joris ivens zekerheden beeld-dichter vrienden joris ivens wind van minister De Koning, die het echter niet kon laten om zich bij de uitreiking van de Scherpenzeelprijs openlijk te distantiëren.van Ivens' maatschappelijke opvattingen. Op de valreep is er aan een vele jaren slepend confict dan toch nog een einde gekomen met het eerbetoon van minister Brinkman, die in zijn toespraak ondermeer opmerkte: 'Het werd u van Nederlandse zijde op velerlei wijze niet gemakkelijk gemaakt. Ik constateer dat de geschiedenis u meer gelijk heeft gegeven dan uw toenmalige opponen ten.' De ontroering waarvan Ivens bij die gelegenheid blijk gaf was niet geveinsd, want hoewel hij al decennia lang vanuit Frankrijk opereerde, samen met zijn levensgezellin en collega-filmer Marceline Loridan, is hij zich altijd zeer met Nederland verbonden blijven voelen. Daarover zei hij eens: 'Juist die eerste twintig jaar, waarin je leert eten, waarin je verliefd wordt, waarin je je eerste impressies opdoet, die zijn heel belangrijk. Niet zozeer in het dagelijks leven, maar als artiest. De frisse dingen put je daaruit. Die heb je te danken aan je familie, aan je land. Ik ben er niet fanatiek in, het kan me niet schelen waar ik doodga en begraven word. Maar ik houd me op de hoogte: niet van de politiek, daarvoor moet je geregeld in het land zijn, maar van de cultuur, de algemene sociale toestan den.' Alle gekrakeel rond Indonesia Calling zou ons echter uit het oog doen verliezen dat het misschien wel de zwakste film is die Ivens ooit heeft gemaakt. Het is een tamelijk stuntelig geval vol opgeschroefde opstandigheid, dat nu weinig indruk meer zou maken op een onbevooroordeeld publiek. De tand des tijds heeft trouwens aan wel meer werkstukken van Ivens geknaagd. Een in China gemaakte film als De Verontwaardiging van Zeshonderd Miljoen doet in zijn naïeve zwart-wit tekening nu hopeloos gedateerd aan. Tegenwoordig kan een filmer het niet meer maken om een milieu te schetsen waarin arbeiders per defenitie betere mensen zijn dan hun bazen. Ook andere aspecten in Ivens werk, zoals het alleenzaligmakende karakter van arbeid, zouden nu door jongere filmmakers (Johan van der Keuken) met meer nuance worden behandeld. 'Ik ben niet iemand die dol is op twijfelen; om te kunnen overleven heb ik mijn zekerheden nodig', heeft Ivens eens gezegd. Zijn voornaamste 'zeker heid' is altijd geweest het recht op zelfbeschikking van onderdrukte bevolkingsgroepen waar ook ter wereld. Met zijn camera zocht hij dan telkens de samenlevingen op waar revolutie uitzicht gaf op een rechtvaardiger maatschappelijk bestel. Aanvankelijk meende hij zo'n bestel in de Sovjet-Unie te vinden, later vestigde hij zijn hoop op Cuba en nog weer later koesterde hij hoge verwachtingen van het politieke klimaat in China. In zijn films heeft hij zich zodoende solidair verklaard met Stalin en Mao Zedong, figuren die de geschiedenis zijn ingegaan als twee van de grootste massamoordenaars van deze eeuw. Halsstarrig en met weinig gevoel voor realiteit heeft Ivens lange tijd de ogen gesloten gehouden voor menselijke tekorten in zijn 'aards paradijs'. Onlangs schilderden twee journalisten van Intermediair (soort huis-aan-huis blad voor academici) hem in een tendentieus artikel zelfs af als 'een laffe, linkse half-intellectueel', slechter en doortrapter dan de nazi-propagandist Leni Riefenstahl. Ivens wordt in dat artikel zo ongeveer schuldig verklaard aan alle misdaden die de afgelopen vijftig jaar door links 20 mmfebruari georiënteerde wereldleiders zijn gepleegd. Omdat het niet in de teneur van hun verhaal paste zijn de critici er maar aan voorbij gegaan dat Ivens op latere leeftijd en ruim voor de rehabilitatie door minister Brinkman afstand heeft genomen van het Stalinisme, zoals ook alles wat er in China gebeurt niet meerzijn instemming krijgt. Wel is China hem altijd blijven boeien. 