ZKC SPEURT NAAR FOTO'S IN PRIVÉCOLLECTIES Stanley hoogland ludwig van beethoven honderd foto's 21 ner Bijlsma zaktheater iingen: Vera Beths 3l), Anner Bijlsma o) en Stanley gland (piano) in Mendelssohn- iramma. Zondag 8 rt, 16.00 uur. ■ten beperkt. meestal de muziek die componisten voor forte-piano schreven. Maar wanneer je de stukken op dat instrument uitvoert, hoor je duidelijk het verband tussen het repertoire en het instrument. En dan hoor je ook dat die oudere muziek en de moderne piano eigenlijk niet bij elkaar passen. Waarmee ik me niet zo dogmatisch opstel door te zeggen dat oude muziek alleen op oude instrumenten gespeeld moet worden. Dat vind ik een te principiële en te extreme opvatting. Voor wat de forte-piano betreft, lijkt me dat ook niet mogelijk. Er bestaan maar een stuk of wat instrumenten waarvan er aan de helft iets mankeert. De instrumenten die nog wel functione ren, klinken vaak niet zoals ze dat moeten doen. Maar alleen een zeer goed ingevoerde specialist kan dat onderscheid maken.' Tussen de forte-piano en de moderne uitvoering zitten enkele grote verschillen', licht Hoogland toe. 'Eigenlijk staat het instrument dichter bij het clavecimbel dan bij de piano. Dat komt omdat de snaren niet over een ijzeren raam gespannen staan maar op een houten. Daar kun je minder spanning op zetten waardoor het geluid totaal anders klinkt. Dat klinkt ook anders omdat er rond de hamers geen vilt zit maar leer. De klank komt zodoende dicht in de buurt bij de darmsnaren van oude strijkinstrumen ten. In welke periode je de forte-piano precies moet plaatsen valt niet te zeggen. Daarover bestaan geen afspraken. Het begin van die periode vangt ergens rond 1770 aan. Sommigen houden als eindgrens het jaar 1840 aan, anderen 1850. Maar na 1860 spreekt men alleen over de moderne piano. Veel repertoire uit de tweede helft van de achttiende eeuw kun je op een clavecimbel of op een forte-piano spelen. Mozart en Haydn bijvoorbeeld schreven twee versies van hun klavierwerken. Bruikbare originele forte-piano's bestaan er niet zoveel. Maar nu de belangstelling voor dat instrument wat toeneemt, komt er wat nieuwbouw. Overigens in veel mindere mate dan clavecimbels. Het bouwen van een goede kopie blijkt ook uitermate moeilijk. Er moet nog heel wat studie komen naar die oude constructiemethoden.' simon vestdijk 'Wellicht dat mijn studie naar de forte-piano me in een bepaalde muzikale richting dreef', meent Hoogland. 'Bijvoorbeeld in die van de oudere of de melodieuze muziek. Wat niet uitsluit dat ik van tijd tot tijd ook moderne muziek wil uitvoeren. Van Ton de Leeuw speelde ik met Vera Beths bijvoorbeeld alle composities. Veelal op het Oosten zoals de gamelan gericht. De Leeuw behoort tot de zogenoemde Haagse School zoals Theo Loevendie en Klaas de Vries tot de Rotterdamse School behoren en onder andere Louis Andriessen tot de Amsterdamse. Waarin dat verschil precies zit, weet ik niet. Mij lijken die scholen meer een aanduiding voor de plaats waar een componist vandaan komt dan vooreen definitie voor een bepaalde stijl. Zelf doe ik van tijd tot tijd ook een poging tot componeren. Het blijft de vraag of ik het zal uitvoeren. Wantalles wat je thuis maakt, maak je niet meteen openbaar. Ik moet die pogingen eerst maar 'ns afmaken en dan goed met mezelf overleggen.' 'Voor mezelf bepaalde ik geen ideaalbeeld van hoe muziek eigenlijk zou moeten klinken', merkt Hoogland op. 'Het ideale vind ik de muziek die de grote componisten schreven en wat mij betreft, bereiken we daarmee het ideaal. Niemand kan daar nog wat aan toevoegen want ik kan me niet voorstellen dat er nog betere stukken zouden bestaan. Je kan niet zeggen waarom een bepaald stuk miljoenen mensen bevalt en waarom niet. Er zit een kracht in welke emoties oproept die verband houden met iemands leven. Dat komt minder door het stuk zelf maar door de herinneringen die het losmaakt, al geloof ik niet dat muziek over het algemeen verband houdt met herinneringen. Simon Vestdijk probeerde zijn verklaring voor het al dan niet bevallen van muziek te bewijzen maar hij liep op een gegeven moment in zijn redenering vast. Muziek kun je niet rationeel beoordelen. Het beweegt zich over de grens van het geheimzinnige heen. Je kunt het analyseren aan de hand van wiskundige modellen maar die methode blijft beperkt. Soms ontdek je naar je gevoel een zwakke plek in een compositie en zeg je: dat kon veel beter zus en zo klinken.' 