êfh DEÜ& BLAEUE ACOLYE GALLERY KUNSTHANDEL de HOORN Bellamypark 37 - 4381 CH Vlissingen fijne: schilderijen en grafiek Eng. repro meubilair Eng. barometers zijdebloemen ALLES EIGEN IMPORT podiumbeleid wij kunnen voor ieder die zich met cultuur bezig houdt bemiddelen. Daarnaast wilden we komen tot een totaalinformatie aan het publiek, onze droom van een eigen blad. In de praktijk werkte het zo: de SCZ leverde bij de werkgroepen van vrijwilligers in de hele provincie een lijstje in van concerten en theatervoorstellingen die in het komende seizoen mogelijk waren. De werkgroepen bepaalden dan het programma en vervolgens zorgden wij ervoor die groepen te contracteren. Wij deden secretariaats werk, de vrijwilligers, de belangrijkste vrijwilligers organisatie was de ZVU, programmeerden.' 'Daar lijkt niets op tegen, democratisch zou je het kunnen noemen, het publiek kiest. Maar wat deden de werkgroepen? Ze zetten voorstellingen neer, die geheide successen waren. Die hele strcutuur hield en houdt nieuwe dingen tegen. Dat kan kinderthea ter zijn of margetheater, in elk geval goed theater dat gezien moet worden maar nog niet veel publiek trekt. Ons bureau was een professioneel ondersteuner van het dilettantisme. Deze werkwijze is ook een ont kenning van het vak.' Het ritselen 'Ik ben nu al tien jaar bezig om tot een brede programmering te komen, ook omdat ik niet alleen als secretaris wil functioneren. Daar ben ik teveel theaterman voor. Hoe? Deels door voorstellingen goedkoper hierheen te halen. Ik meld een gezel schap dat ik dit bedrag heb, geen cent meer, en dat ze het kunnen doen of laten. Keihard speel ik dat. Deels probeer ik de vrije producenten te bewegen voor eigen risico in Zeeland te spelen. De gekste dingen probeer ok om meer theater hierheen te Antiquarische topographie Decoratieve prenten Maritieme schilderijen Aquarellen 16 mfTl september Bellamypark 22 4381 CK Vlissingen Tel. 01184 -12920 halen, want kwantiteit maakt kwaliteit. Het gebeurt nergens zo, behalve dan misschien in grote theaters als Carré waar uit de recette genoeg wordt verdiend om voor eigen risico te spelen.' 'Het is een kwetsbaar systeem. Een extra probleem is dat de vrije producenten voor de zalen moeten betalen. Dat is nergens zo. In Middelburg bijvoor beeld moeten ze de schouwburg huren, de techni sche dienst, cassière en kaartjesscheurder, per uur. Dat is moeilijk onderhandelen. Dan zeg ik tegen zo'n vrije producent: weet je wat, ik betaal de schouw burg, of de technische dienst, of wij betalen de publiciteit, wat normaal is overigens. Maar in Zee land is alles zo anders dat ze dat niet weten. Zo heb ik het aantal voorstellingen kunnen opkrikken. Geen contract is gelijk het andere. 'De gemeenten stellen een bedrag beschikbaar voor evenementen. Om even op Middelburg door te gaan, van dat geld moet ik gezelschappen kopen, de schouwburg huren, technische dienst (overigens maar één man terwijl er voor veel voorstellingen drie of vier nodig zijn) en ander personeel. Het geld dat ik voor de accommodatie moet betalen is bijna even veel als Middelburg voor evenementen uittrekt. De subsidie vloeit dus rechtstreeks terug in de gemeen tekas.' 'Als ik gewoon betaal wat de gezelschappen kosten, zonder geristel en gehandel, dan heb ik geld voor 25 voorstellingen in Middelburg, 8 in Goes en 8 in Zierikzee, een derde van het aantal van vorig jaar. Meer geld heeft men er niet voor over. Ik heb momenten, dat ik denk: waar ben ik bij god mee bezig? Als nette ambtenaar moet ik dat neerzetten. Ik kan dat niet, ik schaam me voor zo'n beleid.' 