if et Hof
ter Zande
En Je boer:....
Benoemingen
v V
AAN de Zuidzijde van Kloosterzande
even links van den weg, donkert
een zware boompartij op. Een klein
slank torentje rankt omhoog tusschen
het lommerrijk gebladerte, waar warm-
roode muren doorheen glanzen. Oude
knoestige iepen spreiden beschermend
hun dichte kronen uit en werpen diepe
schaduwen neer. Laag hout tiert welig
rond de dikke stammen en woekert
over de smalle paadjes. Veilig beschut
staat daar een eerbiedwaardig ge
bouwtje, bijna geheel schuil gaand in
het ruige loover.
We staan hier op historischen grond,
de bakermat der beschaving in dezë
uithoek van ons gewest. Thans is deze
piek Kroondomein en het oude kapel
letje, nu de Ned. Herv. Kerk der ge
meente Hontenisse is een overblijfsel
van het vroeger uithof „Het Hof ter
Zande" Dit uithof of klooster was de
kern van het huidige dorp Klooster
zande, waarvan de naam voor zichzelf
spreekt.
In 1183 schonk d!e Vlaamsche Graaf
Prilips van den Elzas, aan de Benedic
tijner monniken der St. Pieters Abdij
te Cosvorde, de schorren genaamd Werp-
land of Sond, gelegen tusschen Hon-
tenesse en Ossenesse om deze te laten
bedijken. Den monniken was dit wel toe
vertrouwd, daar ze al vele gronden
hadden ontgoimen, nog voor de over
strooming van 1170 bezaten ze reeds
landerijen in de Vier Ambachten en
wel te Axel, Zaamslag en Ossenesse.
Blijkbaar zijn ze door een of andere
oorzaak niet bij machte geweest om
het nieuwe werk uit te voeren, want
in 1196 deden ze vrijwillig afstand van
het gebied.
Dit ging nu over in handen der Cis-
tercienser monniken van de Abdij van
Duinen, één der vier Abdijen die in deze
streek hun zegenrijken arbeid verrichten.
Deze namen nu de reusachtige taak op
zich om de woesten gronden vrucht
baar te maken.
Allereerst bedijkten ze den Mariapolder
en vervolgens den Zandepolder" waarin
een uithof of nederzetting met kapel
verrees. Rondom dit uithof breidden
de stoere pioniers hun inpolderingen
steeds verder uit en omstreeks 1230
bouwden ze een tweede uithof, nabij
Frankendijk en Elfsdrjk. Deze plaatsen
lagen ten N. van den tegenwoordigen
Kruispolder en rusten al eeuwenlang
op den bodem der Schelde. De parochies
Ossenesse, Hontenesse en Hengstdijck
door breede wateren gescheiden, werden
met elkaar verbonden. Zoo zetten de
nijvere mannen hun strijd tegen de zee
voort. Onafgebroken ontworstelden ze
uitgestrekte gronden aan de klauwen
van den waterwolf; tegenslagen bleven
hun echter niet gespaard.
Vaak werd met één slag 't met moeite
veroverde teniet gedaan en vloeide op
nieuw het zoute water over het land,
met taaie volharding pakten ze dan
andermaal aan en heroverden het ont
rukte land wederom aan de zee.
Maar niet alleen het water richtte
groote schade aan hun bezittingen, ook
de voortdurende woelingen veroorzaakt
door het opstandige Gent brachten on
heil over de uithoven
Op een der strooptochten verwoestten
de Gentenaars in 1348 bijna al de uit
hoven der Abdij van Duimen en braken
bovendien den molen van Meijnsdijck
oie eveneens tot de A.bd'ij behoorde,
geheel af en dit alles omdat de Abt
Lambert van Westhouters g'eweigerd
had, de schatting aan de oproerige
stad te betalen. Onvermoeibaar her
stelden de monniken hun eigendom
men en stichtten nieuwe nederzettingen
die in de volgende eeuwen tijden van
op- en neergang kenden.
Het Hof te Zande ging voor de tweede
maal verloren in den Tachtigjarigen
Vrijheidsoorlog, die feitelijk voor ons ge
west den ondergang beteekende, ellende
en armoede deden hun intrede en de
gruwel der verwoesting raasde over.
het welvarende land.
Bij een inval der Vlissingsche water
leeuwen in 1574 staken deze de ge
bouwen in brand en de overlevende
monniken vestigden zich in Hulst.
Prins Willem van Oranje, de strijder
voor onze vrijheid1 kreeg in 1575 van
de Staten van Vlaanderen de overblijf
selen van het klooster en de erbij be-
hoorende landerijen als schadeloosstel
ling voor de door Philips n in Bour-
gondië ontnomen bezittingen. De Vader
des Vaderlands veranderde het uithof in
een vorstelijk buitenverblijf „Het Hof
ter Zande". De ruïnes van a<e kleine
kloosterkapel waarvan alleen het voor
ste stuk deels was gespaard, bleven
liggen tot in het begin der 17e eeuw.
In 1609 bouwde men een nieuw, het
nu nog bestaande gebouwtje en in 1648
kregen de Hervormden het voor hun
eeredienst toegewezen.
Het lusthof raakte langzaam in ver
val en werd in 1859 gesloopt, maar
cok aan de kapel knaagde de tand des
tiids, zoodat restauratie dringend noo-
dig bleek. Dit werk uitgevoerd door
aannemer Wisse uit Zaamslag duurde
van 1922—1924.
Het is hier een prachtig stuk natuur
schoon, gepaard met historische waar
de. Vanaf de Kloosterstraat geeft één
met rijzig geboomte omzoomde dreef
toegang; er stroomt een vaartje met
een paar bruggen en smalle paadjes
slingeren zich door het plantsoen.
