Indrukken en Gedachten ZEELAND Offi cne e I. O.rg'.i a n?:y (^Over den opbouw van den Landstand (3)y "Boerc! I ^ouwconsu/^ 3e JAARGANG No. 19 r~T" VRIJDAG 12 MEI 1944 Hebben we ons In voorgaande arlikeien over boven staand onderwerp steeds bezig gehouden met hetgeen op de dorpen dient te worden georganiseerd en ge stimuleerd, teneinde vruchtdragend werkzaam te kunnen zijn, thans verhuizen wij naar de provincie. Hierbij willen we opmerken dat tusschen Buurtboerenleider en Pro vinciaal Boerenleider een rechistreeksch contact be staat, dat geregeld onderhouden wordt. Of het niet wensohelijk zou zijn elke provincie gelijk met som mige min of meer het geval is in streken te ver doelen naar den aard van hun karakter, wil ik graag in overweging geven. De slreekboerenieider zou dan geen bureau, geen raad van advies of iets dergelijks behoeven te hebben, maar hij zou bij voorkomende gelegenheden de buurtboerenleiders bij een kunnen roepen voor bespreking van sireekbelar.gen en hij zou lid dienen te .zijn van den provincialen Boe renraad. In sommige grooie provinc.es fungeeren hier voor niin of meer „inspecteurs" als functionarissen van den prov. Boeienleideir, als zijn voeiiiorens, das in dienstbetrekking. Er zou o. i. geen bezwaar tegen kun nen bestaan dat de Slreekboerenieider tegelijk ook Buurtboerenleider in zijn gemeente was. Stelden wij zware eischen aan het karakter, de vak bekwaamheid en meerdere eigenschappen van- den Buurtboerenleider, zuiks geldt natuurlijk in nog steikere mate voor den Provincialen Boerenleider. Hij dient den boerenstand in den ruimsten zin, in zijn gewest en naar buiten op waardige wijze te kunnen vertegenwoordigen, hij dient inzicht te hebben In de cultureeie, sociaal-economische en vaktechnische pro blemen en daarbij een man van karakter te zijn, door tastend op te kunnen treden en tegelijk ook tact te bezitten. Van zijn optreden als verantwoordelijk man van den Landstand hangt bijzonder veel af. Hij zal zich door dit optreden en door Initiatief vooral gezag kun nen verwerven bij zijn medewerkers, maar vooral ook bij anderen. Men zal dat begrijpen kunnen na hetgeen we reeds schreven over hetgeen er In de Buurten dient plaats te vinden, wil men komen tot een ontwikkelden boerenstand en tot een hechte dorpsgemeenschap. Nu wordt de prov. Boerenleider bijgestaan door een staf van medewerkers, zoowel adviseurs als ambtenaren in dienst van den Landstand. De eersten zijn boeren, tuinders, visschers, landvrouwen, landarbeiders, en bij uitzondering menschep uit andere beroepen. De laatsten zijn ambtenaren op het provinciaal bureau, deze kunnen alleen dan hun arbeid in dienst van den Landstand goed verrichten, indien zij de boerensfeer goed aanvoelen, liefst zelf van het plaiteland afkomstig zijn en vooral uit idealistische motieven zich geroe pen gevoelen In een of andere Land standsfunctie den boerenstand in al zijn geledingen te dienen. Dat kunnen dus landbouwingenieurs zijn, zoowel als meesters m de rechten, het kunnen candidaat-notarissen zijn, maar ook oudleerlingen van middelbare- en an dere landbouwscholen, het kunnen tenslotte andere plattelandsjongeren zijn, die hun beroep niet direct in den landbouw, maar toch in dienst van den boerenstand willen veivuilen. Voor we verder gaan, willen we op merken dat het niet overal nog zoo.i6 als wij hier schelsien. Dat kan ook niet in een organisatie die snel uit den grond is gestampt en die door poli tieke redenen van bepaalde zijde wordt tegengewerkt. In ons leeft ech ter de hoop dat het geslook tegen den Landstand eenmaal zai ophouden, waardoor bekwame krachten die zich gaarne in dienst van een publiekrech