Vonkjes
len Kruispolder
10 MILLIARD
Wanneer
moest eeuwen kunnen trotseeren en den
trots uitmaken van vele geslachten. Men
heeft hier een geheel andere indeeling der
kamers toegepast, de bijna overal voorko
mende gang is er niet, de vertrekken staan
ondei'ling met elkaar in verbinding.
Wat men daar binnen aantreft is werke
lijk uniek en zeer zeldzaam vooral in de
voorkamer. De wandbekleeding bestaat n.l.
uit oude tegels, zoo maar niet wat tableaux
boven den schoorsteen of tusschen de ven
sters, neen. van onder tot boven prijken
die prachtige producten van Oud-Holland-
sche tegelkunst, een ware schatkamer.
Opmerkelijk dat er geen Bijbelsche voor
stellingen onder zijn, men ziet er vogels,
andere dieren, molens van verschillend
type, ouderwetsche waterputten, kasteelen,
landschappen, schaatsenrijders, visschers,
enz., kortom voorstellingen uit het leven
toentertijd. Alle exemplaren, eenige uitge
zonderd. verkeeren nog in ongeschonden
toestand en slechts enkele tientallen ont
breken geheel, door een of andere oorzaak,
zoo drukte de storm eens een stuk gevel
in, waardoor er wat sneuvelden.
De achterkamer bevat niet zooveel tegels
van genoemd soort alleen de lambrisee
ring is er door ingenomen, de overige zijn
maar gewone witte evenals in een derde
vertrek waar ze afgewisseld worden met
fevlamde bruine. Wat het uiterlijk van
et gebouw dus mist, vergoedt het inwen
dige rijkelijk.
De schuur zal wel van jongeren datum
dagteekenen, zij werd gebouwd van de af
braak van een vroegere meestoof. in voor
bije tjjden was het hier eei* echt mee
krap-cultuurcentrum. Bij de latere vernieu
wing, waarbij men de gevels in steen op
trok en het strooien dak verving door een
leien, bleef de oude stijl gelukkig behou
den, al had een andere bedekking net beter
gedaan.
De boer geeft aan dit type, de voorkeur
boven de hedendaagsche wel een bewijs
dat onze voorouders eveneens wisten wat
practisch en doelmatig was-voor de ber-
ging der veldvruchten.
Men kan gerust aannemen, dat de boerderij
een dër eerste, zooniet de eerste, geweest
is in den Kruispolder, dien men in 1609 met
meerdere polders veroverde.
Nadien geraakte hij nogmaals bevloeid,
maar werd in de tweede helft der 17de eeuw
herwonnen. Toen in 1906 de beruchte storm
vloed den Tasdijk doorbrak, spoelde het
zeewater weer over het (erf, doch door de
hooge ligging kwam het maar net over de
vloeren.
Zoo ligt daar achter den beschuttenden dijk
een kostelijk volksch bezit dat men hope
lijk naar waarde zal -weten te schatten en
dus voor slooping bewaren, en voor den
polder stroomt de machtige Schelde waarin,
op deze plek nu al eeuwen Elsdijlc, Fran-
kendijk en Oud-Hontenisse rusten.
A. Cocquyt.
Namen vond een graf in de golven, want
wel trok het water zich terug, maar
gaf het dorp nooit meer prijs, eveneens
ook zoo Oud Grouw, dat in diénzelfden
verschrikkelijken Kerstnacht voor altijd
ten onder ging.
Aan den rand van het Land van Waes,
op een hoogen z an drug, in het vroegere
Hulsterloo, dat in de 13de eeuw .door
de Lieve of Moervaart verbinding had
met Hulst, vonden de overgebleven be
woners van Namen een andere woon
plaats, de Kouter, het nieuwe Namen.
In de 1ste helft der 19de eeuw was
het slechts nog een kleine nederzetting,
bestaande uit wat verspreide armzalige
strooien hutten op een lapje mageren
zandgrond, omgeven door een met ruig
struweel begroeid aarden walletje., Een
schilderachtig plekje, waar echter de
armoede haar schepter zwaaide, nergens
in ons gewest trof men dergelijke
schrille tegenstellingen aan.
