Rondom het Zwifl
Gewoonten en gebruiken J ji f
die door eeuwen
voortleven
EEN RUSTIEK GEHUCHTJE
V
i ZiOHicrniciiiiid
C SCHOON oud. land, het land van
het Ziyin, een land boordevol histo
rie, een brok Mlddeieeuwsch Vlaan
deren, waar de eeuwen spreken.
Een land met waardevolle cultuur-histo
rische monumenten uit het glorierijke
verleden, toen het gebied de poort van
het machtige Vlaanderen het centrum
van den geheelen wereldhandel vormde.
Veel verdween in den maalstroom der
tijden, maar nog altijd getuigen de
eeuwen trotseerende oude bouwwerken
in de stille stedekens van hetgeen
eens was.
Waar in de glansperiode de met kost
bare waren geladen koopvaarders de
golven van de Zwingolf kliefden, rui-
schen nu de korenakkers, liggen intieme
hoefjes en spreiden stoere olmen hun
breede kruinen uit.
Even westwaarts van Sluis, de oude
roemrijke Vlaamsche veste doemt bo-
ven. het geboomte een massieve stompe
toren op, een grijze reus wakend over
het zware land en de kleine huizekens
aan zijn voet.
Gelijk* een begijnhof, vredig en rustig,
ligt daar St. Anna ter Muiden droo-
mend en afgesloten van de rumoerige
wereld rondom me.
Eens, in Vlaanderens bloeiperiode was
het met Sluis een welvarende stad, een
voorhaven van Brugge, de heerschere3
over het platteland. Hoe oud St. Anna
ter Muiden is Het ontstaan verliest
zich in de onddordringbare nevelen
dei- oudheid. Maar zeker is, dat het
meer jaren telt dan haar zusterstad.
Reeds in Maart 1241 verhieven Graaf
Thomas en Gravin Johanna van Vlaan
deren het toen al lang bestaande vis-
schersdorp Mude tot stad, waarvan de
naam waarschijnlijk is ontleend aan den
al in 1213 vermelden Stroom ,,La Mue".
Sluis ontving het standrecht pas in
1290 van Graaf Gui van Dampierre.
Mude als oudste stad zag hierin een
bekorting van haar rechten en bracht
derhalve bezwaren naar voren. De Graaf
stelde hierom in Maart 1293 samen
met den Markies van Namen de gren
zen van Sluis aan de waterzijde vast,
evenwel ten nadeele van het aan de
overzgde van het Zwin gelegen Mude.
Dat Mude een belangrijke plaats innam,
blijkt uit het feit, dat het ook het
recht kreeg om een eigen munt te slaan,
een zgn. „Tournooische groot" met
randschrift „Mudencis givis" waarvan
er nog e#emolaren bestaan, geslagen
tusschen 1297 en 1304 in genoemds
stede.
De eeuwen van voorspoed vergleden
en Mude raakte in verval en deelde
het lot van Brugge, Hoecke, Damme,
Sluis en Aardenburg. Het Zwin de
levensader verzandde voortdurend en
Ci!e aan de boorden liggende rijke han
delssteden, schrompelden ineen tot stille
plattelandsstedekens en dorpkens.
Wat bleef er over van de grootheid
van St. Anna ter Muiden? Een pleintje
met typische linden, wat huizekens er
om heen geschaard, een oude pomp en
dc torenstomp der Elisabethskeftc; dat
is alles wat nog herinnert aan vroeger.
Er hangt een devote stemming over
het verlaten marktplein, waar destijds
drukte en vertier heerschten, maar
waar nu het gras groeit. De oude stijl
volle geveltjes verleenen een apart
karakter aan het kleine vlek, dat in
1880 bij Sluis werd gevoegd. In de scha
duw van de linden staat nog steeds
het raadhuisje, dafeerend uit 1650.
prijkend met een vierkant open houten
torentje op het tentdak en een gevel
steen met het Gemeentewapen. Ook
de schilderachtige hardsteenen pomp
van 1789 bekroond met een vaas, draagt
het stadswapen, een zwart anker op
een rood veld tusschen een witte zon
en een bleeke maan; welke havenstad
bezit schooner schild dan dit oude
blazoen van Mude? Onder het wapen
staat een inscriptie: „S. P. Q. St. A.
t. M.", een variatie op het oude Sena-
tus populusque Romanus, d.i. Senaat en
Volk van Rome. Senaat en Volk van
St. Anna ter Muiden, welk een tragiek
schuilt in deze spreuk, want van het
bestuur en de bevolking der stad is niets
meer overgebleven dan een handvol
huisjes, samengehokt bij een massalen
toren.