'Mijn verliefdheid op dit fascinerende land is altijd gebleven, maar mijn geloof in de Sovjet-Unie heb ik allang verloren. In 1930 vond ik er nog de eerlijkheid van het revolutionaire élan. Lang heb ik gedacht dat men daar op weg was naar het socialisme. De Sovjet- Unie was immers de enige staat ter wereld waar de arbeidersklasse macht had. Maar gaandeweg is de machtspositie van de partij zo groot geworden dat de stem van de arbeider niet meer gehoord wordt. In y China is de verhouding tussen de top en de basis veel beter, hoewel het beslist geen heilstaat voor me is.' Tot aan zijn laatste snik is Ivens een romantisch idealist gebleven, maar zijn meningen zijn in de loop der jaren onafhankelijker geworden dan ze vroeger waren. Bij alle nadruk op de politieke kant van Ivens' films dreigt zijn poëtische filmgevoel enigszins onderge sneeuwd te raken. Niet alleen in zijn vroegste vinger oefeningen maar ook in later werk zijn veel puur filmische impressies terug te vinden. Dat geldt bijvoorbeeld voor Pour Ie Mistral, een impressie van de door de mistral geteisterde landstreek de Provence, het geldt verder ook voor een film als La Seine a rencontré Paris, een romantisch filmgedicht over de Parijse kronkelingen van de Seine. In zijn biografieën -waarvan La Mémoire d'un Regard (1978) als laatste verscheen- wijst Ivens zelf ook op het feit dat hij zelfs in zijn meest politiek getinte films altijd zich ook een 'beeld-dichter' is blijven voelen. I In een van zijn drie inmiddels gepubliceerde (auto)biografieën gaat hij nader in op overwegingen van esthetische aard, zoals die zich bij het maken van een documentaire kunnen voordoen: 'Tijdens het filmen van Borinage moesten we soms oppervlakki ge schoonheid vernietigen, als die zich voordeed wanneer wij er geen behoefte aan hadden. De scherp omlijnde schaduw van het barakraam die over de gore borden op tafel viel, vernietigde door het esthetische affect van het lijnenspel, het effect van goorheid waarnaar wij streefden, zodat wij de randen van de schaduw braken. Het was onze bedoeling te voorkomen dat mooie fotografische effecten het f publiek zouden kunnen afleiden van de onplezierige feiten die we toonden.' Na zijn bezoeken aan Rusland, Spanje, de Verenigde Staten, Canada, China, Australië, Oost-Europa, Cuba en Chili raakte hij aan het einde van de jaren zestig in Vietnam verzeild. Hij maakte er de documentaire Hemel en Aarde, gevolgd door De I Zeventiende Breedtegraad. In eerstgenoemde film gaf hij een indruk van de politieke motieven waardoor de Vietcong zich tot een strijd op leven en dood liet verleiden en in zijn tweede Vietnam-fil^ hield hij zich bezig met het dagelijks leven van de bevolking in het oorlogsgebied. Op 72-jarige leeftijd heeft hij zich midden in het strijdgewoel als een mol |y onder de grond gevoeld, bij zijn -overigens zeer! geslaagde- pogingen om het oorlogsleed van binnen 1 uit te verslaan. Wie dacht dat Ivens zo zoetjes aan zijn filmcamera aan de wilgen zou gaan hangen, kwam bedrogen uit. Heel wat In Memoriams zullen er in de afgelopen tien, vijftien jaar zijn herschreven nadat Ivens het toch weer presteerde om met nieuw werk voor de dag te komen. Zo volgde er in 1976 een elf uur durende documentaire over China; Hoe Yukong de Bergen verplaatste. Met geld van een Frans steunfonds stelde hij zich tot doel een beeld van het alledaagse leven in het huidige China te geven, onverfraaid en op heterdaad betrapt. Ivens wilde in dit verband niet spreken van een verborgen camera, maar van een onzichtbare camera, die onopvallend was geworden door de lange periode die de filmploeg zich in dorpen, op het platteland en in de steden ophield. Gedurende anderhalf jaar is Ivens door het land getrokken, naar een vissersdorp, een school, een kazerne, naar een generatorenfabriek, de olievelden van Taking, een apotheek in Changhai, een circus in Peking en naar een repetitie van de opera in Peking. Ivens kwam er, zoals hij zei, als vriend en niet als criticus op zoek naar onvolkomen eden, maar dat neemt niet weg dat de film ..nullende 'n^ormaf'e geeft en nergens propagan distisch van aard is geworden. D't voorjaar zou hij aan de opnamen beginnen van alweer een film over China: De Wind. Zijn plotseling verslechterde gezondheidstoestand en ziekenhuis opname verhinderden dat echter. In De Wind had Ivens de cultuurgeschiedenis van China willen spiegelen aan zijn eigen verhouding tot het land dat hem altijd zo in de ban heeft gehouden. Over De Wind zei Ivens onlangs: 'Het wordt geen film met mensen en interviews. Er zal ook geen politiek in voorkomen. Het wordt geen reportagefilm, maar een heel poëtische film. Hij zal veel meer gaan aansluiten op mijn oude film Regen.' Op de vraag of het gezien zijn hoge leeftijd niet riskant is om nog aan een dergelijk ambitieus project te gaan beginnen, antwoordde Ivens: 'Mijn ideeën en verbeeldings kracht blijven me nu eenmaal vooruit snellen Minister Brinkman overhandigt de cul tuurprijs van de Nederlandse Filmda gen aan Joris Ivens. In het midden mevrouw Ivens Ivens Meccano Middelburg, di 11 febr, 20.30 uur

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 13