telijk lichaam, dat het boerenvolksdeel in al haar schakeeringen tot de juiste plaats in de maatschappij wil voeren en haar daar handhaven tot zegen van het geheele volk, willen stellen, hun valsche schaamte zullen afwerpen en lot den Landstand zuilen komen. Wie nu nog aanmerkingen maakt op het apparaat van den Landstand, zoo- als da't provincjaal en ook landelijk in elkaar zit en bepaalde menschen af wijst onder het motief dat wij boven aanhaalden, steke de hand in eigen boezem en vrage zich af of hij (of zij) zelf moeite heeft gedaan den Landstand terzijde te staan. Recht van critiek hebben alleen degenen die hun uiterste best deden hei appa raat van den Landstand tot in alle onoerdeelen te per- fectionneeren, maar daa.in door diverse omstandig heden werden gehinderd. Na dezen omweg komen we terug op het Landstand kantoor in de provincie. Wat In de buurten vrijwillig wordt verricht door leden van den Buurtboerenraad en alleen in groote buurten voor een deel door een administrateur, geschiedt op het kantoor in de provincie door functionarissen in verschillende afdeelingen onder leiding van den staf leider. Deze laatste heeft een tweeledige taak. Als secr. van den prov. Boerenleider treedt hij min of meer als diens gemachtigde op en heeft als zoodanig een besturende taak. Anderzijds heeft hij de verantwoorde lijkheid voor den admir.istraiieven gang van zaken op het kantoor. Waar we thans spreken van „stafleider", zou men vroeger spreken van „secretaris". Zijn functie is ook te vergelijken met die van een griffier op een provinciehuis die boven de chefs der afdeelingen staat. Gelijk een Buurtboerenleider min of meer op hetzelfde niveau staat als de burgemeester, zoo staat de Prov. Boerenleider min of meer op een zelfde niveau als de Commissaris der provincie, vooral in zuiver agrarische gewesten. Zij het dan met dit onderscheid dat de Com missaris het overheidsgezag vertegenwoordigt en de Boerenleider daar staat als leider van den volkschen levenskring die het grootste deel der Inwoners direct en indirect omvat. Het doet er overigens weinig toe op welke trap men staat. Het komt er op aan dat er wederzijdsche erken ning en daardoor nauwe samenwerking Is. De naaste medewerkers van den prov. Boerenleider zijn naast den stafleider vooral de Hoofden der drie Hoofd- afdeelingen die de Landstand telt. Deze drie Hoofden zijn zoo eenigszins mogelijk boeren, die elk op hun terrein, resp. „Volk en Bodem", „Voortbrenging" en „Voedselvoorziening" of „Marktordening" thuis dienen te zijn en als gemachtigden van den prov. Boerenleider optreden. Zij hebben tot taak hetgeen er in de buurten leeft op hun terrein aan wenschen, klachten, voorstellen, critiek op overheidsmaatregelen e. d., te bundelen, te schiften ook. V/at provinciaal opgelost kan worden, wordt met de betreffende provinciale instanties in orde gebracht; wat na daarover te hebben geadviseerd in cie buurten zelf kan wo.den opgelost, wordt in de buur ten in orde gebracht. Heigeen van landelijk belang is en bovendien niet in de provincie kan worden opgelost, wordt doorgegeven naar de eigen Hoofdafdeeling in landelijk verband. Uit de buurten, via de Hoordaftieelin- gen in de provincie komt een bepaald idee, komt cri tiek of komt een wensch uiteindelijk bij het hoofdkan- oeraerifen rn rBoplcl toor van den Landstand, in de Hoofdafdeeling waar het behoort. De Hoofdafdeelingen zijn weer In verschillende afdee lingen gesplitst. D® Hooiden kunnên op hun terrein met voorstellen ko men bij den Boerenleider en zoo diverse zaken in de provincie stlniuleeren Het terrein van den Landstand is zoo buitengewoon veel omvattend, dat over ieder der