De monumentale kolos behoort tot de
reeks zware torens der Zuid-Holland-
sche en Zeeuwsche eilanden; een keten
van trouwe wachters zich spannende
tusschen Brielle en St. Anna ter Mui
den en een van die Zeeuwsche torens,
die zoo'n hoogen ouderdom bezitten,
dat men eeuwen moet teruggaan om
iets omtrent hun ontstaan .ie vindten.
Het Christendom bracht hen in onze
lage landen ter vervanging der ruwe
eenvoudige kapellen door de eerste pre
dikers gesticht; tevens dienden ze als
veilige bakens voor de zeelui.
De toren van St. Anna ter Muiden
EN_zoo is dan een der drukste maan
den van het jaar, voor de boeren
weer aangebroken. Zoo rijk als deze
maand aan werkdagen is, is er bijna
geen andere, want er is nu bijna geen
ti:d voor feesten.
Juni dankt zijn naam aan de godin
Juno, dte gemalin van den God der Ro
meinen Jupiter. Wel een bewijs, hoe
zeer zij Juno waardeerden, want het is
toch in Juni, dat de aarde de mooiste
bloemenpracht ten toon spreidt. Het is
dan een weelde van geuren en kleuren
f-n daarom noemt men Juni ook wel
eens Rozenmaand, terwijl in de land
bouwstreken van ons land ook wel ge
sproken wordt van Braakmaand, waar
mee men dan het braken van den akker
bedoelt.
In deze maand wordt een historische
gedenkdag herdacht en wel de 18de
Juni.
Jarenlang heeft deze dag, waarop de
Slag bij Waterloo plaats had, een offi
cieel tintje gehad. Van torens en open
bare gebouwen zag men de vlag wap
peren en in verschillende plaatsen was
er ook parade.
In Gouda was het een traditie dat men
op 18 Juni een kerkconcert hield, waar
bij dan het bekende muziekstuk „De
Slag bij Waterloo" uitgevoerd werd.
Midzomerzonnewende
Het hoogtepunt, van Zomermaand is wel
de 21e Juni, 'de dag waarop de zo
mer *anvangt. Dan komt dte zon het
vroegst op en gaat op zijn laatst onder
zoodat dit de dag is, waarop het van
het geheele jaar het langste licht is.
Deze Midzomerzonnewendeviering werd
vroeger ook wel herdacht als St. Jan.
Groote vuren werden dan ook ontsto
ken die eigenlijk te beschouwen waren
a 's Midzomerzonn - vendevuren.
Op St. Jan werd te Laren een groote
proc°33>> gehouden tei - eere van Jo
hannes den Dooper. De processie ging
aan naar den St. Jansberg. Dit was
dan het einde van den dertiendaagschen
feesttijd, waarmee men de Midzomer
zonnewende besloot.
In Limburg versierde men de huizen
dateert van 1250, terwijl het huidige
kerkje er in 1653 tegenaan is gebouwd.
Eeuwen heeft dit eerbiedwaardige bouw
werk getrotseerd, veel werd vergrui-
zeld in den woeligen maalstroom der ge
schiedenis. Het aspect van de gansche
omgeving veranderde, alleen hij bleef,
alhoewel niet ongeschonden. Oersterk
en onbewogen stond hij daar, een rots
in dte branding der tijden en ieder im
poneerend.
Wat een verschil met de moderne sma-
kelooze torens die hier en daar oprij
zen en met hun storende lijnen ons
Zeeuwsch landschap ontsieren. Zij heb
ben geen verleden, geen geschiedenis,
cn maken geen deel uit van hun om
geving. De oude torens daarentegen
zijn één en vergroeid met den bodem,
het verdwijnen van zulk een gebouw
slaat een d'iepe ongeneeslijke wonde.
