Wenken van de week KUIKENS OPFOKKEN Vonkjes Oppervlakte-behandeling en onkriiidbestrijdiiig op Grasland De stiZistof toe wijzing en staan wel in de algemeene belangstelling. Vermel den wy daarom hier even, dat stik- Btofbon nr. 7 geldig verklaard is. Deze behoudt zijn geldigheid tot 10 Jun: a.s. Ook de N. bonnen 6 en Bt zijn tot dien datum geldig, alsmede de phos phorzuurbonnen nr. 1 en de kalibon nen B.T. Al deze bonnen moeten voor 5 Juni bij Uw leverancier ingeleverd zijn. De aflevering van kunstmeststoffen voor 1943-1944 mag na 31 Juni a.s. niet meer plaats hebben. In veel boomgaarden en fruittuirïen, waar geen vee in geweid wordt zie: men nog gras. Dit heeft inderdaad Iets aantrekkelijks, omdat men het hooien kan, of groen kan opvoeren. Maar voor de vruchtboomen zelf is dat van groot nadeel, want op die manier onttrekt men heel wat plan- tenvoedsel aan den bodem, waar dif* de vruchtboomen- niet van kunnen profiteeren. Wil men het grootste rendement van zijn boomen hebben, dan doet men beter den grond zwart te maken, dus het gras om te spitten. Het reserve voedsel, dat in de graszode zit opge hoopt, komt dan aan de boomen te goede. Wel zit hieraan vast, dat d. grond regelmatig geschoffeld of ge hakt moet worden, om hem onkruid vrij te houden, maar ontegenzeglijk is voor den goeden groei van de boo men deze methode beter dan gras, da gemaaid of gehooid wordt. Wil mer echter van het schoffelen en hakker af zijn, en heeft men zwaren grond die gemakkelijk hard wordt en in droogt, dan is een goede manier vai. werken, het gras geregeld maaien er dat dan gemaaid laten liggen. He gras gaat -dan langzaamaan tot rot tlng over, waardoor de plantenvoe din'>sstoffen weer vrij komen en i; den bodem worden opgenomen, ter wijl de grondbedekking voorkomt, da1 de bovengrond uitdroogt en verkorst Zooals men weet. kunnen de paardei. uit de inundatie-gebieden worden overgenomen door het Bureau Ont ruiming. Deze paarden worden dan via het V.V.A. doorverkocht aan hou ders van aankoopvergunningen. Zoo doende wordt bereikt, dat de paarden die door de inundatie van bedrijven geen werk meer hebben, daar kpmen waar zij goed gebruikt kunnen wor den. Veelal bestaat de meening. da! men, wanneer men zijn paarden over doet aan het Bureau Ontruiming, zijr- paarden kwijt is. Dat is echter nie: juist. De kooper van een inundatie- paard neemt n.l. schriftelijk de ver plichting op zich. het paard terug te leveren, wanneer het Bureau Ontruk ming van oordeel is. dat de oorspron kelijke eigenaar het weer noodig heeft. Wanneer deze dus- weer naai zijn bedrijf terug kan keeren, en da' Weer in exploitatie gaat brengen, oi wanneer hij een ander bedrijf gaal ^WmiTen. kan hij dus via het Bureau Ontruiming aijn paarden dus weer te rug krijgen. Deze terugleveringsver lichting geldt tot 1 Januari 1947. oorts is de kooper van een inunda tiepaard verplicht, het paard goed tc verzorgen. Daartoe aan te stellen in specteurs zullen er toezicht op hou den. Wordt een paard onvoldoende verzorgd, dan zal de houder het paard moeten afleveren aan het V.V.A. en zal het aan een ander worden toege wezen. Men ziet dus, dat aan de belangen van de oorspronkelijke eigenaars de noodige aandacht zal worden ge schonken. Het is al erg genoeg, dat zij van hun bedrijf af zyn, en hun De brochure „Kuikens opfokken in Oorlogstijd", welke wij onlanss in ons blad afdrukten, is nog In vol doende mate voorradig. Een exemplaar wordt door ir. H. Adams, Rijkspluimveeteel'cconsu- lent in Hoogeveen op aanvraag gratis toegezonden. Nabestellingen, door kuikenbroeders of houders van