KALLENBERG
KOLLEKTIEF
BRENGT BOEKJE UIT
;ben gerritsen
nieuws
vastgeroest
jeugdige belangstelling
koffieconcerten
zinvolle commercie
SLIB-BOEKJES
r
Concertzaal
Middelburg:
KOFFIECONCERT
Ben Gerritsen Kwartet
zon 20 april, 11.30 uur
zijn geliefde zojuist van hem scheidde of wan
neer ze een kleine kreeg. En voor de één zal een
muzikant swingen, voor de ander juist niet. Het ligt er
maar net aan hoé en in .welke omstandigheden
iemand luistert. Wij spelen bijvoorbeeld zonder
blazers en sommigen vragen dan meteen naar het
waarom. In de loop van de tijd verwenden ze zich met
een bepaalde bezetting en alles wat daarvan afwijkt,
klinkt in hun oren dan onvolledig. Alsof ze plotseling
een auto op drie wielen zien rijden. Maar ook een
instrument bepaalt of iemand de muziek bevalt of
niet. Stel dat je niet graag vibrafoon hoort dan blijft
die afkeer bestaan. Ondanks de toeren die de
bespeler dan op zijn instrument verricht.'
'Wanneer je een beetje oplet, kom je een heleboel
bezettingen tegen die van het gekende afwijken.
Want hoeveel trio's met gitaar, piano en bas bestaan
er niet? Maar velen zien dat toch nog steeds als een
rariteit. Hoeveel schreef de kritiek toendertijd niet
over het ontbreken van een piano in de groepen van
trompettist Chet Baker en baritonsaxofonist Gerry
Mulligan. Ergens wel te begrijpen, want tot die tijd
stelde het overgrote deel van de muzikanten hun
groepen samen aan de hand van standaard patronen.
Overigens had dat ontbreken van een piano een
praktische reden want er was geen plaats voor. Die
verschillen, dat moet tegenwoordig toch kunnen. Je
moet dat bij de mensen bekend maken. Ze weghalen
bij dat vastgeroeste idee van hoe een groep eruit
moet zien. Kijk bijvoorbeeld eens naar de vorige
eeuw. Hoeveel componisten schreven er niet voor
combinaties waarvan je denkt: hoe krijgt iemand dat
verzonnen?'
'Die variatie in bezettingen houdt ook de belangstel
ling voor de jazz gaande. Het betekent immers dat
die muziek zich ontwikkelt. Vooral de jeugd voelt
zich er door aangesproken. Oudere collega's
vertellen me vaak dat de jongeren die naar hun
optredens komen ze telkens weer vertellen hoe
nieuw de jazz klinkt. Terwijl ze muziek spelen die al
zoveel jaar bestaat. Die interesse van de jeugd voor
de jazz komt niet voort uit een modieuze en
opgeblazen gedachte. Die belangstelling bestaat wel
degelijk. Tijdens de schoolconcerten die ik deed,
merkte ik dan zelf. Dat doe ik overigens niet meer.
Door de bezuinigingen in het onderwijs kwam daar
de klad in. De scholen vonden andere dingen zoveel
belangrijker dan concerten. En dan valt er voor mij
natuurlijk ook een hoop werk weg. Onder deze
omstandigheden zie ik voorlopig geen schoolcon
certen meer, of iemand moet het sponsoren.'
'Ook in de gewone concertpraktijk staat sponsoring
tegenwoordig wat meer in de belangstelling dan
vroeger, al houden vooralsnog aleen de grote
fabrikanten zich ermee bezig. De grootste stroom
geld komt nu nog steeds bij de overheid vandaan.
Niet direct een vetpot maar het vult je mogelijkheden
aan. Voor mij persoonlijk hoeft het ook geen enorm
bedrag te zijn. Zolang ik er m'n ideeën in redelijke
mate mee kan uitvoeren en ik me daarmee kan
redden vind ik het allang goed. Want buiten de
muziek doe ik niets. Het spelen neemt al m'n tijd in
beslag. Daar zit geen ruimte meer in voor andere
dingen. Ik besteed er m'n tijd volledig aan. Iets
anders wil ik ook niet. Een uitzondering op die regel
vormt het lesgeven op enkele muziekscholen. Dat
betreft dan de behandeling van het slagwerk in het
algemeen, waar de vibrafoon dan een deeltje van
uitmaakt. Maar veel moet je je daar niet van
voorstellen. Verder dan enkele losse uren komt het
over het algemeen niet.'
