Voor de Landvrouiven Het paard na den oorlog De Hoeve in c DE KOUTER Bereiding van vruchtensap en zoetmost Het verschil vruchtensap en zoetmost is niet zoo erg groot. Vruchtensap noemt men hei, wanneer er geen suiker in is en most, wanneer het sap gewon nen wordt uit vruchten, die reeds van te voren met de suiker zijn vermengd, meestal door gebruik te maken van een zgn. sapstoomer. Men verkrijgt op deze manier een heerlijken drank, die direct voor het gebruik gereed is. Deze wijze van sap winnen willen we nog eens nader bespreken. Voor tallooze af deeling en werden reeds zgn. most- demonstraties gegeven, maar nu de zelfgekweekte vruchten weer rijp zijn en ze moeten worden ingemaakt of tot sap y er werkt, bereiken ons véle vragen ever dit onderwerp. Het zal met 't oog op den suikervoor- raad niet voor iedere Landvrouw bereik baar zijn om het sap met suiker in de flesschen te doen. Dit is ook in het ge heel geen bezwaar, want later kan men het er nog altijd aan toevoegen. Er zijn verschillende manieren om sap te winnen, b.vdoor het uitpersen van rauwe vruchten m pers of molen. Dit sap is altijd troe bel en men moet het weer zeven om hei helder te krijgen, dat veel tijd vergt en bovendien heeft men veel afwascli op deze manier. Ook is de hoeveelheid sap in vergelijking tot de stoommethode kleiner. Een andere manier is, de vruchten te kneuzen, op ter zetten met zoo weinig mogelijk water en te verhitten, het uit tredende sap moet ook weer gezeefd worden. Ook deze manier is niet zoo gemakkelijk en -voordeelig als de stoom methode. Voor een sapstoomer hebben we de vol gende dingen noodig: Een sterilisatieketel of groote pan. Een treefje of oud bord om op den bodem te leggen. Een groote steenen schaal of kom om het sap op te vangen (dit mag ook een pan zijndoch men moet zorg dragen, dat dit vaatwerk volkomen gaaf is). Een grooten doek om de vruchten in te doen. Deze doek moet zoo groot zijn, dat we hem, als de vruchten erin han- gen, nog gemakkelijk over den rand van den ketel kunnen krijgen. Verder verdient het aanbeveling een stevig sttlk perkamentpapier of een ander soort papier over de vruchten te leggen, voor het opvangen van het con- denswater. 1 en slotte stoppen we het thermometergat dicht met een kurk, want de bedoeling is, dat alle stoom in den ketel blijft. De werkwijze ts uiterst eenvoudig. De vruchten moe ten goed gewasschéh zijn. De ketel of pan wordt met water gevuld tot een hoogte van ongeveer 10 cm. Op den bodem komt het treefje, hierop de schaal om het sap op te vangen. Den doek met vruchten bindt men om den rand van den steriliseer ketel vast met een touw. De doek mag niet i n de kom hangen, doch een stukje erboven, zoodat het sap er goed uit kan lekken. Daarna legt men over de vruchten een stuk papier het deksel wordt er op gedaan, het thermometergat afgesloten en de ketel wordt op het vuur gezet. Is het water aan 'de kook, dan laten wc het voor zachte vruchten een uur stoomen, voor hard fruit (rha- barber, appels, e.d.) anderhalf uur. Het aldus verkregen sap kan dan in goed schoongemaakte flesschen worden overgedaan. Zure sappen, zooals b.v. van zwarte-, witte- en roode bessen, rhabarbersap enz. kan men beter pas- teuriseeren, hoewel in vele gevallen het sap wel goed blijft door ze in uit ge zwavelde flesschen te doen. De kans op bederf is echter grooter dan b\j de andere sappen, daarom nemen we liever den zekersten weg. We vullen de flesschen tot ongeveer twee cm onder den rand, doen er de uitgekookte kurk op en binden er deze op vast met een touwtje (losjes). De flesschen worden dan op een roos ter geplaatst in den weckketel en we vullen den ketel met water bij tot even onder den vand der flesschen. We ver- hitten nu tot 75 graden en op deze tem peratuur houden we het 20 minuten. Heeft men geen thermometer, dan het water aan de kook brengen en vijftien minuten laten doorkoken. Nadat de flesschen uit hety water zijn genomen, de kurken stevig aandrukken. Zijn de kurken poreus of niet zoo goed meer, dan kan men ze afsluiten met lak, pa raffine, of, wanneer dit niet voorhanden is, een stukje vochtig cellophaanpapier erover binden. Ten slotte nog een tabel van suiker ver houdingen voor most. Soort vruchten, hoeveelheid suiker per kg. Vlierbessen 100150 gram. Druiven 60 80 gram. Appels 6080 gram. Roode bessen 100—150 gram. Zwarte bessen 80150 gram. Boschbessen 6080 gr. Rhabarber 100150 gram. Kruisbessen 80100 gram. Aardbeien 5080 gram. Inmaak in azijn (vervolg) -• Zoetzuur van komkommers Zoetzuur wordt gepresenteerd bij var kens-, rund- en lamsvleesch. Voor zoet zuur worden stevige niet te rijpe kom kommers of meloenen gebruikt. 