'FILMS OVER KINDEREN ZIJN VOOR
VOLWASSENEN VAAK VERWARREND'
een mooi verhaal vol
warmte, humor en tragiek...'
een wonder van verademen
de eenvoud.'
Varme sympathie voor My life
as a Dog van de Zweed Lasse
Hallström.
Hij maakte de film over een
twaalf-jarige jongen voor
volwassenen, maar ook
kinderen blijken er met veel
plezier naar te kijken.
instinctief voelen ze toch aan
hoe de vork in de steel zit en
identificeren ze zich tamelijk
gemakkelijk met de hoofd
persoon', meent Hallström.
Albert Kok sprak met de
regisseur en zag de film.
MY LIFE AS A DOG, HARTVERWARMEND
lasse hallström
Albert Kok
my life as a dog
Lasse Halström deed in de Skandinavische filmwe
reld voor het eerst van zich spreken als cameraman
van muziekfilms. Zijn grootste bekendheid dankt hij
op dit gebied aan Abba, the Movie, een filmische
registratie van een Australische toernee van
Zwedens populairste popgroep aller tijden. Vervol
gens ging Hallström zich toeleggen op het genre van
de tragi-komedie. My life as a Dog, valt onder meer
ook onder deze noemer van humoristische films met
serieuze ondertoon te rubriceren (zie verder de
recensie).
Wie Lasse hallström op de kast wil krijgen, zo blijkt,
moet My life as a Dog als 'kinderfilm' aanduiden:
'Overal schijnt iedereen er moeite mee te hebben om
een film voor vol aan te zien waarin de hoofdpersoon
niet ouder is dan een jaar of tien. Maar ik heb My life
as a Dog altijd beschouwd en met die instelling
heb ik 'em ook gemaakt als een film óver kinderen
vóór volwassenen. Pas bij de eerste openbare
voorstellingen in Zweden merkte ik dat ook kinderen
er met veel plezier naar konden kijken. Sindsdien
noem ik het zelf bij voorkeureen familiefilm. Alleen...
het vervelende van de naam 'familiefilm' is dat ie
altijd een beetje doet denken aan films waarin de
personages met een grote boog om alle belangrijke
levensvraagstukken heen lopen. En daarvan is in
mijn film bepaald geen sprake.'
Het gesprek wordt plotseling onderbroken door de
niet aangekondigde entree van Linda van Dyck. De
actrice vliegt Hallström om zijn hals en in vloeiend
Zweeds volgt een conversatie waar ik geen touw aan
kan vastknopen. Even later legt Linda uit dat ze ooit,
vijftien jaar geleden, met Hallström getrouwd is
geweest: nog in de tijd dat ze als jonge popzangeres
in Stockholm furore probeerde te maken. Nadat
Hallström haar heeft moeten beloven dat hij die
avond naar Agnes van God zal komen kijken de
toneelproductie waarmee Linda momenteel door het
land toert pakt de filmmaker de draad weer op.
Hij vertelt hoe My life as a Dog aanvankelijk dreigde
te floppen als gevolg van het misverstand als zou de
film uitsluitend voor kinderen genietbaar zijn: 'Er
kwamen in het begin zo weinig bezoekers, dat na
twee weken serieus werd overwogen om 'em maar uit
de roulatie te halen. Gelukkig begon op dat moment
net de mondreclame van de paar mensen die er wél
naar toe geweest waren een beetje op gang te
komen. Dat is toen de redding geweest.'
'Sindsdien loopt de film als een trein. Het oudere
publiek toont zich gecharmeerd van de nostalgische
milieuschets uit het einde van de jaren vijftig:
jongeren van een jaar of zeventien, achttien die
normaal gesproken alleen naar Rambo en Top Gun
kijken, kunnen er ook heel goed mee uit de voeten.
Dat heeft me wel verrast, eerlijk gezegd, want er is in
mijn hele film nog geen politie-auto te bekennen.
Maar het meest heeft me dus verbaasd dat kinderen
van zeg maar een jaar of tien de film mooi vinden. Die
snappen waarschijnlijk niet alles en ze kunnen
misschien de schuldgevoelens van Anton na zijn
moeders overlijden niet precies onder woorden
brengen, maar instinctief voelen ze toch aan hoede
vork in de steel zit en identificeren ze zich tamelijk
gemakkelijk met de hoofdpersoon. Dat verzin ik niet
zomaar hoor: dat is me gebleken uit de brieven van
4
kinderen en uit reacties van leraren die er in
klassikaal-verband naar zijn gaan kijken.'
Karst van der Meulen, een van de betere Nederland
se kinderfilmers, moet na een voorvertoning gezegd
hebben dat My life as a Dog nou een film is die hij zelf
wel gemaakt zou willen hebben. Hallström voelt zich
zichtbaar gevleid en blijkt zelf ook meer op deze film
dan op andere rolprenten die hij gemaakt heeft
gesteld te zijn: 'Vroeger zei ik altijd dat mijn laatste
film de beste was. Maar hoewel ik na My life as a Dog
alweer twee andere films gemaakt heb, beschouw ik
hem tot op de dag van vandaag nog altijd als mijn
meest geslaagde werkstuk. Bovendien (lachend) zie
ik dankzij deze film nog eens wat van de wereld. Als
je nagaat dat hij naar 29 landen is verkocht, waar ik
overal ben uitgenodigd om erover te praten, dan
betekent het dat me het komende jaar nog heel wat
aardige reizen te wachten staan....'
