- 22 -
Aantekeningen bi.j de opgaven van F.D. Sihke, Yerseke.
I.
De volgende door hem gegeven termen zijn algemeen nederlands:
brekebeen; geen knip voor de neus waard; lamstraal; luiwammes;
schuinsmarcheerder; sodemieter (en wat daarbij hoort).
II.
Voor de hieronder volgende uitdrukkingen zou ik hem willen
verwijzen naar WZD.
Iemand die niks beschie:tW.Z.D. 77, art. beschie:te(n)
'Oek over aoie: W.Z.D. 34-1, art. oek.
Ieval liee'n: W.Z.D. 370* Inderdaad beperkt zich dit ieval lieën
niet tot koude en narigheid b.h. landwerk: de vissers weten er
bij slecht weer op zee van mee te praten.
Ie kankwietloopenW.Z.D. 516: lop kwiet: loop rond!
'n Netig paerd: bijterig W.Z.D. 620. netig (2): slecht gehu
meurd, nijdig'.
Netig waoien: als het harder waait, dan men dacht; in hetzelfde
art. is sprake van 'n netigen trok: een straffe,
schrale, vinnige wind, wat m.i. bij uw voorbeeld
aansluit
Onstranten boensoenk: W.Z.D. 124, art. bonsiengk en 649, art.
onstrant
III.
Betreffende de door Sinke genoemde termen in verband met zwan
gerschap, waarvan er verschillende tot de alg. volkstaal beho
ren, tekenen we aan:
vol(le) (WZD. 1084) van vee gezegd: drachtig. Zoals meer het
geval is, wordt de term, op een vrouw toegepast: "ze
zit vol", triviaal.
Daarentegen is: zwaer: zwanger (WZD. 1202) in dialect een alg.
gebr. term, ouderwets, maar niet ruw.
Typisch is- inderdaad: 'k Gloov1 a 'k er wee bij bin; de ned.
vorm hier gebruiktsluit aan bij wat men een "politie
term" zou kunnen noemen.
Echt Zeeuws is daarentegen de bij laebesuitstaltafeltje (z.