'Door dat onderhandelen, die anderssoortige con tracten, heb ik een bepaalde naam in het land gekregen. Voor sommige gezelschappen is het ook te gek. Die zeggen: als ik eerst 2500 of 4.000 gulden moet neertellen om jouw accommodatie te betalen, dan kom ik niet. Volgens sommige mensen houd ik verbeteringen juist tegen door zoveel meer voorstel lingen te versieren.. Tja.' De verschraling 'Het is een kaartenhuis dat in Goes al aardig is ingestort. Het publiek laat me daar in de steek, nog in de steek moet ik zeggen. Zelfs de meest commercië le dingen gaan moeilijk. Gezelschappen die voor eigen risico zijn gekomen, kregen soms zo'n geringe opbrengst uit de recette dat ze alleen nog terugko men voor een uitkoopsom. Als Pleuni Touw niet meer komt, omdat ze te weinig recette krijgt of verliest op een voorstelling, dan is het een kaarten huis. Vorig jaar stonden nog zes voorstellingen volledig voor rekening van de gezelschappen, het komend seizoen nog twee. Globe en het Nederlands Kamerkoor willen ook niet meer in Goes spelen, om dezelfde reden.' 'Het is zelfs zo geweest dat ik het Nederlands Kamerkoor en Globe rekeningen heb moeten sturen, omdat ze hier hebben mogen spelen, ze moesten betalen voor hun optreden! Hoe krijg je dat voor elkaar, zeiden ze in het land. Bij de door ons gekochte voorstellingen viel de recette in Goes ook flink tegen, zodat we met een gat kwamen te zitten. Om dat voor het komend seizoen te voorkomen, hebben we minder voorstellingen op het programma gezet. Het zal duidelijk zijn dat ook de meer risico lopende voorstellingen, zoals hedendaagse dans, wat moeilijker toneel of pianorecitals niet meer in Goes zijn neergezet.' 'Levert dat een enorme verschraling van het pro gramma op, het kan nog verder teruglopen. Als je ervan uitgaat dat je voorstellingen koopt en de emeente de zaal betaalt, geeft het komend seizoen zelfs een tekort tezien van bijna 74.000 gulden op het al bijna gehalveerde programma. In tien van de vijftien voorstellingen nemen gezelschappenen vrije producenten een deel van het risico op zich. Totaal komt dat op 20.000 gulden. Sommige gezelschappen komen voor minder geld dan gewoonlijk, op koffie concerten zijn kortingen bedongen en dat komt inclusief een provinciaal subsidie op een voorstel ling en een bijdrage van de Prins van Oranje aan de zaalhuur op bijna 13.000 gulden. Al deze bijdragen van derden zijn onzeker. (Daarnaast heeft de ge meente Goes kortgeleden de subsidie voor evene menten met 4.000 gulden gekort, terwijl het hele programma al in de contracten is vastgelegd). De gemeentelijke subsidie voor evenementen bedraagt 41.000 gulden; het programma is feitelijk dus 34.000 gulden te duur. De conclusie dat het kaartenhuis nog verder in elkaar kan zakken is zeer gerechtvaardigd: als de recettes tegenvallen neemt een producent geen risico's meer. Het programma is te afhankelijk van derden. Ik heb het dan nog niet gehad over de groeiende invloed van de vrije producenten op het programma. Door een deel van het risico op zich te nemen, krijgen ze invloed op het programma door met die voorstelling ook een ander te verkopen. Aan zo'n koppelverkoop kun je haast niet ontkomen. Bovendien kunnen ze zich mengen in de toegangs prijzen. Het is heel gevaarlijk dat dat gebeurt.' De zuinige gemeenten 'Wat in Goes gebeurt is ook aan het gebeuren in Zierikzee en Middelburg. Dat in Middelburg de schade nog meevalt, is te danken aan het feit dat veel gezelschappen hier nog wel voor eigen risico durven spelen. In hoeverre is er zo nog sprake van podium beleid? Je moet van alle soorten toneel kunnen binnenhalen, kopen. Je moet kunnen zeggen: dit wil ik hebben, dat wil ik hebben. Hoe meer voorstellin gen, hoe meer randtheater je mogelijk maakt. Dat is podiumbeleid. Maar de situatie is nu zo dat de gemeenten zelfs een kleine bijstelling in de kosten van ons bureau nauwelijks willen betalen. Dat kost al veel moeite.' 'De SCZ werd in 1983 opgeheven. De provincie betaalde tot dan het apparaat en de gemeenten betaalden de evenementen. De gemeenten moesten vanaf dat jaar alles gaan betalen. Een aantal viel af, bijvoorbeeld Terneuzen dat zelf de programmering ging organiseren. Het uiteindelijk compromis was: de provincie betaalt tot 1993 drie ton in onze bureau kosten en de nog deelnemende gemeenten de rest, plusminus eenderde. Ze blijven subsidies geven voor evenementen. Maar in 1993 moeten de gemeenten werkelijk gaan betalen voor het bureau, drie keer zoveel als nu. Ik voorspel je dat er dan enorme moeilijkheden rijzen. Maar dat is zover weg, daar hebben de gemeentelijke politici nog nooit over nagedacht.' De dure zalen 'En dan speelt er nog iets dat ook weer negatief inwerkt op de Zeeuwse situatie. VWC heeft een herverdeling georganiseerd van subsidiegelden. Het hjk betaalt nu alle gesubsidieerde toneelgezelschap Pen, maar het geld wordt opgebracht door alle gemeenten en de provincies. De 26 Zeeuwse ge meenten betalen jaarlijks een half miljoen en de Provincie een miljoen. Voor dat geld krijgen we niks terug.' 