H i on\ alex van warmerdam De Mexicaanse Hond traagheid vertrouwen alex van warmerdam truffaut fflfflapril 9 en van zijn zorgzame moeder krijgt hij alle genegenheid die hij zich maar kan wensen. Hij zou trouwens alleen al voor eeuwig binnen willen blijven om zijn sikkeneurige vader (Henri Garcin) te kunnen blijven sarren. Die twee hebben er, tot machteloze ergernis van Abels moeder (Olga Zuiderhoek), een dagelijkse gewoonte van gemaakt om elkaar vliegen af te vangen. Over goede recensies heeft van Warmerdam niet te klagen gehad. Met uitzondering dan van een zuur stukje van Frank Zaagsma in Het Parool. 'Maar', zegt Van Warmerdam, 'daar veeg ik m'n reet mee af. Die Zaagsma heeft er volgens mij nog altijd de pest in dat het hem indertijd niet is gelukt om een door hem geschreven tekst aan ons te slijten.' Met 'ons' doelt Van Warmerdam op De Mexicaanse Hond, het theatergezelschap waarvan de debuterende filmma ker nog altijd deel uit maakt en waarmee hij over enkele weken een nieuw programma op de planken zal brengen. Tussen twee repetities door blikt hij op de totstandkoming en de uitbreng van Abel terug. Hoofdrolspeler Henri Garcin zal zich later ook in het gesprek komen mengen. Kort na de landelijke uitbreng voelde Van Warmerdam er nog niets voor om eens een publieksvoorstelling te bezoeken. 'Nee, dat durf ik nog niet zo goed. Laat 'em eerst maar een beetje lopen. Dat klinkt misschien raar uit de mond van iemand met een theaterachtergrond. Maar kijk: in het theater ben je in de kleedkamer, je gaat op en na afloop meng je je, als je daar zin in hebt, onder de mensen om te horen wat ze ervan vonden. Maar bij een film zit je tijdens de voorstelling midden tussen de mensen. Dat is raar. Je kunt dan niet meer ingrijpen. Je kan niet even het doek inspringen om een scène wat sneller te gaan maken.' Die behoefte voelde Van Warmerdam vooral bij de perspremières wel eens. 'Die zijn natuurlijk ook medogenloos. Dat afgrijselijke Cinetone; zo'n somber hok, waar dan twintig zwijgzame mensen zittenIn zo'n sfeer gaat toch iedere film naar de knoppen? Op de première-avond werd het, door de aanwezigheid van een zaal vol publiek, pas echt een film. En waar ik dacht dat het zou gaan trekken, viel dat toen ook reuze mee. Voor het eerste deel van de film, de scènes dus die zich hoofdzakelijk binnen kamers afspelen, ben ik trouwens nooit zo bang geweest. Dat komt omdat de dragers daarvan worden gevormd door de dialogen. Daar ben ik nou eenmaal, zonder al te ijdel te willen klinken, nogal goed in.' 'Maar ik was me bewust van het gevaar dat vanaf het moment dat Abel het huis uitging, hij als het ware zou worden leeggezogen. Omdat buiten op straat de kracht wegvalt van die drie mensen in dat duistere appartement, waar ze opgesloten zitten en waar ze allerlei versleten manieren van conserveren hebben gekregen. En misschien is het wel zo dat de film in dat tweede deel een beetje trekt. Maar noem eens een film die van begin tot eind loopt als een trein? Die bestaat gewoon niet. Bovendien geloof ik dat het oppervlakkig zou zijn geworden als ik die film sneller had gesneden.' Van Warmerdam is trouwens om nog een andere reden niet ontevreden met die 'trekmomenten': 'Ik ben ontzettend geïnteresseerd in traagheid. Ik vind het spannend om op de grens te balanceren van te lang en net niet te lang. Dat vind ik boeiend. Misschien prikkelt het me wel zo omdat ik in onze theatershows de kans niet krijg om