rukken en Gedachten
y-
'.n'oou //cousü/è^4
goes
3c JAARGANG No. 17
en W.
VRIJDAG 28 APRIL 1944
DE LANDSTAND
ÜÉ^lilËillÉÉi
ZEELAND
r cf a a n v a ri d e n N e d e r I a n d s c h e n Landstand'
^Over den opbouw van den Landstand^)
Oniangs kregen we een brief onder oogen van iemand
buiten den Landstand die er op wees dat zoo weinig,
zelfs aan de Landstanders dus aan onze lezers en
lezeressen bekend is, hoe de organisatie van den
Landstand in elkaar zit. Hoewel wij' aannemen dat de
meesten dit wèl zeer goed weten, willen we toch in
een paar bij'dragen uiteen zetten hoe het Landstand
apparaat is opgebouwd. Wij doen dat mede in de hoop
dat onze lezers daardoor meer nog dan voorheen con
tact zoeken met de functionarissen die het kortst bij hen
staan, n.l. in hun buurt of gemeente.
Door de stichting van den Nederlandschen Landstand is
aan allen die daarbij betrokken zijn een wapen tot zelf
werkzaamheid in handen gegeven met een beteekenis
als nooit te voren. Dit publiekrechtelijk lichaam omvat
immers gatisch den levenskring van boeren, landarbei
ders, tuinders, tuinbouwarbeiders en visschers met hun
gezinnen. In zekeren zin zelfs allen die daarmee ook
indirect verbonden zijn, zooals de agrarische handel en
industrie, maar over de laatsten willen wij hier vooreerst
verder zwijgen.
Wanneer wij aannemen dat Nederland 220.000 boeren
en tuinders telt, plus eenige duizenden visschers, wan
neer wij weten dat daarbij ongeveer 400.000 landarbei
ders moeten worden opgeteld die als „boeren zonder
grond" tot den levenskring van den Landstand behoo-
ren, kan worden vastgesteld dat meer dan 600.000 ge
zinnen deel uitmaken van dit publiekrechtelijk lichaam.
Zes honderd duizend gezinnen van gemiddeld vijf per
sonen (we zullen aan den zuinigen kant blijven) maakt
tezamen drie millioen menschen of met andere woor
den: TOT DEN LANDSTAND BEHOORT DIRECT HET DERDE
DEEL VAN HET NEDERLANDSCHE VOLK EN DAN NOG WEL
DAT DEEL DAT VOOR DIT VOLK VAN FUNDAMENTEELE
BETEEKENIS IS, OMDAT HET IN WEZEN DE SCHAKEL VORMT
TUSSCHEN BODEM EN VOLK, TUSSCHEN LEVEN EN HONGER
IN DUBBEL OPZICHT.
Wie zich dit alles realiseert, wie daarbij doordrongen is
van de enorme opgaven die de Landstand in ons volk
te vervullen heeft, wordt even stil wanneer hij bedenkt
hoe deze organisatie van aanmerkelijk meer beteekenis
voor boerenstand en voik kèn zijn dan alle vorige boe
renstandsorganisaties ooit tezamen zijn geweest.
Wie dat beseft, begrijpt echter tevens dat zulk een
nieuwe opzet niet in een snel tempo kan functionneeren,
vooral niet onder deze oorlogsomstandigheden; hij be
grijpt ook dat er kinderziekten moeten worden over
wonnen, dat ook hier het organische groeiproces moet
v/orden doorgemaakt.
