Z
W anneer Johan van Beethoven onverwacht
bezoek ontving en Ludwig kwam dan de kamer
binnen, dan liep hij gewoonlijk rond het klavier en
drukte met zijn rechterhand op de toetsen. Zijn vader
zei dan gewoonlijk: 'Wat sta je daar nu weer te
modderen; verdwijn of ik geef je een oorvijg.Zijn
vader schonk pas weer aandacht aan hem wanneer
hij hem zonder bladmuziek viool hoorde spelen. Zijn
vader zei: 'Hou je daar dan nooit mee op, ondanks
wat ik je vertelde?' De jongen speelde door en zei
tegen zijn vader: 'Maar klinkt het dan niet mooi?'
Waarop zijn vader zei: 'Daar gaat het niet om. Je kunt
nog geen dingen uit je hoofd spelen.'
P
F
van beethoven
k iv y: :-v
van beethoven
van het ballet zorgden ervoor dat de belangstelling
voor de componist steeds meer groeide. Van Beet
hoven greep deze aan om zijn ideeën over een
nieuwe muziek gestalte te geven. Naar zijn mening
was de hoffelijke en vormelijke stijl van Mozart en
Haydn ouderwets. Deze componisten kwamen in
zijn oren niet verder dan de status van 'geoefend
ambachtsman'. Hij wilde zich ook niet aan vaste
vormen binden want ook voor de muziek gold in die
tijd: vrijheid. Ludwig van Beethoven zag zichzelf als
een kunstenaar en een schepper en daardoor
superieur aan koningen en edelen. Figuurlijk en
soms letterlijk gesproken trapte hij de deuren van de
aristocratische huizen in, zette zich aan de piano en
speelde.
toen hij hem vertelde over de zojuist gereedgekomen
Hammerklaviersonate: Van het schrijven van muziek
kun je nauwelijks leven. Ondanks dat de grote
muziekuitgeverijen graag muziek van hem publi
ceerden.
ijn heftig karakter spreekt duidelijk uit zijn
muziek. Daarbij komen nog de gedurfde nieuwig
heden. Dat alles verontrustte zijn tijdgenoten en
stelde velen teleur. De Duitse componist en muziek
theoreticus Johann Friedrich Reichardt (1752-1814)
reageerde zelfs geschokt op Van Beethovens eerste
werken. In een bespreking van de aria Ah Perfido!
voor sopraan en orkest Opus 65 uit 179b bekritiseer
de hij de veelvuldige wisselingen in het tempo. Iets
wat in die tijd ontoelaatbaar heette. Maar Van
Beethoven stoorde zich niet aan oude conventionele
gewoontes en opvattingen. Hij wijzigde het karakter
van het instrumentale concert en verving de stijl van
Haydn en Mozart door een meer expressieve vorm.
**-.*.
e term 'politieke muziek' kent vele betekenis
sen. Velen stellen dat het gaat om een vlag die een
wat minder geslaagde lading dekt. Anderen vinden
dat politiek en muziek onlosmakelijk aan elkaar
zitten. Weer anderen menen dat het maar net aan de
uitleg ligt of men aan de muziek een politieke
betekenis kan geven. Een niet onaanzienlijk aantal
deskundigen gaat ervan uit dat Ludwig van Beetho
ven wel degelijk politieke muziek schreef. Als
voorbeeld nemen ze zijn Zesde Symfonie uit 1808.
De componist voert daar met kracht volksmuziek in.
In het eerste deel Kroatische reidansen en in het
scherzo onvervalste dorpsmuziek. De ingrijpende
afwijkingen in de symfonische vorm brengen het
verschijnsel 'mens in zijn verhouding tot de natuur'
op het niveau van de absolute muziek
n die dagen heette dat nieuwlichterij. En niet altijd
vrij van gevolgen. Van Beethoven gaf revolutionaire
en verlichte kritiek op de cynische en corrupte
stedelijke samenleving. Hij gaf ook kritiek op de laat-
feodale onderdrüklgir^g yap het platteland en platte- /^^;4>'k^nCzfjn;dagén gold Ludwig van Beethoven
landsbevolking. Daarmee gaf Van Beethoven uiting als een muzikaal genie. Hij schreef veel en niet alleen
aan het 'gelijkheid' uit het credo Vrijheid, Gelijkheid om zich financieel drijvende te houden. Van Beetho-
en Broederschap. De vrijheid gaf hij ondermeer ven componeerde ook om zijn ongenoegen over de
gestalte in de muziek voor zijn eigen opera Fidelio restauratie van het oude regime kenbaar te maken,
waarin hij het trotseren en omverwerpen van de Want na 1815 kwamen de door de revolutie verdre-
tyrannie beschrijft. De broederschap in de Negende ven vorstenhuizen terug, inclusief het oude macht
Symfonie waarin hij een koorbewerking maakte van ~\stelsel dat in Oostenrijk door kanselier Clemens
Friedrich Schillers gedicht Ode an die Freude met de Wenzel Lothar, Fürst von Metternich en zijn geheime
meest bekende regel Alle Menschen werden Brüder/.< politie zijn grimmigste vorm kreeg. In de jaren na
Van Beethovens Zevende Symfonie uit de jaren 1811 1815 leefde de republikein Van Beethoven in een
en 1812 behandelt de geallieerde bevrijdingsstrijd vijandig systeem waarin hij zich doorlopend be
tegen de Franse onderdrukking *ejjii'waV;OW'.de^^dreigd voelde met mogelijke huiszoekingen. Die
^ornhnniet na Ha aar-ata ..itwaaHnn «nangst komt tot uiting in de zogenoemde Konversa-
tionshefte, schriften waarmee de toen stokdove Van
Beethoven met de buitenwereld converseerde. Daar
in staan passages als 'Wij moeten alle koninghen van
hun troon stoten' en 'Stil, de muren hebben oren'.
