DE CAMERA ALS WAPEN Joris Ivens is niet alleen de groot ste en internationaal meest gelau werde filmmaker die ons land ooit heeft voortgebracht, maar zeker ook de meest omstreden cineast. Zijn sympathieën voor communis tische en ander links georiënteerde landen als Rusland, Cuba en China werden hem door velen niet in dank afgenomen. En het feit dat hij zich in de film Indonesia Calling (1945) solidair verklaarde met de Indonesische nationalisten resulteerde in een lang slepend conflict met de Neder landse overheid. Pas het afgelopen najaar kwam het tot een openlijke rehabilitatie, ter gelegenheid waarvan minister Brinkman de toen zesentachtige filmmaker com plimenteerde met zijn vermogen 'om soms ver vóór anderen de historische betekenis van de politieke- en maatschappelijke ontwikkelingen te herkennen en op film vast te leggen'. J* joris ivens Albert Kok verlegen Aanvalsplan Zijn marxistische levensvisie heeft Ivens niet met de paple pel naar binnen gekregen. Op 18 november 1898 is hij geboren in het goed-burger- lijke milieu van een Nijmeegse fotohandelaar. En op 13-jari- ge leeftijd liet hij zich door de boeken van Karl May inspire ren tot het maken van een eerste speelfilmpje: De Wig wam. De camera-apparatuur had hij uit een van de fotoza ken van zijn vader geleend. Hoewel de belangstelling voor de filmerij er dus al vroeg inzat, zag het er vooralsnog naar uit dat Joris latergewoon zijn vader als hoofd van de Capi-winkels zou opvolgen. In Rotterdam bezocht hij de Handelshogeschool en aan sluitend doorliep hij in Duits land een Technische Hoch- schule. Op dat moment, kort na de Eerste Wereldoorlog, maakte Ivens kennis met het toen opbloeiende kunstleven. Minstens zo belangrijk voor zijn vorming was echter een stageperiode bij de camera- fabrieken van Ica en Erneman in Dresden, waar hij als arbei der stond ingeschreven en hij van nabij meemaakte hoe zijn collega's bij een staking door de politie werden neerge- knuppeld. In die tijd werd de basis gelegd voor zijn sym pathieën met de arbeiders- strijd, ook al ontpopte hij zich bij terugkomst in Nederland aanvankelijk nog als toege wijd bedrijfsleider van het Amsterdams Capi-filiaal. Maar in zijn vrije tijd legde hij de eerste contacten met jonge intellectuelen en kunstenaars. Zo raakte hij in 1927 betrok ken bij de oprichting van de Filmliga, een organisatie die avantgardistische en kunst zinnige films in ons land introduceerde. De confronta tie met het werk van regis seurs als Richter en Ruttman inspireerde hem tot het maken van De Brug, een studie over ritme en beweging, en Regen, een poëtische impressie van een regenachtige dag in Am sterdam. Russische meesters als Eisen- stein en Pudowkin zagen in Ivens een meer dan middel matig talent en nodigden hem uit voor een bezoek aan Moskou. Die ontmoetingen hebben het kunstenaarsleven van Ivens een beslissende wending gegeven. Ivens: 'Ik kwam tot de conclusie dat als ik doorging alleen maar mooi gecomponeerde, esthetische films te maken zonder als filmer deel te nemen aan het economische en politieke le ven van m'n eigen volk, ik artistiek op een dood spoor terecht zou komen.' In De Zuiderzeewerken (1930) was Ivens voor het eerst niet meer louter de volleerde ca meraman, maar blijkt hij te zijn gevormd door hetgeen zich voor het oog van zijn camera voltrokken heeft. Bij de afslui ting van de Zuiderzee vroeg hij een arbeider: 'Ben je niet trots dat het werk af is?' 