flup ju bedrijf
De meeste mensen
zijn niet blasé
Hij spijkert haar dan een hart op,
pijnlijk, maar wel liefdevol
flup ju bedrijf
van Pierre in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Hij liet er allerlei beelden en voorwerpen zien zoals
hij ze nu nog maakt: ijzeren schoenen, reuzen
blikopener, ijzeren jurk en ijzeren kaptafel mettrap-
aandrijving voor moeder, enzovoorts.
'Ik wilde met die dingen iets gaan doen, gaan spelen,
mijn werk van maken, hoopte ik. Alleen maar ten
toonstellen vind ik te weinig. Ik wil er bij zijn. De
eenzaamheid van de kunstenaar vond ik bezwaarlijk.
We bouwden voorstellingen op, in het begin nog met
los-vaste medewerkers. De voorwerpen werden al
gauw persoonlijkheden, karakters. Aan onze vertel
sels was een grote behoefte. Er is bij mensen een
grote behoefte aan spanning; ze vervelen zich dood.
Als je mensen iets mee kunt laten maken, zit je op
rozen. We leven in een emotie-arme maatschappij'.
Is het leuk om te doen, is dat een belangrijke
drijfveer?
'Nou, leuk niet. Je hebt wat te vertellen. Rob Maas
kant heeft die mededeelzaamheid in vrij sterke mate,
vandaar dat we mekaar goed aanvullen. Vertellen
heeft iets verbaals, maar wil je mensen iets laten
meemaken, dan heb je beelden nodig, muziek, bewe
ging. Dat is een universele taal. Daarom kunnen we
ook in het buitenland terecht'.
Heb je een aversie tegen museumkunst?
'Nee. Waar sta je zelf, daar gaat 'torn. Op straat heb ik
meer zeggingskracht. Na die tentoonstelling zei De
Wilde (de toenmalige directeur van het Stedelijk
Museum):'En nu de volgende.' Ik moest er niet aan
denken, deze had al zoveel moeite gekost. Ik had 't
niet gekund. Ik was op weg een gevierde kunstenaar
te worden, maar nee. Pieter Engels kon een reeks
verschillende tentoonstellingen maken die allemaal
goed waren. Ik vind dat knap. Ik kan 't niet.'
Pierre Schwartz ging de straat op, overigens een
minstens even moeilijke weg: van theater wist hij,
noch Hennie noch Rob iets af. Ze begonnen te
werken vanuit het niets. Voorbeelden had Flup Ju
nauwelijks. De voorstellingen zijn theater, beelden
de kunst en concert tegelijk. Het was toendertijd een
ongebaand pad, dat inmiddels alweer enkele jaren
ook wordt betreden door de Amsterdamse Dog
troep.
'Het was zoeken, ervaring opdoen. Je moet alles
opnieuw uitvinden. Als je een gebaar maakt moet dat
groter zijn als de mensen op 50 meter staan dan op
10. En: verrassing heb je nodig om de aandacht vast
te houden. Bijvoorbeeld: iemand vertelt iets, pro
beert iets te vertellen. Dat lukt niet en ten slotte pakt
hij zijn saxofoon, zoals clowns werken. Al die dingen
maken wij ons eigen. Ik houd niet zo van specialis
men. De concentratie van een niet gespecialiseerd
iemand is groter, waardoor hij de over te brengen
ideëen, vertelsels een grotere intensiteit meegeeft'
Hoe ontstaan een voorstelling?
'Voorwerpen en beelden ontstaan in de praktijk.