1 kg komkommerstukjes, y2 liter azijn, 400 gram suiker, indien mogelijk een stukje pijpkaneel en 10 kruidnagelen. Schil de komkommers en snijd ze in blokjes, na het zaad verwijderd te heb ben. Breng den azijn met de suiker en de kruiden aan de kook en voeg de stukjes komkommer toe. Laat ze zoo lang koken tot ze glazig zijn. Neem met een schuimspaan de stukjes uit de vloeistof en breng ze over in goed schoongemaakte potjes. Laat de vloei stof nog indampen tot ze eenigszins tot stroopdikte is geworden. Giet dit dan warm ovf^ de komkommerstukjes en siuit de potjes af. Zoetzuur van meloen 1 kg stukjes van meloen, y2 liter azijn, 400 gram suiker, een paar stukjes pijp kaneel, 10 kruidnagelen. Gebruik hier voor meloen, die niet geheel rijp is, snijd den meloen in tweeën en verwijder ae pitten en het zachte middengedeelte. Snijd hem in blokjes en weeg deze. Be reid het zoetzuur verder op dezelfde wijze als van komkommers. H. J. Ridderhof. ,De Landstand" Zee! and Reducic-adres: Zeestraat 69, Den Haag, Telefoon 115754. ADVERTENTIES. Handelsadvertenties: ,1 provinciale editie 25 c. peh m.m. elke editie meer 5 c. per m.m. extra. I provinciale editie 25 c. per llandelsadvertenties met agrarische» inhoud: 1 provinciale editie 15' c. per m.m. elke editie meer 3 c. per m.m extra. Kleine advertenties met uitsluitend huishoudeSijlcen inhoud: 1 t.m, 20 woorden f 2- elke 5 woorden meer f 0.50 extra. Brieven onder nummer i 0.15 - meer Bij meer plaatsingen aanmerkelijke korting. ALLE BRIEFWISSELING betreffen de advertenties abonnementen en administratie te richten aan Uitgeverij „Volk en Bodem" Kortenaerkad# 10. Den Haag. Wij durven ons niet te verdiepen in de toekomstige internationale wereldorde, doch nemen redelijkerwijze aan, aat het paard na den oorlog zal worden terug gedrongen naar zijn oude plaats, dus in hoofdzaak naar het landbouwbedrijf, waarop zijn bestaansrecht en zijn onmis baarheid zijn bewezen, aldus schrijft Br. in „Het Paard" van 13 Juli j.l. Die overgang van de oorlogstaak naar de vredestaak van het paard, als wij dat zoo mogen noemen, zal o.i. niet plot seling geschieden maar geleidelijk gaan, omdat wij direct na den oorlog een aan- passingstijd voor de geheele wereldhuis houding verwachten. Maar hoe het ook zij, de behoefte aan paarden zal in vredestijd belangrijk kleiner zijn dan lieden. Een eventueeele overproductie zal voor de paardenfokkerij dan funeste gevolgen kunnen hebben en wij hopen niet op dit terrein weer zoo'n inzinking te beleven als wij na den vorigen we reldoorlog hebben gehad. Wij achten dit ook niet noodig wanneer vroegtijdig doelmatige maatregelen worden getrof fen. Op grond van onze kennis en erva ring moeten wij in staat worden geacht de paardeneconomie te leiden. En het moet als een daad van wijs beleid wor den beschouwd wanneer de productie- van paarden zoodanig kan worden ge remd, dat zij in zekere overeenstem ming 'wordt gebracht met de te ver wachten verminderde behoefte. Doch het gaat niet uitsluitend om de ordening in kwantitatieven zin, ook met de toekomstige kwaliteit der paar den zal ernstig tekening moeten wor den gehouden. Wij kunnen zeker aan nemen dat na den oorlog de eischen aan de gebruikspaarden hooger zullen wor den gesteld. Wij durven te voorspellen, dat alleen voor het uitstekende bedrijfspaard een plaats in de gemeenschap zal blijven bestaan. Uit het beschikbare materiaal zal dus het beste worden gekozen, terwijl de geregelde aanvulling met jonge paar den daarmede in volkomen overeenstem ming moet zijn. Welke maatregelen moeten genomen worden De geheele landsfokkerg zal dus op die strengere eiSchen moeten worden ge