JAZZ GAAT CONVENTIO NELER RICHTING OP ALAN LAURILLARD VAN DE NOODBAND: De Groningse Noodband gaf met zangeres Greetje Bijma de Nederlandse versie van wat stopcontact-jazz werd genoemd. Sindsdien werd de muziek minder vrij, zachter ook, richting soul, met gebruik making van Afrikaanse ritmen, new wave, rock en rhythm and blues. Jean Quist sprak met Alan Laurillard, de saxofonist van de Noodband. noodband conventioneler noodband electrische jazz In de eerste jaren na 1980 liet de Amerikaanse altsaxafonist Ornette Coleman na lange tijd weer van zich horen. Aan het eind van de jaren zeventig dacht hij een nieuwe muziek uit die al na de allereerste uitvoering het zicht op een revolutie bood. Coleman werkte niet voor het eerst iets spraakmakends uit. Tegen het eind van de jaren vijftig nam hij met een dubbelkwartet een plaat op waarvan de titel naam gaf aan een nieuwe straoming in de jazz. Free-jazz. Overi gens niet Coleman kreeg daarmee de grootste be kendheid maar saxofonist John Coltrane die er veel later in de vroege jaren zestig mee begon. Met diens overlijden raakte de free-jazz, het zogenaamde Nieuwe Gebeuren, in het slop. Het liep dood door het gebrek aan nieuwe ideeën. En nadien viel de stilte rond Ornette Coleman in. Die verbrak hij weer zo tegen het eind van de jaren zeventig. Daarvoor gebruikte hij de electriciteit die de gitaar van James 'Blood' Ulmer aandreef. De muziek noemde Ornette Coleman 'harmolodics'. Met die term vatte hij de kenmerken van jazz, rock, funk, new wave en disco samen. Colemans basgitarist Jamaaladeen Tacuma omschreef het begrip 'harmolodie' als 'het gelijktijdig bewegen van melodie en ritme'. Gaat het ritme sneller, dan versnelt ook de melodie en ander som. Het idee daarvoor kwam niet helemaal bij de Amerikaanse saxofonist zelf vandaan. Hij pikte het op tijdens een toernee door enkele Afrikaanse landen. De gelijktijdige verandering van ritme en melodie hoorde hij in hun volksmuziek. Thema's van soms meer dan duizend jaar oud. Welbeschouwd stelde Coleman later in de Verenigde Staten dus niet een nieuwe afslag voor maar bracht een oud paadje opnieuw in herinnering. Maar hoe de theorie erachter ook mocht klinken, de stijl sloeg aan. Ooit een gedoodverfde avant-gardist kwam het Cole man ter ore dat zijn platen zelfs op de draaitafels van discotheken kwamen. In Engeland zag hij hoe een bedrijfje met groot gemak badges van zijn hoofd sleet. De belangstelling voor de muziek maakte dat gitarist Ullmer voor zichzelf begon met het Music Revelation Ensemble waarin de bekende/beruchte saxofonist David Murray zichzelf èn het ensemble naar een nóg grotere populariteit blies. In navolging van Coleman, Ullmer en de hunnen begonnen ook anderen met soortgelijke muziek die in de pers steeds vaker de naam 'stopcontact-jazz' toebedeeld kreeg. Ook in Nederland kreeg deze nieuwe vorm van jazz- rock veel aandacht. Zoals van saxofonist Alan Lauril lard die met zangeres Greetje Bijma en zijn Noodband het Groningse antwoord op deze stijl gaf en daarover zegt: 'Repeteren neemt tegenwoordig bij ons een belangrijker plaats in dan voorheen. Een paar jaar terug speelde de Noodband nog een mengeling van vrije improvisatie en funk. De composities zaten nogal los in elkaar: Veel meer dan om een afgerond geheel ging het ons om het volume, de power van het muziekmaken. Dat kon toen nog. De bezetting recht vaardigde zo'n aanpak. Bij ons speelden op dat mo ment maar twee blazers en dat vraagt niet zoveel arran gementen. De twee electrische bassisten en de twee drummers bepaalden voornamelijk het karakter van de muziek. Nu zitten in de Noodband vier blazers. Die verandering vraagt meer schrijfwerk en het meer van tevoren uitdenken van structuren. Instrumenten voor melodie vereisen nu eenmaal een grotere organisatie. Mede daardoor stapten we van onze vroegere muziek af.' 