Het is reeds vaker neergeschreven en uitgesproken,
maar we willen het hier herhalen: DE LANDSTAND VANGT
AAN OP HET BOERENERF, in het gezin
van ieder die tot dezen levenskring
automatisch behoort. De kleinste scha
kel die daarop volgt is de buurt en
daarna de gemeente. In elke buurt of
gehucht behoort een lid van den
Buurtboerenraad te zitten. Dat is dus
de eerste functionaris van het Land
standapparaat. De leden van den
Buurtboerenraad we zouden kunnen
zeggen van den Landstandsgemeente
raad zijn de vertrouwensmannen
van den Buurtboerenleider en worden
door hem daartoe aangezocht. Te wijl
de burgemeester het overheidsgezag
in zijn gemeente uitoefent, is de Buurt
boerenleider naast hem verantwoo de-
lijk voor de eer en voor de belangen
van allen die tot den levenskring van
den Landstand behooren. In platte
landsgemeenten zijn dat practisch dus
ongeveer alle ingezetenen. Belangrijk
is het zal ieder duidelijk zijn dat
er een nauwe samenwerking bestaat
tusschen beide verantwoordelijke man
nen, die in feite op EEN ZELFDE NIVEAU
STAAN WAT GEZAGSVERHOUDING BE
TREFT. Dat wordt al te vaak verkeerd
gezien!
De burgemeester heeft de orde in zijn
gemeente te bewaren, kan als over
heidsinstantie binnen de hem ten dien
ste staande richtlijnen en wetten ver
schillende initiatieven ontwikkelen, ter
wijl de Buurtboerenleider de motor dient te zijn van de
zelfwerkzaamheid der Landstanders en als zoodanig met
den gezagsdrager heeft samen te werken. Hij kan daar
naast ook de tolk zijn van de Landstanders
voor de bezwaren tegen bepaalde maatregelen,
die minder passen in zijn volkschen levens
kring, hij kan ook naar aanleiding van geconstateerde
feiten op de bres staan voor zijn Landstanders bij hoo-
gere instanties op zijn terrein, met name bij den Pro
vincialen Boerenleider waaraan hij verantwoordelijk is
en daarnaast plaatselijk initiatief ontwikkelen met zijn
raad van medewerkers, den Buurtboerenraad.
Teneinde een zoo nauw mogelijk contact te verkrijgen
tusschen den burgemeester en den Buurtboerenleider,
verdient het alle aanbeveling dat de laatste, gelijk in
verschillende gemeenten reeds heeft plaats gevonden,
wethouder der gemeente wordt. In dat geval is hij de
adviseur voor agrarische aangelegenheden van den
burgemeester, maar daarnaast blijft zijn taak als leider
van den levenskring die Landstand heet.
Uit hetgeen we reeds schreven met betrekking tot de
positie van den Buurtboerenleider en ook uit hetgeen
we daarover nog zullen opmerken, moge duidelijk blij
ken dat alleen iemand met een helder verstand, met
een ruimen kijk, maar bovenal met een sterk karakter
tot de functie van Buurtboerenleider behoort te worden
geroepen. Hij dient daarnevens een vakbekwamen boer
of tuinder of visscher soms (al naar gelang van de
streek) te zijn, die ook de vaktechnische problemen
beheerscht.
De Landstand staat of valt met de gemeenschaps
gedachte, waarom het noodzakelijk is dat de Buurt
boerenleider een sociaal voelend mensch is die DOOR
EIGEN VOORBEELD EN LEVENSHOUDING RESPECT AF
DWINGT. Er zijn uiteraard meer eigenschappen die hij
dient te bezitten, wil het ideaal zijn, maar deze zullen
we thans laten rusten.
We zijn er ons van bewust dat hetgeen we schreven
met betrekking tot den persoon van den Buurtboeren
leider voor sommigen aanleiding is om dergelijke men
schen in hun gedachten reeds te gaan wegen. Men moge
dat alleen doen, wanneer men wil bedenken dat de
meesten die thans tot Buurtboerenleider zijn uitgeroe
pen, nog geheel en al in deze functie moeten ingroeien
en zich vooreerst met het daaraan verbonden werk
hebben belast zonder de pretentie te willen hebben dat
zij berekend zijn voor hun taak. Dat gaat met meerdere
functionarissen in den Landstand evenzoo. Allen weten
Foto Warburg.
wij, waar we ook gesteld zijn, dat onze enorme arbeid
nog eerst in de kinderschoenen staat, dat we fouten
maken, maar dat we tezamen onze taak willen aanvat
ten, omdat zij noodzakelijk aangepakt moet worden ter-
wille van onzen boerenstand en ons volk. Wij doen dat
in de wetenschap dat wij den moed hebben terug te
treden, zoodra iemand gevonden wordt die beter in
staat is de functie te vervullen dan een van ons.