richt en dit kan alleen geschieden door 't vrouwelijk fokmateriaal aan een ver plichte selectie te onderwerpen. Wij stellen ons daarbij voor. dat de mer- riën die voor de voortteling geschikt worden geacht, worden aangewezen en dat de andere, welker producten het "gehalte van den paardenstapel zullen verminderen of bederven, ni%t meer ge dekt mogen worden. Het doel van de verplichte merriekeu ring is hier tweeledig, t.w.: 1. beperking der productie; 2. saneering van het vrouwelijke fok materiaal. Van de fokkerij zullen dan moeten wor den uitgesloten: a. merriën van afwijkend exterieur en type: b. merriën van ongewenschte her komst (hitten e.d.); c. merriën met erfelijke gebreken; d. onvruchtbare merriën. De merriën. die voor dekking zullen mogen worden toegelaten, kunnen wor den onderscheiden in: stamboekmerriën en z.g. wilde merriën. Het zal natuurlijk voldoende zijn, wan neer de verplichte keuring zich uitslui tend tot de wilde merriën beperkt. Nu rest ons nog de vraag, wanneer met dezen maatregel moet worden begon nen. En daarop kan het eenige antwoord zijn: zoo gauw mogelijk. Want als de vrede hersteld zal zijn, moeten alle noodzakelijke - voorbereidingen zijn ge troffen en moeten de uitvoeringsmaat regelen direct in werking treden. Benoemingen Benoemd tot: afgevaardigde van den Noord-Kraaijert- polder naar de algemeene vergadering van het waterschap voor de uitwate ring- door de Sluis-in-de-Piet, H .v. Gor- sel te Lewedorp ('s-H. Arendskerke) gezworene van het waterschap Oude Graauw en Langendam, D. A. Boenne te Graauw en Langendam; gezworene van den Groot Combronpol- der, C. P. L. M. de Wit en E. F. Vol leman, beiden te Stoppeldijk (Vogel waarde) en tot afgevaardigde haar de algemeene vergadering van het water schap Stoppeldijk o.a. P. A. Vereecken te Hulst; dijkgraaf van den Vlooswiikpolder, L. Deij te Terneuzen en tot gezworene A. Wolfert te Hoek; dijkgraaf van den Mairepolder, J. D. Woutersen te Rilland Bath; gezworene van het waterschap Koe gors o.a. K. van Hoeve te Terneuzen. Langs de gouwgrens OOSTWAARTS der bosschages van Clinge«donkert op een verheven heid in het vlakke polderland een zware boompartij. Een slank kerk torentje rankt omhoog en vurige plek ken gelijk een klaproos vlammen op in het groen. Een hobbelig kaleseiwegge trekt een rechte streep door de vette velden rondomme, maakt speelsch een bochtje aan den voet van een kloeken slaperdijk en loopt dan rap het kleine kerjsdorpke binnen. Grijzig en warmrood getinte huizekens van echt Vlaamschen trant staan droo- merig bezijden de weinige straatjes en troepen bij malkander in de veilige be schutting van het wakend kerkje op de hoogte. Er hangt een vredige sfeer over het stille landelijke, tot de gem. Clinge behoorende Nieuw-Namen, wijd van de overige Zeeuwsch-Vlaamsche dorpen afgelegen in den uitersten Z.O. hoek van ons gewest en innig verbon den met 't Vlaamsche Kieldrecht. Nog verder achter Nieuw-Namen strek ken zich de vruchtbare polders uit tot aan het Verdronken Land van Saeftnge, waar in vroeger eeuwen het oude Namen verrees. De monniken der Abdij van Doest te Lisseweghe bij Brugge bedijkten om streeks 1285 in het N.O. deel van het Hulstersche Ambacht uit de schorren van Frankendijk den Polder van Namen. Kort daarna -stichtten ze ten N. van de voor de overstroomingen der 11e en 12e eeuw waarschijnlijk zelfstandige paro chie, De Grouwe, het dorp" Namen. Evenals andere streken hadden ook het Hulstersche Ambacht en de Heerlijk heid van Saeftinge veel te lijden van de geweldige watervloeden, die meer malen de gewesten teisterden. Vooral de ongeluksjaren 1530 en 1531 sloegen diepe wonden in het al zoo zwaar ge troffen gebied. Oud Hontenisse, in 1508 EEN zwerftocht door ons mooie Zeeuwsch Vlaamsche polderlandeke biedt altijd onvermoede mogelijkheden, vooral in het binnenland, ver van de ru moerige verkeersbanen. Steeds weer opnieuw treft men iets waar devols aan, hier boeit een brok ongerepte natuur en komt een bepaalde toon in het landschap naar voren, elders spreken de eeuwen, daar wordt men getroffen door de schoonheid van een cultuurmonument, dan weer gaat er een aparte bekoring