- 4 - De boetezang eindigt met een verwijzing naar de Apocalyps. "Wie weet hoe schielyk en hoe snel, Ons word weggenomen, Vreest voor Dood, Eeuwigheid en Hel, Wilt voor het Oordeel schroomen, Gelyk een Dief al in der nagt, Zal God eens komen onverwagt Om 't einde daar te maaken, Van al des Werelds zaaken. Daarom leeft of gy sterven moet, Wild voor 't kwaaddoen schroomen, Bemind God en uw Waasten zoet, Dan zult gy met de vroomen, En duizend Engelen zeer schoon, Eeuwig blinken in 's Hemels Troon, Daar een dag zal wezen, Als Duizend Jaar geprezen. Wanneer uw stryd hier is gedaan, Zult gy ten laasten daagen, Zonder verschrikken voor God staan Bevreyd van alle plaagen, De Godloozen die zullen snel, Veroordeelt worden na de Hel, De Vroomen zullen praaien, Eeuwig in 's Hemels zalen." Financieel overzicht 1965 - 1966 Op 15 november werd door de penningmeesteresse Mevr. Kannegieter, het aanwezige kassaldo overgemaakt naar de In het 4e kwartaal van 1966 werd uitgegeven voor kosten Amro Bank Over het 4e kwartaal 1966 werd nog aan 420,75 Bulletin Portikosten Batig saldo bij de Amro Bank 210,49 5,60 u 328,16 contributie ontvangen 123,50 544,25 f 544,25

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1967 | | pagina 6