Middenin, geflankeerd door een eeuwen
ouden reuze-kastanjeboom, wiens
enorme dikke takken maar even boven
den grond uitstrekken, duikt het kerkje
met de smalle vensters op. Het is
opgetrokken uit oude kloostermoppen
met een diep warm roode kleur. De
muren zijn één meter dik en gaan tot
2 meter in den grond. Aan de voor
gevel vormen vier ankers het jaartal
1609, het jaar van den herbouw dïe
echter ondeskundig is uitgevoerd. Het
voorgedeelte, dus het oudste, vertoont
niet den oorspronkelijken Romaanschen
maar den Gothisehen stijl, terwijl 't an
dere den Romaanschen stijl vertoont. Bij
het verwerken der steenen heeft men
voor het oudste deel het z.g. Vlaamsche
verband, d.w.z. kop en strek toege
past.
Hoewel gering van omvang bezit het
kapelletje toch een zijbeuk, dienstdoend
als consistoriekamer. Bij de restauratie
in 1922 werd de zijpoort, behoudens een
deur, de verbinding van beuk en schip
dichtgemetseld.
Of de betreffende poort vroeger de
hoofdingang was en derhalve de zij
beuk niet bestond is mij niet bekend.
Bij de opgravingen noodig voor de her
stelwerkzaamheden, deed men interes
sante ontdekkingen. Men kwam op een
onderaardsche nauwe gang, waar
van men de steenen gebruikte, later
is zg weer dicht gegooid.
Onder den vloer van het gebouw stiet
men op massa's geraamten, in drie lagen
kris kras op elkaar liggend. Een der
geraamten bezat nog lang zwart haar,
dat bij aanraking als stof uiteenviel.
Hier moet dus in 1574 een waar bloed
bad zijn aangericht door de Hervorm
den, waarbij vele monniken werden
vermoord.
Ongetwijfeld zullen de Katholieken nu
spreken van die barbaarsche Geuzen,
maar zij mogen niet vergeten, dat ook
zij hierin schuld dragen. Ook de Ka
tholieken vervolgden hun evenmensch
terwille van het geloof, men denke
slechts aan de Hugenoten, de Salzbur-
gers en den Bartholomeusnacht in 1572.
Als verzachtende omstandigheid kan
worden aangemerkt, dat in dien tijd
de zeden heel wat ruwer waren dan
thans. Bij een hoek van het gebouw
dolf men eveneens veel skeletten op;
het merkwaardigste van .deze mensehen-
resten wac wel de buitengewone grootte
der beenderen en schedels, een bewijs,
van den veel forscheren bouw van de
toenmalige bewoners. In latere jaren,
bij het aanleggen van een vaart in de
buurt van Ossenisse, groef men ook
dergelijke beenderen op.
Verder vond men rond het kerkje de
brokstukken van de oude gebouwen
(Ziè vervolg pag. 6, eerste kolom).
HIJ PLOEGDE VOORT.'
De heer W. F. van Gorsel te Rilland-
Bath heeft ontslag genomen_als lid van
den Dijkraad voor de waterkeering van
den calamiteuzen Zimmermanpolder.
Benoemd tot lid van den Dijkraad voor
de waterkeering van den calamiteuzen
Zimmermanpolder, als vertegenwoordi
ger van den Reigersbergschepolder J.
Blók Chrzn. te Rilland-Bath.
Benoemd tot gezworene van den Wis-
sekerkepolder H. C. de Kater te Wis-
sekerke.
Tot gezworene van den calamiteuzen
Vlietepolder G. C. Flikweert te Wisse-
kerke.
Tot gezworene van den calamiteuzen
Onrustpolder J. C. van Langeraad te
Wissekerke.
Tot lid van den Dijkraad voor de wa
terkeering van den calamiteuzen Ado
nispolder als vertegenwoordiger van
dien polder, D. Dekker te Waterland-
kèrkje.
De heer G. Klaassens te Terneuzen
heeft ontslag genomen als dijkgraaf
van den Lievenspolder.
In zijn plaats is benoemd tot dijkgraaf
van genoemden polder D. J. J. de
Bruyne te Terneuzen.
Benoemd tot gezworene van den Geers-
diger van het waterschap Zuid c.a. J.
dijkpolder J, de Kan te Geersdijk (Wis
sekerke).
Tot afgevaardigde naar de algemeen©
vergadering van het waterschap Hul
ster- en Axelambacht, als vertegenwoor-
HuyssenDieleman te Terneuzen.
De Boerenjongerenleider in Zee
land achter den ploeg. Ondanks
inundatie en evacuatie blijft hij zijn
werk verrichten.
(Familiefoto's)
Redacie-adres: Zeestraat
Haag, Telefoon 115754.
ADVEKmilLS.
Handelsadvertenties:
,1 provinciale editie 25 c. peh
m.m. elke editie meer 5 c. per
m.m. extra.
1 provinciale editie 25 c. per
Handelsadvertenties met
agrarischen inhoud:
1 provinciale editie 15 c. per
m.m. elke editie meer 3 c.
per m.m. extra.
Kleine advertenties met uitsluitend
huishoudelijken inhoud:
1 t.m. 20 woorden f 2- elke 5
woorden meer f 0.50 extra.
Brieven onder nummer f 0.15
meer.
Bij meer plaatsingen aanmerkelijke
korting.
ALI.E BRIEFWISSELING betreffen
de advertenties abonnementen
en administratie te richten aan
Uitgeverij ..Volk en Bodem"
Kortennerkade 10. Den Haag.