fok- of vermeerderingsbedrij- ven, kunnen geschieden bij boek handel firma Pet te Hoogeveen (giro 1237) tegen den prijs van t 2.50 per 50 stuks. paarden en vee moeten afstaan. Het is dan ook zejeer toe te juichen, dat er voor wordt gezorgd, dat een ander met hun eigendommen niet zoo te rauw kan omspringen. Trouwens iedereen die hart heeft voor paarder; en vee, en dat heeft toch practisch iedere boer, zal het paard van een ander wel niet verwaarloozen. Als het paard bij den nieuwen eige naar niet voldoet, kan hij via den P.B.H. weer terug leveren, wanneer deze na onderzoek van meening is dat de klacht gegrond is, en hij kan dan een ander paard toegewezen krijgen. Wanneer op het tijdstip van terug levering aan 'den oorspronkelijken eigenaar deze gestorven is, of het paard niet wil terug hebben, kan hij met bemiddeling van het Bureau Orit- ruiming een ander paard terug koc- pen van ongeveer gelijke kwaliteit Eventueele waardevermeerdering of -vermindering kan met den- eigenaar verrekend worden. Vanaf 9 Mei J.l. is verhuur van paar den (uit het inundatiegebïed aan oi onderbrengen bij houders van aan koopvergunningen niet meer toege staan, zulks in verband met een juiste verdeeling. Daar deze maatregelen zoowel voor de eigenaars van inundatiepaardeo als voor de toekomstige koopers van belang zyn, meenen wij goed te doen er hier nog eens de aandacht op tc vestigen. Wij willen hier melding maken van een belangwekkende proef, die reeds vanaf 1930 te Borger in Drenthe is genomen. Vanaf dat jaar gaat men ■ip dat proefveld na den invloed van het weglaten der stikstof-, fosforzuur- en kalibemesting op rogge en aard appelen. Het proefveld is gelegen op goeden ouden eschgrond In 1943 is voor het eerst de opbrengst gedeeld op het perceel dat sedert 13 iaar geen phosphorzuurbemesting had mtvangen. Daaruit blijkt wel, dat op goede zandgronden, die steeds nor maal met phosphorznur zijn bemest, het gebrek phosphorzuurhoudeu^e meststoffen voorloopig nog wel gv.xi schade aan de opbrengst zal doen. Het weglaten van de kalibemesting liet zich echter reeds na 5 a 6 oogsten gelden. De opbrengsten begonnen toen sterk te dalen. In 1943, dus' na 13 jaar geen kali te hebben gegeven, was de opbrengst 2/3 van normaal. De korrelkwaliteit was bij geen kali- bemesting.slecht n.l. schrompelig en onregelmatig fijn. Bij de proef met weglaten van stik stofbemesting kwam men tot opmer kelijke resultaten. De rogge bleek daarvoor zeer gevoelig te zijn. De aardappelen bleken het echter zonder stikstofbemesting aardig te kunnen stellen. Na 1, 3, 5, 8, 10 en 12 jaar weglaten van stikstof waren de knol opbrengsten resp. 84, 92, 95, 87, 55 en 70 °/o van normaal. De aardappelen blijken dus beter van den stikstof- voorraad in den grond te kunnen pro fiteeren dan de rogge. Voor het weg laten van kali waren de aardappelen echter weer veel gevoeliger. Voor de practijk leert deze proef ons, dat op oude, steeds goed bemeste gronden, voor phosphorzuurgebrek zoo spoedig nog geen gevaar bestaat. Den stalmest gebruike men dan ook liever op de jongere ontginningsgronden. Kalibemesting is voor de rogge en na tuurlijk vooral voor de aardappelen noodig. Gelukkig is de kali toewijzing v/el zoodanig, dat we nog een tamelijk goede kaligift kunnen geven. De roggeopbrengsten op de zandgronden zullen door de lage stikstoftoewijzing voor dat gewas wel wat te lijden heb ben. Met de aardappelopbrengsten zal het op de oude gronden ook bij lagere stikstofbemesting, wel wat los- loopen Hoewel iedere grondsoort zijn eigen aard heeft, en resultaten op bepaal den grond