-10- CAPITA SELECTA Korte samenvatting van een voordracht, gehouden op 3 febru ari 1965, door Prof. dr. A. Verhuist te Gent, getiteld; HEDERHETTIÏÏGSGESCHIEDENIS VAN VLAAWDEKEN IK DE MIDDELEEUWEN. In deze voordracht behandelde Prof. Verhuist de wijzigin gen, die het natuurlandschap in Oost- en West- ("Binnen-") Vlaanderen heeft ondergaan, mede als gevolg van de bevol kingsexplosie in de 11e, 12e en 13e eeuw. Door bestudering van de toponymie, de archeologie en de geschreven bronnen uit het begin van de ontginningsgeschie denis, kunnen we vaststellen, dat het landschap in de vroege middeleeuwen, dus voor 1100, ten noorden van de lijn; Dixmude - Tielt - Deinse - Schelde, geheel verschil lend was van het landschap ten zuiden van deze lijn. In het noorden vinden we zandgrond, begroeid met bos en heide, in het zuiden zand/leemgrond en bijna uitsluitend bos. Men neemt aan, dat in de streek ten noorden van de zo juist aangeduide lijn de bossen na 3000 voor Chr. langzaam zijn te gronde gericht door het subboreaal klims.at en indirect door de menselijke bewoning, n.l. door de begrazing door het vee. Op de zand/leemgrond kreeg het bos de gelegenheid zich te herstellen; op de enkele zandgrond is het gests.dig gede genereerd Wanneer we de ons bekende gegevens omtrent de verdeling van cultuur- en natuurlandschappen vergelijken met de archeologische kaarten, dan merken we op, dat in de ge bieden, waar de bodemkunde grote bevolkingsdichtheid sig naleert in de Gallo-Romeinse tijd, het natuurlandschap ook het meest is teruggedrongen. In de natuurlandschappen daarentegen zijn bijna geen Romeinse vindplaatsen aanwezig. Voor wat betreft de Germaanse bewoning moeten we steunen op de plaatsnaamkundeafgaa,nde op de met "gem" samenge stelde namen vinden we Germaanse nederzettingen; 1- langs de poldergrenzen, hetgeen wijst op een "Transhu- mance" bij de schapenteelt, d.w.z. trekken met de schapen naar en van de schorren. 2- rondom Gent.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1965 | | pagina 16