f
ZZ theater
De huisbewaarder
Brigitte Kaandorp
Dikke vingers
Madame Arthur
Jules Croiset
De poppenspeler van Lodz
Boefje
theater;
Theater van de Lach
De moeder van David S.
Kabaret Purper
De Purple Blues
Inpikken en wegwezen
Hans Liberg
Cultureel Café
r
het einde één te zijn. Het verhaal is wat ingewikkeld,
maar de opbouw is voldoende helder. Er speelt zich
een machtsstrijd af tussen realiteit en ideaal, tussen
toneelscript en spelers die daarvan los proberen te
komen, tussen de cabaretier en de toneelmeester.
Youp van 't Hek heeft de tekst tenslotte zelf
geschreven. Hij verwoordt een innerlijke strijd en
schept zo de ruimte voor een enorm energiek
grappengeweld.
Kees Brusse, Johan Ooms en Hidde Maas brengen
deze klassieker van Harold Pinter weer tot leven, in
een vertaling van Gerard Reve. Bitter en met bizarre
humor wordt het verhaal verteld van de zwerver
Davies, die na een gebeurtenis in een café tijdelijk
onderdak krijgt bij Aston. Het huis, waarin alles zich
afspeelt, is verwaarloosd. Mick, de broer van Aston,
heeft al jaren grote plannen met het huis. Aston zou
de plannen uitvoeren. Mick vraagt nu aan Davies of
hij huisbewaarder wil worden en zijn verbouwingen
wil uitvoeren. Davies echter is een man van grote
woorden. Het verhaaltje lijkt simpel, Pinters taalge
bruik en constructie maken De huisbewaarder tot
een stuk dat nog altijd vaak wordt gespeeld.
Ze is een verschrikkelijke drukke tante op het toneel,
ze praat veel over niks, ze maakt haar verhalen
zelden af, haar onderwerpen zijn kneuterig, haar
liedjes nog erger dan dat en ze heeft geen centje
glamour of persoonlijkheid op het toneel. Kortom,
zoals Brigitte Kaandorp op het toneel bezig is, dat
lijkt nergens op. Het mag de naam show niet dragen.
Toch is Brigitte Kaandorp leuk. De een zal na een
avond geleuter enthousiaster zijn dan de ander,
maar niemand kan ontkennen dat ze HET heeft.
Stoker (Piet Grijs) ging, na haar toevallig te hebben
gezien, in de Volkskrant nog wat definitiever met
haar om: 'Maandagochtend om half een zag ik de
geboorte van een ster.' Hij constateert dat ze
koketteert met haar debutantigheid. In haar nieuwe
show, Laat mij maar even, heeft Brigitte die houding
kunnen handhaven door voor de pauze een buur
vrouw voor haar in te laten vallen. Buuf komt
eigenlijk voor Brigitte, maar zolang die er nog niet is,
doet zij de 'show' wel even. In de tweede helft staan
zij om beurten op het toneel tok, tok, tok, tuutuuuut.
Een paar jaar gelden gebruikte het Werktheater
Dikke Vingers als basis voor een toneelstuk. Uni Solo
brengt het stuk nu integraal onder supervisie van
Paul Haenen, de schrijver, beter bekend als Margreet
Dolman. Het is een wrang blijspel over de verhou
ding van een directeur met zijn secretaresse. Niet
bijster oorspronkelijk, maar het gaat Haenen dan
ook meer om het neerzetten van mensen met hun zo
komische eigenaardigheden.
Deze musical is een nogal spektakelig schouwspel
dat vorig jaar volle zalen in het hele land trok.
Zeeland is nu aan de beurt om dit vrolijke verhaal te
komen zien en horen. Madame Arthur speelt in de
jaren dertig, crisistijd. Boekhouder Kleinman, ge
speeld door Jos Brink, is al vier jaar werkloos en ziet
geen kans zijn zoon van het tientje steun per week te
onderhouden. Om wat bij te verdienen, zet Kleinman
zijn schreden in de richting van het podium ener
dubieuze nachtclub, waar de meisjes mooi en rj
heren vrouwen zijn. Madame Arthur.
Croiset deelde zijn theateravond in tweeën, in hJ
eerste deel brengt hij als opwarmer een scherf
tekst van Multatuli over de lezingen die hij doo3
geldgebrek overal moest houden (Idee 608. Rand
meislag). Na met het woelige, wijnzuipende lezinj
gen publiek te hebben afgerekend, brengt Croiset)
het aangrijpende liefdesverhaal van Saïdjah en
Adinda uit de Max Havelaar. Het is een poëtisch e?3
krachtig pleidooi voor het recht van de Javaan op
een menselijke behandeling en Multatuli vestigde
met de Max Havelaar een naam in de hele wereld.
