Boomeil om de boerderij
Uit het verleden van Yerseke Geschiedenis van het
Boeren let op!
De toekomst van den/
Deenschen landbouw
DE oorsprong van Yerseke, het be
kende mossel- en oestercentrum
van Z. -Beveland ligt in een ver ver
leden. Wanneer het precies ontstond^ is
niet bekend, maar het heeft zeker een
meer dan duizendjarig verleden, daar
het reeds in 950 werd vermeld.
De eerste nederzetting, de kern van
het huidige plaatsje, verrees aan het
water de Yersek-Ee of Yersekee, on
geveer waar deze vanaf Hansweert
loopende stroom in de Oosterschelde
uitmondde.
Yerseke draagt dus denzelfden naam als
de voormalige stroom en dankt zijn
ontstaan féitelrjk aan een truc van het
toentertijd meer Oostwaarts gelegen
Reimerswaal en was in het begin een
vooruitgeschoven post hiervan.
Volgens sommige geschiedschrijvers zou
Reimerswaal door de Romeinen gesticht
zijn, zekerheid hieromtrent bestaat niet,
alhoewel het niet onmogelijk is, daar
het verblijf dezer veroveraars op ver
schillende plaatsen in onze gouw be
wezen is.
Reimerswaal was in dien tijd al een
welvarende stad, dank zij den handel
dei Romeinen met Engeland en nam
steeds meer in bloei toe. Er waren
echter ook concurrenten en wel de Bra
banders, die eveneens handelsbetrek
kingen met Engeland onderhielden. Ze
namen een and'eren en tevens korteren
zeeweg, wel liepen ze vanuit zee den
Roompot binnen, maar lieten Reimers
waal liggen en zeilden door Yersekee,
inplaats van door het Kreekrak of Ver-
noutszee. Zoodoende vormde de nieuwe
handelsweg een toenemend doodelrjk ge
vaar voor Reimerswaal. Teneinde dit
af te wenden verzonnen de burgers een
list die gelukte.
Eenige hunner zetten zich neer aan de
monding der Yersekee en deden vanuit
dit „rooversnest" schijnaanvallen tegen
ieder uit zee komend schip, dat hier
den steven wilde wenden. De Reimers-
walers wenschten, dat de koopvaarders
hun stad zouden aandoen en door deze
list gebeurde dat ook, want de sche
pen vluchtten voor de „aanvallen" ver
der Oostwaarts en deden Reimerswaal
aan.
Zoo was dan de grondslag van Yerseke
gelegd en gedurig groeide het aan. In
1195 richtte de Graaf te Yersekendam
een tol op en werd er een grafelijk
huis gebouwd bestemd voor den inner
der tolgelden, terwijl de graaf er tijdiens
zijn verblijf in deze landstreek ver
toefde.
De tol wierp rjjke baten af, dit ten
nadeele van Reimerswaal, dat nu niet
meer kon profiteeren van de Brabant-
sche kooplui, daar men geen toestem
ming kreeg voor een eigen tol ter
plaatse. Een verzoek om den Grafelijken
tol te mogen pachten, werd wel in
gewilligd en hierdoor verkreeg Rei
merswaal weer aanmerkelijke voor-
deelen, daar men de gelden verhoogde,
zeer tot ontstemming der handelaars.
Maar ook de Graaf voer wel bij den
tol, hij verleende derhalve aan Yerseke
vele voorrechten, zoo kwam er 's Woens
dags een markt, waarbij bepaald werd,
dat niemand op dien dag van zons
opgang tot den volgenden ö!ag zou mo
gen vechten of een wapen dragen op
straffe van een hooge boete.
Weldra kon Yerseke door de speciale
begunstiging wedijveren met Reimers
waal en Goes en behoefde in het begin
der 14e eeuw in aanzien voor deze
plaatsen niet onder te doen.
Het bezat een prachtige ruime kruiskerk
met twee torens, gebouwd in de 12e
eeuw^ Door brand, die ook verschillen
de huizen in d!e asch legde werd het
schip in 1523 verwoest. De kloeke toren
kwam hierdoor los van de kerk te staan
Op onderstaande data, die van
belang zijn, dient U goed te
letten!
23 Mei: Paardentaxatie te Hulst
23 Mei: Premiekeufingen van
stieren en vrouwelijk fokvee te
Nieuwvliet om 8.00 uur; Zuid-
zande om 10.45 uur; Sluis om
2.00 uur; Cadzand om 4.30 uur.