'Het draait nu niet meer zozeer om hard spelen maar om een goede uitvoering. Net als zoveel andere groepen verlaten dus ook wij het pad van de stop- contactjazz. Op het programma staan nog drie of vier stukken die aan die tijd herinneren. We spelen tegenwoordig akoestischer, zachter. Stopcontact- jazz is veel minder 'in' dan vroeger. Althans niet meer zo in Nederland. Volgens de berichten komt het momenteel wel sterk op in West-Duitsland en andere Europese staten. Maar wij sluiten die periode af. Het mei sluit nu wat meer aan bij de muziek waarmee ik in de jaren vijftig en zestig opgroeide. De soul. Daarnaast maken we veel gebruik van Afrikaanse ritmen, new wave-rock en rhythm 'n blues. Wanneer je de jazz als geheel bekijkt, dan zie je een terugkeer naar muziek die wat gemakkelijker in het gehoor ligt. Het arrange ment keert weer terug en verdringt de totaal vrije improvisatie.' 'Neem saxofonist David Murray, ooit dè trendsetter van de progressieve jazz. Ook hij gaat terug naar de bronnen en slaat de weg naar conventioneler jazz in. Je kan daarvoor verschillende verklaringen beden ken. De voornaamste vormt de geschiedenis van de jazz waarvoor muzikanten van deze tijd meer respect tonen en ermee aan hun eigen muziek bouwen. Maar ook voor het spelen binnen de oudere stijlen bestaat veel belangstelling. Dat merk je bijvoorbeeld aan de vraag naar muziek als blues. Ik denk dat zo'n keus niet altijd uit artistieke overwegingen gebeurt maar zeker ook uit practische. Meer aansprekelijke jazz trekt eerder volle zalen dan muziek van een hoger of in elk geval moeilijker peil.' 'Maar een volle zaal hangt natuurlijk niet alleen af van de soort jazz die je speelt. Er spelen duidelijk ook andere dingen mee. Je naam moet bekend klinken. Dat doet die bijvoorbeeld nadat je een plaat op neemt. Of wanneer je met iets verrassends en totaal nieuws komt. Dat moet dan wel op èèn of andere manier in de publiciteit komen want anders oogst je niet veel succes. Maar schrijft iemand erover, dan blijft je naam in de roulatie en daar komt het publiek op af. De Noodband bereikte in het begin ook veelvuldig de pers en dat leverde een groot aantal concerten op. Ook in het buitenland. Maar op een gegeven moment loopt dat af, gaat het nieuwtje er af en val je weer op jezelf terug. Die grote bekendheid kwam naar mijn mening vooral door zangeres Greet je Bijma die toen bij de Noodband zong. Haar verrichtingen hielden de publiciteit sterk in bewe ging. Behalve in de Noodband speel ik in Greetjes groep en schrijf haar materiaal. Dat doe ik ook voor andere Groningse groepen zoals het Gerard Ammer- laan Orchestra en de Tamtam Fanfare. Die laatste groep richt zich vooral op muziek met Afrikaanse bronnen.' 'In de jazz beschikt Groningen over een bekende naam met muzikanten die ook vaak over de lands grenzen gaan. Maar zoiets als een Groningse School zoals bijvoorbeeld de Tilburgse 'School bestaat er niet. Althans niet wanneer je over een bepaalde muzikale stroming praat die iedereen als zodanig herkent. Wel spreken de verschillende muzikanten zich duidelijk uit. Duidelijker dan elders. Maar dat wil ik toch niet typisch Gronings 'noemen. Het groeide zo. Min of meer uit zichzelf. Het is een bron waaruit we putten. Ik werkte hard mee om zo'n bron te krijgen. Ik richtte in Groningen verschillende groe pen op en gaf en geef er regelmatig workshops, studiebijeenkomsten voor muzikanten. Dat leverde alles bij elkaar een redelijk effect op. Voor die groepen en het workshopbedrijf componeer ik veel maar bind me niet aan een bepaalde stijl.' 'Ik kan uren doorgaan met het vertellen wat ik leuk vind want mijn smaak bestrijkt een heel breed terrein. En zo maak ik ook muziek. Ik schrijf volgens klassieke richtlijnen bijvoorbeeld een saxofoon kwartet, ik bedenk arrangementen voor traditionele bigbands en doe nog wat aan theater. Bij dat alles ga ik uit van improvisatie. Mijn belangrijkste gegeven want het vormt een concept in zichzelf. Maar wat ik uiteindelijk opschrijf, hangt af van de mensen die het moeten uitvoeren. Je kan alles willen maar je moetje compositie toch zodanig bouwen dat iemand zich ermee van z'n beste kant laat zien. En met die gedachte haakte ik in op electrische jazz. Dat ge beurde na een optreden van gitarist James 'Blood' Ullmer tijdens de Jazzmarathon in de Groningse Oosterpoort. Die stijl kende ik al van saxofonist mei 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 12