uit van een vredig durpke schuilvinkje spelend in het weelderig geboomte of, zooals dezen keer, wekt een eeuwenoude hoeve onze bewondering. De betreffende boerderij één der weinige van zulk een ouderdom staat op Kruisdorp. Denk nu niet dat Kruisdorp een neder zetting is in de werkelijke beteekenis, o neen,, het lijkt er niet op. Aan den voet van den Noord. Kruispolderdgk bij een om buiging vly't zich een groepje saamgeklitte kleine lage huizekens neer, bescherming zoekend onder de breede boomkruinen die vanaf hier Westwaarts een heel gewelf vormen. Dit groepje woninkjes nu draagt den weidschen naam van Kruisdorp, maar alhoewel gering van omvang, is het toch in ieder geval pittoresk, zooals het ligt weggekropen tegen het stevige djjklichaam. Even terzijde, met ver van de plaats waar de binnendijk in den zeedijk overgaat en een klein weel blinkt tusschen de zilveren wilgen, verrijzen de gebouwen van de oude hofstede, breed, laag en vastgeworteld in den vruchtbaren bodem. Het wonhuis dateert van 1638 welk jaar tal in den zijgevel verankerd is. Jammer genoeg ziet het geboyw er vervallen en verwaarloosd uit, blijkbaar zijn er niet veel meer herstellingen aan verricht in de laat ste tientallen jaren, dan de hoognoodige. Ook ontzag men het niet om het geheele uiterlijk te ontsieren door een smerige vuil grijze pleisterlaag over de warmgetinte mu ren aan te brengen. De eigenaar en dat is niet de bewoner schijnt niet zooveel waarde te hechten aan het eerbiedwaar dige bouwwerk en zou het misschien liever heelemaal opruimen om er dan een prul lig modern bouwsel neer te planten. Behalve de reeds genoemde muurankers zyn er boven het venster met de groen witte luiken en kleine ruitjes nog een drietal, waarvan er twee in den vorm van een maalkruis, terwijl het andere een man rune vertoont. De voorgevel bezit geen deur, maar vier eendere ramen, het eene iets hooger inge werkt dan de overige, dergelijke gevels vindt men niet zooveel bij de boerenwonin gen hier. Dat het huis vele jaren telt, kan men alleen al bemerken aan de dikte der mu ren, die zoowat 75 cm bedraagt de balken zijn eveneens zwaar. Vroegerlette men allereerst op stevigheid, het gewrochte gedeeltelijk vernield, verzonk voor immer in de wateren der Honte. Ste viger dijken keerden voorloopig het ge vaar, doch de oude erfvijand wasjnoei- lijk te bedwingen. Den 2den Nov. 1570 ontstond een nieuwe overstrooming en vele polders w.o. ook de Polder van Namen vloei den. Niet minder schrikwekkend waren de waterrampen van 1574 en 1583, waarbij het meerendeej van de Heerlijkheid van Saeftinge verloren ging en Oud Stop- peldic en het Hof Lamsweerde verdron ken. Ontzettende verwoestingen richtte, de waterwolf den 26sten Jan. 1862 aan,' vele menschen en. talrijke stuks vee kwamen om en Nieuw Hontenisse en een deel vffli Heynsdijck* overstroom den. In de laatste helft der 17de eeuw wer den uitgebreide gronden heroverd, de ellende was echter nog niet voorbij, want de 18de eeuw telde amper ette lijke jaren of weer vielen twee dorpen ten offer aan de nietsontziende golven. Op Kerstmis 1717 raasde een felle storm over het land en zwiepte het water metershoog op. Tusschen het huilen en gieren van den wind en het bruisen der uitgehuifde golven klonk de diepe dreunende galm van een klok. In 't Scheldedorp Namen luidde de nood klok en riep de bewoners op om het driegende onheil te helpen afwenden. Mannen en vrouwen repten zich naar de dijken en zwoegden urenlang in den stikdonkeren stormnacht. Met rijshout, steenen, palen, zakken zand en grind werden de zwakke plekken in het drjk- lichaam versterkt. Het ziedende water steeg aldoor, het sijpelde* hier en daar reeds door en sloeg over de kruin. De dijken trilden en beefden onder het woeste geweld van het beukende water dat steeds verder invrat. Somber kerm de de noodklok voort, de klanken wer den in flarden gescheurd. Er was geen houden meer aan, in panischen schrik vluchtte de bevolking. De dijken braken en brullend stortte de kolkende zee zich op 't weerlooze dorp en omgeving.

Tijdschriftenbank Zeeland

De landstand in Zeeland, geïllustreerd weekblad. | 1944 | | pagina 2