24 Mei: Paardentaxatie te Axel.
24 Mei: Premiekeuringen van
stieren en vrouwelijk fokvee te
Oostburg om 10.30 uur; Aarden
burg om 4.00 uur.
25 Mei: Schoondrjke om 9.00 uur;
IJzendflke om 10.30 uur; Bier
vliet om '2.00 uur.
31 Mei: Kamperland om 8.30 uur;_
Wissekerke om 10.30 uur; Wol-
faartsdijk om 2.00 uur.
1 Juni; Borssele om 9.15 uur;
Oudelande 11.15 uur; Kwaden-
damme 3.30 uur.
2 Juni: Heinkenszand om fi uur;
Kruiningen om 2 uur; Yerseke om
4.30 uur.
cn is in 1823 wegens bouwvalligheid
gesloopt.
Den 29 Jan. 1574 had ter hoogte van
Yerseke de beroemde zeeslag plaats
tusschen de Spaansche vloot onder aan
voering van De Glimes en Romero en
"•de Zeeuwsche Geuzen, geleid door Ad
miraal Lodewijk van Boisot en vice-
admiraal Joost de Moor.
Daar van dezen strijd 't behoud! van Zee
land en het verdere lot van Nederland
afhing, vochten de onzen als leeuwen.
De Spanjaarden verloren dezen beslis-
senden slag. en leden zware verliezen, de
vlootvoogd De Glimes Sneuvelde en Ro
mero zwom naar de dijk bij Schakerloo
en wist zoo zijn leven te reddén. De
Zeeuw Jaspar Leimse uit Zoutelande
maakte grooten naam, door van het
vijandelijk admiraalschip de vlag neer
te halen.
De Tachtigjarige Vrijheidsoorlog ging
ook aan Yerseke niet zonder meer voor-
bii en evenals zoovele andere Zeeuw
sche Stadjes verloor het in dezen tijd
zijn aanzien. Een bende Spaansche zee
schuimers plunderde in 1640 het bloeien
de plaatsje en stak het vervolgens in
brand, waardoor het gedeeltelijk ver
woest werd. Van dezen slag herstelde
Yerseke nimmer meer. Met de heer
lijkheid en glorie was het gedaan, de
edelen vestigden zich elders, de handel
verliep en Yerseke verviel tot een stil
dorpje. De nijvere bewoners verzetten
echter de bakens en legden zich toe op
de schelpdlerenvisseherij, vooral op de
oesterteelt, welke in de periode van
18751890 rijke winsten opleverde.
Yerseke begon opnieuw, zij het dan
op een geheel ander terrein, in bloei
te komen.
De strenge winter van 1890 vernietigde
de gansche cultuur, maar door het door
zettingsvermogen kwam men ook dit
weer te boven.
De beruchte overstrooming van 12 Maart
1906 bracht andermaal enorme schade
toe aan de kostb? e oesterputten. De
opgezweepte golven sloegen over de
beschermende dammen en sleurden alles
mee. De dijken van den Pieter- en Ol-
zendepolder braken door en ook de Mo
lenpolder vloeide, gelukkig waren er
geen menschenlevens te betreuren. De
aangerichte vernielingen werden weer
hersteld en men begon nogmaals met
frisschen moed. Toen kwamen de „cri
sisjaren" en troffen Yerseke zeer zwaar
en ook de oorlog sloeg diepe wondien,
maar een nieuwe tijd breekt thans aan.
Yerseke, het visschersdorp aan de Oos
terschelde, dat in een tijdvak van een
halve eeuw zijn inwonertal van 400 tot
4000 zag vermeerderen, een ontwik
keling waarin de oestercultuur een be
langrijken factor vormt, gaat een beter
en schoone toekomst tegemoet.
a. cocQurr
Benoemingen
Benoemd tot: Gezworene van den Fre-
drikspolder J. van Maldegem te Kort-
gene.
Gezworene van den calamiteuzen Burgh
en Westlandpolder J. Blom L.Jzn., te
Haamstede.
Gezworene van den Nieuw-Kieldrechtpol-
der A. C. J. de Deckere te Clinge.
Leden van den dijkraad voor de water-
keering van den calamiteuzen Leendert
Abrahampolder als vertegenwoordiger
Zeeuwsche kind
De ruïne te Sluis
van dien polder P. Priester en M. S.
Priester, beiden te Kats (Kortgene).
Leden van den dijkraad voor de water-
keering van den calamiteuzen Jonk
vrouw-Annapolder, als vertegenwoordi
ger van dien polder H. A. Mol te Kort
gene en L. C. de Vos te Kats (Kortgene).
