A.
Uiteindelijk zal mijn eerlijk
heid beloond worden'
'ik wil zo helder
mogelijk bestaan'
;patricia beysens;
40
patricia beysens
stukken dan ook meer vanuit de tekst dan vanuit de
swing of de timing. Of ik harder of zachter zing of even
pauzeer, bepaal ik meestal vanuit de tekst, vanuit de
inhoud dus, véél meer dan vanuit de muziek.
Aan welke criteria moet een goede tekst voldoen?
Moeilijke vraag. Ik voel dat aan. Wat me in de Duitse
liederen bijvoorbeeld sterk aanspreekt is de combina
tie van boosheid en droefheid. Er spreekt het gevoel uit
dat men de dingen die men bezingt zeer erg vindt en
dat men daarom kwaad is. Ik maak zelf ook wel teksten
maar ik kan het niet zo simpel zeggen als ik zou willen.
Ik blijf teveel steken in symboliek. Vroeger zong ik in
het Nederlands en ik begeleidde me op de gitaar. Het
was een mengeling van poëzie en cabaret maar het
klonk nogal bombastisch. Toen ik doorkreeg dat ik zelf
nooit naar kleinkunst ging luisteren, en dat het me
dus niet echt boeide, heb ik de gitaar aan de muur
gehangen en gezegd: ik word jazz-zangeres.
Ik ben helemaal van nul begonnen. Ik kende geen
enkel jazz-stuk, ik wist niet eens hoe een blues in elkaar
zat. In Amsterdam deed ik mee in sessions met Willem
Breuker. Er werd toen wat af gëimproviseerd. Ik
schudde ter plekke de teksten uit mijn mouw, soms
lukte dat, soms niet, ik wist ook niet wat de band ging
spelen maar ik redde me puur op mijn gehoor. Na een
aantal jaren zag ik in dat ik daar te weinig achtergrond
voor had, dat ik alles teveel liet afhangen van het toeval;
en toen ben ik andermaal opnieuw begonnen. Ik
verhuisde naar Gent en trad op met de New Orleans-
groep Waso. Dat was voor mij een zeer leerzame tijd...
U bent inderdaad een manusje-van-alles. U speelde
bombardon in De Lochte Genteneers, u speelt bas
tuba bij Sint-Juttemis, u hebt een eigen kwartet, trad in
duo op met Mike Zinzen, u hebt renaissance-muziek
gezongen en Indische muziek, u zingt jazz en Duitse
liederen, u schildert...
Ik werk liever in de breedte dan in de hoogte. Zich
specialiseren vind ik gevaarlijk. Het sluit je van zoveel
andere dingen af. Ik wil dus niet zozeer één ding
virtuoos beheersen, ik vind het belangrijker dat ik kan
overbrengen wat ik wil vertellen en daarvoor heb ik
verschillende talen nodig: het bespelen van een instru
ment, schilderen, zingen.
Spiegelt u zich aan andere zangeressen?
Ik wil worden wie ik zelf ben. Dat is al moeilijk genoeg.
Als ik naar me zelf luister, valt het me op dat de emotie
die ik voel op het moment dat ik zing vaak te horen is. Ik
zing blijkbaar nog te technisch, te éf. Dat heeft te
maken met leeftijd, geloof ik. Als de emotie primeert
groei je naarmate je ouder wordt. Mijn werk moet en
kan dus nog rijpen. Wie zich beperkt tot technische
vaardigheid of virtuositeit heeft het moeilijker om zich
op hetzelfde peil staande te houden. Zulke zangeres
sen hebben meestal hun hoogtepunt op jongere leef
tijd. Ik doe ook alles met dezelfde intensiteit, of ik nu
schilder, zing of tuba speel. Mijn schilderijen zijn
trouwens verwant met mijn zang en spel. Ik zou bij
wijze van spreken al die schilderijen daar kunnen
vertalen in liedjes.
Desondanks hebt u noch zangles noch schilderen
gevolgd. U bent een heuse autodidact?
Ik heb als jong meisje wel vijf jaar pianoles gevolgd,
maar daarna heb ik het allemaal op mijn eentje
uitgezocht. Als je vanuit je gevoel werkt, zoals ik, heb je
zéér weinig aan scholen en instituten.
Vreemd genoeg zie of hoor je niet dat u autodidact
bent.