'Over het karakter van een koffieconcert maak ik me
niet al te druk meer. Op ieder concert moet je je van je
beste kant laten zien. Ongeacht het aantal mensen
wat naar je toekomt en ongeacht het kader waarin
het zich afspeelt. Je moet het toch telkens weer waar
maken. Zonder dat je concessies doet. Daar zit
natuurlijk ook een duidelijke practische reden
achter. Want raffel je je optreden af en werk je zonder
inspiratie naar het laatste nummer toe dan vraagt
men je niet meer terug. En daarmee geef je jezelf een
bepaalde naam die mogelijk terugslaat op toekom
stige boekingen. Anders gezegd: je zet jezelf buiten
de markt. Maar telkens het optimale geven maakt
ook dat je je vaardigheden en de ideeën steeds weer
verbetert. Rommel je maar wat aan dan zak je af.'
'In vroeger jaren voelde ik me niet zo geïnspireerd
door koffieconcerten. Toen dat circuit begon, liet ik
me nog wel 'ns beïnvloeden door het aantal
bezoekers en de sfeer die er tijdens zo'n optreden in
de zaal hing. Maar je merkt al snel dat de inspiratie
die bij jou ontbreekt ook de stimulans om tot iets
goeds te komen bij je medemuzikanten vermindert.
En als je het niet leuk vindt, klinkt het van geen
kanten. Het aantal concerten varieert met vlagen.
Soms doe je dagen niets en dan weer weet je niet hoe
snel je van het ene concert naar het andere moet. Het
gemiddelde mag ik goed noemen. Goed genoeg om
met veel plezier te spelen. Ik denk dat het afwijzen
van concessies aan mijn muziek ook tot dat grote
aantal optredens leidt.'
'Het overgrote deel van de jazzmuzikanten weigert
concessies, naar mijn idee. Reden dat je het niet
zoveel op de plaat terughoort. De jazzplaten die
uitkomen, moeten het over het algemeen zonder
promotie doen. Die moeten zichzelf verkopen. Een
heleboel mensen kent overduidelijk de jazz niet en
dat houdt in dat de verkoop van platen laag blijft, een
algemene tendens. Want alles wat buiten het
gevestigde patroon valt klinkt in de oren van de
commercie muzikaal fout. En dan kom je in die
beruchte vicieuze cirkel terecht. De afzet van
moeilijk genoemde muziek loopt niet zo hard.
Daarom komen er weinig platen van uit. Die krijgen
weinig publiciteit, waardoor alleen de kenners ze
vinden. Eigenlijk geldt hiet hetzelfde verhaal als voor
de bezettingen van groepen.'
'Een plaat documenteert niet alleen muziek, het
vormt ook een bron van inkomsten voor de makers
van die muziek. Een gegeven waar velen aan voorbij
gaan. Je kan dat commercie noemen maar bij mij
heet het dan zinvolle commercie. Je ontkomt ook
niet aan het feit dat je met een plaat een visitekaartje
aflevert. Mensen herinneren je naam beter wanneer
ze die terug vinden op een hoes. Daarbij vindt het
gros van de mensen je plotseling een betere
muzikant wanneer je een plaat maakte. Om die reden
legde ik onlangs in eigen beheer wat vast. Niet dat ik In
zoveel waarde aan een plaat hecht. Het klinkt toen i
altijd weer anders. Wat je vandaag doet kan morgen
stukken beter klinken. Ik zie het opnemen van een
plaat als een doodgewoon concert. Alles moet er
meteen opstaan en daar moet je verder niet meer aan
sleutelen. Anders krijg je een maakplaat die
welbeschouwd nergens naar klinkt.'