Ook in Nederland vond het boek gretig aftrek, maar
het leidde niet tot minder uitbuiting door de regering
van 'ons Indië', zoals Eduard Douwes Dekker zo
vurig had gehoopt. Het vormde een van de redenen
waarom hij het publiek verachtte. Publiek, ik ver-
(w)acht u is de titel geworden. Deel. twee is gewijd
aan het salieavondje bij juffrouw Pieterse, een scène
uit Multatuli's boek Woutertje Pieterse. Dit nogal
ondergewaardeerde meesterwerk heeft de opvoe-i
ding van de dichterlijke ziel Woutertje tot onderwerp.
Op humoristische manier schrijft hij over de klein
burgerlijke mensen die de dichterlijke Woutertje
dwars zitten.
'De oorlog is gedaan.' 'Dat zeggen ze, ja.'
Zo begint en eindigt De poppenspeler van Lodz door
het Antwerpse toneelgezelschap Ivonne Lex. In dit
toneelstuk van de tot Fransman genaturaliseerde
Roemeen Gilles Segal draait het om een man voor
wie de oorlog nooit voltooid verleden tijd wordt. De
poppenspeler van Lodz, Samuel Finkelbaüm, woont
op een zolder, in absolute afzondering. Zijn enige
gezelschap: poppen. Ze stellen mensen voor die met
hem in het ghetto van Lodz en in een concentratiek
amp hebben gezeten, zo blijkt later. Hij heeft alleen
contact met zijn hospita. Zij doet zijn boodschappen,
praat met hem via een gesloten deur, wijst hem op
signalen die overduidelijk maken dat de oorlog
voorbij is. Maar Finkelbaüm, beheerst en ontroerend
gespeeld door Frans Maas, laat zich niet overtuigen.
Hij leeft zo intens met zijn poppen dat hij de
werkelijkheid opzij kan schuiven. Met zijn poppen
kan hij terug naar de tijd voor de oorlog, een
gelukkiger tijd. In de loop van de voorstelling komt
de toeschouwer meer te weten over het ellendige
verleden van Finkelbaüm. Na de pauze komt er'
tekening in het stuk. De speler is uit zijn fantasie-j
wereld opgeschrikt door de verschijning van een
vriend uit het Konzentrationslager, Schwarzkopf.
Hoewel het Schwarzkopf goed gaat, hij ziet er i
welgesteld uit, begrijpt hij in één oogopslag watl
Finkelbaüm doormaakt. Vanaf deze ontmoeting
krijgt het stuk een dramatische kracht die de watl
lange aanloop doet vergeten.
Boefje is een klassieker in het vaderlandse toneel. I
Jaap van de Poll bewerkte de roman van M.J. Brusse, 1
de vader van vier bekende zoons, voor de Stichting
Nederlands Volkstheater, zoals Nooy's Volkstheater
nu is gaan heten. Het verhaal: Een 14-jarig schooier
tje groeit op in het Rotterdam van rond 1900. Thuis
vindt hij niet de warmte waaraan hij zo'n behoefte
heeft. Hij zwerft door de stad, bedelend en alles j
strelend wat los en vast zit. Dat doet hem uiteindelijk
voor de rechter belanden. Een lach en een traan. En
veel liedjes.
iohn Lantings Theater van de Lach biedt weer vele
dubbele bodems, die zich bevrijden als scheten
tussen de samengeknepen billen van iemand die
erwtensoep heeft gegeten. De titel: Een trouwring
mag niet knellen. De ingrediënten: een mooie jonge
dame die een appartement verhuurt aan een kunst
schilder met adellijke titel zonder geld, zijn aantrek
kelijke vriendin die desnoods haar charmes gebruikt
om aan geld te komen; een meisje uit de provincie als
hulp-in-de-huishouding die absoluut niets met de
heren fnag doen en tenslotte een rijke vader die zijn
dochter graag ziet trouwen met de schilder onder het
motto: zij de titel, hijzelf de vriendin. Ik vergeet bijna
de erwten. Zout zit er genoeg in.
Een avondje onversneden leed over verslaafde
jongeren en hun ouders. Zoals Yvonne Keuls deed
bij Jan Rap en z'n maat, schreef ze het stuk op basis
van het materiaal dat ze in tientallen gesprekken met
drugverslaafden en hun ouders verzamelde. De
problematiek wordt toegespitst op moeder en zoon
S. met als dramatisch gegeven de strijd van de
moeder om haar zoon de volle verantwoordelijkheid
voor zijn eigen leven in handen te leggen en afstand
te nemen.