te kijken hoever je daarin kunt gaan. Die hebben altijd een ongelooflijk hoog tempo. Soms zo hoog, dat ik denk: god, dat loopt wel heel erg handig. Dan ben ik meestal degene die zegt: pas op jongens, anders wordt het kermis.' Abel wordt gepresenteerd als een komedie, maar het is er niet eentje waar je bij uit je stoel rolt van het lachen. Het is geen uitbundig soort humor, maar het komische loopt heel subtiel onder het verhaal door. Van Warmerdam: 'Het gaat me ook niet echt om de lach. Ik ga zelfs soms zover dat ik iets eruit gooi als het al te leuk dreigt te worden. Omdat het anders een soort nietszeggende kolder zou worden, die al het andere plat slaat. Wat me bij de première goed was bevallen, was dat de lach heel verspreid over het publiek lag. De mensen zaten niet als op commando te hinniken, maar de één vond dit leuk en de ander moest weer ergens anders om lachen. Ik hoop dat voor de ontroerende momenten hetzelfde heeft gegolden. Want als ik zelf naar een film kijk, dan kan ik er ook niet tegen als iedereen op precies hetzelfde moment met een dikke keel zit. Dan is dat gewoon een kwestie van een scenaristisch handigheidje geweest en daar verzet ik me enorm tegen. Zowel in de lach als in de ontroering moet iets individueels bewaard blijven.' Het feit dat hij vrijwel geen ervaring met het medium film had toen hij aan Abel begon, heeft Van Warmerdam niet als een gemis ervaren: 'Ik heb m'n onwetendheid zelfs gekoesterd. Dat heeft ook tot die wat primitieve cameravoering geleid. Ik ben van het standpunt uitgegaan: ik ben een domme man die een camera krijgt en ik weet niks van filmhistorieIk weet het natuurlijk stiekum wel, maar die kennis heb ik op een zijspoor gezet. Voor je het weet sta je een camera te regisseren en vergeet je de acteurs. Door de ervaring die ik nu heb opgedaan zal het bij een tweede film waarschijnlijk een stuk moeilijker worden om die onwetendheid vast te houden. Dan ben je je alweer een stuk bewuster van een aantal dingen. En naïviteit is volgens mij echt de basis vannou, alle kunst, dat durf ik niet te zeggen, maar in ieder geval wel van wat ik doe. Het zal moeilijk worden om die te bewaren.' Toen Van Warmerdam op zoek was naar een geschikte vertolker van Victor, de vader van titelfiguur Abel, dacht hij in eerste instantie aan Helmert van Woudenberg, maar die was bij nader inzien toch teveel 'een tulpenbol uit Lisse'. Van collega Frans Weisz kreeg Van Warmerdam de tip om het eens te proberen met Henri Garcin, een al bijna veertig jaar in Parijs woonachtige acteur van Nederlandse afkomst, die zijn moedertaal nog perfect bleek te beheersen. Hier in Nederland kennen we Garcin hoofdzakelijk als echtgenoot van Fanny Ardant in Truffauts La Femme d' a Cöte. Maar zijn biografie vermeldt meer markante rollen. Zo speelde hij in films als La Vie de Chateau, La Femme- Flic, Le Mouton Enragé en Détruire dit-elle met beroemde tegenspelers als Phillipe Noiret, Jean- Louis Trintignant, Romy Schneider, Sophia Loren, Catharine Deneuve en Gérard Dépardieu. Van Warmerdam kijkt met grote tevredenheid op de samenwerking met Garcin terug: 'Hij geeft aan elke regie-aanwijzing onmiddelijk gevolg, is zeer ervaren met film en heeft nog een ouderwets gevoel voor comedy.' Het respect is wederzijds, zo valt op te maken uit de woorden van Garcin, die in verband met de uitbreng van Abel tijdelijk ons land bezocht. Garcin: 'Alex heeft iets waardoor je op de set onmiddellijk