bereikt, nog niet gelden voor eenzelfde grondsoort in een an dere streek, meenden wij toch goed te doen. op deae Drentsche proeven de aandacht te vestigen. Ongetwijfeld kan men er ook in andere deelen van ons land voordeel van hebben. De bladronaekie van den aardappel wordt vooral - door perzikbladluizen verspreid. In de nieuwe Zuiderzee polders' is de aanplant van perziken dan ook verboden. Omstreeks half Mei kan men op kleigrond koolrapen zaaien, direct op hun plaats; op zandgrqnd wacht men vaak nog wat, om ze niet „ve zelig" te krijgen. Gekookte vischkoppen vormen, mits met ma'oe verstrekt, een uitstekend bijvoer voor kippen. Vochtig strooisel is voor kuikens even slecht als een vloer, die niet voldoende schoon wordt gehouden. Versch groenvoer is onmisbaar voor drachtige en zoogende voedsters. Peren, geënt op lijsterbes kunnen goede vruchten voortbrengen. Vergunningen 'cot het schieten van schadelijke, onbeschermde vogels kunnen afgegeven worden door de hoofden van de plaatselijke politie aan hen, die vóór 1 Juli 1943 ook een dergelijke vergunning bezaten. De Alpha is een laatrijpe, zeer duur zame aardappel, die wegens zijn hooge opbrengst aan groote en re gelmatige knollen in de eerste plaats geschikt is voot export. De vermoedelijke fokwaarde van jonge stieren is het spoedigst vast te stellen, indien kunstmatige be vruchting kan worden toegepast. O or schurft komt bij konijnen met hangende ooren over het algemeen weinig voor: fok Fransche hang oor en. De paarden moeten zoo eenigszins mogelijk beslagen worden door eeu deskundigen smid, dit kan hoefge- breken voorkomen. .ijs onkruiden zyn te beschouwen: zegge, wollig zorggras, zachte dravik, geknikte vossestaart, kweek, smele, paardebloem, boterbloem wilde kla vers, brandnetels, distels, biezen enz. Een goed middel om de onkruiden kwijt te raken is al het kort en in tensief beweiden, en het vroeg maaien van het hooigras. De on kruiden krijigen dan geen gelegenheid cm zaad te "vormen e^"bf om reseve- voedsel in de wortelstokken te ver zamelen. Ook het .blooten werkt in die richting. Verder zal men de ste kels door geregeld uittrekken weg kunnen krijgen Trouwens ook de on watering doet al vanzelf sommige onkruiden ver dwijnen, zooals zegge, geknikte vos sestaart, smele en biezen. Dat zijn meer moerasplanten, die dus op een goed ontwaterden bodem zich niet thuis voelen. Vroeg maaien en in tensief weiéen verdrijft zachte dra- 1 vik paardebloem en boterbloem, ver der ook brandnetels Kweek, moet men evenals de distels uittrekken. De kale plekken, die soms door de onkruidbestryding ontstaan, zaait men in met graszaad. Zoodoende krijgt men dan gaandeweg een dich tere zode. Deze verhindert op zijn beurt weer het ontkiemen van on kruidzaden, die voor de kieming veel licht noodig hebben. Mos dat steeds in het grasland voor komt, verdwijnt wel. bij goede be mesting met stalmest of compost. De goede behandeling van het wei land vraagt zooals men ziet wel heel wat werk. maar vooral in het zuivere graslandbedrijf is er voor den hooi tijd niet zoo veel ander werk en kan men vaak zonder veel extra arbeids loon," heel "wat nuttig werk verrich ten, waarvan men de resultaten aan het land zal kunnen zien en in de opbrengst zal kunnen bemerken. Het grasland vraagt evengoed zijn ver zorging als het bouwland al behoeft men het niet ieder jaar opnieuw te bezaaien, zooals het bouwland. Benut ook het grasland intensief, moet vooral thans de leuze zijn. he behandeling van het grasland is van grooten invloed op de samen- telling van de grasmat. Zoo is het wel algemeen