eeds aan het begin van een werk gaf de solist
uitdrukking aan de gedachte waaraan het concert
ten grondslag lag en daarmee dus niet langer meer
behoefde te wachten op een langdurige orch.estrale
begeleiding. Van Beethoven ontwikkelde een nieu
we en vrijere sonatevorm. Hij breidde daartoe de
expositie sterk uit en experimenteerde met aantal en
vorm van de verschillende delen. Hij verving het
gebruikelijke menuet met trio door een scherzo met
trio Waardoor hij zijn levendig en ontstuimig gevoel
voor humor beter tot uitdrukking kon brengen. Hij
plaatste de orchestratiekunst op een nieuwe en
stevige basis.
componist na de eerste uitvoering zei: ons allen
vervulde niets dan het zuivere gevoel van vader
landsliefde en van een blij offeren van onze krachten
aan degenen die voor ons zoveel opofferden.
f an Beethoven wilde zijn DeTde Symfopje^ëe
Eroïca opdragen aan Napoleon. Hij beschouwde
hem als de verpersoonlijking jyap de revolutionaire
gedachte. Zijn held. dpnderde van zijn jypetstuk in
scherven toen Napoleon zich tot keizer liet uitroe
pen. Alle vrijheidsidealen ten spijt. Van Beethoven
verscheurde de opdracht en schreef in de nieuwe: ter
nagedachtenis aan een groot man. M,aar\deson-
danks wist de revolutionair van Beethoven vriend
schap te sluiten met vele leden van de Weense adel.
Voor hem gold die vriendschap als een economische
noodzaak. De aristocraten ondersteunden hem fi
nancieel. Zij het zo nu en dan met mate. Daarover
schreef hij zijn leerling Ferdinand Ries in Londen
Weinig van deze schriften bleven bewaard omdat het
grootste deel van de inhoud uit regelrechte en voor
de bezitters levensgevaarlijke aanvallen op Metter-
nichs ideaalstaat bevatte. Rond zijn persoon ont
stonden diverse mythen. Temeer omdat zijn muziek
tijdens de Restauratie als een symbool diende voot
de oppositie.
an Beethoven gold als een gepassioneerd
improvisator. Op die manier wilde hij een directe
vorm van muzikale expressie creëren. In die dagen
zag men improvisatie echter als iets wat niet tot de
muziek behoorde. Reden dat de kritiek en de*
geschiedschrijving het aspect 'improvisatie' uit het
leven en werk van Van Beethoven schreef. Verschil
lende deskundigen van deze tijd stellen dat Van
Beethoven om die reden iets anders representeert
dan volgens de inhoud van zijn muzikale leven zou
moeten. Improvisatie staat onder druk van 'de Grote
Werken'. Onder deze term vallen composities die
voor het grootste deel stammen uit de periode 1759
tot 1900. Dit aspect voor het verleden bepaalde voor
het grootste deel de ontwikkeling van de muziek.
Harman.Mellers concluderen in hun Man and his
Music: 'wanneer de afwezigheid van een verleden het
verlies van de wijsheid betekent die het respect voor
de traditie met zich meebrengt, dan biedt het ook een
voortreffelijke kans'. Geïmproviseerde muziek kent
tot het begin van de jaren twintig geen traditie of een
verleden. Simpelweg omdat de mogelijkheden tot
registratie ontbraken. De documentatie van geïm
proviseerde muziek begon pas na de introductie van
de grammafoon. Zodoende kan men alleen maar
raden naar hoe het geïmproviseerde werk van Van
Beethoven klonk.
e wetenschap dat Van Beethoven inderdaad
improviseerde, komt voort uit ondermeer dagboeken
en andere geschriften van tijdgenoten. Een vroeg
rapport daarvan schreef een zoon van de familie
Fischer waar de Van Beethovens woonden. Want het
ontging Johan van Beethoven niet dat zoon Ludwig
talent had. Dat talent moest hoe dan ook tot
ontwikkeling komen. Daarmee kwam Ludwig hoger
op maar tevens Johan die van mogelijk succes ook
een deel zou krijgen. Een periode van studeren met
tucht en regelmaat volgde. 'Ludwig van Beethoven
ontving ook dagelijks vioolonderricht. Op een keer
speelde hij zonder noten voor zich toen zijn vaderde
kamer binnenkwam en zei: 'Wat moet die onzin
voorstellen die je daar zo ergerlijk staat te schrapen?