Naarmate de levensomstandigheden
verbeterden, verdwenen een voor een
de hutten en maakten plaats voor een
voudige steenen huisjes, gezien den Zui
delijken invloed, een overgangstype tus
schen den Vlaamschen en Zeeuwschen
bouwstijl. Geleidelijk aan groeide het
vlek en in 1860 werd er een kerk en
in 1864 een school gebouwd.
Zoo ontstond uit het nederige de Kou
ter, welke naam nu nog wel gebruikt
wordt, doch bij de stichting der kerk
omgedoopt tot Nieuw Namen, het hui
dige grensdorpke, waar niets meer her
innert aan de tijden van ellende.-
Zooals elders in de grensstrook vor
men landbouw en nijverheid de bronnen
van bestaan, terwijl daarnaast ook
enkelen door de kustvisseherij in hun
onderhoud voorzien. Wie zou als vreem
deling, hier in 't landelijke Nieuw Na
men visschers vermoeden en toch is
dit zoo, al is het aantal heel wat min
der dan jaren her. Omstreeks het mid
den der vorige eeuw leefden vele inwo
ners van de ansjovisvangst en mos
selcultuur.
Rond 1800 was op 't grondgebied van
Kieldrecht een haventje, dat door ver-
Juni Merriepremiekeuringen
in Zeeland
Krabbendijke
Ook deze keuringsplaats neemt steeds aan
belangrijkheid toe, zoo in kwantiteit als
kwaliteit.
De tweejarige merriën waren in beide klas
sen maar matig. Het meest voor de toe
komst belooft allicht nog de derde pry's
der groote maat Vera door Clairon's zoon
van Gaston Michiel'sens te Rilland-Bath, 'n
breed en diep paard. Veel bemerkingen
waren er verder op te fijn beenwerk, en
afwijkende standen.
De driejarigen waren ook matig in de
kleine 'maat. Aan den kop kwam Alida
door Clairon's zoon van Michielsens v.n.,
een aardige dikke merrie.
De groote maat mocht gezien worden. No.
1 was werkelijk een koppaard, Antoinette
van de Sluisse, is grof met maat, massa
gangen en type, dus veel goede dingen
ineen. Ze is door Clairon v. Annie en v.
Ed. van Hootegem te Bresltens (evacuée).
2. Koba v. Castrone, door Kovacs van
Kruiningen van A, J. Boone te Kruinin-
gen, algemeen bekend als 18 maander, was
vorig jaar ziek geweest en nu weer veel
verbeterd. Herinnert in type en kleur aan
haar vader, goed paard, evenals 3. Mina
door Floran de Rustique van Ed. v. Hoo
tegem v.n. Alzoo een kleine maar goede
klasse.
De vierjarigen van de kleine maat hadden
in Olga door Aria's Clairon van Al. van
Hootegem 'n "best kopnummer, merrie met
beste grove voorbeenen en sterken boven
bouw, ze moest echter meer volume heb
ben. 11 bekroonden waarbij verschillende
goede dochters van Clairon v. Annie die
op deze keuring zeer veel succes had en
die meer en meer een verdienstelijk vader-
paard schijnt te zijn. De groote maat was
weer overwegend voor dochters van Clai
ron v. Annie. 1. Paula v. Kruiningen door
Clairon van Annie van A. v. Hootegem
v.n., beste merrie met volume beenen en
type. 2. Clara v. Frederica eveneens door
Clairon v. Annie van de Fredericapolder
te Rilland. Ze is uit de- overbekende heng-
stenmoeder, Nette K 15906, die met Cer
tain v. Lamswaarde zoo verdienstelijk fok
te. Clara is in denzelfden geest gebouwd,
nog zwaarder en gespierder dan haar
moeder. Als kweekmoeder mag rriSn er dus
vele verwachtingen van hebben. De vol
gende merriën vielen bij dit kapitale twee
tal nog al af.