bekend, dat het'steeds gebruiken van een perceel grasland als hooiland een ongunstigen invloed heeft op de zode. De fijnere onder grassen, die juist aan het hooi zijn waarde geven, verdwijnen er lang zamerhand uit. Ook wordt de grond veel meer verarmd, dan bij beweiden. De wijze van gebruik. Ook toevallige maatregeleh kunnen \an beteekenis zijn. Het kan soms wenschelyk zijn, b.v. bij nat en koud weer in den herfst het vee al vast e stallen en dan op stal nog verscn gras te voeren, waarvoor men dan een perceel afmaait. Zoo'n perceel gaat dan kort afgemaaid den winter in. Vorst kan in zoo'n toestand groo- 'e schade aan de grasmat toebren gen. doordat vele goede, maar njet ^oo win ter vaste grassen doodvriezen. Het volgend voorjaar zit men dan met een holle zode. die veel te wei- iring» productie-vermogen heeft. En het herstel van zoo'n uitgevroren grasmat gaat maar heel langzaam. Heeft men in den herfst zoo'n kort gemaaid perceel, zorg dan, dat het goed afgedekt wordt met stalmest of aarde, waardoor een beschutting tegen den vorst wordt verkregen. Zoo zien we dus, dat de manier, waarop men het grasland gebruikt al van groote beteekenis is voor de samenstelling van de graszode. Om ai het grasland in goeden toestand te houden, zal men dus het hooien er, sroen afmaaien steeds moeten afwisselen met beweiden. Een per ceel, dat het eene jaar gehooid is. moet liefst het volgend jaar beweid worden- De oppervlakte-behandeling. De oppervlakte-behandeling is een werk dat met de noodige zorgvuldig heid moet worden uitgevoerd. No dat het vee uit de weide is ge gaan, moet nmn er een vasten regel van maken, direct de mest flatten en molshoopen uiteen te slaan. Doet men dat niet, dan loopt men de kans op vorming van bossen, waar van het vee niet vreten wil en op het ontstaan van kale plekken. Ver- per moeten eventueel aanwezige bos sen en resten lang gras afgemaaid worden (het z.g. blooten). Het wei land wordt dan een gladde grasmat, oie gelijkmatig aan kan groeien tot het vee er weer inkomt. In de prac tijk is wel gebleken dat door een zorgvuldige behandeling, zooals hier voor genoemd, het nuttige grasop pervlak, waarvan het vee dus vréét, soms met 20 pet. vergroot kan wor den. Zonder vergrooting van de per celen weiland, kan men dus hier door aanmerkelijk meer vee weiden dan wanneer men in het land maar aan zichzelf over laat. De onkruidbestrijding. Goede ontwatering, goede bemesting, het in orde brengen van den kalk- tcestar.d en goede oppervlakte be handeling zijn er alle uiteindelijk op gericht de goede grassoorten een kans te geven tot betere ontwikke ling. Wanneer we nu daarnaast nog zorgen voor een degelijke ortkruidbe- strijding, dan kunnen de Resultaten n'et uitblijven De meerdere kosten, die dit alles vraagt worden ruim schoots vergoed door het hoogere rendement van het grasland. Be onkruiden hebben een schadelij ken invloed doordat zij voedsel weg halen van de grassen, doordat zy de lage grassen overschaduwen, en veel plaats innemen. Ook zijn er vergif tige planten bij zooals b.v. de zwarte nachtschade, de moeraspaardestaart. boterbloemen en herfsttijloos. Som mige onkruidsoorten geven een on- aangenamen smaak aan de melk en zijn daardoor weer ongewenscht. Bij het hooien vertragen de vaak dikkere stengels en bladeren van het onkruid het drogen van het hooi. Dat on- kruidbestrijding noodig en nuttig is bewijzen wel de proefnemingen, die hebben aangetoond, dat de opbrengst van het grasland door intensieve on- kruidbestrijding wel 10 k 20 pet. stij gen kan.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 4