'Mis schien wel', was het antwoord, 'maar morgen ben ik werk loos'. bij het maken van zulke documentaires ging hij zich aan het begin van de vooroor logse depressiejaren steeds sterker aan de arbeidersklas se hechten en er groeide een sterke eenheid tussen zijn politiek denken en zijn stijl van filmen. Een typerende opmer king van Ivens noteerde ie mand gedurende de opna men van Borinage (1933), een film over de situatie van stakende mijnwerkers in Bel gië: 'Mijn camera wordt verle gen bij het zien van deze ellen- de.' Na voltooiing van Borinage werd Ivens voor het eerst openlijk van communistische j propaganda beschuldigd. De I film werd aanvankelijk dan I ook voor openbare vertonin- I gen verboden. Ivens liet zich daardoor echter niet uit het I veld slaan. Toen hij echter I korte tijd later in Nieuwe I Gronden van een zelfde strijd- I baarheid blijk gaf en hij I andermaal pertij koos voor 1 mensen die geen vuist konden I maken omdat ze geen macht I hadden, werd hem te verstaan gegeven dat hij in Nederland geen nieuwe opdrachten 18 l mam «wani f*t v meer zou krijgen. Zo werd hij min of meer gedwongen om Nederland de rug toe te keren. Sindsdien heeft hij zijn bijnaam van Vliegende Hollander alle eer aangedaan. Vanuit de Verenigde Staten kreeg Ivens een uitnodiging lezingen te houden. Zodoende kwam hij in contact met schrijvers als Lilian Hellman en Ernest Hemming- Way die hem in 1936 aanspoorden om een film te gaan maken over de opstand in Spanje tegen de Republikeinse regering. In de participerende film reportage die Spaanse Aarde met belangrijke steun van Hemmingway en cameraman John ernhout is geworden, bestreed Ivens het fascisme zijn camera, zoals hij dat in zijn verdere oopbaan bij politieke brandhaarden in alle uithoe- en van de wereld is blijven doen. Met zijn in 1945 gemaakte documentaire Indonesia galling bereikte zijn verstandhouding met de Neder- andse overheid een dieptepunt. Bij aankomst in -lerlands Oost-lndië stelde Ivens vast dat de ndonesiërs bezig waren zich van het Nederlandse onialisme te ontdoen. Prompt liet hij het orspronkelijke plan om de historische ontwikkelin gen sinds de Tweede Wereldoorlog op film vast te leggen varen. Als revolutionairfilmer voelde hij zich weer eens verplicht kleur te be'kehnen. Technisch viel zoiets bij Ivens altijd heel gemakkelijk in te passen, want hij werkte doorgaans zonder draaiboek en met hooguit een, zoals hij dat noemde 'aanvals plan'. Ivens zei in dat verband ooit: 'Authenticiteit alleen is geen waarheid, men moet een verdieping van de waarheid bij het filmen weten te vinden. Het feit dat een rivier mooi is en van links naar rechts stroomt, zegt niets over die rivier. Het gaat erom hoe diep hij is en of de vissen zich erin thuis voelen.' Eenmaal op locatie vond Ivens het van minder belang om de historische ontwikkelingen te schet sen dan om een havenstaking in Australië -van arbeiders die zich solidair verklaarden met de Indonesische nationalisten- te filmen. Dat was bepaald tegen het zere been van de regering in Den Haag. Ivens werd van landverraad beschuldigd en raakte in 1947 zelfs zijn paspoort kwijt, dat hij pas negen jaar later terugkreeg. Pogingen om het contact met Nederlands beroemdste filmmaker te herstellen leken in 1969 resultaat te hebben, toen minister Marga Klompé hem namens CRM een opdracht voor een vrije film wilde geven. Ivens eiste echter dat de Nederlandse staat openlijk haar exuses zou maken, maar dat ging Klompé te ver. Tien jaar later nam Ivens wel een prijs aan uit handen joris Ivens en zijn Franse vrouw Marce- line Loridan ondervra gen een fabrieksar beidster voor een film over China Ifebruari 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 12