Het beheerschende element van het
stads- of dorpsbeeld gaat dan voorgoed
met St. Janskransen, waarin op kwisti
ge wijze notenblad, korenbloemen en
St. Janskruid gevlochten werden. Vooral
kwam dit gebruik voor in Afferdten,
Beers, Bergen, Bergeijk, Cuyck en
Waalre. Ook in Brabant kent men deze
kransen nog en wel o.a. in Riethoven,
Duizel en Oerle. In Gelderland hing
men vroeger St. Janskransen op langs
den 'publieken weg. De voorbijgangers
moesten om te passeeren dan tol be
talen, de z.g. „schatting".
Door baldadigheid is dit gebruik in
oneer geraakt en afgeschaft. Aan het
St. Janskruid werd in oude tijden een
magische beteekenis toegekend.
Deze gezegden herinneren er nog aan:
St. "Janskruid geplukt voor zons
opgang, behoedt tegen den blik
sem; St. Janskruid in huis opge
hangen, is goed tegen brand en
andere gevaren;
en ook deze weerrijmpjes:
Voor St. Jan trekt de zee,
Na St. Jan geeft ze mee
en
Het rouwde nooit een man,
dat hij turfde vóór St. Jan.
Op Terschelling wordt op den Zondag
14 dagen na St. Jan de Opperid ge
houden. Dit is een oeroud volksfeest.
De vrouwen, in het zwart gekleed,
gaan met hun mannen een pleizierrit
maken in wagens op hooge wielen.
Naast de wagens loope'n de veulens,
die bontbeschilderd zijn. Een harmoni-
kaspeler is bij de feestvierenden aan
wezig en bij de muziek zingt men oude
zeemansliederen of men danst in de
wagens.
Tenslotte is er op 29 Juni dan nog
de feestdag van Petrus en Paulus. Deze
dag wordt nog in Limburg gevierd en
hier en daar ook nog wel in Noord-
Brabant Het bekende rijmpje: „Met
Feter en Pau gaan de aarbeitjes op
sjouw", dat men in Beverwijk nog kent,
herinnert er nog aan, dat daar op dien
datum dte aardbeienpluk eindigde.
v. M.
verloren, een dorp zonder ouden kerk
toren is een lichaam zonder ziel. Ge
lukkig houdt men hen, de getuigen van
vervlogen tijden, in eere.
Zoo ook de grijze toren van het oude
Mude, d'ie nog altijd domineert en waakt
over de mijmerende huisjes rond het
stille marktje waar het moderne ver
keer niet doordringt. St. Anna ter
Muiden is het kleinste, maar blijft in
al zijn eenvoud het schoonste kerk
dorp van ons gewest.
A. COCQUIT
t Benoemingen
Benoemd tot gezworene van den Nieuwe
Kraayertpolder F. Dekker Ja., te 's-Hee-
renhoek.
Benoemd tot gezworene van den Cam-
perlandpolder J. J. v. d. Velde te Wis-
sekerke.
Benoemd tot lid van den dijkraad voor
de waterkeering van de calamiteuze
polders Onrust c.a., als vertegenwoor
diger van den calamiteuzen Anna-
Friso-polder, J. A. v. Luijk te Wisse-
kerke.
Benoemd tot dijkgraaf van den Beoos-
ten-Blij-Bencorden C. A. Dekker Czn.,
en tot gezworene J. J. Miehielsen -bei
den ^e Axe1.
Benoemd tot afgevaardigde van den St.
Anthoniepolder naar de algemeene ver
gadering van het waterschap Hulster
en Axelerambacht, P. Kerckhaert te
Westdorpe.
Benoemd tot dijkgraaf van den Maags
polder en tot afgevaardigde van dien
polder naar de algemeene vergadering
van het waterschap De Valkenissegeül
I. J. Smallegange te Krabbendijke.
J. Q. C. Peman Kakebeene te Krabben
dijke heeft ontslag genomen als dijk
graaf van het waterschap Krabbendijke.
Benoemd tot gezworene van het water
schap Krabbendijke I. J. Smallegange
te Krabbendijke. Gezworene van het
calamiteuze waterschap Oud en Jong
Breskens, Iz. A. Becu te Groede. Dijk
graaf van den *Koningspolder B. A. van
't Westeinde te Borssele en tot plaats
vervanger van den dijkgraaf J. N.
Nieuwenhuijze te Nieuwdorp ('s Heer
Arendskerke).
Aan O. A. E. Verstraeten te Klooster-
zand e (Hontenisse) is eervol ontslag
verleend als ontvanger-griffier van den
kleinen Melo-polder.