toch voor suikerpremie
in aanmerking dienen te komen.
Waarschijnlijk zullen er dan nog wel
boeren zijn, die geen suikerpremie
ontvangen zullen. Er zijn ons bijv.
wel gevallen bekend, van boeren, die
hun koolzaadverbouw sterk uitgebreid
hebben, en daarnaast in de hoop op
prijsverhooging ook wat meer tarwe
of rogge hebben uitgezaaid. Tevens
is er door de inundatie van vele
streken, waar nogal veel vlas werd
verbouwd, groote vraag naar vlas-
land geweest. Er wordt door de vlas
sers wel f 600 per ha. betaald om een
goed perceel vlasland te huren. Wan
neer nu een boer met veel koolzaad
en tarwe nu ook nog enkele percee-
len van zijn grond als vlasland heeft
verhuurd, zal hij wel niet "in staat
zijn nog voldoende aardappelen en
bieten te verbouwen, om in aanmer
king te komen voor suikerpremie.
Om nu ook deze boeren nog in het
genot te stellen van de suikerpremie,
gaat o.i. niet aan. Tenslotte moet er
ergens een grens zijn.
Men mag niet uit het oog verliezen,
dat aardappelen en suikerbieten voor
onze volksvoeding van de grootste be-
eekenis zijn en vlas niet.
In sommige Streken In ons land
neemt de verbouw van pootaardappe
len zoo'n voorname plaats in, dat er
daar maar betrekkelijk weinig be
drijven zijn, die niet aan de teelt van
goedgekeurd pootgoed doen. Deze
bedrijven liggen dan, zooals te be
grijpen is, soms rondom tusschen de
pootgoedtelende bedrijven in.
Wanneer nu zoo'n eetaardappelen
verbouwend bedrijf slecht pootgoed
gebruikt, zoodat in dat gewas veel
zieke planten voorkomen, dan betee-
kent dat een gevaar en in ieder geval
schade voor de aangrenzende poot-
goedtelers. Deze krijgen dan n.l. een
bree,de strook van hun poterperceel
tegen het zieke perceel aan. óf in
klasse verlaagd, óf geheel afgekeurd.
Ofwel zij moeten het ongekeurde
perceel overnemen, opzuiveren en
soms schadevergoeding betalen voor
de kleinere opbrengst, die door het
sterke opzuiveren is ontstaan.
Het is dan ook alleszins verklaarbaar,
dat voor de pootgoedtelers, die aan
grenzende ongekeurde, vaak zieke ge
wassen, een doorn in het oog zijn. Zij
zouden blij zijn van dien last verlost
te worden en dat zou ook in het be
lang van den pootgoedverbouw we
zen. In verschillende gemeenten zijn
A LLEREERST willen we eenige
methoden omschrijven, welke in
de fruitteelt het meest worden toe
gepast. In de boomkweekerijen wordt
het meest toegepast
het oculeeren.
Het woord is afgeleid van oculus
oog. We gebruiken hier een ent, be
staande uit één oog. We snijden
hiervoor van een tak met goede
oogen, waarvan de bladschijven ver
wijderd zijn, een knop, zóó, dat een
gedeelte van den bast er aan blijft
(1 cm. onder en boven den knop).
In den onderstam, welke verent moet
worden, wordt nu een T-vormige
wond in den bast gesneden. De zij
kanten van de wond worden even op
gewipt en het knopje wordt er tus
schen geschoven, zoodat de boven
kant van het stukje bast den boven
kant van de T raakt.
Nu winden we raffia stevig er om
heen. Als het enten gelukt is, moet
na ongeveer 1418 dagen de blad
steel, welke we hebben laten zitten,
er gemakkelijk afvallen. Dan kunnen
we het raffia lossnijden.
't Oculeeren moet uitgevoerd worden
op het tijdstip, waarop de bast nog
goed loslaat en waarop de knop reeds
goed is ontwikkeld. 'Het beste tijd
stip is wel Augustus. Na den winter
wordt de onderstam boven den knop
afgesneden. Ook laat men op de
kweekerij wel een stukje onderstam
boven de ent staan, van pl.m. 5 cm.
Hieraan wordt in den loop van den
zomer 't uibgeloopen takje gebonden
om een rechten stam te vormen.
Een tweede methode, welke bij het
omenten van oudere boomen met
veel succes 'toegepast kan worden, is
'dan ook plaatselijk al wel maatrege
len genomen om de pootgoedtelers te
beschermen tegen dezen last. Doch
dat waren steeds incldenteele bepa
lingen. Om deze kwestie goed te re
gelen, zou centraal een verordening
gemaakt moeten worden, bijv. door
het Bedrijfschap voor Zaaizaad- en
Pootgoed, welke verordening dan van
toepassing verklaard zou kunnen
worden op die streken, waar de poot-
goedteelt van overwegende beteeke-
nis is. In zoo'n verordening zou men
dan kunnen bepalen, dat in het be
trokken gebied het uitpoten van on
gekeurde pootaardappelen verboden
is.
Het schijnt, dat de bevoegde instan
ties de invoering van een dergelijken
maatregel overwegen. Het zou zeker
toe te juichen zijn, dat voor de spe
cifieke potergebieden zoo'n verorde
ning werd uitgevaardigd. De poot
goedtelers zouden daar zeer bij gebaat
zijn, terwijl de consumptieverbouwers
er ook geen schade bij behoeven te
hebben, omdat goedgekeurd pootgoed
in het algemeen betere resultaten
geeft dan ongekeurd goed. Wanneer
een dergelijke maatregel met de noo-
dige voorzichtigheid wordt gehan
teerd, kan zij zeker nuttig werken.
het kraonenten.