Helaas zijn er nog bekwame mannen, behoorende tot
den levenskring van den Landstand, die nochtans in
dezen tijd niet actief mee willen bouwen en toch zeer
wel in staat zijn leidende functies te vervullen in Buurt,
provincie of in landelijk verband. Laten allen die dezen
schoen past er zich wel van bewust worden dat zij een
zware verantwoordelijkheid op hun schouders laden
door aan den kant te blijven staan, terwijl in andere
vakgroepen menschen met eenzelfde levensopvatting
v/èl actief meedoen.
Na deze ontboezeming keeren wij terug naar onze
buurten en mogen wij er op wijzen dat iedere gemeente
dus zijn Buurtboerenleider dient te hebben En dat
iedere Buurtboerenleider zijn raad van advies, waarin
alle deelen der gemeente en alle groepen die tot den
Landstand behooren, zooveel mogelijk moeten zijn ver
tegenwoordigd, op gezette tijden eens per maand
bijeen behoort te roepen. Wanneer de namen van
Buurtboerenleider en leden van den Buurtboerenraad in
het betreffende gebied bekend zijn, wanneer deze men
schen zoo eenigszins mogelijk het gehalte dat we boven
schetsten nabij komen, is de basis gelegd voor een
nauw contact met de Landstanders in de buurt.
Teneinde den Buurtboerenleider vollediger toe te rus
ten met kennis van zijn taefc en van hetgeen van hem
verwacht wordt, zullen af en toe bijeenkomsten worden
georganiseerd waar alle voorkomende problemen op
zijn terrein uitvoerig worden besproken. Door onder
linge uitwisseling van gedachten en practische ervarin
gen worden deze functionarissen daarenboven gesterkt
in hun arbeid, hetgeen ten goede komt aan de aan
geslotenen
Intusschen dienen de leden van den Landstand den weg
te vinden tot de eerste schakel in den ketting van het
Landstandsapparaat, tot hun Buurtboerenleider. Zij kun
nen met hun bezwaren tegen bepaalde maatregelen tot
hem komen, met hun bedrijfsmoeilijkheden, maar ook
met hun wenschen en hun voorstellen. Mede daardoor
kan de Buurtboerenleider richting helpen geven aan de
dorpssamenleving, kan hij ook gegronde klachten tot
oplossing brengen en desgewenscht doorgeven aan den
provincialen Boerenleider. Ontegenzeglijk hangt het
mede van den tact en de capaciteiten
VAN DEN PERSOON af of een Buurt
boerenleider slaagt in hetgeen van
hem verwacht wordt, n.l. dat hij op den
duur indetdaad het middelpunt der
dorpsgemeenschap wordt, de stuwen
de kracht voor de ontwikkeling van
zijn buurt, de man die naast de tech
nische vraagstukken ook wel degelijk
zijn cultureele taak ziet en aanvat.
Men kan mij tegemoet voeren dat niet
overal nog een Buurtboerenleidei is,
laat staan een Buurtboerenraad. Dat
is dan m. i. een gevolg van het feit
dat daar aanvankelijk bezwaren zijn
geweest tegen de oprichting van den
Landstand, dal de meest geschikte
menschen nie» bereid werden be
vonden
Wij hopen intusschen dat ter plaatse
verstandige menschen de hoofden bij
een steken en met voorstellen zullen
komen, opdat elke gemeente in Ne
derland inderdaad een Buurtboeren
leider heeft die gezien mag worden
en naast hem een deskundige en
actieve raad van advies, waarbij te
vens in elke buurt is aangesteld een
Landvrouwenleidster en een Boeren-
jongerenleider.
Over den verderen opbouw van den
Landstand in een volgend artikel
meer.
TER HAAR.