vertrouwen in hem hebt. En dat is heel zeldzaam. Ik heb het meegemaakt Alles bij elkaar is Garcin in zo'n dertig films te zien geweest. Tevreden is hij er maar over een stuk of twee, drie. Iets wat hij zelf overigens als een redelijk gemiddelde beschouwt: 'Dat is helemaal niet gek hoor. Jean Gabin was in 120 films te zien en hoeveel herinner je je daarvan? Misschien zeven, acht. Voor de rest was het gewoon een kwestie van hard werken. Je doet het en je gaat door in de hoop op die enkele uitschieter. Daar teer je dan weereen hele tijd op. Films waarop ik echt trots ben, zijn La vie de Chêteau van Jean-Paul Rappeneau, La Femme d' a Cöté van Truffaut en deze, Abel. En oh ja, Détruire dit-elle, van Marguerite Duras, was ook de moeite waard.' Afgaande op een recente documentaire waarin Duras tijdens haar werk wordt gevolgd, lijkt ze niet bepaald gemakkelijk in de omgang, maar Garcin beeft andere ervaringen: 'Marguerite is echt een heel 'euke vrouw. Veel mee gelachen. Dat lijkt misschien vreemd omdat er in haar films absoluut geen humor Z|t. maar Duras is heel dubbel. In het leven kan ze echt lachen en houdt ze van lekker eten. En in haar werk slaat ze ineens helemaal naar de intellectuele kant door. Een beetje jammer. Want zelfs in die Poëtische films van Duras moetje in de anderhalf uur toch even een glimlach kunnen aanbrengen. Dat is •ets waar de Fransen toch al geen sterren in zijn. Vaak is het anderhalf uur intellectueel en saai.' Pe '"ro die hem in Nederland de meeste bekendheid eeft verschaft, is zoals gezegd Trauffauts La 6mme d' Cöté. Het blijkt dat Garcin de vorig jaar overleden regisseur al kende vanaf diens debuutfilm Alex van Warmerdam Le Quatre Cents Coups. 'Mijn toemalige verloofde als Abel zat daarin. Sindsdien zijn we vrienden gebleven. Op een gegeven moment kwam hij naar me toe en zei: 'Henri, eindelijk na zoveel jaren heb ik een rol voor je.' En ik moet zeggen, het was een interessante ervaring, maar Truffaut was niet de prettigste om mee te werken. Hij was iemand die heel lang nadacht over zijn casting. Zodra zijn keuze voor de rolbezetting eenmaal vastlag, besteedde hij verder geen aandacht meer aan je. Hij^beperkte zich dan tot strikt zakelijke aanwijzingen. Als ik dan vroeg: 'hoe moet ik dit of dat doen', dan zei-ie: 'ik ben hier niet om dramalessen te geven.' Truffaut was iemand die al z'n aandacht op de set wilde besteden aan de techniek. Niet iemand waarmee je veel contact kon opbouwen tijdens het draaien van een film.' De grootste verschillen tussen het filmen in Frankrijk en hier in Nederland liggen volgens Garcin op het organisatorische vlak. 'Er is hier geen syndicaat hè? Je werkt soms tot vijf uur in de morgen. De eerste dagen wist ik niet wat me overkwam. Om half acht 's avonds zei ik dan: 'kom, ik ga maar eens naar m'n hotel.' 'Nee', zeiden ze dan, 'blijf maar bij ons eten.' Goh, leuk, dacht ik toen. Er kwamen alleen een paar broodjes, geen warm eten of zo, maar ja, daar wil je dan geen probleem van maken. Dus na het eten: 'nou jongens, het was lekker. Ik stap maar eens op.' En dan was het weer: 'nee, nee, niet weggaan, doorwerken'. Daar werd ik in het begin echt gek van. Bij ons in Frankrijk is het om half acht 's avonds echt afgelopen. Vakbondsregels! Maar ach, je moet maar gewoon meedoen, vind ik dan. Wij als filmmakers zijn toch altijd mensen geweest van het avontuur. Niet waar?'

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 6