5-10 jarige merriën van de kleine maat.
Gewoon goede klassen zonder meer. 18 be
kroonden. 1. Hurza van 't Hoogland door
Dragon d'Hondzocht, van Jacob van Lan-
gevelde te Kruiningen, extra type en soort,
zeer breed en diep met niet tè mooie kro
nen. Deze merrie liep er nogal uit. 2. Ali
door Carlo van 't Kerkje van stallen Lens
hoek, goede vlotte merrie evenals 3. Tilly
door Guerrier de Thuillies van dezelfde
stallen, bestsoortige merrie. Volgden nog
15 bekroonden.
5—10 jarigen groote maat. 1. Vesta door
Leon K. 1494 van stallen Lenshoek v.n.
Sterke goedgebeende vlotte merrie die
zwaarder had moeten zyn. Ze had dan een
beteren indruk gemaakt. 2. Quadronne van
Bantum door Tambour d'^ardenburg van
J. J. Geluk te SchUddebeurs (evacué), zeer
grof en zwaar paard, wat sleterig en met
te weinig csnit. Volgden nog 8 bekroonden.
Waren de'oudere klassen aan den zuinigen
kant, in de jongere (3- en 4-jarigen) zagen
wij verschillende beste merriën, die straks
versterking kunnen aanbrengen. Clairon
van Annie heeft hier opbouwend werk ver
richt en hij dekt nog steeds in deze streek.
dere inpolderingen verviel en vervangen
werd door 't huidige Emmahaventje aan
't einde van 't Speelmansgat.
De tegenwoordige vloot telt maar een
twaalftal vaartuigjes met een gemeng
de visscherij, d.w.z. naast „mosselaars"
treft men tevens garnalen- en botvis-
schers hebben een gering inkomen en
tijdsomstandigheden, waarvan het olie
tekort de voornaamste factor vormt,
van weinig beteekenis. De stoere vis
schers hebben een gring inkomen en
hopen op betere tijden, waarin sociale
rechtvaardigheid en geborgenheid in
eigen volk zal zijn voor iederen volks
genoot.
De geleidelijke samensmelting met den
Vlaamschen bodem heeft in de omge-
ying van Nieuw Namen, wat dan het
Zeeuwsch-Vlaamsche deel betreft, wei
nig invloed op het landschap, zooals in
de overige grensstrook. Dezelfde ele
menten beheerschen het aspect, want
vlak achter de bosschen en vennen van
den Clingepolder begint de Groot Kiel-
drechtpolder met de alluviale gronden,
die fel constateeren met 't schrale
diluvium van den hoogen rand van het
Land van Waas.
Toch heerscht er door den Vlaamschen
invloed een geheel andere sfeer, die
echter juist aan het pittoreske land der
joviale grenskanters die aparte be
koorlijkheid verleent.
Zoo fleemt Nieuw Namen ons uiterste
Zuid-Oostelijke kerkdorpje een waar
dige plaats in de reeks intieme grenö-
dorpjes in en verderop liggen in de wijd
heid der schorren van Saeftinge de door
de zee bedolven puinhoopen van het ver
geten oude Namen. Soms als 't water
uit den grond loopt, zeggen de vis
schers hier, schuren de ruïnes nog wel
eens bloot, en steken de triestige brok
stukken op en vindt men, wat voor
laatst in 1830 gebeurde, resten van
grafzerken en doodsbeenderen. Dan laat
de grimmige waterwolf nog heel even
zijn prooi zien, om die daarna weer gul
zig te verslinden, zoodat er wéfdra wel
niets meer van over zal zijn dan alleen
de vage herinnering. A. Cocquyt
De ontginning van zandgronden mislukt
als alleen bovengrond en loodzand wor-
fNGEZONDEN MEDEDEELING
den vermengd..
Onderbrenging van loodzand en vermen
ging van den bovengrond met oerzand
geeft de meeste kans op een goede
bouwvoor.