Zo krijgt het stuk onder de gegeven omstandigheden
een betrekkelijk positief einde en zo ontsnapt
Yvonne Keuls ook aan een al te voorspelbaar drama:
dat van de neerwaartse spiraal die bij heroine hoort.
De reacties in de pers staan diametraal tegenover
elkaar. Sommige critici vallen over de hulpverlener-
staal, ook wel stenciltaal genoemd, of over het
slechte spel. Volgens anderen boeit het van de eerste
tot de laatste seconde. Marijke Merckens kwijt zich
als de moeder van de verslaafde David 'ontroerend
goed' van haar taak en de onbekende Peter Lusse
krijgt zelfs het etiket 'onvergetelijk'.
Men noemde het nieuwe programma eenvoudig De
Vijfde van Purper. Over de inhoud van dit program
ma valt nog niets te zeggen, wel over de brengers.
Karin Bloemen, die op het ogenblik de hoofdrol
speelt in de musical Mimicrimi en Bart Kiene, bekend
van Baal en Nijinski, zijn namelijk de gelederen
komen versterken. De overige Purper-leden zijn Erik
Brey, Frans Muideren Adelheid Roosen. De teksten
zijn van Purper en Haye van der Heijden, als
regisseurs treden op Swami Anand George Groot en
Berend Boudewijn. Er is veel muziek, liedjes dan,
Geschreven door Erik Brey.
Orsyla Meinzak houdt een monoloog, die is geba
seerd op de roman The color Purple van de
Amerikaanse schrijfster Alice Walker, verfilmd door
.ven Spielberg. De première was al meer dan een
jaar geleden te zien in Amsterdam, maardevoorstel-
'ng heeft zo'n succes, dat die inmiddels aan een
weede theaterseizoen bezig is. De titel werd veran-
erd om de nadruk te leggen op de blues-zangeres
Zij is een van de hoofdfiguren in het theater-
uk- In het boek is Celie de hoofdpersoon: een
t e,SJ®: dat door haar vader wordt verkracht, wat
ee kinderen oplevert, die hij verkoopt. Celie wordt
weer verkocht aan een man, die haar beestachtig
behandelt. Bij hem komt ze Shug tegen, een
levenslustige vrouw die het hart van de uitgedoofde
Celie weer kloppend weet te krijgen. Orsyla Meinzak
speelt het verhaal als ware zij Celie die op latere
leeftijd terugkijkt.
Birds on the wing is de oorspronkelijke titel van deze
eigentijdse comedie van Peter Yeldham. Een char
mant oplichterstrio kleedt rijke minnaars snel en
effectief uit. De Zeeuwse Komedie brengt dit stuk
onder regie van Edo Douma, een van de huisregis
seurs van De Zeeuwse Komedie.
Berg Berg heet het tweede programma van deze snel
opkomende pianokomiek. Na Dada schreef de
kritiek hem vrijwel unaniem de hemd in, op Ruud
Gortzak na die in de Volkskrant wat mopperig meldt
niet verder te komen dan wat gegrinnik. De docto
randus in de muziekwetenschappen houdt er in dit
programma opnieuw een moordend tempo opna, zij
het iets langzamer dan in Dada. Anita Löwenhardt
meldt in Trouw: 'Zijn associatieve teksten en opeen
volgende grappen buitelen nog steeds razendsnel
over elkaar heen, maar er zit meer lijn in, waardoor je
niet aldoor het gevoel hebt, dat je de laatste grap
steeds hebt gemist, omdat je de vorige nog aan het
verwerken was.'Absurd blijft de knullige student wel:
ik speelde piano bij het Ballet Russe, daar waren
prima ballerina's, alhoewel het altijd nog beter kon.
Dat deed ik drie dagen per week, de andere dagen
deed Strawinsky. Zo wisselden we, tot we al onze
melktanden kwijt waren en we een volwassen gebit
hadden...'
Voor de derde maal een Cultureel Café in de
Middelburgse schouwburg. De belangstelling om op
te treden is groot. Voorlopig ziet het programma er
zo uit: Liduin Serrarens uit Middelburg leest eigen
gedichten voor, Riny Leendertse uit Wemeldinge
De vijf van Purper
v.l.n.r.: Adelheid
Roosen, Frans Mulder,
Karin Bloemen, Bart
Kiene, Eric Brey
Foto Jan Swinkels
47