-Af stem: Op de Neergebogene Harten. 1 Komt hier gy goede Ingezeten, Van den Stad van Middelburg, Wilt u dankbaarheid tog niet vergeten, Voor u overheid die voor u zorgt, De Edelen Land-Drost en Magistraten, Die voor u rust en veiligheid waken, Bevryden u van 't Oorlogszwaard, Om vrede te schenken om vrede te schenken, Dat geen onheil u genaakt. 2. Maar gedenkt u Medebroeders, De Vlissingsche Burgery, Geen zuigend kind met haar Moeder, Geen Grysaart, zwangere vrouw waar vry, Niemant wiert er uit gelaaten, Wie zou zoo'n Dwingelant niet haaten, Alles dat moest blyven in het vuur, Hoe benaauwt was haar harten, Hoe benaauwt was haar harten, Yder oogenblik en uur. 3. Den Man omhelst zyn Vrouw en Kinderen, En neemt voor het laatst zyn afscheid, Zoo wy malkanderen hier niet weer vinden, Dan hier namaals in der eeuwigheid, Daar omhelst den Zoon zyn Moeder, Daar weent Zuster met haar Broeder, Haren ouders die zyn dood, Zy zyn doorschooten Zy zyn doorschooten, Yder is in grooten nood. A. Daar leid den man op straat verslonden, De vrouw die zit dood in huis, Daar worden kinderen verplet gevonden, 0 hemel wat een droevig kruis, Veelen zyn in een hol gekroopen, Vreezen door kogels te worden doorschooten, En dan nog den droevigen Brand, Het is benoutheid het is benoutheid als men het beschoud aan alle kant.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1966 | | pagina 6