Gezworene van den Oud-Kortgenepol-
der, M. H. Noordhoek te Kortgene.
De Roemeensche landbouwmachine-
industrie. Naar het te Boekarest ver
schijnend blad „Excelsior" mededeelt,
heeft het Roemeensche onderstaatsse-
cietariaat voor industrie, handel en
mijnbouw, het productieprogramma voor
de* binnenlandsche landbouwmachine-
in austrie opgesteld. Het programma
loopt voor den tijd van 1 Maart 1944
tot 1 Maart 1945 De fabrieken zijn ver
plicht in totaal 300.000 spaden, 327.000
schoffels, 213.000 bijlen. 300.000 hooi
vorken, 10.000 ploegen, 10.000 eggen,
rond 6000 hakmachines, 700 ploegscha
ren, ruim 500 zaaimachines voor mais
en 125 dorschmachines voor granen te
produceeren.
De Fransche suikerbietenteelt Het
Fransche suikerbietenareaal is dit jaar
met 255.000 ha. ongeveer gelijk aan
dat in de vorige campagne, zoodat
weer op een oogst van circa 5.8 millioen
ton bieten of 535.000 ton suiker wordt
gerekend.
150.000 vrouwen voor den Finschen
landbouw Dit jaar zullen 150.000
vrouwen uit de bevolkingscentra in den
Finschen landbouw te werk worden ge
steld in het belang van de uitbreiding
van de teeltoppervlakte. Verleden jaar
werden 100.000 vrouwen door dezen
maatregel getroffen.
De Hongaarsche zonnebloemteeltEen
groot deel van de Hongaarche be
hoefte aan plantaardige oliën wordt
gedekt door den verbouw van zonne
bloemen.
De toekomst van den Deenschen land
bouw is momenteel het voorwerp van
uitvoerige besprekingen, welke werden
uitgelokt door enkele voordrachten in
economische" kringen van Denemarken.
Skopgaard van de landbouwhoogeschool
te Kopenhagen verklaarde onlangs, dat
hij- er niet aan twijfelt, dat de Deensche
landbouwproductie, evenals na den vo-
rigen wereldoorlog, ook na afloop van
dezen oorlog zeer aanmerkelijk zal stij
gen niet in het minst als gevolg van de
technische ontwikkeling en mechanisatie,
welke zich momenteel nog in een begin
stadium bevindt. In het 14-jarig tijdvak
van 1910 tot 1924 steeg de productie
sterker dan in de periode van 1880 tot
1914 en een soortgelijke ontwikkeling
zal de Deensche landbouw zeker ook in
de komende jaren meemaken. Skopgaard
verklaarde voorts, dat in Duitschland en
Engeland zeer yeel voor mechanisatie
van den landbouw wordt gedaan en men
moet er op rekenen, dat deze landen na
den oorlog hun voortbrenging zeer be
langrijk zullen verhooaen. Ook moet de
Deensche landbouw er rekening mede
houden, dat nog andere landen na den
oorlog hun boter- en varKensnroductie
zullen uitbreiden. De mechanisatie zal in
Denemarken in zooverre problemen op
werpen. da* de jeugd van het platteland
niet meer als in de vroegere mate in
den landbouw werk zal kunnen vinden,
van den Deenschen agrarischen export
bestond tot dusver 95 pet. uit veeteelt>
producten en slechts 5 pet. uit plant
aardige voortbrengselen. De toekomst
van den Deenschen landbouw is afhan
kelijk van zijn exportmogelijkheden,
waarvoor na den oorlog ook directe
ruiltransacties van nut kunnen zijn. De
van vele zijden opgeworpen vraag of
geen grootere afzetmogelijkheden zou
den kunnen worden verkregen door een
omschakeling van de landbouwproductie,
b.v. door een vermindering van de dier
lijke ten gunstige van de plantaardige
productie, ontkende Prof. Skopgaard,
daar de Deensche verhoudingen de vee
teelt beslissend begunstigen.
Voor het overige meent Skopgaard, dat
de Deensche landbouw na den oorlog een
tweetal perioden zal doormaken: direct
na den oorlog zal een groot tekort ont
staan aan landbouwproducten, als gevolg
waarvan, vooral in den vorm van ruil
transacties, een zeer belangrijke afzef
mogelijk is tegen prijzen, welke tusschen
de landen onderling worden overeenge
komen en zich minder naar vraag en
aanbod zullen richten Na deze periode
zouden echter de moeilijkheden rijzen. In
alle landen zal men zoo snel mogelijk
het productie-apparaat weer op peil
brengen, waardoor voor Denemarken
aanzienlijke afzetmoeilijkheden zouden
kunnen optreden. Europapres».