Het is meestal de gewoonte, om des
winters met het snoeien ook reeds de
te verenten boomen af te zagen. We
zagen ze zoo af, dat de toppen der
afge-zaagde takken schuin omhoog
loopen naar den harttak. (Zie foto).
Nu moeten we echter in het voorjaar
(April—Mei) eerst nog een stuk van
510 cm. van den tak afzagen, daar
de top is ingedroogd. Het nu ontsta
ne vlak wordt met een scherp mes
glad bijgesneden.
Een snede wordt in den bast tot op
het cambuim gemaakt en men wipt
den bast aan beide kanten op. De
ent, welke nu bestaat uit een takje
met 3—4 oogen, wordt schuin bij
gesneden, zoodat 't schuine snijvlak
3—4 cm. lang is. Wanneer het mo
gelijk is, moet het snijvlak tegen
over een oog beginnen. De ent wordt
nu onder den bast geschoven en met
raffia goed vastgebonden.
Bij deze methode moet de wond goed
ingesmeerd worden met entwas. Ook
de top van de ent mag niet vergeten
worden.
Bij het toepassen van kroonenten Is
het zeer goed mogelijk om op een
dikken tak 2 of 3 enten te plaatsen,
We onderscheiden
twee sc n entwas,
n.l. entwas voor xoud en entwas voor
warm gebruik. De koude entwas kan
altijd én overal direct worden ge
bruikt, terwijl de warme entwas
vooraf goed verwarmd moet worden.
Hiervoor is een speciale entwaspot
noodig. Dat is een dubbelwandige
pot, waar men water in heeft gedaan
en waaronder een spiritusvlam
brandt.
foto v.d. schrijver
Er zijn nog èênigé methoden Van en
ten, n.l. het
spleet-enten,
maar het is m.i. onnoodig, deze me
thode te omschrijven, daar er groote
nadeelen aan deze zijn verbonden.
Ook
het plak-enten
wordt weinig aangewend. Toegepast
kan deze methode bijv., wanneer
dunne takken moeten worden ver
ent. Men snijdt deze schuin af met
een vlak van bijv. 3 cm. terwijl ook
de ent op deze wijze wordt afgesne
den. Men legt ze op elkaar. Vastbin
den met raffia, desnoods in den win
ter uit te voeren.
In den winter kan ook uitgevoerd
worden
de driehoeks-enting:.
Uit den onderstam wordt een drie
hoekje gesneden, terwijl de ent wordt
afgesneden met dezelfden hoek, zoo
dat deze er precies in past. Deze
methode is echter bijzonder moeilijk
en vraagt veel tijd voor dengene, die
met deze methode op de hoogte is.
Bij de kwestie van het enten moeten
we nog enkele punten aanhalen, n.l.
Het gereedschap.
Hiervoor wordt zoo mogelijk gebruik
gemaakt van een scherp oculatiemes
met een stevig hieltje, hetwelk ook
aan het heft is bevestigd. Dit hieltje
dient voor het oplichten van den
bast.
Het enthout.
Vanzelfsprekend moet het enthout
gesneden worden van gezonde boo
men, welke meerdere jaren reeds
hebben gedragen. Het enthout moet
schurft- en kankervrij zijn en bezet
met goed ontwikkelde knoppen. Te
vens moet het goed uitgerijpt zijn.
We nemen geen waterloten. De juiste
tijd van het snijden of knippen van
enthout is November. We kuilen het
dan op een plaats, 'waar geen zon
komt, bijv. op den noordkant van 'n
schuur of een heining.
Of men bewaart het enthout in een
koele ruimte. Wanneer we gaan en
ten, controleeren we nauwkeurig of
het enthout nog in orde is. Het ge
beurt zeer veel, dat de takjes bezet
zijn met waterplekken. Dit hout is
waardeloos!
Het enten is in de fruitwereld zeer
belangrijk. Allereerst in de boom
kweekerijen, waar alle boomsoorten
veredeld worden, welke niet gestekt
kunnen worden, maar ook in de
fruittuinen wordt tamelijk veel ge
bruik gemaakt van het enten, bijv.
het omenten van boomen welker
soort niet meer bij onze fruitteelt
nehoort of wel bijv. niet rendabel ls
niet smaakt niét produceert.
We noemen bijv. Dirkjes peer, Goud-
bal, Bergamot enz.
Ook gebeurt het maar al te vaak, dat
soorten op verkeerde onderstammen
zijn geplaatst, bijv. de Beurré Hardy
op zaailing. De Beurré Hardy is op
dezen onderstam absoluut onvrucht
baar. Aangeraden word't deze om te
enten met Conférence of Légipont.
Het komt ook voor, dat soorten zijn
geplant, welke in een bepaalde streek
een slecht figuur slaan, bijv. met
den smaak. Genoemd zou kunnen
worden de Beurré Alexandre Lucas.
Omenten!
In West-Friesland vooral worden
Bramley's Seedling of andere snel
groeiende boomen geplant, welke,
wanneer een goede kroon is gevormd,
omgeënt worden met Present van
Engeland. De reden is, dat Present
van Engeland, wanneer deze recht
streeks op een bepaalden onderstam
wordt geplaatst, zeetr moeilijk een
goede kroon vormt.
Ook wordt het enten nog toegepast
om groote wonden te overbruggen,
bijv. een kankerwond. Dan wordt in
den onderkant van de wond een
snee in den bast gemaakt, waaron
der een takje wordt geschoven, wat
schuin is bijgesneden.
In den bovenkant van de wond wordt
nu het einde van het takje op de
zelfde manier er onder geschoven.
Onder en boven vastbinden met raf
fia en aansmeren met entwas.
C. BRUIN.