- 26 - eens van de klas zou willen horen. Na een kort résumee van het begin van het verhaal liet ik de leerlingen aan het woord. Telkens wanneer de verteller of vertelster de draad kwijt scheen te raken mocht een andere leerling verder gaan. Het resultaat was: een boeiende vertelling waarbij de klas opmerkelijk grote aandacht toonde. Beschouwing b. Dat een verhaal in het eigen dialect de leerlingen sterk aansprak, bleek uit de navertelling. Enkele leerlingen waren emotioneel zo geladen, dat zij bij het navertellen soms "vergaten" "Hollands" te spreken. Eén leerling laste zelfs hele Zeeuwse zinnen in, zonder dit zelf te merken. Een "vertrouwd" taalvoorbeeld is blijkbaar stimulerend voor de uitingsdrang van de leerlingen, maar schijnt niet bevorderlijk te zijn voor het spreken van goed A.B.N. nummer datum 19 november 19^5 klas 4, 9 en 6. opgave: Improvisatie naar aanleiding van het onderwerp: "IJ spret" De vrije improvisatie hadden deze leerlingen tevoren nog niet eerder beoefend, daarom was het noodzakelijk deze hier en daar met een aanwijzing te steunen. Als onderwerp had ik'"IJspret" gekozen, daar deze week de vorst was ingevallen en in Friesland de eer ste wedstrijden al waren gehouden. De improvisatie, die 's middags zou worden gehouden, werd het laatste halfuur van de morgen ingeleid, zo dat de leerlingen de nodige voorzorgsmaatregelen konden treffen. Allereerst deelde ik de leerlingen in twee groepen in:

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1966 | | pagina 28