- 21 -
wijzing te geven).
Om de situatie zo natuurlijk mogelijk voor te doen komen had
ik met de groep schaatsers afgesproken, dat zij tijdens de
improvisatie het eigen dialect mochten spreken. De andere
groep, die uit: omroeper, dokter, politieagent e.d. bestond
praatte wel Nederlands, hetgeen de leerlingen als geheel van
zelfsprekend beschouwden(Uitgewerkte experimenten: 8).
c. De inhoud (en vorm) van het moedertaal-onderwijs.
Reeds in "De tragedie der werkwoordsvormen heeft drI. v.d.
Velde uiteengezet, dat op de lagere scholen te veel tijd aan
"grammatica" wordt besteed, zodat voor hervorming van het
moedertaalonderwijs niet voldoende mogelijkheden overblijven.
(V.d. Velde heeft aangetoond, dat naast de huidige werk-
woordsdidactiek, het onderwijs in "grammatica" faalt voor
vele tienduizenden leerlingen van l.o., vglon.o. en u.l.o.).
Ook bij het bestuderen van verschillende taalmethoden is mij
opgevallen, dat bij de meest gebruikte methoden het accent te
zeer op de spelling ligt, terwijl bvaan het element stijl
zeer weinig aandacht wordt besteed. (Een onderzoekje naar
stijl wees uit, dat het geenszins overbodig is, naast de
methode, aan dit fe.cet van het taalonderwijs de nodige aan
dacht te schenken). Uitgewerkte experimenten: 7-
Het belang van het zich zowel mondeling als schriftelijk
vrij leren uiten heb ik reeds in het voorafgaande centraal
gesteld. Ook dit is een aspect van de taalvorming die voor de
meeste methoden taboe is. Naast de methoden zal de onderwijzer
dus zelf middelen moeten zoeken, om het taalonderwijs effec
tiever te maken.
Een bevredigende oplossing voor een gewijzigde didactiek is
echter nog niet gevonden. Het blijft zoekenl
Dat dit probleem algemeen wordt gevoeld, blijkt uit het feit,
dat men ook van sociologische zijde wijst op de wenselijkheid
van correcties in schoolstructuur en didactiek, in verband
met een betere aanpassing tussen gezins- en schoolmilieu
(Prof.Dr. F. v. Heek in "Het Schoolblad": 1-^f-'65)- Ook oen
commissie, ingesteld door de N.O.V. wijst in haar rapport:
"Nieuwe onderwijsvormen van 5 tot 13 a jarigen", op de
grote invloed van het sociaal-culturele milieu op de tael-
vorming der leerlingen. Zij stelt de vraag, die ik me bij het
maken van deze scriptie herhaalde malen heb gesteld, nl
"Welke maatregelen neemt het onderwijs om kinderen uit soci-