- 14 -
Van welke vakken de tijd zou moeten worden afgenomen is
een zaak, die misschien door leerstofplanning op langere
termijn, zoals die in.het rapport over nieuwe onderwijsvormen
wordb voorgesteld, opgelost kan y/orden.
b. De vorm waarin het moedertaalonderwijs wordt gegeven,
wordt bepaald door de onderwijzer en de door hem gebruikte
leerboekjes. De onderwijzer zal zich allereerst aan moeten
passen bij het kind. Zo zal bij het spontane klassegesprek
de spreektaal aanvankelijk nog de overhand hebben.
Wanneer men van de kinderen zou eisen, bij het betreden van
de lagere school A.B.N. te spreken, zou dit hen alleen maar
stom maken. Het kind zou zich op school niet vrij en spon
taan meer kunnen uiten. Bovendien zou het verband tussen
zijn eigen taaltje en het denken worden verbroken, daar dit
nu eenmaal samen gaat.
In principe zal men van de taal van het kind zelf uit moeten
gaan, van de taal, zoals het die gebruikt in de dagelijkse
omgang, waarin het vertelt, die het schrijft.
Het tvireetalig onderwijs, zoals dat in Friesland is ingesteld,
levert hiervoor wel het bewijs.
Maar als het dan zo ver is, dat we bij het milieuonderwijs
direct contact weten te leggen met de kinderlijke taalschat
zitten we met het probleem van de methode.
Het is nlniet juist, alle kinderen van het eerste leerjaar
over één kam te scheren, door ze dezelfde milieuplaten, de
zelfde boekjes voor te leggen. Daartoe zijn de gezinsmilieus
te ver van elkaar verwijderd.
"In Nederland begint men sinds enige jaren de konsekwentie
van dit alles in te zien. Het taalonderwijs in de verschil
lende streken kan dus niet gelijk zijn en taalboekjes voor
het gehele land kunnen niet in de werkelijke behoeften der
verschillende streken voorzien.'f (5; 65).
Dhr. P. Post geeft in Mededelingen van het Nutsseminarium
voor Pedagogiek no. 49 de volgende aanwijzingen"De nieuwe
didactiek zal pas zijn kans krijgen als men het aandurft de
zesjarige kleuter te ontvangen zonder de leermiddelen, die
niet alleen klassikaal, maar universeel nationaal bedoeld
zijn.
De verschillen zijn te groot; onze bevolkingslagen liggen
te ver uiteen - er is alleen goed milieuonderwijs te bereiken
met grote differentiatie in leerplans en aanpak. Men zoekt