Omdat ik ze graag wil hebben. Ze hebben niet altijd
iets met elkaar te maken. De voorraad groeit, krijgt
een bepaalde kleur. Dan gaan er geluiden bij, bewe
ging. Dat ga ik 'n beetje rangschikken, heel intuïtief
allemaal. Daarna ga ik de intuïtieve rangschikking
rationeel bekijken, kritisch analyseren. Dat betekent:
schrappen, verbeteren, ontbrekende schakels ma
ken. Tegen die tijd is de voorstelling zover dat ik er
met de anderen over kan praten. Rob, Hennie en
Martien vullen dan de ontbrekende schakels in en de
uitvoerende kant komt aan de orde: het geluid, de
6 mm september
beweging. Ik ben de lijn, de regisseur, zij zijn meerde
uitvoerders. Het werkt wel traag. Theater maken gaat
veel sneller. Wij maken één nieuwe voorstelling in
anderhalf jaar.'
Hoe belangrijk zijn de reacties?
'Dat je 't gevoel hebt niet voor niets te zijn gekomen
In 't begin waren er wel eens mensen boos. Maarook
dat is een emotie. Laten die sukkelaars zich maar
kwaad maken. We waren toen ook provocerender
bezig, misschien hadden we minder te vertellen. Nu
laten we meer mooie dingen zien. 't Is genuanceer
der... Mensen zien veel geweld op t.v. In films en op
het nieuws krijg je eerst James Bond die vijf mensen
doodschiet, dan de Vietcong die er honderd doodt
en dan Afrika, waar duizenden de hongerdood ster
ven. Maar doe ik met Rob een lief liedje en sla ik hem
vervolgens een spijker in de borst, dan schrikken de
mensen zich rot. Blasé zijn vind je voornamelijk bij
intellectuelen, bij theatermensen. De meeste men
sen zijn niet blasé, 't Is alleen jammer dat de mensen
die de voorstellingen neerzetten, de zalen verhuren,
de theatermensen dus, juistde mensen zijn waarmee
wij te maken hebben.'
Vóór de première van een der laatste voorstellingen -
'De ogen van de weg -De reis van een hoofd'- in het
Amsterdamse Shaffy vertelde Pierre in het informa
tieblad iets over de inhoud: 'Het verhaal gaat over
een man, die op de weg een hoofd vindt en het
terugbrengt naar de eigenaar. De man, gespeeld
door Rob Maaskant, is een reiziger in kijkinstrumen-
ten: brillen, verreklijkers, vergrootglazen, sextanten,
enzovoorts. Rob zelf maakt ook heel mooie dingen,
meetinstrumenten en zo. Ik speel, tenminste dat was
de grondgedachte, z'n spiegelbeeld en wijs hém de
weg of help hem op weg, ook wel van de wal in de
sloot. Martien Groeneveld speelt een wegwerker.'
'De reiziger ontmoet allerlei vreemde dingen zoals
drie gebrilde ezels - zoiets heb ik wel eens op een ets
van Goya gezien - en een heerser wiens ribbekast
een hele wereld herbergt. Ik heb onder andere
gedacht aan de Zuidzeeverhalen van Jack London
bij het maken van deze voorstelling. En de Belgische
regisseur Paul Brulin vertelde me het verhaal van
Gilgames, een van de eerste geschreven verhalen
van iemand die het eeuwige leven zoekt, dat vindt,
maar ook weer kwijtraakt. En ook de geschiedenis
van Orfeusen Euridice heeft me wel geïnspireerd. De
reflectie van deze tijd is, dat ik niet geloof in het
eeuwige leven, dat je het niet in je macht hebt om als
Orfeus je geliefde uit het dodenrijk terug te halen.
Daarom willen wij aan wat onze reiziger overkomt
geen moraal verbinden. Een god zit veilig boven en
beheerst een verfijnd strategospel waarbinnen iede
reen een onontkoombaar lot te wachten staat: daar
geloof ik niet in. De mens denkt niet aan het lot, of je
zou een dominee moeten zijn. De mens doet alles
stapje voor stapje, heeft steeds een nieuw begin,
steeds een ander verhaal.'
Een andere voorstelling die nu op veel plaatsen
wordt gespeeld en die waarschijnlijk ook in Nieuw-
land te zien is, heet Niemandsland. De affiche
vermeldt: 'In een tijd waarin alles altijd wel van
iemand is, zoeken wij niemandsland.'