Je weet dat ik daar niet tegen kan. Schraap vanaf het
blad, anders zul je uit dat geschraap nooit enig profijt
trekken.
In die dagen schreef Franz Gloggl het zo op: 'Onder
de edelen die toondertijd in Linz woonden, bevond
zich een zekere graaf Von Donhoff, een groot
bewonderaar van Van Beethoven. Tijdens Van Beet
hovens bezoek gaf hij enkele soirees ter ere van de
componist, ik maakte mijn opwachting op een
daarvan. Er klonk veel muziek en men zong liederen
van Van Beethoven; de meester zelf kreeg het
verzoek om op de piano-forte te improviseren, wat hij
in het geheel niet wilde. In de aangrenzende kamer'
stond een lange tafel beladen met verversingen, en
op een zeker moment verzocht men ons aan die tafel
plaats te nemen. Als jongeman interesseerde ik me
sterk voor Van Beethoven en bleef doorlopend aan
zijn zijde. De aanwezigen zochten hem overal en
pingen uiteindelijk zonder hem aan tafel. Hij zat in de
andere kamer en begon te improviseren. Ik stond
naast de piano. Hij improviseerde voor ongeveer een
half uur. Langzaam aan stond iedereen op en
verzamelde zich om hem heen. Het drong tot hem
door dat men hem al enige tijd geleden had verzocht
om aan tafel te komen - hij haastte zich van zijn stoel
naar de andere kamer. Bij de deur bevond zich een
tafel met porselein. Hij botste dusdanig tegen de
tafel dat het porselein op de grond aan stukken viel.
Graaf Donhoff, een rijke aristocraat, lachte erom, en
nogmaals zette men zich aan tafel, deze keer met Van
Beethoven. Muziek maken behoorde op dat moment
tot het onmogelijke, want tijdens Van Beethovens
improvisatie brak de helft van de snaren. Ik herinner
me nog steeds met groot plezier deze improvisatie,
waarvan ik het genoegen genoot deze in zijn
aanwezigheid te horen.'
arl Czerny, Van Beethovens leerling en zelf
een beroemd muziekleraar, gaf het volgende
rapport:
'Van Beethovens improvisaties trokken aanzienlijke
belangstelling in het eerste jaar na zijn aankomst in
Wenen, inclusief de bewondering van Mozart. Het
nam verschillende vormen aan, afhankelijk of hij
improviseerde op eigen thema's of op thema's die
anderen hem opgaven.
Eerst: In de vorm van een eerste deel van een sonate
of een rondo finale; het eerste deel kwam tot een
gangbaar slot en hij gebruikte een verwante toon
soort voor de middelste melodie, in het tweede deel
gaf hij de vrije hand aan zijn improvisatietalent,
waarbij hij, echter, het hoofdthema op alle mogelijke
manieren gebruikte. Hij verlevendigde verder het
tempo allegro met 'bravoera'passages welke over het
algemeen nog ingewikkelder klonken dan deze in
zijn geschreven composities.
Tweede: Een vrije variatievorm, min of meer volgens
zijn Koorfantasie Opus 80, of de koorfinale van de
Negende Symfonie, waarvan beiden een uitstekend
voorbeeld van zijn improvisatietalent geven.
Derde: Een gemengd genre in welke het ene idee het
andere volgt, op de wijze van een pot-pourri, zoals in
zijn fantasie Opus 77. Een paar weinig betekende
noten dienden vaak als uitgangpunt voor de con
structie van een compleet geïmproviseerd werk,
gelijk aan de finale van de Sonate in D-majeur Opus
10 Nummer 3. Wanneer hij dergelijke improvisaties
beëindigde, bastte Van Beethoven uit in hartelijk en
voldaan gelach.
I erdinand Ries beschreef naar aanleiding van
een uitvoering van het blaaskwintet Opus 16 Van
Beethovens humor en zijn samengevoegde aan
dacht voor compositie, improvisatie en uitvoering:
'In het laatste allegro zit, op verschillende plaatsen,
een pauze voordat het thema weer begint. In óón van
deze begon Van Beethoven plotseling te improvi
seren, waarbij hij het rondo als thema gebruikte,
zichzelf en de anderen daarmee voor een tijdje
amuserend. Dit, evenwel, amuseerde geenszins de
begeleidende muzikanten; ze toonden zich veront
waardigd en meneer Ramm was ronduit woest. Het
zag er inderdaad komisch uit, deze heren die elk
moment hun terugkeer in het spel verwachtten, hun
instrumenten daarom doorlopend aan de lippen
zetten, om ze daarna weer zachtjes neer te leggen.
Ten lange leste voelde Van Beethoven zich voldaan
en leidde het rondo nogmaals in. Het hele gezel
schap toonde zich verheugd.'