In een oplaag van 300 stuks heeft het Kallenberg
Kollektief uit Vlissingen een klein formaat boekje
uitgegeven met gedichten van Nagi No Kabayaki en
fotowerk van Albert Verburg. Het is het eerste boekje
in wat een serie moet worden en waarin ook verhalen
en schilderijen van leden van het collectief een
plaatsje moeten krijgen. Het zijn mooi uitgevoerde
boekjes. De prijs is f 7,50 en ze zijn te bestellen bij
Robro-druk Vlissingen, 01184-17023. Op Walcheren
en in Amsterdam zijn ze ook in de boekhandel
verkrijgbaar. Het uitbrengen van een boekje zou je
een vrij alledaagse onderneming kunnen noemen
van het Kallenberg Kollektief dat zich doorgaans met s
fantastischer zaken bezig houdt.
Vier jaar geleden introduceerde het collectief zich in
Vlissingen door er in het groot initialen te plaatsen.
Dat gebeurde in de vorm van een straat-expositie: op
verschillende punten in de stad zetten de leden
beelden, objecten en installaties neer. Als je de
punten met elkaar verbond kreeg je twee K's. 'Het
was een beetje schoppen tegen de graffiti mode',
verduidelijkt Albert Verburg. 'Graffiti moest zonodig
in het museum. Wij vinden dat graffiti graffiti moet
blijven, op straat.'
Het collectief ontleent zijn naam aan oprichter
Trebla Kallenberg. Zo nu en dan verblijft hij nog in
Vlissingen en doet dan incidenteel mee met het
collectief. Zoals bij het feuilleton Art in Fashion. In
drie tweewekelijkse afleveringen kon het Vlissingse
winkelpubliek kennis nemen van de lotgevallen van
inspecteur Z. De keiharde jongens stonden in de
etalage van een herenmodezaak: regenkleding,
hoed en koppen die met het doel overeenkomen.
De etalagepoppen beeldden scènes uit van het
verhaal dat op posters was getekend en geschreven.
Onvoorbereid werd zo het grote niet-geïnteresseer
de publiek met 'art' geconfronteerd. Zelfs via
advertenties drong de detective zich op. De
Gevangen in de draad
de verbinding.
Onwarbaare knoop houdt
de beweging stil.
Niet de daad
losmakend
van gedachte
van kracht.
herenmodezaak vroeg via een expressionistisch
aquarel aandacht voor de nieuwe harde lijn.
'We kregen veel reacties', meldt Albert Verburg. 'Er
was zelfs een Amsterdamse school bij die het
scheppen van etalages in het vakkenpakket heeft. Ze
gebruiken het nu als lesmateriaal.' Met de opbrengst
van het boekje hoopt het collectief nieuwe dingen te
financieren.
Een gedicht van Nagl
No Kabayaki en een
vergaand bewerkte
foto van Albert
Verburg uit het boekje
Sinds het eerste Slib-boekje De verpletterende
werkelijkheid van Biesheuvel,verscheen is de Slib
reeks steeds gegroeid en valt er te constateren dat
ook de belangstelling ervoor zowel binnen Zeeland
a's er buiten nog steeds toeneemt.
Er zijn nu 33 nummers verschenen, een bonte reeks
boekjes met poëzie, essays, korte verhalen en
beeldende kunst.
Onlangs zijn twee nieuwe deeltjes verschenen,
yet ene deeltje bevat een vlotte tekst van Freek de
J°nge. Het boekje vindt gretig aftrek in Nederland
S|nds Boudewijn Büch het een moment onder de
j^ndacht van de TV-kijkers heeft gebracht. Het
betekent in ieder geval dat het Zeeuws Kunstenaars
Antrum met een nieuwe, verbeterde druk kan
komen. De illustraties en omslagtekening werden
verzorgd door de Vlissingse kunstenaar Jan Haas.
Zijn potloodtekeningen vormen een complement
van het verhaal.
Het tweede boekje is het verhaal De wandelaar van
Han van der Vegt en is een debuut. Van der Vegt
(1964) studeerde filosofie en musicologie en woont
in Utrecht. Het verhaal is een weergave van ervarin
gen van een langs een asfaltweg lopende wandelaar
in ritmisch en etape-gewijs verlopend proza. Het
verhaal wordt ondersteund door linosneden van de
Middelburger J. van Gilst. Ook de omslagtekening is
van zijn hand. Door de wijze van drukken in rood en
zwart wordt de sfeer van de originelen dicht
benaderd.
De vormgeving van beide boekjes werd verzorgd
door Leonard Snelders.
I april 23