Hooi is volgens Becker het eenige alge
meen gebruikte v# dermiddel, dat zoo
wel vitamine A als D in aanzienlijke
hoeveelheden kan bevatten.
Thans is te zien dat aardappelen die
in vierkantsver band werden gepoot,
zoodat overlangs en overdwars geschof
feld korf worden, veel minder in het
onkruid zitten.
De doodsoorzaak van uw gestorven die
ren wordt kosteloos vastgesteld als het
betreffende dier wordt opgezonden aan
de Rijksseruminrichting, ProfPoels
laan 35 te Rotterdam.
Het aardappel rooien veroorzaakte in
1942 totaal 2596 ongevallen, meeren-
deels hand- of polsverrekking, maar
ook veel steekwonden van de vork.
In de schuur droogt het koolzaad nog
goed na, als men zorgt voor flinke
luchtverversching. Dus deuren en ramen
openzetten.
Dorschen direct van het land, alleen
bij goed droog weer. Het zaad moet
feer droog in den zak komen, anders
reedt gemakkelijk broei op.
Rijdt men het zaad in de schuur, dan
kan men wel wat toegeven op het weer
bij het mennen, omdat het zaad dan in
de schuur nog nadroogt.
Keuring aardbeien, frambozen
en bramen
Door de stichting van den N.A.K.B. is
o.a. bepaald, dat het voortkw^ekings-
materiaal van frambozen en bramen na
,1 Mei 1944 en het voortkweekingsma-
teriaal van aardbeien na 1 Mei 1946
niet meer ongekeurd mag verhandeld
worden.
In verband hiermede wordt den telers
van frambozen, bramen en aardbeien,
die één of meer van deze gewassen ver
bouwen, welke naar hun meening voor
keuring in aanmerking komen, verzocht,
hiervan zoo spoedig mogelijk .opgave
te doen bij den Gew. Keuringsdienst
„Zeeland" N.A.K.B.Grenadierstraat
17, Goes.
De Technisch-leider van den Gew.
Keuringsd. „Zeeland" N.A.K.B.
MOLESTVERZEKERINGEN
voor
Gebouwen, Inboedels, inventa
rissen, vaartuigen, enz.
Bedrijfsschade an huurdendng,
ook voor binnen vaartuigen.
Persoonlijke ongevallen.
Geld, geldswaarden en pre»
ciosa.
Haifjaariyksche Schaderegeling'
Totaal werd reeds verzekerd
voor ruim
GULDEN
Voegt daarbij ook Uw belang
en vraagt inlichtingen bij uw
Assurantie bezorgerl
Geiten hebben volgens berekeningen op
1 kg. luchtdroog voer ongeveer 2 liter
water noodig.
Dwergveulens komen in de Friescbe
paardenfokkerij nogal eens voor.
Van de 13 gestationneerde hengsten in
1$42 bezaten er 6 den dwergfactor.
Jonge hengsten van het Friescbe ras
waarvan met groote zekerheid kan
worden aangenomen, dat zij geen
dwergveulens verwekken, behooren een
grootere kans te krijgen om te worden
goedgekeurd.
Koolzaad kan slechts een maximalen
oogst geven als het: le tijdig wordt ge
zaaid; 2e een behoorlijk dichten stand
heeft en 3e een flinke stikstofbemesting
ontvangt.
In koolzaad zoo weinig mogelijk wer
ken. Dat geeft maar zaadverlies waar
men niets aan heeft.
Door te laat snijden en ruw omgaan
met koolzaad kan de opbrengst in den
zak geweldig tegenvallen, al was de
stand van het gewas best.
Staat het zaad aan schelven, dan liefst
met de slede naar de dorschmachine
brengen. Drie mannen kunnen daar met
twee stokken onder de schelf door te
steken een heele schelf tegelijk op de
slede zetten.
Staat het zaad aan hokken, begint dan
de schooven weg te vorken, daar waar
men met het zetten van het hok ge
ëindigd is. Dan behoeven de schooven
niet losgetrokken te worden.
Op sleden en wagens en overal waar
met de schooven gewerkt wordt, steeds
een kleed leggen, om de uitvallende
koolzaadkorrels op te vangen.