'Het rijk houdt de gesubsidieerde gezelschappen in stand, maar de recette moet een deel van de begro ting dekken. Dus wat doen ze: waar de hoogste recette te halen valt, daar spelen ze. Nu zou er toch wel een kans zijn gesubsidieerd toneel binnen te halen, maar daar staan de accomodaties tussen. Ze krijgen geen gratis zaal, waardoor ze de recette volledig kunnen meenemen. Ik moet de zaal, techni ci, personeel, verhuren en bij deze groepen komt dat al snel op 4.500 gulden neer. Dus het gesubsidieerd toneel komt niet, op Globe en Toneelgroep Theater na, die een goede relatie met het publiek hebben opgebouwd, in Middelburg althans. Dus voor die anderhalf miljoen komt vrijwel niks terug. Een got- spé.' 'De oorzaak: de infrastructuur deugt niet. De Schouwburg, met faciliteiten, moet gratis zijn, zoals overal. Daarnaast kun je je afvragen: waarom loopt het in Goes niet goed? Ligt dat aan de Prins van Oranje, het heeft ten slotte niet het gezicht van een schouwburg; ligt dat aan de historie die in cultureel opzicht niet veel om het lijf heeft gehad of moet je misschien in Goes zelf zitten, zodat je je aanpak op de bevolking kunt richten. Vanuit Middelburg kan dat niet. Nu huren wij een leeg gebouwen niet alleen in Goes, ook in Middelburg en Zierikzee. Je moet er affiches kunnen laten hangen, zo'n gebouw moet een culturele uitstraling hebben. Dat is nergens zo. Aan de buitenkant lees je 't ook niet af, niet in Zierikzee, niet in Middelburg en niet in Goes, die gebouwen hebben geen enkele uitstraling.' 'In Zierikzee probeer ik de voorstellingen in het weekeinde te zetten, omdat ik dan, op zijn vrije zaterdag, over een technicus kan beschikken. Het is daar gebeurd, dat een ambulante ober het licht tijdens een voorstelling bediende.' Het Zeeuws-Vlaamse voorbeeld 'Het aardige van het hele verhaal is dat 't in Terneu zen wél gebeurt. De gemeente heeft de schouwburg om niet aan de organisatoren gegeven, er is redelijk veel geld voor publiciteit en voorstellingen. Het zou beter kunnen, méér voorstellingen, maar dan nog: ik wou dat ik hier dezelfde situatie had. In 't land krijg ik te maken met mensen die zeggen: Waarom betaal je ons niet gewoon? Terneuz&n betaalt ook. Het schaamrood stijgt me dan naar de kaken.' 'Ik hoop dat als ik hier tot m'n VUT zal blijven, de podiumkunsten een per gemeente geregelde zaak zijn geworden. Dan mogen ook de werkgroepen van vrijwilligers weg wat mij betreft. Zoals ik al zei: het is een ontkenning van het vak. Je leest vakliteratuur, je ziet veel voorstellingen, je knoopt relaties aan met groepen, je spreekt met collega's. Zo'n professioneel organisator, die ook een schouwburg beheert, dat hoop ik te bereiken. En dan nog, het gaat om niet meer dan een gelijkschakeling met overig Neder land..' 'Neem Vlissingen. Door het Straatfestival krijgt de Culturele Raad relaties met veel groepen. Als over enige tijd het Arsenaal tot theater is omgebouwd, trekt de Culturele Raad daar in. Die kan toch niet tegen een groep zeggen: Je moet naar Middelburg, want Uit in Zeeland organiseertalles. Het is toch veel logischer dat de Culturele Raad dat zelf doet.' 'Het betekent inderdaad de opheffing van mijn eigen organisatie, ja, maar ten behoeve van een beter podiumbeleid. Als ik van de gemeenten op al dit soort zaken niets hoor, dan moet ik wel overgaan tot het louter kopen van voorstellingen, met als gevolg dat het aantal sterk vermindert. Er blijven dan alleen nog grote publiekstrekkers over.' fflffl september 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Mooie moeite / Uitblad voor Zeeland | 1986 | | pagina 9