'Muziek speelt zich af in de tijd', leert Hoogland. 'Het schept verwachtingen maar tevens doorbreekt het bepaalde verwachtingen en juist die verrassingen bepalen of je iets interessant kunt noemen of juist niet. Een compositie kan een bepaalde stemming oproepen die plotseling volledig omslaat. Ludwig van Beethoven toonde zich daarin heel sterk. Hij schreef dingen waar niemand nog aan dacht. Dat vooruitstrevende deed geen afbreuk aan zijn populariteit. Voor Van Beethoven bestond heel wat meer waardering dan men aanneemt. Na zijn dood vonden kritici hem overigens ouderwets en ver dween Van Beethoven, zij het voor even, uit de belangstelling. Zijn kamermuziek leed een beetje onder die vergetelheid. Maar het staat mijlen ver boven wat tweederangs componisten in hun navolging maakten. Zij werkten stap voor stap hun gedachten uit en lieten hun muziek op rolletjes lopen. Ze bleven bij het geijkte, bij het normale. En dat zorgt ervoor dat je al bij de tweede maat gaapt. Maar wanneer er iets anders dan het verwachte in muziek optreedt, wanneer het daarvan afwijkt, dan stijgt het boven de tijd uit waarin het ontstond. Dan wordt het klassiek.' Frank Peters, 1986 Het Zeeuws Kunstenaars Centrum in Middelburg is van plan regelmatig fototentoonstellingen te organi seren. De eerste is deze maand te zien, onder de titel Honderd Foto's. 'Het is zeer mondjesmaat wat er op dat gebied te zien is', vindt Jan van Leeuwen, voorzitter van het ZKC. 'Het is toeval dat er net deze maand drie aan het medium foto zijn gewijd (in de Vleeshal, en de Kunstuitleen. Red.) We stellen een werkgroep in die zich gaat verdiepen in de historie van de fotografie. De musea en particuliere archieven in Nederland, België, Duitsland en Frankrijk zijn het werkterrein. In München en Parijs zijn waanzinnige archieven. Daar zitten allerlei verhalen achter, bijvoorbeeld over de invloed van de fotografie op de schilderkunst. Een ander voorbeeld: het tijdschrift Sturm uit de jaren twintig drukte een waanzinnig mooie serie foto's af, portretten van kunstenaars. De fotograaf Adriaan Boer, mede oprichter van Focus, heeft prachtige opnamen Qemaakt, onder meer geënsceneerde foto's, ook over Zeeland, Veere met name. Ik weet niet wat er van die foto's nog over is, dat gaan we uitzoeken. In het Zeeuws Museum is ook een enorme collectie foto's. Die moet ook eens te zien zijn. Om dat te activeren hebben we Honderd Foto's georganiseerd. We hebben mensen gevraagd of we uit hun collecties mochten lenen, niet aan de hand van een thema. We hebben gezegd: laten we onze persoonlijke voorkeur eruit nemen. We hebben nu materiaal uit twee Nederlandse, een Noorse en een New Yorkse privé- collectie. Ik zit twee keer per jaar in Amerika, dus ik kan de foto's meenemen. Ik krijg ze ook makkelijk mee, dat is heel leuk. Van Peter Hujar heb ik tien foto's voorde expositie gekregen, dan zit je toch met een waarde van 10.000 gulden aan foto's in het vliegtuig. Die mensen denken groot. En zulke mensen zijn er ook in Nederland.' Behalve van Peter Hujar is er fotowerk te zien van Frans van Hattum, Frank Peters, Bertien van Manen, Piet Dieleman, Duane Michaels, Kees Tillema, Christiaan Voigt, Mark Sadan en de werkgroep Middelburg. Er is nog weinig informatie over deze mensen en hun werk voorhanden. Van de Belg Frank Peters valt op dat hij veel humor in zijn foto's doet. Van Piet Dieleman, de Middelburger, is een fotoserie te zien die lang geleden in de koffieshop St. John in Middelburg werd getoond. Het zijn foto's van akkers die op een overall genaaid zitten. ZKC in Zeeuwse Bibliotheek Middelburg: Honderd foto's, 7 maart t/m 2 april.

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 11