'DE VROUW WERD EEN
MANNETJE DAT
SIGARETTEN ROOKTE'
vlissingse modedagen '86
Joke Robaard
mode en wisseling
man vrouw
stylisme
differentiatie
30
vlissingse modedagen '86
'Zodra je aan de tijd vormgeeft, op welk niveau dan
ook, is het in zijn wisseling een vorm van mode. Dat is
iets anders dan modieus gedrag. Dat vind ik opper
vlakkiger klinken. Mode is een wisselende vorm in
een tijd, in een actualiteit. Er bestaat ook een mode in
het grafisch vormgeven, in de schilderkunst, etc.
Mode is in wezen niet zo wisselend als men wel
denkt. In feite zijn we vanaf 1924 klein, smal en
beweeglijk. En waarom? Om de auto, de fiets, het
vliegtuig en al die dingen; om het feit dat we in een
kleiner huis wonen en dat we met zovelen zijn. Dat
bepaalt de mode in de zin van omvang en vorm.
Daarbinnen spelen zich wisselingen af door menta
liteitsveranderingen, ideeën. De essentie van vorm
verandering zie je maar één keer in de tien jaar. Dat
heeft dan te maken met een wezenlijke, revolutionai
re verandering in ideeën. Als ik denk aan de tijd van
1926 dan is dat een revolutionaire tijd, waarin de
vrouw een vrijere positie kreeg, de tijd waarin ze zich
als 'gargonne' kleedde. De vrouw kreeg benen en
geen boezem; de vrouw werd een mannetje dat
sigaretten rookte. Die emancipatie heeft zich tot nu
toe doorgezet. In de crisistijd hadden vrouwen brede
schouders, hele smalle bekkens: dat was een soort
manifest van het geen kinderen willen krijgen. De
New Look in de jaren vijftig brengt het vrouwelijke
weer naar voren, maar het tast niet wezenlijk die
moderniteit van die vrouw uit 1925 aan. Je ziet
telkens die golfbewegingen.'
'Wat ik heel interessant vind is die unisex-mode
versus die man-vrouw tegenstelling. Ik denk wel dat
er altijd mannen blijven die zich uiterst mannelijk
willen stellen en de vrouw als uiterst vrouwelijk
willen zien. Er is een enorme invloed van de homo
cultuur uitgegaan. Eigenlijk geloof ik dat die moge
lijkheden wel worden onderzocht, maar dat het nog
niet eens van invloed is op het man- of vrouwgedrag.
De Arabieren dragen altijd al jurken.
De rók van de vrouw wordt soms lijnrecht tegenover
de bróek van de man gezet. In bepaalde tijden
heerste er misschien de gedachte dat vrouwelijkheid
kuisheid betekende en dat de rok daarvan het sym
bool was. Je hoeft niet alles te laten zien om
vrouwelijk te zijn. Ik vind vrouwen soms schitterend
als ze helemaal verborgen zijn. Ik denk dat de rok
door de eeuwen heen een identificatie teweeg heeft
gebracht met de vrouw. Maar dat gaat natuurlijk niet
voor alle landen op.
Het duidelijke verschil tussen mannen- en vrouwen
kleding is in de veertiende eeuw ontstaan. Daarvoor
droegen man en vrouw jurken, tunieken. En dat heeft
tóch te maken met de actie en beweging van de man.
Die vond op een gegeven moment de maliënkolder te
lastig en heeft toen daarvoor in de plaats het harnas
genomen, daar moest je hele andere kleren onder
dragen. Dat was de aanzet. Toen is heel langzaam
die broek in Europa ontstaan.'
■Met Lidewij Edelkoort is het stylisme begonnen.
Zo'n twaalf jaar geleden, in die tijd was er een vrij
wanhopige situatie in de confectie-industrie en ik
dacht: die hele industrie is verdwenen, waar moeten
onze leerlingen heen? Ik zag het einde van de mode
afdeling al naderen. Tot op een gegeven moment
Annemiek Andringa bij de bijenkorf benoemd was
tot zoiets wat 'styliste' heette.
Lidewij kon net als Annemiek niet erg goed tekenen
en ontwerpen; maar die wist wat er gaande was. Ze
regeerde ons allemaal met haar woord. Nou dat kiiad
is als een trein gegaan en vanaf dat moment wistik
dat er stylisten konden bestaan.
Toen bleken er plotseling warenhuizen te zijn die
behoefte hadden aan mensen die wisten wat er
komen ging, die inkopers daar behoorlijk van op de
hoogte konden brengen en die meer coördinatie in
hun aankoopbeleid wilden hebben, zodat ze niet met
totaal verschillende blouses en rokken zaten. Toen
ontstonden al die stylingbureaus zoals het Katoen
instituut, de Mevee etc. Zij gaven richtlijnen uit die
aangaven hoe de mode zich zou ontwikkelen - en alle
stylisten holden daar dan achteraan.
Weet je: nu is er een kentering! Ik geloof dat het nog
wel waar is wat stylistenbureaus zeggen, alleen al om
te kijken in hoeverre ze elkaar tegenspreken. Maar ik
vind dat bedrijven er beter aan doen door een hele
goede ontwerper te nemen die dat vertaalt. Iemand
klaagde dat-ie naar Parijs moest en dan vijf jasjes
moest namaken. Wat kleine veranderingen moest
aanbrengen en dat was het dan. Daarbij lopen ze
toch dood! Heb je een goede ontwerper in huis die
zelf goede jasjes kan ontwikkelen, dan heb je daar
veel meer aan - dan blijven de ideeën stromen.'
'Mode is uit de mode. Niemand heeft meer zin om die
eenheidsworst aan te trekken. Die differentiatie gaat
komen. Daar worden die inkopers van grote waren
huizen helemaal gek van. Want die kunnen nou niet
meer drie blaadjes in de hand nemen en zeggen: we
kopen dit. Lidewij maakt nu een soort wonderlijke
prognoses waarbij ze allerlei mogelijkheden stelt
waaruit die mensen maar moeten kiezen. I k denk dat
het een ramp wordt. Het hele styling-gebeuren gaat
op de helling. Nogmaals: ik denk dat firma's er
verstandig aan doen om hun eigen ontwerper te
nemen die precies uitzoekt wat voor dét bedrijf de
beste richting is.
Ik geloof voor het eerst van mijn leven in het
Boven: Ontwerpen van Nico Verhey, Amsterdam. La Luna.
Rechts onder: Maison Bollen van Zwienen heeft mode van
Jobis, Nina Ricci, Lutz Teuttloffen van eigenaar/ontwerper
Henk-Jan Mabékis (Foto: Lex de Meester)
Links onder: Sandy dress, Bobbe Mode
'mei 31
mei