Hoofdafdeelingen een afzonderlijk artikel volgt. Van belang is voor den lezer te weten dat de voor naamste punten die door de Buurtboerenleiders worden doorgegeven en zich niet voor directe oplossing eige nen, worden behandeld in een vergadering van Buurtboerenleiders. Deze vergaderingen ^behooren maandelijks te worden gehouden onder leiding van den prov. Boerenleider. In groote provincies zouden streek- vergaderingen kunnen worden gehouden, terwijl de streekboerenleiders dan als lid van den prov. Boeren- raad datgene wat er leeft in hun gebied, in vergade ringen van laatstgenoemden Boerenstand aan de orde kunnen stellen. De bijeenkomsten van Buurtboerenleiders zijn uitnemend geschikt voor het doen houden van inleidingen over actueele vraagstukken, waardoor de B.B.L.'s daarmee volkomen op de hoogte komen en de leden van den Landstand in hun buurt kunnen inlichten. Cp grond van hetgeen de Buurtboerenleiders over een aan de orde gesteld belangrijk algemeen ondeiwerp adviseeren, neemt de prov. Boerenleider zijn beslissing. Kan het punt niet in de provincie worden afgeweikt, d f gaat het, overeenkomstig de opvattingen van den prot Boerenleider, gehoord zijn B.B.L.'s of zijn Boerenraad, door naar het Landelijk Bureau. Het wordt dan op de agenda geplaatst van den Landelijken Boerenraad, wan neer het zich daartoe eigent, of hef wordt door een der Hoofdafdeelingen onder goedkeuring van den Lande- lijken Boerenleider afgewerkt. De Prov. Boerenleider vertegenwoordigt vanzelfspre kend den Landstand in zijn gewest naar buiten bij voor komende gelegenheden. Gewestelijk en ook landelijk zijn er nog diverse agrarische vereenigingen en com missies die alle min of meer bij den Landstand be- hooren, óók al zijn ze nog niet direct aangesloten. Het komt in dezen tijd nog wel eens voor dat de lei dende menschen van dergelijke vereenigingen niets van de .op agrarisch terrein eenigste gezaghebbende organisatie, den Landstand, moeten^feebben. Is er Jn hun vereeniging een belangrijke gebeurtenis, dan wordt de Boerenleider (in de Buurt evengoed als in de Provincie en ook Landelijk) ijskoud genegeerd. In de meeste qevallen laat de Boe renleider dit kleinzielig gedoe voor wat het is. Hij staat daarvoor te hoog, maar toch kan zulks niet zoo blijven en mag hij om de eer van den Landstand niet toestaan dat derge lijke dingen ongestoord blijven pas- seeren. Een enkele keer is der halve reeds ingegrepen en hebben de betreffende heeren ondervon den dat ze de beleefdheid in acht hebben te nemen. Indien de diverse Boerenleiders zich laten gelden, kan er buiten hen om weinig plaats hebben en indien deze verantwoordelijke menschen niet wars van kleinzielig gedoe waren geweest, zou menige keu ring of andere belangrijke bijeen komst reeds zijn afgelast ge worden om dergelijke redenen. We meenden dit nogeens te moeten de hoop en ter waar- Mooie boerderij onder Holten. Waar bij dit type boerderij dwarshuis- tifpe de. eigenlijke schuur achter het woongedeelte, maar klein is, het woongedeelte is forsch en springt in het oog, de schuur is laag en breed en bevat geen ruimte voor berging van stroovruchten of land bouwmachines ziet men over het algemeen om deze boerderijen veel bijgebouwen, zooals schuren, stallen en vooral de prachtige, zuiver ron de korentasschen. foto De Jong. schrijven, In schuwing, dat menschen in gen in den boerenleider, der of den der op de lun doen er /oorkomende digen. de verantwoordelijke agrarische vereenigin- vervolge den Buurt* den Prov. Boerenlel* Landelijken Boereolel- hoogte houden met laten en dezen bij gelegenheden uitnoo- TER HAAR.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 1