'Niemandsland is het brandpunt van spanning en
onzekerheid, voorwaarde voor het leven, maar ook
de plaats waar de slagen of de bommen vallen, waar
de Mobiele Drieëenheid opereert, wezens schichtig
en gejaagd rondwaren of zich eindelijkvrij voelen.'
'Het lopend vuurtje' is de titel van een voorstelling die
enkele dagen vergt. Vuur is de hoofdpersoon. 'Het
gaat niet om een statisch vuurtje', verduidelijkt
Pierre. 'Voor je 't weet verzeil je in een soort fascistoï
de vuuraanbidding. We hebben het nu inhoudelijk zo
uit kunnen diepen dat het vuur onderdeel is van de
voorstelling, het is geen franje meer'.
'Wat ik zelf een heel leuke voorstelling vind is De
Walrus en de Timmerman. De liefde tussen die twee
is erg groot. De walrus hield heel veel van de
timmerman en de timmerman hield heel veel van de
walrus. Maar de timmerman dacht dat de walrus
geen hart had. Hij spijkert haar dan een hart op:
pijnlijk maar wei liefdevol. Dat vind ik heel leuk. Het is
al een oude voorstelling.'
Dit zijn woorden. De voorstellingen van Flup Ju
zijn natuurlijk vooral rijk aan beelden en niet te
vergeten muziek. Pierre neemt me mee naar de
keuken waar een klein deel van het ijzerwerk staat.
Als ik wijs op twee ijzeren kreeften zegt Pierre: 'Dat
zijn Jansen en Jansen. Daarhad ik ooiteen dans mee
willen doen, maar dat is er nooit van gekomen. Soms
liggen die dingen jaren, voordat ze gebruikt worden.'
Op een grote bint staan drie ijzeren schalen vast en
uit elke schaal steken drie kromme pinnen. Als Pierre
twee stukken hout pakt en de pinnen begint te
bewerken, is het raadsel opgelost. Het melodieuze
9eluid houdt het midden tussen een carillon en een
Japanse gong. 'Op al dat ijzer wordt fascinerende
muziek gemaakt', schreef Ruud Gortzak al in de
Volkskrant. Inderdaad. Op de doedelzak en de saxo
foon na zijn alle instrumenten door Pierre gemaakt.
Daaronder is ook een serie houten trommels.
De zolder blijkt nog veel méér fantasieën te herber
gen: een visboot, vleermuis, huisje, ijzeren schoe
nen, insecten, vlinders, een soort rups, een prachtige
ei-vormige bol met geheimzinnige openingetjes en
een nog geheimzinniger laddertje eraan, een ijzeren
hond, het zijn allemaal prachtdingen. De associaties
met de schilder Jeroen Bosch moeten van de vogel
koppen met lange snavels komen die de spelers als
maskers dragen. Het is even wennen om iets lichts
als blaadjes aan takken in ijzer te zien gevat.
Buiten in de tuin staat een meters hoge bol op
wortelachtige poten. Het behoort, zoals alle beelden,
tot de categorie Zeer Geheimzinnige Voorwerpen.
Het Flup Ju Bedrijf heeft er twee jaar aan gewerkt
en de bol zou nogmaals zijn diensten hebben kunnen
bewijzen, ware het niet dat ziekte van Pierre
Schwartz het verhindert. De bol was een centrale
plaats toebedacht in een film, die het Nederlands
Theater Instituut komende herfst had willen opne
men. De plaats van handeling zou de Westerschelde
zijn geweest, achter Schwartz' huis, nabij het schor.
Bij eb zou een merkwaardige bol blootspoelen. Uit
die bol kwamen merkwaardige mensen gekropen...
Flup en Ju
Foto Bob van Dantzig
FLUP JU BEDRIJF
6 september,
Havenfeest Nieuwland
september 7