- 12 - was nl. een zondag, ging hij Zijne Hoogheid bezoeken, verge zeld van de prior van Castiglia, de markies van Peschara, de bisschoppen van Cordova en van Badayossa, en van vele andere Spaanse en Italiaanse heren en ridders, en in de eerste plaats door de heren ambassadeurs van Napelsdie zich toen aan het hof bevonden. Zijne Eminentie ondervond van genoemde Majesteit zeer veel eerbetoon en een uitgebreide, vrindelijke en aller aangenaamste ontvangst. Hij vergezelde Zijne Hoogheid naar de gezongen Hoogmis in het klooster, dat verbonden is met het paleis, waar hij verblijf hield, en dat toebehoort aan de orde van de heilige Benedictus. Dit paleis, dat heel wat comfortabele kamers bevat en een ruime hof, geheel beplant met lindebomen op rijen, is het eigendom van het klooster. Nadat de mis van de Heilige Geest was afge lopen 5die gezongen werd door de prior of abt van dit klooster, met mijter en staf, en met de medewerking van de hofkapel van de Rooms Koning, verhief Zijne Majesteit zich van zijn zetel, tegelijk met onze eminentie, die in dezelfde zijden baldakijn tent had plaats genomen, zoals gebruikelijk, in een andere ze tel, vlak bij Z.M. Samen begaven zij zich naar voren, naar het hoofdaltaar, waar door de graaf van St-BonifaciusPaduano, kamerheer en apostolisch nuntius, met een latijnse toespraak de breve van Zijne Heiligheid werd overgedragen aan de bisschop van Badayossa, die na het stuk openlijk te hebben voorgelezen, de neef van Monseigneur de Ceures, genaamd de kardinaal van Croi, en ook wel genoemd van Cambrai, de eed afnam en de kardi naalshoed overreikte. Deze jonge man was 17 of 18 jaar oud, en monnik in de orde van St-Benedictus Deze nieuwe eminentie hield toen een fraaie rede in het latijn, waarin hij eerst dank bracht aan de Majesteit Gods en aan de Apostolische Stoel en vervolgens aan de Rooms Koning en aan zijn oom, terwijl hij veel kuisheid en zachtmoedigheid ten toon spreidde en tranen stortte. (10 dagen later:) Zijne Eminentie begaf zich zeer vroeg in de ochtend met de heren van zijn gevolg per wagen van Middelburg naar Ramura3), dat op 1 mijl afstand ligt, en waar later ook de Rooms Koning zich in zou schepen om naar Spanje af te reizen. Er lagen hier ongeveer 300 schepen uit de streek van Biscaye, Engeland, Por- 3) Ramura is de naam, die vooral bevroners van zuidelijker lan den gaven aan de plaats Arnemuiden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1967 | | pagina 14