Dat valt me ook wel eens op, ja. Ik ben blijkbaar toch
ook veel bezig met zuiver zingen en met met zuiver
schilderen. Dat is ook wat wat ik in mijn leven wil: zo
helder mogelijk bestaan.
Hoe komt u er als jazz-zangeres toe om plotseling
Duitse liederen te zingen? Die werelden liggen toch
zeer ver uit elkaar?
Voor mij niet. Ze vullen elkaar mooi aan. In de Duitse
liederen vind ik me helemaal terug in de tekst, terwijl
het muzikale aspect vrij beperkt is. In-jazz kan ik me
muzikaal veel beter uitleven, terwijl de teksten vaak
maar zozo zijn. Het vreemde is dat ik bij jazz weinig
show geef. Ik sta letterlijk te zingen, het is een zeer
statisch gebeuren. In het Duitse programma komen er
daarentegen spontaan allerlei gebaren en mimiek bij.
Het is theatraler. Die liederen vragen erom, terwijl je in 1
jazz meer vertelt via harmonische fraseringen, stem
buigingen, vibrato's.
Hoe bent u op die Duitse liederen gevallen?
Ik ben er toevallig mee in aanraking gekomen. Ik had
een programma met teksten van Hugo Claus gedaan,
Claus on the rocks, op muziek van Steef Verwee. Toen
kwam Lydia Billiet, een Belgische actrice die achttien
jaar in de DDR had gewerkt, terug naar België en die
wilde liederen van Brecht, Tucholsky, Kastnër en
zovele anderen brengen. Ze had héél wat teksten uit de
DDR mee maar halverwege zag ze het niet meer zitten.
Ze voelde zich meer actrice dan zangeres en toen heeft
Steef Verwee me voor dat programma gevraagd. Ik had
nooit kunnen dromen dat ik nog eens Duitse liederen
zou zingen, al kende ik Lotte Lenia, Gisela Mey en
Sonja Kehler. Die spraken me wel aan. Uiteindelijk heb
ik dat programma, lm Schranke heette het, vier jaar
gebracht en is er een LP van gemaakt.
lm Schranke is u blijkbaar zo goed bevallen dat u nu
met een tweede Duits programma rondtoert: Alles was
wahr ist.
I k heb er twee jaar over gedaan om het samen te stellen
want het is zeer moeilijk om aan actuele Duitse
liederen te komen. Ik ben onlangs nog in Oost-Berlijn
geweest en de boeken die ik zoek zijn vaak al lang
uitverkocht. In het nieuwe programma zing ik telkens
twee drie liedjes over het hetzelfde onderwerp die
elkaar tegenspreken. De titel Alles was wahr ist is dus
ironisch bevdoeld. Ik hou nogal van tegenstrijdigheden, j
Die zitten ook in mezelf. Met die liedjes wil ik aantonen
hoe relatief de waarheid is. Een lied van Bertold Brecht
heet bijvoorbeeld Andere die Welt, sie braucht es en
anderzijds citeer ik de volgende tekst van Joachim
Ringelnatz: Wenn ich so viel Geld hatte, und so viel
Macht, dass ich alles auf der Welt andern könnte, dan
liesse ich alles so, wie es ist.
De waarheid heeft volgens mij vele gezichten. Zo
propageer ik met Kleines Lied de onschuld van alco-
hol, terwijl ik het in Die Ballade von der Höllen-Lily heb
over de pijn van de kater. Op dezelfde manier behandel
ik onderwerpen als liefde, wasgoed, lachen, dieren,
onderwijs, wereldverbetering, oorlog en zo meer.
Bestaat er in Oost-Duitsland nog een levende liederen-
traditie?
Zeer sterk ja. Sommige liederen die ik zing zijn zo
nieuw dat ze nog niet op plaat zijn gezet. Ik werk de
laatste tijd vooral samen met componist Manfred
Schmitz, de pianist van Gisela Mey. Twaalf liedjes van
mijn nieuwe programma zijn van hem. Ik gaze samen
met hem op plaat zetten. Hij helpt me voortdurend om
goede teksten te vinden.
Waarom kiest u specifiek voor het Oostduitse lied?
De liederen van Brecht, Tucholsky en Kastner zijn niet
l zomer
Patricia Beysens
studeerde met een
big band uit Genteen
programma in met
songs van Billy Holi
day. Ze brengt ook
een programma met
oude en moderne
Duitse liedjes. Drie
maal zal ze in Vlis-
singen optreden.
zomer 41