MEN kent ze wel, die mooie oude
boerderijen, omzoomd door statig
opgaand geboomte, met een min
of meer grooten boomgaard en een keu
rige oprijlaan. Men treft deze meestal
aan op de zandgronden, doch ook op
de klei kan men er wel vinden. Stel
daar tegenover de nieuwe boerderijen,
vooral in het veen- of weidegebied.
Meestal heeft men daar de beplanting
„vergeten" of indachtig het spreek
woord „als de boom is groot, is de
planter dood" er niet toe overgegaan
boomen en struiken rondom de boeren
woning te planten. Soms zijn er eenige
armtierige boompjes, meestal ondes
kundig neergezet en een paar vrucht-
boomen voor eigen gerief. En die wor
den dan dikwijls nog slecht onderhou
den, zoodat ze gaan kankeren en zoo
doende weinig of niets dragen en dus
ten doode zijn opgeschreven. Een be
planting om de boerderij moet deskun
dig worden aangebracht, d.w.z. men
moet die soorten kiezen, die voor den
grond geëigend zijn en rekening hou
den met de meest heerschende wind
richtingen.
Boomen en struiken beschermen de
boerderjj tegen stormen; in him tak
ken nestelen zich de zangvogels,
die nuttig z(jn voor den landbouw
en moeten zjj gekapt worden, dan
leveren z(j nuttig geriefhout.
Het heeft dus wel degelijk zin over te
gaan tot aanplanting van boomen en
struikgewas rond de boerderij. Zoo'n
hofstede, omgeven door mooi opgaand
geboomte, vormt een rijkje op zich
zelf, een echt „boerenheem", men voelt
zich er thuis en ook vanaf den weg
doet zoo'n boerenhofstee prettig aan.
Bovendien kunnen in de meeste ge
vallen. behalve de eigenlijke vrucht-
boomen, bestemd voor den boomgaard
vruchtdragende soorten bijv. noten en
tamme kastanjes, hazelaars e.d. worden
aangeplant. Sommige soorten groeien
niet zoo snel, maar dan heeft het
komend geslacht er zeker wat aan,
wij moeten niet alleen voor ons zelf,
maar ook voor ons nageslacht zorgen.
Waren ook niet de boompjes klein, die
onze voorouders geplant hebben en zijn
het "geen reuzen geworden onder wier
schaduw wij verpoozing zoeken?
Hebben zij ons niet deze prachtige boer
derijen nagelaten met hun lommerrijke
boombeplanting, waarop wij zoo trots
zijn Planten wij dus ook boomen
rondom onze boerderijen en langs de
toegangswegen, opdat ons nageslacht
ons ook dankbaar zij! Keuze is er ge
noeg.
De boomen en struiken, die het meest
voor aaplanting in aanmerking komen
zijn
op de klei
o.a. de linde, de kastanje, de note-
boom, diverse soorten populieren, de
esch, de eschdoorn, de wilg én het kren-
tenboompje met z'n prachtige bloesem
in het voorjaar.
Verder als struikgewas: de wilg, mei
doorn, hazelaar, haagbeuk, vlier, slee
doorn en hulst.
Op de zavelgronden
en het zand groeien vrijwel dezelfde
soorten, bovendien nog de beuk, berk,
de lijsterbes en acacia's zijn hier goed
thuis, ook vruchtboomen gedijen hier
goed. Op het zand gaat minder de noot,
echter wel de vlier evenals de dennen
soorten Douglas, Oostenrijksche den en
Larix Am. Elk wil ook hiér goed en snel
groeien.
Op het hoog- en laagveen
is de keuze niet zoo groot, daar groeien
het best de berk, lijsterbes, populieren,
berkesch, wilg en struiken, zooals
zwarte en grauwe els, het krenten-
boompje, de lijsterbes, de vlier; voor
kleine heggen geldt in 't algemeen de
randpalm en de liguster, die overal ge
dijen.
Het is raadzaam een vertrouwden boom-
kweeker te raadplegen. Dit is voor de
keuze van vruchtboomen zeer zeker ge
boden, daar deze veel moeilijker is dan
bij laanboomen. De kweeker zal zekér
gaarne alle inlichtingen verschaffen.
Bovendien kan men in de uitgebreide
catalogi van bekende kweekerijen een
goede handleiding vinden bij het bestel
len van laan- en vruchtboomen.