'Hoe het komt dat My live as a Dog zoveel beter is
geworden dan mijn andere films, daar heb ik geen
verklaring voor. het heeft te maken met een soort
magie. Een combinatie van de juiste atmosfeer,
acteurs die toevallig uitstekend bij elkaar passen en
een verhaal waarin de tragiek op een wonderlijke
manier in balans valt met de komische scènes. Dat is
geen opschepperij of zo, want het resultaat had ik
vooraf helemaal niet zo precies in m'n hoofd. Ik
bedoel: in mijn andere films heb ik ook steeds
geprobeerd om komedie en tragedie te vermengen.
Want in pure komedie daar geloof ik niet in. Net zo
min als in pure tragedie trouwend. Maar pas nu in My
life as a Dog valt alles op z'n plaats.'
Vergeleken bij zoveel doorspeciale effecten en
andere hocus-pocus gedomineerde rolprenten is
My life as a Dog een wonder van verademende
eenvoud. Hier nu eens geen ingewikkelde trucages,
potsierlijke decors en hysterische taferelen, maar
gewoon een mooi verhaal vol warmte, humor en
tragiek, waarin acteurs de tijd en de ruimte krijgen
om complete, levensvatbare personages neer te
zetten.
Ontleend aan een naar het schijnt tamelijk
autobiografische roman van Reidar Jöhnsson doet
de film verslag van de lotgevallen van Ingemar
Johansson, een 12-jarige jongen die ergens in de
Zweedse provincie opgroeit. We schrijven 1959, het
jaar waarin Ingemars boksende naamgenoot zich
naar het wereldkampioenschap knokt. Omstreeks
die tijd is ook Ingemar zelf in een moeizame
worsteling verwikkeld; zij het hoofdzakelijk in
overdrachtelijke betekenis en in de eerste plaats met
zichzelf. Het verlies van zijn hondje moet hij zien te
verwerken en even later ook het overlijden van zijn
moeder. Haar dood als gevolg van een slepende
ziekte bezorgt Ingemar een schuldgevoel: hij zou
onvoldoende begrip voor haar bedlederigheid
hebben opgebracht.
Wie nu denkt dat My life as a Dog een loodzware
jeugdfilm is, heeft het tweemaal mis. De film is in zijn
subtiele verteltrant even genietbaar voor volwasse
nen als voor kinderen en de misschien op papier
loodzware boodschap blijkt door Lasse Hallström
met prachtige observaties en anekdotes te zijn
verluchtigd. Als de drukke aanwezigheid van
Ingemar voor zijn moeder teveel wordt en het joch bij
familie in een dorp verderop wordt ondergebracht,
maakt hij daar kennis met een oude man die zich
door Ingemar uit een prospectus voor damesonder
goed laat voorlezen; hij ontmoet er een dorpsgek die
eigenhandig vliegtuigen bouwt; en een buurman die
dag en nacht zijn lekke dak vertimmert.
Verder ontgaat het hem niet dat zijn oom een oogje
heeft op een vrouwelijke collega in het glasblazers-
bedrijf waar hij werkt. En Ingemar kweekt een
bijzondere band met een jongensachtig meisje dat
haar voetbalschoenen en bokshandschoenen aan de
wilgen moet hangen wanneer het haar niet langer
lukt om het begin van haar borsten onder een
rekverband te verbergen. Het zijn dergelijke grote en
kleine indrukken waardoor Ingemar geleidelijk aan
een steeds completer kijk op de dingen ontwikkelt.
Het is verbazend met hoeveel natuurlijkheid die rol
door Anton Glanzelius wordt gespeeld. Hij is meestal
innemend, soms opstandig, een enkele keer
onuitstaanbaar, maar nooit van het aanstellerig
vroegwijze slag van zoveel andere film-kinderen.
Kostelijk is de tragi-komische manier waarop
Ingemar zich wapent tegen het moeilijk te accepte
ren verlies van kort ne elkaar zijn hond en zijn
moeder— beiden zijn aanvankelijk vergelijkbare
grootheden in Ingemars wereld. Hij praat zichzelf
moed in met verhalen over de meest wrange gebeur
tenissen: bijvoorbeeld over een hondje dat in een
Spoetnik de ruimte werd ingeschoten, waarna het
stierf toen het voedsel op was. Door zijn eigen leed
met dat van andere mensen en dieren te vergelijken,
leert hij al doende te relativeren.
Niemand zal zich er achteraf over verbazen dat My
life as a Dog in Zweden onderscheiden is met de Prijs
voor de Beste Film van 1985, want het is een van die
zeldzame films waarin kinderen serieus worden
genomen. Of in recensie-jargon: waarbij de camera
man wèl en de regisseur niet door zijn knieën is
gegaan.
Meccano Middelburg:
My life as a dog,
28 febr, 1, 2, 3, 4
7, 8 en 11 maart,
15.00 uur en's avonds
op nog niet vastgestel
de tijden.
Anton Glanzelius in Mijn leven als hond van Hallström
35