- 19 -
3. Of de leerlingen vlotter en beter gaan spreken, naarmate de
belangstelling groter is, heb ik trachten na te gaan, door
een verhaal in het Zuid-Bevelands dialect voor te lezen en
dit klassikaal (in het A.B.N.) na te laten vertellen. Dat
de leerlingen emotioneel sterk aangesproken waren, bleek
bij het navertellen, gezien de boeiende vertolking, die
enkele leerlingen gezamenlijk van het verhaal gaven en
gezien de vele "vergissingen" (gebruik van het dialect) die
de leerlingen daarbij maakten. (Uitgewerkte experimenten:
5).
4. Meer op de fantasie gericht is het af laten vertellen van
een verhaal. Met deze wijze zich mondeling in taal uit te
drukken, heb ik weer in de hoogste drie klassen geëxperi
menteerd
Ik heb getracht zo expressief mogelijk een zelfverzonnen
verhaal te vertellen, waarbij ik bewust naar een zekere
climax heb gewerkt. Op het hoogtepunt van dit verhaal
wachtte ik even tot enkele leerlingen een reactie vertoon
den, die mij aanleiding gaf, hen te vragen het einde van
dit verhaal te vertellen. Drie van de vier leerlingen, die
ik de beurt gaf, brachten het verhaal tot een goed einde.
(Uitgewerkte experimenten: 6).
Het was mijduidelijk, dat niet alle leerlingen hierin
zouden slagen. Het meisje, dat er dan ook niet uit kon
komen, bleef wat verlegen staan glimlachen. Ook als ik
haar als eerste de beurt had gegeven, zou zij het verhaal
waarschijnlijk niet tot een logisch eind gebracht hebben.
Toch ben ik ervan overtuigd, dat dergelijke leerlingen
hiertoe wel gebracht kunnen worden en daarbij doe ik een
beroep op de vrije expressie in taal en gebaar.
5- Als voorbereiding hiertoe noem ik eerst het dramatiseren.
Reeds op de kleuterschool laat men de kinderen liedjes of
verhaaltjes "uitbeelden". Ook in de laagste klassen van de
lagere school past men deze vorm steeds meer in het onder
wijs toe. Zelf heb ik in de eerste drie klassen het sprook
je van "Kunegonde" verteld, dat de leerlingen daarna moch
ten uitbeelden in taal en gebaar. Voor de leerlingen van
de eerste klas was dit een te zware opgave, hoewel het voor
hen niet de eerste keer was. Daar het aantal leerlingen
gering is, doen zij altijd allemaal mee, dit is natuurlijk