YPordt niet van het land af gedorscht
dan kan men het koolzaad optassen
in de schuur. Onderop een dikke laag
stroo leggen, om het zand op te van
gen. Dat stroo dan later meedorschen.
Koolzaad zaaien?
In 1943 zijn in ons land tal van veld
proeven genomen door Rijkslandbouw-
consulenten en andere medewerkers
betreffende de teelt van koolzaad.
Zoo werd onder meer een onderzoek
ingesteld naar den besten zaaitijd. De
proeven zijn genomen met Hamburger
en Lembke's koolzaad en als zaaitijden
nam men 12 Augustus, 22 Augustus, 3
September en 14 September. Nadat de
gewassen van de betreffende 21 proef
velden waren hoogst en bewerkt is
komen vast te staan, dat de dichtheid
van stand bij de laatste zaaitijden dui
delijk minder was dan hij de eerste;
vooral bij het zaaien op 14 Sept. werd
de grond in het bijzonder bij Hambur
ger koolzaad te laat bedekt. Ook oogst
te men korter stroo. In het algemeen
kan worden gezegd, dat Hamburger
minder goed tegen laat zaaien bestand
is dan Lembke's koolzaad.
Zaaien na 21 Augustus moet worden
afgekeurd,
omdat na dezen datum steeds een daling
van opbrengst kon worden waargeno
men, vooral op kleigronden. De maxi
male opbrengst werd niet bereikt, in
dien er niet in Augustus werd gezaaid
Loonregeling oogstcolonnes 1944
Evenals vorig jaar heeft de Gemachtigde
voor den Arbeid, blijkens de Nederlandsche
Staatscourant van 14 dezer, ook voor 1944
een beschikking uitgevaardigd, waarbij de
arbeidsvoorwaarden voor de in dienst van
den Gemachtigde voor den Oogst werk
zame oogstcolonnes worden vastgesteld.
De bepalingen van deze „Loonregeling
oogstcolonnes 1944' komen in groote lijnen
overeen met die welke in 1943 golden.
Ook nu wordt den arbeiders, die, voorna
melijk uit industrieele bedrijven, op basis
van vrijwilligheid worden geworven om
mede te werken aan het binnenhalen van
den oogst, practisch gesproken hun week
loon gegarandeerd. Zoo ontvangen b.v. zij,
die daarvoor in aanmerking komen, naast
een woonplaats-, een bedrijfstoelage.
Voorts zijn de werktijden, de vergoeding
bij onwerkbaar weer en verzuim, de ver
goeding van reiskosten en rijwielgebruilc,.
alsmede het periodiek verlof, enz., nauw
keurig geregeld. De loonen worden aan
de arbeiders uitbetaald door den Gemach
tigde voor den Oogst in wiens dienst zij
zich bevinden.
Ook voor de geldelijke verhouding tus
schen den Gemachtigde voor den Oogst
en de boeren bestaan richtlijnen. Deze kO-
men hierop neer, dat de Gemachtigde
voor den Oogst voor de te verrichten
werkzaamheden aan de boeren een tarief
in rekening bi'engt, dat op de loonvoor-
schriften voor den landbouw berust, met
dien verstande, dat hierop »een verhoo
ging van 40 pet. mag worden toegepast
voor administratie-kosten, zooals b.v. de
sociale lasten, die de Gemachtigde voor
den Oogst van den boer overneemt. Gaat
het evenwel om werkz raheden, waar
voor in den landbouw n loonen zijn.
vastgesteld, dan wordt an de boeren
een zoodanig loonsbedrag in rekening ge
bracht, dat voor arbeiders in accoord-
werk gemiddeld 20 pet. boven het basis-
uurloon der Loonregeling Oogstcolonnes
1944 moet worden vergoed. Daarboven
wordt dan nog de 40 pet. meerdere kosten
geheven.
Mocht een hooger tarief noodzakelijk zijn,
b.v. bij een z.g. extra-vuil land dat de